Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
57 Vragen van de heer Y. Aydemir
(ingekomen 17juni 2004)

Vanaf 1 januari 2005 wordt een nieuwe Wet Kinderopvang van kracht. Ouders moeten dan zelf zorg dragen voor het regelen van kinderopvang, de financiële voorwaarden en afwikkeling, etc. Ouders krijgen een bijdrage gestort op hun rekening en kunnen daarmee zelf de kinderopvang aanvragen en bekostigen. De PvdA is bezorgd over de gevolgen van deze wet voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de kinderopvang. De PvdA vindt dat de kinderopvang toegankelijk moet blijven voor doelgroepen en vreest dat na invoering deze groep minder aanspraak zal maken op opvang. Bovendien voorziet de nieuwe wet niet in kwaliteitsafspraken zoals die in de oude wet geregeld waren. De PvdA is bezorgd over de effecten van deze wetgeving voor de kinderopvang in Utrecht. Daarom wil de PvdA graag van het college weten hoe zij denkt om te gaan met deze nieuwe wetgeving en welke plaats in het beleid is voor kwetsbare doelgroepen.

Dit brengt ons tot de volgende vragen:

1. Wat voor gevolgen heeft de nieuwe wetgeving voor de beschikbaarheid van kinderopvang in de stad Utrecht?
2. Is het College bereid toe te zien op een evenredige spreiding van kinderopvangplaatsen in de stad na invoering van de Wet Kinderopvang?
3. Wat voor beleid wil het College voeren ten aanzien van kwetsbare doelgroepen om de administratieve gevolgen van de wet te ondervangen?
4. Om de administratieve last van de nieuwe wet te ondervangen is in sommige steden een loket kinderopvang ingesteld. Daar kunnen doelgroep ouders terecht voor ondersteuning. Is het College bereid om het voortouw te nemen in de totstandkoming van zo'n loket voor kinderopvang in de stad Utrecht?
5. Als gevolg van de Wet Kinderopvang zullen kinderopvang organisaties marktgericht gaan werken. Hoe waarborgt het college de beschikbaarheid van een kwalitatieve en betaalbare kinderopvang voor deze groepen?
6. Voor de nieuwe wet konden gemeente zelf doelgroepenbeleid vaststellen. Met de nieuwe wet worden deze doelgroepen landelijk bepaald. Blijft er Kan de gemeente in de nieuwe wet zelf bepalen voor welke doelgroepen specifiek beleid wordt ontwikkeld? Voor welke doelgroepen wil het college specifiek eigen beleid ontwikkelen?
7. Wat zijn de gevolgen voor wijkwelzijnsorganisaties na het wegvallen van de subsidie die ze ontvangen voor het verzorgen van kinderopvang? Betekent het wegvallen van de subsidies voor kinderopvang voor wijkwelzijnsorganisaties dat er kinderopvangplaatsen verdwijnen?
8. In de nieuwe wet wordt het kwaliteitskeurmerk voor de kinderopvang geschrapt. Hoe kan het College de kwaliteit van de kinderopvang garanderen als de maatstaven voor controle door GG&GD wegvallen?


Antwoord van Burgemeester en wethouders
(verzonden 6 juli 2004)

Op 28 januari heeft het College besloten de directeur van de DMO opdracht te geven het Plan van Aanpak Wet Basisvoorziening Kinderopvang in uitvoering te nemen (03.635 BGS). De voorbereidingen op de Wet Kinderopvang zijn sinds dit besluit in gang gezet. Deze werkzaamheden hebben geleid tot de opstelling van een Beleidsnota kinderopvang 2005-2007, die na het zomerreces wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Wethouders. De antwoorden op de vragen 1 t/m 7 zijn verwerkt in deze beleidsnota. Na de behandeling van de nota door Burgemeester en wethouders, kunt u deze zo spoedig als mogelijk tegemoet zien. Behandeling in de raadscommissie MO wordt verwacht in september 2004.


Op uw gestelde vraag onder punt 8 heeft de GGD het volgende antwoord geformuleerd:
Doordat bij de behandeling van de Wet Kinderopvang in de Tweede Kamer de voorgestelde AmvB Kwaliteit niet is overgenomen, is er ten aanzien van de toezichts- en handhavingstaak van de gemeente en GGD momenteel nog veel onduidelijk.
In de nieuwe wet is de hoofdnorm dat ondernemers van kindercentra de verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van de geboden opvang. Garantie voor de kwaliteit van de kinderopvang zal in eerste instantie dus vanuit de branche zelf moeten worden gegeven door invulling van het begrip 'verantwoorde kinderopvang'.

De VNG heeft 27 mei de minister per brief verzocht om nadere invulling van de gemeentelijke taken, omdat de inhoud van de bevoegdheden van gemeenten dermate marginaal is omschreven in de nieuwe wet, dat de VNG twijfelt of gemeenten aan hun verantwoordelijkheid in deze recht kunnen doen.
Nader overleg tussen VNG, Sozawe en GGD-Nederland zal de komende maanden helderheid moeten brengen. Het Ministerie heeft laten weten dat uiterlijk dit najaar de werkwijze van de GGD als toezichthouder nader vastgelegd zal worden in een inspectieprotocol en dat het handhavingsbeleid voor gemeenten dan verder is uitgewerkt.
De Wet Kinderopvang biedt gemeenten geen gelegenheid om eigen beleid ten aanzien van toezicht en handhaving op te stellen. De gemeenten zullen het landelijk vastgestelde beleid en de uitwerking daarvan in toezichtprotocollen e.d. dienen uit te voeren.


---- --