Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2004-090

Den Haag, 8 juni 2004

IMF-adviezen in lijn met beleid Nederlandse regering

In de artikel IV-consultatie van dit jaar beschouwt het IMF herstel van de economische groei en van gezonde overheidsfinanciën als belangrijkste opgave voor Nederland. Het IMF is verontrust over de recente verslechteringen in de overheidsfinanciën en spreekt z'n waardering uit voor de maatregelen die de regering op dit terrein neemt.

Het IMF zorgt voor de stabiliteit van het internationale monetaire systeem. Om de stabiliteit te handhaven houdt het IMF jaarlijks zogenaamde artikel IV-consultaties. Tijdens deze consultaties wordt het financieel-economische beleid van een land onder de loep genomen. Van 27 mei tot en met 7 juni 2004 is Nederland bezocht door een IMF-delegatie.

Geconcludeerd wordt dat de groei van de Nederlandse economie sterk is afgenomen in de afgelopen jaren. Dit werd vooral veroorzaakt door de zwakke groei van de wereldeconomie, de snelle stijging van de Nederlandse arbeidskosten, de appreciatie van de euro en het inzakken van de aandelenkoersen. Voor 2004 en 2005 verwacht het IMF dat een sterkere groei van de export, ondersteund door loonmatiging, zal zorgen voor een langzaam herstel van de economie.

De lage economische groei heeft er mede toe geleid dat ook de overheidsfinanciën sterk zijn verslechterd. Daarnaast hebben extra uitgaven aan zorg en onderwijs en het tekort bij de lokale overheden bijgedragen aan een hoger EMU-tekort.

Het IMF ondersteunt het huidige kabinetsbeleid ter verbetering van de overheidsfinanciën. Daarnaast beveelt het IMF de Nederlandse regering aan om het structurele tekort elk jaar met 0,5% tot 0,75% BBP te verbeteren. Deze tekortverbetering, tezamen met de door het kabinet ingezette structurele hervormingen, zullen ertoe bijdragen dat straks de hogere overheidsuitgaven als gevolg van de vergrijzing opgevangen kunnen worden.

Mede vanwege de opgelopen tekorten heeft het IMF dit jaar specifiek aandacht besteed aan het begrotingsbeleid. Hoewel het IMF het Nederlandse begrotingsbeleid onderschrijft, denkt het instituut wel dat de uitgavenkaders beter uitgelegd kunnen worden aan het publiek. Dit zal duidelijk maken dat een groot deel van de bezuinigingen er niet op gericht is om de uitgaven te beperken, maar om te voorkomen dat de werkelijke uitgaven uitstijgen boven de geplande uitgaven.

De structurele groei van de Nederlandse economie moet volgens het IMF versterkt worden door het stimuleren van de arbeidsparticipatie en de productiviteit. De voorgestelde hervormingen van de WAO, WW en VUT/prepensioen zullen de arbeidsparticipatie verhogen. Voor wat betreft de participatie van ouderen stelt het IMF dat de pensioenleeftijd gerelateerd zou moeten worden aan de veranderende levensverwachting. Daarnaast moet de WW verder hervormd worden om te voorkomen dat ouderen vervroegd het arbeidsproces kunnen verlaten. De productiviteit wordt door het huidige kabinetsbeleid bevorderd dankzij een reductie in de administratieve lasten. Het IMF beveelt de Nederlandse regering bovendien aan te streven naar een minder strikte ontslagbescherming en grotere differentiatie in de lonen.

Het IMF is ten slotte positief over het financiële stelsel en het toezicht daarop. De stabiliteit van het stelsel is goed gewaarborgd. Ook waardeert het IMF de totstandkoming van de Wet op het Financieel Toezicht waarmee de omvorming van sectoraal (banken, verzekeraars, enz.) naar functioneel toezicht (gedragstoezicht, prudentieel toezicht) wordt afgerond.

U vindt de Concluding Statement van het IMF via het volgende Internet-adres:

http://www.minfin.nl/AFEP04-28a.doc