Persberichten
08-06-2004
Beleidslijn voor de horeca-, prostitutie en gokautomatenbranche
Het college van burgemeester en wethouders heeft op basis van de Wet
Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (BIBOB)
de beleidslijn voor de horeca-, prostitutie- en gokautomatenbranche
vastgesteld. Ondernemers die een vergunning voor genoemde branches
aanvragen, krijgen te maken met de eisen van de wet BIBOB.
Met de Wet BIBOB, die op 1 juni 2003 in werking is getreden, heeft de
gemeente de mogelijkheid om een vergunning of subsidie te weigeren of
in te trekken als het ernstige vermoeden bestaat dat die bestemd is
voor criminele personen of gebruikt wordt voor criminele activiteiten.
Hoewel de wet geldt voor alle beleidsterreinen, zijn nu alleen
richtlijnen vastgesteld voor de horeca, de prostitutiebranche en de
gokautomatenhallen. In een later stadium stelt de gemeente richtlijnen
voor milieuvergunningen, aanbestedingen, bouwvergunningen en subsidies
vast.
Aan de hand van speciale BIBOB-formulieren die aanvragers invullen,
bepaalt de gemeente of er risico bestaat dat criminele activiteiten
worden gefaciliteerd. Is er onduidelijkheid, dan kan de gemeente onder
bepaalde voorwaarden een beroep doen op het landelijk Bureau BIBOB.
Dit bureau valt onder het ministerie van Justitie en kan verder
onderzoek verrichten en een gemotiveerd advies uitbrengen aan de
gemeente.
Breda werkt samen met de politie, het Openbaar Ministerie en de
gemeentebesturen binnen de politieregio Midden- en West-Brabant aan de
invoering van de Wet BIBOB. Zo heeft een regionaal coördinator samen
met een aantal deelnemende gemeenten, waaronder Breda, de beleidslijn
en de daarbij behorende aanvraagformulieren ontwikkeld voor de horeca-
en prostitutiebranche. Ook is er op 31 maart 2004 in regionaal verband
een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het landelijk Bureau BIBOB.
In deze overeenkomst staat onder meer wanneer en onder welke
voorwaarden een gemeente uit de regio Midden- en West-Brabant bij het
landelijk Bureau Bibob een advies kan vragen.
Breda, 8 juni 2004
Gemeente Breda