Ministerie van Buitenlandse Zaken


- Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Verenigde Naties en Financiële Instellingen

Afdeling Politieke en Juridische Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum


- 21 juni 2004

Auteur

Mw. Eveline Vrind


Kenmerk


- DVF/BB-031/04

Telefoon


- 070-3484285


Blad


- 1/2

Fax


- 070-3486167


Bijlage(n)


- - eveline.vrind@minbuza.nl


Betreft


- Samenstelling Koninkrijksdelegatie naar de 59e

Zitting van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties

www.minbuza.nl

C.c.


-


- Vanaf 14 september a.s. zal de Algemene Vergadering der Verenigde Naties te New York in 59e zitting bijeenkomen.

Ik zou het op prijs stellen indien er, zoals gebruikelijk, voor een periode van drie weken vier Kamerleden in de delegatie zitting zouden willen nemen, waarvan één lid van de Eerste Kamer en drie leden van de Tweede Kamer.

Nederland bekleedt gedurende de 59e zitting het voorzitterschap van de EU. In verband hiermee zou ik het op prijs stellen als de Kamerleden hun aanwezigheid zouden concentreren in de voor het voorzitterschap relatief rustigste periode van maandag 4 oktober tot en met vrijdag 22 oktober 2004.  In deze periode kan de Permanente Vertegenwoordiging ondersteuning verlenen aan de Kamerleden die deel uit maken van de delegatie. Buiten die periode zal dat welhaast onmogelijk zijn en zullen er in het gebouw van de Missie geen kantoorfaciliteiten (bureau's, computers, etcetera) beschikbaar zijn.

Ik hoop op uw begrip voor dit alles, in het licht van de noodzaak om van ons voorzitterschap, ook tijdens de AVVN in New York, een succes te maken en ik ben u bij voorbaat erkentelijk voor de medewerking van uzelf en de leden van uw Kamer.

De kosten van deelname, uitgezonderd meerkosten die het gevolg kunnen zijn van afwisseling, zullen conform de geldende regelingen voor rekening van mijn departement komen.

Gezien het belang van een goede voorbereiding voor de Kamerleden die aan deze zitting zullen deelnemen, verzoek ik u mij uw voordracht, conform de brief van de Minister-President van 9 september 1976, nr. 252914, in overleg met de voorzitter van de Tweede Kamer, vóór 1 juli a.s. kenbaar te maken.

De voorzitter van de Eerste Kamer heb ik een gelijkluidende brief gezonden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Dr. B.R. Bot

===