Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Veiligheidsbeleid 

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

16 juni 2004

Behandeld

Marieke Monroy-Winter


Kenmerk


- DVB/VD-211/2004

Telefoon


- 070-3486524


Blad


- 1/2

Fax


- 070-3485479


Bijlage(n)


- - marieke.monroy@minbuza.nl


Betreft


- Uw verzoek inzake inzet NAVO bij sportevenementen  -


-

Graag - bied ik u hierbij- , mede namens de minister van Defensie, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van - 3 juni 2004, kenmerk 04-BuZa-40, inzake - inzet NAVO bij sportevenementen. Het verzoek betreft een viertal vragen die zijn gesteld naar aanleiding van mijn brief van 11 mei jl. (28 676 nr. 11).

De NAVO is concreet gevraagd om inzet van de volgende middelen:

Voor de Olympische Spelen is door Griekenland gevraagd om de inzet van AWACS (Airborne Early Warning Control System), de NAVO staande marinevloot en beschikbaarstelling van een deel van het CBRN-bataljon (bescherming tegen massavernietigingswapens). Besluitvorming binnen de NAVO over het Griekse verzoek bevindt zich in het laatste stadium. De verwachting is dat bij inzet van de staande marinevloot geen schepen zullen worden onttrokken aan de operatie 'Active Endeavour'.

Daarnaast speelt de NAVO een belangrijke rol bij de coördinatie van de nationale bijdragen op basis van de Griekse hulpvraag ten aanzien van civiele bescherming. De coördinatie vindt plaats via het Euro-Atlantic Disaster Response Coordination Centre (EADRCC). Nederland is bereid in het geval van een aanval met massavernietigingswapens en onder voorwaarden, beschermende pakken en het Urban Search and Rescue Team op stand-by basis beschikbaar te stellen. Over de precieze Nederlandse bijdrage worden nog besprekingen met Griekenland gevoerd.

Portugal heeft alleen om de inzet van AWACS gevraagd. De NAVO heeft met dit verzoek ingestemd.

Voor zover individuele Nederlandse militairen betrokken zijn bij eenheden behorende tot de AWACS-vloot of staande marinevloot, kunnen zij worden ingezet bij bovengenoemde steunverlening. In het CBRN-bataljon zijn tijdens de genoemde periode geen Nederlandse militaire eenheden opgenomen.

De inzet van militairen als hierboven genoemd wordt primair geplaatst onder de doelomschrijving voor inzet van de krijgsmacht ' ter verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk'. Over de reikwijdte van dit begrip is van gedachten gewisseld bij de totstandkoming van de Rijkswet van 22 juni 2000 tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de verdediging. De bijdragen vloeien voort uit het verzoek van een NAVO-bondgenoot voor inzet/beschikbaarstelling van bepaalde middelen door de NAVO als geheel en door NAVO-bondgenoten in het kader van de beveiliging van het NAVO-grondgebied, in casu tegen een dreiging van terroristische acties. In mijn vorige brief verwees ik reeds naar de besluitvorming binnen de NAVO op basis waarop dergelijke bijstand mogelijk is.

Gezien de sterke toename van het aantal verzoeken tot bijstand in de afgelopen periode, is binnen de NAVO een discussie gestart om richtlijnen te formuleren over de vraag hoe op verzoeken van landen of internationale organisaties geantwoord moet worden. De verwachting is dat zulks de komende maanden verder uitgewerkt zal worden.


- De minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

===