Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
College van toezicht op de zorgverzekeringen
de heer prof. dr. W. van Voorden
Postbus 324
1110 AH DIEMEN
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
Z/VU-2500034 drs. R.M.A. Beukers
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Toezichtstoets modernisering AWBZ CTZ/24040736
d.d. 14 juni 2004
Geachte heer Van Voorden,
Op mijn verzoek heeft uw College de voornemens voor de modernisering van de AWBZ, met
name de invoering van de functiegerichte bekostiging, getoetst op hun
uitvoeringskenmerken. In de door u uitgebrachte toezichtstoets (CTZ/24040736) voor de
ontvangst waarvan ik u hierbij wil bedanken zie ik een ondersteuning van mijn
voornemens in het kader van de modernisering van de AWBZ. Weliswaar plaatst u een
aantal kanttekeningen bij de invulling van de modernisering van de AWBZ, maar naar mijn
idee zijn dit geen kanttekeningen die tot de conclusie leiden dat de problemen
onoverkomelijk zouden zijn.
De resultaten van de toezichtstoets zullen worden betrokken bij de verdere besluitvorming
over de invulling van de modernisering van de AWBZ. Dit gebeurt onder andere doordat de
inzichten uit de CTZ uitvoeringstoets een onderdeel vormen van een brief aan de Tweede
Kamer over de invoering van de functiegerichte bekostiging. Ook in een brief aan het
College tarieven gezondheidszorg (CTG) over de verdere invoering van de functiegerichte
bekostiging met ingang van 2005 heeft een aantal kanttekeningen van het CTZ een rol
gespeeld. Een afschrift van beide brieven ontvangt u separaat. Het CTZ zal ik blijven
betrekken bij de nadere uitwerking van de functiegerichte bekostiging, onder andere door
betrokkenheid bij een herziening van het convenant inzake taken en bevoegdheden van
zorgkantoren. De door u uitgesproken wens om vanuit de toezichtsbevindingen een bijdrage
te leveren aan een verduidelijking van de rol van de zorgkantoren en de wens om het
toezicht op de uitvoering van de AWBZ op een meer resultaatgerichte manier uit te oefenen,
juich ik toe.
In het navolgende zal ik ingaan op de door u aangedragen kanttekeningen en resultaten van
de toezichtstoets.
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres:
2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl
Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de
Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van
deze brief.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
Z/VU-2500034
Kanttekeningen CTZ bij invulling van modernisering AWBZ
Belang duidelijkheid over meerwaarde onderhandelen over functies
In uw uitvoeringstoets geeft u aan dat de modernisering van de AWBZ een "papieren
verhaal" dreigt te blijven als zorgkantoren en zorgaanbieders de meerwaarde en
bruikbaarheid van onderhandelingen niet inzien. U spreekt uw waardering uit over de
inspanningen die door alle betrokkenen worden verricht om het instrumentarium van de
modernisering via voorlichtingsbijeenkomsten, modeltrajecten en simulaties steeds beter
handen en voeten te geven en adviseert hiermee, zolang het proces nog niet is afgerond,
vooral door te blijven gaan. Ik ben blij met deze suggestie. In een brief aan het CTG,
waarvan u separaat een afschrift ontvangt, geef ik aan hoe ik mij de vervolgstappen
invoering functionele bekostiging met ingang van 1 januari 2005 voorstel. Een belangrijk
onderwerp is de invoering van functiegerichte bekostiging bij de intramurale zorgverlening.
Ik stel voor daar een registratiejaar voor in te bouwen waarin aanbieders hun intramurale
zorgverlening aan de hand van een beperkt aantal cliëntprofielen met daaraan gekoppelde
intramurale zorgarrangementen in termen van functies en klassen in kaart brengen.
Gekoppeld hieraan ben ik in overleg met ZN doende een ondersteuningstraject op te zetten
dat er op is gericht partijen ervaring op te laten doen met het daadwerkelijk inkopen van
intramurale zorg op basis van deze cliëntprofielen. Deze ervaring kan dan weer worden
benut bij de invoeringsstap voor intramurale zorg per 1 januari 2006. Ik zal uw college in dit
type ondersteuningstrajecten blijven betrekken.
Mogelijkheden informatievergaring door zorgkantoren
U wijst op het belang van een goede zorgregistratie en een landelijke aansturing vanuit de
overheid van de invoering van de AWBZ-brede zorgregistratie (AZR). Ik onderschrijf het
belang van invoering van AZR volledig. De aansturing die vanuit de overheid wordt gegeven
op dit project, is gericht op de randvoorwaarden (berichtenstandaarden) op basis waarvan
de partijen die ermee moeten werken (en hier belang bij hebben) de AZR kunnen invoeren.
Zorgkantoren zijn daarin de spil. Zij moeten dan wel de mogelijkheid hebben om
zorginstellingen in financiële zin effectief aan te spreken op aanlevering van gegevens via
AZR. Ik wil hierover in het convenant taken en beheerskosten zorgkantoren nieuwe
afspraken maken.
In het convenant worden afspraken gemaakt over de termijn en de manier waarop de
implementatie van AZR in de regio dient plaats te vinden. Naleving van de afspraken speelt
een rol in het toezicht op en het oordeel over de zorgkantoren.
U stelt dat voor afspraken op regionaal niveau meer specifieke en gedetailleerde informatie
nodig is in aanvulling op de in het AZR opgenomen standaarden. U denkt daarbij aan
"producten", "zorgarrangementen" of "zorgprofielen". Ik ben het eens met deze
constatering. Niet alles wordt via het AZR geregeld. Naast de informatie die is opgeslagen in
het AZR zullen zowel zorginstellingen als zorgkantoren voor hun eigen bedrijfsvoering op
meer gedetailleerd niveau gegevens willen vastleggen. Zij doen dat in hun eigen
basisregistratiesystemen. De overheid stelt daaraan geen eisen, zolang deze via
managementrapportage-systemen (al dan niet geautomatiseerd) op een transparante wijze te
vertalen zijn in termen van functies en klassen. Daarnaast is voor de overheid inzicht in
datgene wat de basis vormt voor de bekostiging van belang. In verband met de
terugdringing van administratieve lasten is enige zelfbinding van zorgkantoren noodzakelijk.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
Z/VU-2500034
Gevolgen knelpunten in indicatiestelling voor taakuitvoering zorgkantoren
Deze kanttekening geeft mij geen aanleiding om hierop te reageren. Ik ben blij dat u met
mij verwacht dat de centralisering van de indicatiestelling er voor zorgt dat verschillen in
inzicht en aanpak tussen Rio's beter kunnen worden voorkomen.
Relatie tussen niveau tarifering en niveau controles
U constateert dat de keerzijde van het beoogde positieve effect van de modernisering van
de AWBZ en de invoering van de functiegerichte bekostiging, namelijk dat de aan cliënten
geleverde zorg te herleiden is tot de geïndiceerde zorg, leidt tot een verhoogd frauderisico.
Ik ben met u van mening dat een betrouwbare vastlegging van gegevens noodzakelijk is en
dat er een controleerbare koppeling moet zijn tussen het individuele niveau van de
verzekerde en het algemene niveau dat de basis vormt voor de afrekening met de
zorgkantoren. In de brief aan het CTG over de verdere invoering van de functiegerichte
bekostiging met ingang van 2005, schets ik in paragraaf 2 hoe ik de werking van het
systeem voor me zie en hoe de registratie en verantwoording er naar mijn idee uit kunnen
zien. Op deze plek wil ik graag verwijzen naar de genoemde brief aan het CTG.
U stelt in uw uitvoeringstoets dat naar uw idee niet kan worden volstaan met een
"piepsysteem" (cliënten piepen als ze minder zorg krijgen dan geïndiceerd, instellingen
piepen als ze meer moeten leveren dan waarvoor ze bekostigd zijn). Ik ben het met u eens
en daarom wil ik naast het piepsysteem vertrouwen op andere vormen van controle zoals:
- een goede AO/IC bij instellingen en zorgkantoren
- de mogelijkheid voor zorgkantoren om verbandscontroles te doen tussen formatie van een
instelling, personeelsplanning en het totaal aantal te bekostigen uren ("het is niet mogelijk
om met 1 fte 3.000 uur zorg te leveren op jaarbasis");
- een zorgkantoor kan steekproefsgewijs controleren of voor individuele gevallen de
indicatiestelling op een passende wijze is uitgewerkt in een zorgplan per cliënt. Hierbij kan
ook de cliënt eventueel worden ondervraagd. Aandachtpunt hierbij is nog wel de privacy
van de cliënt.
Een adequate basisregistratie is van belang om bovenstaande verbandscontroles mogelijk te
maken. Daarnaast zullen instellingen er bij gebaat zijn om ook voor hun interne
bedrijfsvoering goed bij te houden wat ze nu precies leveren in termen van functies en
klassen. In de toekomst zal dat nog meer het geval zijn, bij toenemende concurrentie, maar
ook doordat nieuwe afnemers zich aandienen (gemeenten als afnemers van diverse functies
in het kader van de WMO). Nieuwe afnemers stellen mogelijk nieuwe eisen aan de
registratie. Het is daarom voor instellingen noodzakelijk om hun administratie zo
gedetailleerd mogelijk maar ook zo flexibel mogelijk op te zetten. Voor wat betreft de AWBZ
wordt daaraan de eis gesteld dat op een transparante wijze een koppeling kan worden
gemaakt naar functies en klassen. Hierbij wordt gesteund op het uitgangspunt dat de
levering van afgesproken zorg uit de zorgovereenkomst ook gepaard gaat met de hiervoor
genoemde mix van piepsystemen, steekproefsgewijze toetsen en verbandscontroles.
Positie zorgkantoren en belang van goed toezicht op de uitvoering en meer resultaatgericht
toezicht AWBZ
Deze beide kanttekeningen geven mij geen aanleiding inhoudelijk te reageren. Het belang
van de zorgkantoren in de uitvoering van de AWBZ wordt door mij onderkend. Zoals u ook
aangeeft heeft VWS in een brief aan de tweede kamer van 29 april 2004 aangegeven te
streven naar versterking van prikkels van zorgkantoren.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
4
Kenmerk
Z/VU-2500034
Uw aanpak om het toezicht op de uitvoering in de AWBZ in de toekomst op een meer
resultaatgerichte manier uit te willen oefenen en de wijze waarop u daaraan invulling wil
geven, kan ik onderschrijven.
Resultaten toezichtstoets
Toezichtsdomein
U besteedt op dit punt aandacht aan mijn voornemen tot wijziging van artikel 16 van de
AWBZ. Dit is mede van belang met het oog op uw wettelijke verplichting om te rapporteren
over de rechtmatige uitvoering van de AWBZ. Ik zal het CTZ betrekken bij het formuleren
van een gewijzigd artikel 16 AWBZ.
Normenkader en informatieverzameling CTZ
De resultaten van deze toetsingsaspecten geven mij geen reden voor inhoudelijke reactie.
Bijsturingsmogelijkheden CTZ
U constateert dat de bijsturingsmogelijkheden voor het CTZ in de AWBZ beperkt zijn (geen
financiële sancties). Dit heeft daar wijst u terecht op te maken met de wijze waarop de
financieringsstromen in de AWBZ lopen. Dit geldt vooral voor de taken die in mandaat aan
de zorgkantoren zijn opgedragen. Ik zal bij de uitwerking van mijn voornemen tot aanpassing
van artikel 16 AWBZ ook nagaan welke sanctiemogelijkheden geregeld kunnen worden.
Overigens zal uw advisering rond de aanwijzing van zorgkantoren een rol kunnen spelen als
instrument van bijsturing.
Tot slot
Een afschrift van deze brief heb ik gestuurd aan het CTG en het CVZ.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
namens deze,
de Directeur-Generaal Maatschappelijke Zorg,
drs. M.P. van Gastel
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport