Partij van de Arbeid

Den Haag, 14 juni 2004

Vragen van de leden Verbeet en Van Dijken (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

over de Wet BOPZ

* Kent u het artikel Mazen in de wet. BOPZ beschermt dementerende ouderen onvoldoende van sociaal-geriater mw. A.A. Coster?

* Bent u het eens met haar stelling dat de rechtspositie van de sterk groeiende groep dementerende ouderen onvoldoende is gewaarborgd, bijvoorbeeld omdat van de totale groep dementerende ouderen van naar schatting 125.000 ouderen, de Wet BOPZ niet van toepassing is op de naar schatting 90.000 dementerende ouderen die thuis of in een verzorgingshuis wonen? Zo ja, welke maatregelen neemt u om deze rechtspositie te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

* Deelt u de mening dat de beoogde extramuralisering van de ouderenzorg het in vraag 2) gesignaleerde probleem extra urgent maakt?

* Deelt u het standpunt van de tweede evaluatiecommissie BOPZ (2002) dat de Wet BOPZ ongeschikt is voor toepassing in de zorg voor mensen met dementie? Zo ja, op welke wijze moet deze zorg dan wel vorm krijgen? Op welke wijze volgt u de aanbevelingen van de evaluatiecommissie op, zoals u onlangs heeft aangekondigd? (2)

* Vindt u dat de Wet BOPZ van toepassing zou moeten zijn op kleinschalige vormen van wonen en zorg? Hoe komt u tot dit standpunt?

* Wat vindt u van de aanbevelingen die mevrouw Coster doet ten aanzien van de Wet BOPZ, te weten het ontwikkelen van richtlijnen voor wilsbekwaamheid, verzet en vrijheidsbeperkende maatregelen, deskundigheidsbevordering en juridische ondersteuning van de onafhankelijke commissie, betere controle op de uitvoering van de wet en uitbreiding van het aantal BOPZ-afdelingen in verzorgingshuizen?

(1) Medisch Contact, nr. 24, 11 juni 2004 en Radio 1 journaal, 10 juni 2004.

(2) Brief staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer over het Inspectierapport verpleeghuis De Twaalf Hoven.


---
Tweede Kamer der Staten-Generaal www.tweedekamer.nl

Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.