VSNU-persbericht
Datum: 7 juni 2004
Tweede bachelor-master-monitor:
Eénjarige masteropleiding beperkt internationale
mobiliteit en keuzevrijheid studenten
Bestuurders, managers en studenten delen de mening dat
een éénjarige masteropleiding te kort is om de hoge
ambities van de overheid, universiteiten en studenten
voor het universitair onderwijs te realiseren. Dit
blijkt uit de resultaten van de BaMa-monitor,
uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs in
opdracht van het ministerie van OCW. In dit tweede
onderzoek naar de implementatie van de
Bachelor-Master-structuur (BaMa) staan de
masteropleidingen centraal.
Het invoeren van de BaMa-structuur geeft universiteiten
de kans om zich sterker te positioneren op de
internationale onderwijsmarkt. Uit de monitor blijkt
dat het overgrote deel van de universiteiten het
aanbieden van de masteropleiding in de Engelse taal
voortvarend heeft aangepakt. Het niveau en de
beheersing van het Engels blijft een belangrijk punt
van aandacht.
De universiteiten werken bovendien aan mogelijkheden om
de internationale mobiliteit te vergroten, maar stuiten
daarbij op wettelijke en financiële belemmeringen.
Extra instroom van buitenlandse studenten is lastig te
realiseren, door het restrictieve toelatingsbeleid van
de Nederlandse regering voor niet-EU ingezetenen. Ook
blijkt uit de monitor dat het niet mogelijk is om de
student een fors deel van de master in het buitenland
te laten volgen vanwege de (te) korte duur van de
masteropleiding. Dit geldt met name voor de éénjarige
masteropleiding.
Ook biedt de éénjarige masteropleiding onvoldoende
ruimte om echte onderzoeksvaardigheid te ontwikkelen en
interessante vakken toe te voegen, laat staan de
gewenste keuzevrijheid voor studenten te realiseren. De
inspectie zal een voorstel ontwikkelen om de waarde van
een éénjarige master-diploma in internationaal
perspectief te onderzoeken.
Verder blijkt uit de monitor dat het invoeringsproces
soepel is verlopen en de voorlichting aan de studenten
sterk is verbeterd. Voorlichting per opleiding komt
steeds meer in de plaats van algemene, instellingsbrede
voorlichting, hetgeen door de studenten gewaardeerd
wordt. Ook is de studiebegeleiding toegenomen en is er
sprake van een goede dialoog tussen het management en
de studenten.
VSNU