Staatsbosbeheer

8 juni 2004

In de natuurgebieden De Wieden en De Weerribben is een jonge otter geboren, zo blijkt uit uitwerpselen die zijn aangetroffen. Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de jonge otter een nakomeling is van een Wit-russisch vrouwtje en een Zweeds mannetje, die in juli 2002 zijn uitgezet in de Weerribben. Mogelijk is een tweede jong geboren uit een Tjechisch vrouwtje en een Wit-russisch mannetje. Dit DNA-profiel is echter niet volledig, waardoor dit niet met zekerheid is vast te stellen. De geboorte van de jonge otter bewijst dat de uitgezette dieren het goed doen en in zekere mate zelfstandig zijn in hun bestaan. De populatie van tenminste 8 otters is echter nog veel te klein om in volledige zelfstandigheid voort te kunnen bestaan. Deze zomer zal daarom een nieuwe groep otters worden uitgezet in De Wieden.Otters zijn zeer moeilijk in het wild waar te nemen. De dieren die zijn uitgezet worden nu gevolgd door onderzoek van hun uitwerpselen. Van elk dier dat is uitgezet is een DNA-profiel gemaakt, dat via DNA-onderzoek terug te vinden is in de uitwerpselen van de dieren. Het DNA van de keutel die gevonden is op 26 januari 2004 kwam voor de helft overeen met het DNA van een Wit-russisch vrouwtje en voor de helft met het DNA van een Zweeds mannetje. De keutel is gevonden in een gebied waar het vrouwtje verblijft. Ook de vader verblijft regelmatig in dit gebied. Dit Zweedse mannetje is overigens in 2002 door een auto aangereden, maar heeft dit ongeluk blijkbaar goed overleefd. Het is nog onduidelijk of de jonge otter een vrouwtje of een mannetje is; de DNA-geslachtsanalyse heeft nog geen duidelijke resultaten opgeleverd.