http://www.minvrom.nl
Nota Ruimte: koers goed maar zorgen over de uitwerking
De VROM-raad onderschrijft de koers die in de Nota Ruimte wordt
gekozen: selectief beleid op nationaal niveau, decentralisatie en
versterking van de positie van het middenbestuur, versterken van
samenhang in beleid en de oriëntatie op ontwikkelingsplanologie.
De koers die is ingezet verdient waardering, evenals de richting
waarvoor gekozen is. Er is echter nog veel onduidelijk en onvoldoende
concreet. Om kans op succes te vergroten en risico.s te beperken
adviseert de raad daarom het volgende:
Ruimtelijke Hoofdstructuur
Het is goed dat er keuzen worden gemaakt op hoofdlijnen, maar zorg dan
ook dat de hoofdstructuur in ieder geval op orde komt. Op enkele
punten maakt de raad zich grote zorgen. De raad acht de kans reëel
aanwezig dat de bereikbaarheidsproblematiek en de problemen in de
grote steden groter zullen worden, dat we onvoldoende anticiperen op
de waterproblematiek en die daarmee op termijn nog moeilijker
beheersbaar maken, dat het beleid voor de nationale landschappen en
het overig landelijk gebied zo zwak is dat we geen vitaal en
aantrekkelijk platteland krijgen, maar een verarmd en rommelig
landelijk gebied.
Borg ruimtelijke kwaliteit
De Nota geeft meer vrijheden aan lagere overheden en geeft meer ruimte
aan particulier initiatief. De raad onderschrijft het belang daarvan.
Bij deze vrijheid hoort naar de mening van de raad echter wel een
helder toetsingskader. Dat ontbreekt vrijwel. De raad vraagt, met
andere woorden, om de borging van kwaliteit in de uitvoering van het
beleid beter te verzekeren.
Beperk het risico op toenemende bestuurlijke onduidelijkheid en
vervlechting
De Nota streeft ernaar de rol van lagere overheden te versterken en
meer samenhang mogelijk te maken op regionaal niveau. Ook hier wordt
een goede koers gekozen. De verdeling van verantwoordelijkheden
tussen Rijk, provincie en gemeente is echter geen eenvoudige zaak. In
veel gevallen is gezamenlijke verantwoordelijkheid evident. De raad
verwacht een grote bestuurlijke drukte voordat de nieuwe bestuurlijke
verhoudingen zijn uitgekristalliseerd.
Schep voorwaarden voor ontwikkelingsplanologie
De Nota legt een grote verantwoordelijkheid bij lagere overheden, met
name provincies. Op zich een goede ontwikkeling. Het ontbreekt de
lagere overheden echter aan financieel en juridisch instrumentarium.
Veel expertise die van lagere overheden wordt verwacht, mag niet
overal vanzelfsprekend beschikbaar worden geacht.
Het is goed dat de kansen voor ontwikkelingsplanologie worden benut en
gemeenten en provincies de ruimte krijgen. De ontwikkeling van het
benodigde instrumentarium moet dan echter wel op korte termijn
gestalte krijgen. Ten slotte is van belang dat het wegnemen van
schaarste aan bouwmogelijkheden het genereren van middelen via
verevening bemoeilijkt. Alleen al om deze reden is terughoudendheid
van belang.
Ontwikkel en benut ook het historisch kapitaal
De aandacht voor economische ontwikkeling en het verruimen van
mogelijkheden om te bouwen is terecht, maar eenzijdig. Met het
verruimen van de mogelijkheden om te bouwen kan aan een aantal
maatschappelijke wensen tegemoet worden gekomen en kan het landschap
verrijkt worden. Tegelijkertijd bestaat het risico dat deze nota later
de geschiedenis in zal gaan als de nota waarmee Nederland afscheid nam
van zijn historisch gegroeide landschap, en daarmee ook van een
belangrijk economisch potentieel. Zorg dat buiten bouwen zorgvuldig
wordt gedaan conform het advies Buiten Bouwen en versterk het
instrumentarium voor de nationale landschappen.
Bewaak ontwikkelingen en stimuleer kwaliteit
Verruimen van mogelijkheden voor gemeenten en provincies om in spelen
op wensen ten aanzien van wonen en werken is goed. Het risico bestaat
echter dat bijvoorbeeld de cyclisch optredende overschotten en
tekorten voor kantoren en kantoorlocaties en bedrijfsterreinen wordt
versterkt, dat er verdere ruimtelijke segregatie van hogere en lagere
inkomensgroepen optreedt met verzwakking van de beoogde vitale steden
als gevolg of dat er onvoldoende kwaliteit in het landelijk gebied
ontstaat. Vanwege de risico.s die gepaard gaan met dit beleid is een
goed monitoringsysteem essentieel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer