Provincie Friesland

Provinciale Staten van Fryslân

Algemene Beschouwingen 21 juni 2004

Bijdragen van de fracties van:

CDA
Christenunie/SGP
D66
FNP
GBF
GrienLinks
OFS
PvdA
SP
VVD

CDA Algemene Beschouwingen

SAMENWERKEN = SAMEN meer WERK

Inleiding.
Duidelijk is geworden dat wij als regio onze mouwen verder zullen moeten opstropen. Wij moeten uitgaan van onze eigen kracht en deze maximaal benutten. Verborgen talenten opsporen, inspirerend leiderschap tonen, stimuleren, enthousiasmeren en kansrijke ontwikkelingen faciliteren. Teleurstellend was het verhaal van de heer mr. G.J. Olthoff van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat door hem gehouden op 4 juni ter gelegenheid van de opening van de nieuwe Zeehaven in Harlingen. Het Rijk investeert de eerstkomende jaren niet meer in het Noorden. Het heil van Nederland BV hangt helemaal af van de Randstad zo is de mening, en daar moet het Rijksgeld geïnvesteerd worden. De boodschap was helder en duidelijk. Wij hebben van dit kabinet zoals het er nu naar uit ziet, niet veel te verwachten. De CDA-fractie zal haar pijlen dan ook richten op de Tweede kamerfractie. Hen overtuigen dat er na 2006 rijksgelden deze kant op moeten blijven komen. Voor wat betreft de Nota Ruimte is het van het zelfde laken een pak. Ook hier moet de Tweede kamer corrigerend optreden. Gelukkig zijn er hoopvolle signalen. Joop Atsma en z'n fractiegenoten zijn het met ons eens zijn dat het niet kan: Fryslân als Nationaal Landschapspark!! Maar met alleen het afschieten van pijlen en afwachten of ze doel treffen zijn we er niet. In Noordelijk verband moeten we meer gaan samenwerken. Internationaal, richting Scandinavië en Oostbloklanden, de krachten bundelen. Nu Den Haag het laat afweten, zo lijkt het tenminste, zal onze blik, nog meer dan voorheen, gericht moeten zijn op de Europese Unie. De EU is voor sterke regio's, waarbij landsgrenzen ondergeschikt zijn. Door de uitbreiding zijn wij in Europees verband geen zwakke regio meer. Maar ook voor onze regio is er nog veel te halen en we vragen GS dan ook om alles in het werk te stellen om bijdragen te verkrijgen.

Voor Fryslân betekent dit dat we het denken tot aan de gemeente- c.q. provinciegrens moeten laten varen om te voorkomen dat mensen wegtrekken, omdat er géén of te weinig werk is. En ook om te voorkomen dat er géén of onvoldoende toekomstperspectief geboden wordt aan bedrijfsleven, agrarische sector, recreatie en toerisme en natuur. We hebben géén behoefte aan dikke onderzoeksrapporten, waar alleen onderzoeksbureaus beter van worden. Veel kennis is aanwezig bij ondernemers en overheden. Laten we gewoon knopen doorhakken. Stoppen met wat we zelf al onderzocht hebben nog eens te laten onderzoeken en rapporteren door bureaus, alleen maar omdat het dan zogenaamd geloofwaardiger overkomt. Dit ingeslopen "cultuurverschijnsel" graag stoppen. Dat vraagt wel moed van ons allemaal, politici, gedeputeerden en ambtenaren. Kortom nu gewoon met uitvoeren beginnen en onze verantwoordelijkheid nemen.

0. Jaarverslag 2003.

Het voordelig saldo bedraagt E 9,5 miljoen. Het college geeft als toelichting dat het voordelig saldo nog vier miljoen hoger zou zijn uitgepakt als er geen sprake was geweest van invoeringvan het BTW-compensatiefonds. De CDA-fractie is van oordeel dat een jaarrekening zo dicht mogelijk behoort te eindigen bij de begroting. Overschotten van deze omvang duiden op een slechte calculatie. En/of op niet of onvoldoende uitvoeren van plannen. Deelt GS deze opvatting?

Wij gaan ervan uit dat de aanbevelingen gedaan door de accountant zullen worden verwerkt en vervolgens terug te vinden in het jaarverslag en de jaarrekening 2004.

Het CDA wil graag gehoor geven aan de oproep van de accountant om periodiek overleg te plegen met de audit commissie.

De beantwoording van de schriftelijke vragen is voor de CDA-fractie verhelderend geweest, zodat zij kan instemmen met de gevraagde vaststelling.


1.Bestuur en Veiligheid

1.1. Personeelsbeleid
Wij zijn de mening toegedaan dat er teveel plannen worden voorgelegd, die door het ontbreken van voldoende middelen of het gemis aan uitvoerende kwaliteiten niet ter hand genomen kunnen worden. Kasten vol ideeën, waar een hoop tijd en energie in is gaan zitten om te ontwikkelen. Naar de opvatting van de CDA-fractie zal het roer om moeten. Naast een sterke planning en control functie, zal er meer aandacht moeten zijn voor de uitvoering van het beleid. Een omslag die in deze collegeperiode al ter hand genomen moet worden.


1.2. Gedeputeerden
Bij de formatie van dit college is afgesproken dat in de tweede helft van deze periode geëvalueerd zal worden. De CDA-fractie vindt dat er voorafgaande aan de begroting 2006 een evaluatierapport moet liggen, waarin de aspecten als werkdruk en portefeuilleverdeling bekeken worden. Ten aanzien van de portefeuilleverdeling vragen wij ons bijvoorbeeld af of het niet wenselijk is economie en werkgelegenheid in één portefeuille onder te brengen.


1.3. Inter Provinciaal Overleg (IPO)
Het IPO, meer een instrument voor Gedeputeerde Staten dan voor Provinciale Staten, is voor de regering de gesprekspartner bij uitstek als het gaat om provincies. Soms constateren we knarsetandend dat er onvoldoende rekening is gehouden met de plattelandsregio's, zoals onze provincie. Vanwege de controlerende rol die PS heeft zal er meer openheid moeten komen als het gaat om de inbreng vanuit GS -Fryslân in het IPO. Transparanter zal het traject gemaakt moeten worden als het gaat om de startpositie van GS in IPO, de inbreng en het uiteindelijke resultaat. De leden in het AB van IPO zullen in de commissie Boarger & Mienskip regelmatig moeten rapporteren als daar aanleiding toe is.


1.4. Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) Het SNN is voor het Noorden van enorm belang. Niet alleen richting Den Haag, maar nog meer richting Brussel en straks ook als het gaat om de contacten met onze oosterburen. Het CDA wil meer zicht op de inbreng van onze gedeputeerden in SNN; waarmee ga je de onderhandelingen in? Waar ligt voor GS de ondergrens? Hoe leg je over dat gevoerde beleid verantwoording af aan PS? Het CDA is er geen voorstander van om de positie van de AB-leden in SNN te verstevigen, want we kiezen nadrukkelijk niet voor een vierde bestuurslaag. Het indienen van moties tijdens een SNN-vergadering zou eigenlijk niet moeten kunnen. Verder moet er voor gezorgd worden dat richting Den Haag, de friese belangen goed naar voren worden gebracht binnen het SNN-verband.


1.5. Europese Unie
De verkiezingen voor het Europees Parlement hebben we zojuist gehad. Een felicitatie voor onze coalitiepartner PvdA is op zijn plaats. De discussie over de Europese grondwet is belangrijk. Dat Nederland "nettobetaler" is zorgt ervoor dat we misschien vergeten hoe belangrijk Brussel/Straatsburg is voor Fryslân. Onze Europarlementariërs laten ons echter keer op keer weten dat er op veel terreinen genoeg te halen is. Zijn we voldoende toegerust om alle zaken die in de EU spelen direct te kunnen vertalen en te zorgen dat we maximaal gebruik maken van de geboden mogelijkheden? Hebben we voldoende gekwalificeerde medewerkers (lobbyisten) op het dossier EU zitten?


1.6. Gemeentelijk bestel
Vanuit gemeentes komt onder andere het geluid dat GS bezig zou zijn met pogingen om te komen tot gemeentelijke herindeling. Omdat dit in tegenspraak is met wat in het Bestuursakkoord staat vraagt het CDA wanneer de uitkomsten van de "biechtkamer"- gesprekken naar buiten komen en welke conclusies GS daaruit getrokken heeft.


2. Verkeer en Vervoer


2.1. Zuiderzeelijn
De Zuiderzeelijn staat weer hoog op de agenda. De CDA-fractie is ingenomen met het feit dat het Kabinet de noodzaak van een snelle verbinding naar het Noorden via de polder deelt. Hierdoor is de variant van de Hanzelijn+, wat ons betreft buiten beeld geplaatst, want met die lijn wordt de tweede plaats van Fryslân, Drachten, niet ontsloten. Constateren we bij de PvdA aarzelingen op dit dossier? Wij staan nog steeds achter wat daarover in het bestuursakkoord is afgesproken. Voor de CDA-fractie blijft gelden, géén euro meer van de provincie dan wat we hebben afgesproken, als het gaat om de provinciale bijdrage voor de uitvoering als magneetzweefbaan. En duidelijkheoid over de inbreng van het bedrijfsleven. We gaan ervan uit dat na de zomervakantie de bevolking van Fryslân objectief geïnformeerd zal worden over de vier varianten. Kan aangegeven worden wanneer GS denkt de raadpleging (inclusief vraagstelling) te houden?


2.2. Wegen
We zijn benieuwd hoe GS de provinciale wegenprojecten gaat financieren met een min of meer lege "GDU/ portemonnee". Het creëren van werkgelegenheid hangt nauw samen met het hebben van een goede infrastructuur. De regionale kernen en hoofdplaatsen dienen goed bereikbaar te zijn. Wij willen graag een discussie met de staten over het volgende: "De stagnatie, van de bijdrage in de afgesproken cofinanciering, doordat gemeentes hun verplichtingen (nog) niet kunnen nakomen, maakt dat we achterop raken." Als voorbeeld willen we opvoeren de rondweg van Dokkum die naar het zich laat aanzien van 2006 naar 2015 verschoven wordt. Hierdoor lopen we Europese gelden mis, waardoor het gat alleen maar groter wordt. Mensen die letterlijk aan de weg werken hebben in Fryslân momenteel te weinig om handen. Een impuls in de werkgelegenheid zou goed zijn evenals het resultaat: een verbetering van de infrastructuur. Kortom je niet neerleggen bij wat niet kan, maar zoeken naar oplossingen. Wij staan open voor suggesties.


2.3. Openbaar Vervoer
De discussie over Openbaar Vervoer zal op een ander tijdstip uitgebreid plaats vinden. De CDA-fractie wil drie lijnen duidelijk markeren. Eerste lijn: bezuinigingen door het Rijk opgelegd dienen niet te worden gefinancierd door de Provincie. Tweede lijn: De spoorlijn Leeuwarden-Harlingen blijft gehandhaafd. Derde lijn: De deur naar aanpassingen en verbeteringen van het huidige niveau van openbaar vervoer blijft open staan. De invulling daarvan zal op een later tijdstip plaatsvinden.


2.4. Rijkswegen
In SNN-verband is aan de Minister van Verkeer en Waterstaat toegezegd bij te dragen aan de planstudiekosten van de A 28 Meppel-Zwolle. Waar ligt de grens voor GS als het gaat om bijdrages voor planstudies die eigenlijk voor rekening van het Rijk zijn? En waar ligt deze grens voor de andere fracties?


3. Water

3.1. Waterschap
Wij zien uit naar een evaluatie van de gehouden Waterschapsverkiezingen. Ook zijn we benieuwd naar de toekomstplannen. Het doel om te komen tot één waterschap, was toch mede ingegeven door de verwachting dat het allemaal goedkoper zou worden? Wat te denken van de uitspraken, gedaan door een lid van het dagelijks bestuur, die anders doen vermoeden. Het wordt allemaal veel duurder. Dat we bijvoorbeeld de muskusrat moeten bestrijden is duidelijk, maar dat daarvoor extra E 458.000 euro op het kleed moet komen, waarvan E 275.000 van de provincie, vraagt toch om een nadere uiteenzetting, alvorens wij hiermee kunnen instemmen.

3.2. Europese Kaderrichtlijn Water
Wij vragen aandacht voor de Europese Kaderrichtlijn Water. In deze kadernota wordt nadere regel- en wetgeving bepaald. Nu al doelstellingen vastleggen, maakt dat we er definitief aan vast zitten en er géén weg meer terug is. Lsten wij onze huidige werkwijze eens kritisch bekijken: We leggen de lat voor onszelf hoog. Bij evaluatie blijkt dan dat we het doel niet gehaald hebben. De conclusie is: maar we hebben ons toch ingespannen. Die werkwijze wordt niet meer geaccepteerd in Europa. Met de Europese Kaderrichtlijn worden onze doelen "wetten" en dreigen er sancties als ze niet gehaald worden. Wij willen als Fryslân zeker niet de lat onnodig te hoog leggen en het braafste jongetje uit de Europese Klas zijn of worden en willen daarom eerst deze Kaderrichtlijn afwachten. Dit is mede de reden dat we ondanks de inspanningen van Gedeputeerde Bijman en zijn dienst betreffende GGOR zeggen:" laat nog maar even liggen", alvorens we als PS besluiten.


4. Milieu

4.1. Nieuw Provinciaal Milieu Beleidsplan
Passend bij de uitspraken gedaan in de inleiding en in aansluiting op wat door de woordvoerder in de commissievergadering is aangegeven, kiezen we voor aanpassing en aan de slag gaan en is er géén behoefte aan een nieuw PMP. We willen wel graag dat we bij de aanpassing kijken naar "houdbaarheidsregels". Dit geldt overigens voor alle regels die door de provincie uitgevaardigd worden.


5. Landelijk Gebied

5.1. Ruimte voor Ruimte regeling
Het CDA wil een aanzet geven tot de discussie door een aantal nadere randvoorwaarden te noemen. Daarbij is de vraag of er echt gewacht moet worden op de uitwerking van het ontwerpstreekplan. Kunnen de volgende voorwaarden op steun rekenen? > de te slopen gebouwen liggen bij voorkeur in of in nabijheid van de Ecologische Hoofdstructuur of in zogenaamde lintbebouwing; > nieuwe bouwkavels liggen op planologisch aanvaardbare locaties (op sloopkavel zelf, op kavels in of grenzend aan de bebouwde kom, op plekken waar al relatief veel bebouwing voorkomt of in gebieden die al eerder zijn aangewezen voor woningbouw, maar door een tekort aan wooncontingenten nog niet ontwikkeld kunnen worden.); > de agrarische activiteiten worden beëindigd; > per nieuwe bouwkavel minimaal 1000m² sloop;
> de sloop is niet al op een andere wijze gefinancierd of te financieren.

5.2. Glastuinbouw
Gelet op de uitkomsten van het rapport over de glastuinbouw en de bij realisatie daaruit voortvloeiende werkgelegenheid, is de vraag of GS mogelijkheden ziet om procedures en studies die nog nodig zijn te bespoedigen.


6. Economie, recreatie en toerisme

6.1. Samenbundeling economische zaken
Economische zaken is bij de totstandkoming van het bestuursakkoord uit elkaar gehaald en onder gebracht bij twee gedeputeerden. Wij zijn als collegepartij verantwoordelijk voor deze knip. Nu we een tijdje onderweg zijn horen we vanuit de samenleving geluiden dat het beleid versnipperd is. We lopen hier zelf ook tegenaan. Bij wie moet je nu voor wat zijn? We missen de "trekker". Is de gekozen constructie houdbaar? Deelt GS de opvatting zoals die geuit wordt door onder andere bedrijfsleven. "In de vorige periode wist je waar je aan toe was, bij Van Klaveren moest je zijn?".

6.2. Bestrijding werkeloosheid
De werkloosheidscijfers in Fryslân zijn te hoog. Wij zijn van mening dat er meer moet gebeuren en willen een discussie met GS en de fracties om te komen tot het aanstellen van "lobbyisten". Van denken naar doen. Met als doel meer mensen aan het werk. Hoe? Wij zouden graag zien dat er onder de gedeputeerde een ambtenaar (of meerdere) is afkomstig uit het bedrijfsleven. Hij onderhoudt contacten met de gemeenten en het bedrijfsleven, maar is ook gemandateerd om ambtenaren van verschillende afdelingen binnen de provincie aan te spreken als er zaken blijven liggen. Ook moet hij gemeenten en provincie kunnen aanspreken als er bijvoorbeeld op gebied van revitalisering van industrieterreinen zaken stagneren. Maar ook ,indien nodig, het bedrijfsleven aanspreken. Kortom een lobbyist vanuit de provincie naar de gemeenten en het bedrijfsleven in de breedste zin van het woord.

Een andere taak die we zien voor de provincie is de volgende: Hoe kun je nu export en productvernieuwing daar brengen waar het hoort. Met name naar de kleinere Midden en Klein Bedrijven (MKB) toe met een aantal medewerkers van 0 tot maximaal 25? Door naar de bedrijven toe te gaan. Taken: een schakel zijn naar Hbo-opleidingen toe voor bijvoorbeeld procesverbetering. Begeleiding bij export. Waar moet een bedrijf aan voldoen. Wat zijn de bedreigingen en de kansen. Hoe komen bedrijven aan de beschikbare subsidies. Kortom Fryslân en de MKB-bedrijven hebben wel de middelen maar niet de kennis en het vermogen om het te gelde te maken. Doelstelling honderd directe bedrijfsbezoeken per jaar, waarvan 20% moet leiden tot direct zichtbaar resultaat. Plek in de organisatie: zou kunnen vallen onder het bedrijvenloket, echter geen bureauplek, maar iemand die mobiel is en vaak op pad gaat. Wie hiervoor geschikt: Een oud ondernemer.
Honorering: Op basis van Geen resultaat geen geld. Het resultaat is meer omzet en daardoor ook meer werkgelegenheid.

Een ander aspect van de economie is het stimuleren en zorgen dat de voorwaarden goed zijn. Wij vragen ons af of binnen de provincie het aspect werkgelegenheid voldoende scherp in de gaten gehouden wordt als het gaat om de bepaling van kaders op rijksniveau. In de afgelopen periode zijn gepasseerd de Nota Ruimte, Nota Mobiliteit, GEP, Waddengebeuren, maar ook het Mestbeleid. Kan GS ons overtuigen dat ze hierin tot het uiterste is gegaan als het gaat om het aspect werkgelegenheid?

Een aspect waar veel werkgelegenheid mee gemoeid is, maar wat politiek niet scoort is het onderhoud aan het rioleringsstelsel, zoals dat voor meer zaken geldt die onder de grond liggen. Gemeenten zouden hier ook voordelen kunnen behalen door meer samen te werken en het werkgelegenheidsaspect bij dit soort projecten te benadrukken. Kan GS in deze nog een rol vervullen?

6.3. Promotie Fryslân
Het binnenhalen van bedrijven buiten Fryslân en dan nog het liefst uit de overvolle randstad draagt direct bij aan het stimuleren van de Friese economie en werkgelegenheid. De CDA-fractie is van mening dat dit nog wel een tandje hoger kan. Zij zal een initiatiefvoorstel indienen om een advertentiecampagne op te zetten in landelijke (financiële) dag- en vakbladen over de voordelen van bedrijfsvestiging in Fryslân.


7. Sociaal beleid en zorg

7.1. Jeugdzorg
Wij steunen GS in haar plannen als het gaat om toekenning van gelden uit het Sociaal Investeringsfonds dat zij de eerste prioriteit legt bij jeugdzorg, als tweede welzijn en als derde (gezondheids)zorg. Dit vanuit de verantwoordelijkheid die de provincie heeft voor deze beleidsvelden. Maar niet alleen het toekennen van gelden is een verantwoordelijkheid. Het CDA maakt zich zorgen over de ontwikkelingen binnen de Jeugdzorg en vraagt zich af of dit niet ten koste gaat van de directe hulpverlening aan de jongeren om wie het gaat.

7.2. Doven en slechthorenden
Ondertiteling van programma's is voor doven en slechthorenden wezenlijk om te kunnen blijven participeren in de maatschappij. Het sluit aan bij de visie die ook het Rijk heeft als het gaat om gehandicapten zoveel mogelijk mee te laten doen in de maatschappij. In onze provincie draagt Omrop Fryslân bij aan deze participatie. Wij willen graag weten wat precies de belemmeringen zijn om te komen tot algehele ondertiteling van tv.-programmaŽs door Omrop Fryslân en wat het advies is van GS om dit op te lossen.

7.3. NYNKE en Te Plak
Het CDA is er een groot voorstander van, in het kader van plattelandsbeleid, dat zorg en welzijn zo dicht mogelijk bij de inwoners worden geleverd. Een van die belangrijke maatschappelijke initiatieven is de hulp aan mensen om zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te kunnen blijven wonen. Om die hulp en zorg zo eenduidig mogelijk te geven ondersteunen wij het initiatief dat NYNKE heet van harte. Het tijdelijke project van Te Plak kan dan samengaan met NYNKE, zodat efficiënte zorg en een welzijnsaanbod geleverd kan worden. Wij verwachten een coördinerende rol voor de dorpshuizen en verenigingen van dorpsbelang hierin. Delen GS en de fracties onze opvatting?


8. Kultuer, taal en underwiis
Het gonst van de ideeën over Kunst en Cultuur. Dat is een goede zaak want dat betekent dat Kunst en Cultuur in Fryslân leven. We hebben dat duidelijk kunnen ervaren bij de onlangs gehouden Slachtemarathon. De vele openluchtspelen die er deze en volgende maand geprogrammeerd staan. Bij twee specifieke punten willen we stil staan.

8.1. Fries Museum
Als CDA maken we ons zorgen over de uitkomst van de discussie over het Fries Museum. We maken ons zorgen over de uitstraling van de Tweebaksmarkt, waar het Provinsjehûs vernieuwd zal worden. De collectie en de uitstraling van het Fries Museum vragen de komende tijd aandacht. Wij vinden het te gemakkelijk dat de schenking van achttien miljoen in deze discussie leidend is.

8.2. Oerol
Staatssecretaris Medy van der Laan mocht dan wel het Oerol festival openen, maar concrete toezeggingen op de gerechtvaardigde wens van bestuur en directie om extra financiële steun deed zij niet. Het festival is voor Fryslân niet meer weg te denken. Wij vinden dat alles in het werk gesteld moet worden om bestuur en directie te steunen.


9. Ruimte

9.1. Nota Ruimte
De nota Ruimte heeft voor veel commotie gezorgd. De CDA-fractie is niet blij met het resultaat. Wij willen weten wat precies de inbreng is geweest van het college bij de tot standkoming. Welke stappen heeft GS gezet of zal GS zetten om tot aanpassing van de nota te komen? Het CDA is van opvatting dat de afgesproken toetsing van de kadernotitie Streekplan aan deze nota pas plaats kan vinden na behandeling door het parlement. We willen hierover graag de mening vernemen van de partijen en GS.

9.2. Projectbureau's
Het CDA is teleurgesteld in de opvatting van GS dat er aan de daadwerkelijke invulling van projectbureaus in de beide kernzones nog geen uitvoering is gegeven. Als het gaat om directe lijnen en je faciliterende rol goed te kunnen vervullen is het van wezenlijk belang dat zoŽn bureau er snel komt. Wij willen graag weten wanneer GS uitvoering gaat geven aan de invulling en realisatie van deze bureaus?

9.3. Sociale woningbouw
Onlangs is een presentatie gegeven over woningbouw en woningbehoefte. Wij willen het college complimenteren met het nemen van deze initiatieven. Op deze wijze wordt mede invulling gegeven aan het dualisme, maar wat nog wezenlijker is; er wordt inzicht en doorzicht gegeven in de materie. Belangrijke uitkomst van deze bijeenkomst was; te weinig onderhoud van het bestaande. Bij de woningbouwcorporaties ligt één miljard euro te wachten om 27.000 bestaande woningen om te vormen naar kwalitatief goede woningen. Wat een geweldige impuls voor de werkgelegenheid zou dit zijn als de middelen ook ingezet worden. In de praktijk blijkt dat er te weinig deskundigheid is bij diverse gemeenten om de zaken vlot te trekken. Wij vinden dat PS hier een bijdrage aan kan leveren door een "aanjaagteam" van deskundigen beschikbaar te stellen. Ook hier geldt Samenwerken = samen meer werk. Gemeenten die zelf de deskundigheid niet in huis hebben kunnen dan een beroep doen op de provincie. Graag vernemen we de reacties van anderen op deze zienswijze.


10. Financiën.

10.1 Mobiliteit
U schrijft dat u met het GO een onderhandelingsresultaat heeft bereikt dat voldoet aan het gewenste resultaat een uniforme regeling voor woon-werkverkeer en voor dienstreizen. Maar de kosten bedragen E 1.450.000 per jaar . U vraagt nu E 500.000 extra per jaar om hieraan te voldoen. Wij zijn van mening dat deze benodigde middelen gevonden dienen te worden binnen de uitgaven die er nu al gedaan worden voor personeel en daarmee gerelateerde zaken.

10.2. Opcenten
Het CDA zal alleen haar goedkeuring geven aan de verhoging van opcenten, als het gaat om majeure infrastructurele projecten, die niet op andere wijze gefinancierd kunnen worden. En pas incasseren op het moment dat het ook uitgegeven wordt, dus géén spaarpotje maken.

10.3. Dekkingstekort majeure programmaŽs en projecten. Het CDA kiest voor de voorstellen a en b zoals deze geformuleerd zijn op bladzijde 91. Juist in het kader van bestrijding van werkloosheid zien we fasering en temporisering van projecten als uiterst redmiddel.

Tenslotte
Het CDA heeft zich bij deze beschouwingen niet laten leiden door de waan van de dag of door opportunisme. Vanuit een afgewogen visie op mens en samenleving met de Bijbel als uitgangspunt bepalen we onze koers. Daarbij zijn de bekende CDA-uitgangspunten als Gerechtigheid-solidariteit-gedeelde verantwoordelijkheid en rentmeesterschap richtingwijzers voor ons handelen.

ChristenUnie/SGP ALGEMIENE SKOGINGS

Yntegriteit yn doelmjittigens

Foaropwurd

Foar ús leit de nije Kadernota Begrutting 2005. Us kompliminten, ek foar de beandering fan alle skriftlike fragen, mar fansels binne we der noch net. Wurkjendewei sille wy as Steaten en Kolleezje skaven bliuwen moatte oan sawol foarmjouwing as ynhâld. Meielkoar ha wy de opdracht om op doelmjittige wize de oan ús tabetroude algemiene middels te besteegjen. Mar dat betsjut neffens ús fansels net dat elk middel it doel hilliget. As ChristenUnie/SGP-Steatefraksje wolle wy op yntegere wize ús doelen foar alle boargers en de hiele Fryske mienskip mei syn lân, loft en wetter berikke. Ynteger, om't neat minskliks ek in oerheid net frjemd is. Wy bepleitsje dêrom in iepen, earlike en respektfolle omgong mei elltsenien. Doelmjittich om't wy mei ferantwurlik binne foar in doelmjittige besteging fan de provinsjale middels. It is mei oaren ús ferantwurdlikens as folksfertsjintwurdigers, om yn it ramt fan in nij opset planning en kontrol proses, de beliedskaders te stellen en oan de hân fan de útkomsten nei kontrole ek wer by te stellen. Wy sizze dêrby op'en nij: ûnder Gods seine, begrinzige troch goed lústerjen nei Syn geboaden, hat it provinsjale belied yn Fryslân in goede kâns fan slagjen. Want ek no noch giet it om it hâlden fan de wet, gerjochtichheid en rjocht dwaan oan eltsenien en benammen opkomme foar de swakken yn 'e mienskip.

Alle leden fan it Kolleezje en provinsjale meiwurkers dy't besykje op yntegere wize mei te tinken en te helpen om de yn de foarlizzende Kadernota Begrutting 2005 troch de Steaten stelde doelen en te berikken risseltaten yn doelmjittich, SMART-formulearre belied om te setten, wolle wy betankje. It is ommers mei sizzen net te dwaan!

JIERFERSLACH 2003

00.1 Algemien
It Jierferslach 2003 fine wy oer it generaal oersichtlik en helder. Us kompliminten foar dizze earste opset nije styl. # It falt ús op dat it byld by de programma's 1 en 2 wat minder dúdlik oanjûn is as by de oare programma's. Graach in taljochting fan DS!

It falt yn it Jierferslach 2003 ek op dat der yn ferhâlding mar in lyts tal paragrafen (1.50, 8.11, 8.30, 8.32, 8.33, 8.34, 8.41) yn it Frysk steld is en de rest yn it Hollânsk. # De fraach leit dan foar de hân oft it Kolleezje it mei ús iens is dat t it stelde doel om 25% fan de bestjoerstikken yn it Frysk te skriuwen, foar it Jierferslach yn elk gefal noch fierôf is. Graach in réaksje fan DS!

# Ien fan de grutte oarsaken fan oprinnende finansieringsproblemen is de tanimmende besunigingsdrift by it Ryk, benammen op it mêd fan Ferkear en ferfier, Natuer, Lân- en túnbou en Lânynrjochting. Wy wiene en binne fan betinken dat de Provinsje net alle stekken dy't it Ryk falle lit, oppakke moat en kin. Wy wolle foar dit strukturele probleem graach in strukturele en konsistinte provinsjale beliedsoanpak yn IPO-ferbân en as dat net mooglik is yn SNN-ferbân. Graach in réaksje.

00.2 (1.30) Bestjoerlike organisaasje
Under dit punt lêze wy allinne mar dat in pear projekten ôfrûne is. # Is dat net wat meagertsjes? Der sil dochs wol wat mear yn de bestjoerlike organisaasje dien wêze? Graach (no en tenei) wat mear ynsjoch op dit punt. 00.2 (1.40) Finansjeel tafersjoch gemeenten
By dit punt wurdt oanjûn dat gemeenten muoite hawwe om har finansjele plaatsje slútend te krijen. Yn de Kadernota wurdt dit punt net neamd. # Wy binne lykwols fan betinken dat it goed is dat DS wach bliuwt op de finansjele posysje fan gemeenten en dat dit ek in aksjepunt yn de Kadernota wêze moatte soe. Hoe sjocht it Kolleezje hjir tsjinoan?

00.2 (2.00) Iepenbiere oarder en feiligens
Wy fine it yn dizze ûnwisse tiid mei tanommen oanslachrisiko's foar de foarbyldfunksje fan de Provinsje foar de gemeenten oer, gjin goeie saak dat in wol foarsjoene bestjoerlike rampenoefening net plakfûn hat. # Fierder wize wy der op dat der by de iepenbiere besprekkings fan de ATF-brân yn 2003 dúdlike ôfspraken makke binne, dêroer wurdt neat sein yn it Jierferslach. Graach in réaksje!

00.3 Wetter
Ut it Jierferslach blykt ús dat yn 2003 sa'n 115 kilometer oan oevers en kaden yn Fryslân ferbettere is. Sjoen de foargeande jierren 2000, 2001 en 2002, wêryn respektivelik 17, 24 en 84 kilometer útfierd is, is dat in goeie ûntjouwing. Yn 2003 hat de Provinsje al ynstimd mei de kar fan Rykswettersteat foar in nij spuimiddel oan de Fryske side fan de Ofslútdyk. # Is in spuimiddellokaasje by Lauwerseach ek meinommen yn de ôfwaging? # De mooglikheid om oan de bou fan in gemaal ek de bou fan in nije slús yn Harns te keppeljen, soe yn dizze stúdzje ek meinommen wurde. Binne alle risseltaten fan dizze stúdzje al bekend?

KADERNOTA BEGRUTTING 2005


01. Bestjoer en feiligens


01.1 Bestjoer
Wy fine it symptomatysk foar it hjoeddeiske kabinetsbelied dat it oerhedenoerlis oant no ta noch net goed fan 'e grûn kommen is. Symptomatysk om't de provinsje wol hieltiten mear taken fan it ryk taskood kriget, mar net genôch jild. Sterker noch it ryk wol in kilometerheffing ynfiere en de provinsje de sizzenskip oer de opsinten motorrydtúchbelesting ûntnimme. Oan 'e oare kant is it sa dat mear provinsjaal foech net liede moat ta mear burokrasy en lesteferswiering foar de boarger. Dat is ommers ek net yn oerienstimming mei it stribjen nei mear deregulearring. # It Kolleezje wol no wol mear romte yn 'e provinsje oan 'e auto jaan, mar tagelyk de autobestjoerder oanpakke troch in rynske ferheging fan de provinsjale opsinten. Want no is der noch in ynhelslach te meitsjen tinkt de deputearre finânsjes lûdop en dy moat de provinsje net foarbygean litte. Wy binne it mei dy redenaasje perfoarst net iens en sjogge dit as ûnrjocht oan al dy boargers dy't aanst wer mei in nije lesteferswiering oantangele binne. Sa komme wer mear âlderein mei in lyts pensjoen, benammen op it plattelân, dy't no noch krekt har autootsje op 'e dyk hâlde kinne, oan 'e krapperein en dêr wolle wy net sûnder mear oan meiwurkje. It sosjale gesicht fan de provinsje wurdt sa bleker en dat wie dochs net de bedoeling fan it Sosjaal Rapport Fryslân 2004? De fraach dy't dan foarleit is dan: is dit nedich en kin it ek oars? Wy komme hjir yn it ferfolch (02.1) noch op werom..

As ChristenUnie/SGP-Steatefraksje Fryslân dogge wy in oprop oan ús kollega's fan de Steaten en oan it Kolleezje om mei elkoar te besykjen ynteger te wêzen en op in iepen, respektfolle wize mei elkoar om te gean. De lêste tiid hat it dêr wol oan en sûnder no op allegearre ynsidinten yn te gean, wolle wy dochs sa wer besykje by te dragen oan de kwaliteit fan de demokrasy en de belutsenens fan ús boargers, sa't ommers ek dúdlik oanjûn is yn Aksjepunt 1.1 (s. 13).

Om de kwaliteit fan de beslútfoarming te ferbetterjen bepleitsje wy om de foarsitters fan de beide kommisjes mear te belûken by it fêststellen fan de wurklisten fan de kommisjes. # Wy slagge foar om de beide kommisjefoarsitters út te noegjen by de gearkomsten fan it Presidium, as de wurklisten fan de kommisjegearkomsten op de wurklist fan it Presidum steane. Graach jimme réaksje!

Yn it ramt fan de Europeeske ferkiezings soe tenei wol wat mear sein wurde kinne oer Europa. Bygelyks dat Europa mear each hat foar regionale ûntjouwings as De Haach, dat ommers feitlik de nasjonale prioriteiten allinne mar by de Rânestêd leit. Wy binne foar in sterke provinsjale en Noardelike lobby yn Brussel en stypje it Kolleezje yn dat krewearjen.

Us fraksje wol graach de finger by de pols hâlde as it om Kompas-projekten giet dêr't ek it SNN by belutsen is. Benammen is dit wichtich as it om advizen giet nei oanlieding fan subsydzjefersiken. It kin net sa wêze dat it SNN (of oare oerlis-platfoarms) in fjirde bestjoerslaach wurde, ek al ha wy oant no ta goeie ûnderfiningen mei it SNN-buro, is der in Noardelike rekkenkeamer ynsteld en fynt de formele beslútfoarming plak yn de Steaten. # Wy freegje ús lykwols ôf oft de Steateleden fan de Noardelike provinsjes wol genôch tiid hawwe, om har kontrôletaak op de SNN foldwaande wiermeitsje te kinnen en freegje ek de oare partijen om in réaksje.

Yn in koartlyn ferskynd rapport fan de Anne Frank Stichting wurdt de needklok lieden oer it tanommen rasisme en mear yn it bysûnder it antisemitisme. Wy wolle de Steaten oproppe om jierliks 27 jannewaris út te roppen ta 'Dei tsjin it antisemitisme'. Wy kieze just foar dizze datum om't dy gearfalt mei de ynternasjonale betinking fan de holocaust. Us fraksje makket him grutte soargen oer it tanimmend tal antisemityske úterings yn de mienskip en bepleitet dat de Steaten harren hjir krêftich tsjin te war sette. # Wy wolle graach fan jimme witte hoe't jim hjir oer tinke en oerwaagje mei in moasje te kommen.


01.2. Feiligens
Feiligens foar ús boargers oer alle boegen hat foar ús fraksje in hege prioriteit yn dizze tiid fan tanimmende ynternasjonale ynstabiliteit en sels al in tal bommeldings yn Ljouwert. De Provinsje mei de gemeenten graach en terjocht wize op har ferantwurdlikens foar it op oarder meitsjen fan har rampeplannen. # Is it draaiboek fan de Provinsje by in ûnferhoopte bommelding goed yn oarder, mar mear noch: is hjir alris goed mei oefene?


02. Ferkear en ferfier

By te berikken Doel (s. 18) falt op (sis mar ôf) dat de ferkearsfeiligens net neamd wurdt. Dit is frjemd, sjoen de ynset foar it projekt Fryske diken. Us fraksje hat op it punt feiligens altiten al oantrune. # Wy sjogge dêrom graach dat it fergrutsjen fan de ferkearsfeiligens noch tafoege wurdt oan de doelen. Kin it Kolleezje dit tasizze?


02.1. Iepenbier ferfier
Sa't wy ein foarich jier al seinen, jout ús fraksje de foarkar oan ynvestearrings yn fluggere busferbiningen en/of ferbettering fan besteande spoarverbinings. Ynsté fan reservearring foar in takomstdream mei te min maatskiplik draachflak, wolle wy de dêrfoar reservearre 200 miljoen provinsjale euro's, oanfolle mei in substansjele bydrage fan ûndernimmers en gemeentebestjoeren, bygelyks leaver ynsette foar it sa folle mooglik op nivo hâlden fan it iepenbier ferfier yn Fryslân. Ynvestearje yn iepenbier ferfier is ynvestearje yn de takomst, al skynt it Ryk dêr wat oars mei omgean te wollen. Fryslân is in plattelânsprovinsje. En benammen foar it plattelân is it wichtich dat ynfieren fan it CVV ta stân komt. De yntegraasje fan besteande ferfiersfoarmen as WVG-, sike- en learlingeferfier ta ien fleksibel ferfierssysteem hat ús grutte belangstelling. Al earder ha wy ús ek posityf útsprutsen oer lightrail yn Fryslân en wy binne bliid dat oare partijen dat no ek dien ha. Soks biedt perspektyf foar de takomst!

Yn Súd-Hollân rint in projekt 'gratis' iepenbier ferfier. De PvdA wol mear eksperimintearje mei 'gratis' iepenbier ferfier yn grutte stêdden. De proeven mei 'gratis' iepenbier yn België binne oant no ta tige slagge. # Wat dogge oaren goed, wat ús noch net skynt te slagjen, alteast wy binne net troch it Kolleezje op de hichte steld fan de risseltaten fan de proef tusken Stiens en Ljouwert, of komt dat noch? # Yn dat ferbân soene wy graach ek sjen, dat it Kolleezje al dizze eksperiminten ris op in rychje set en dêrby de finansiering út de kollektive middels meinimme wol, mei it each op mooglike helberens yn dizze provinsje. 'Gratis' iepenbier ferfier is ommers net allinne goed foar skoallejeugd en oare forinzen, mar ek foar âlderen, dy't ommers dan makliker fan de auto oerstappe kinne op de bus. Yn sa'n oersjoch soene wy útdruklik sjen wolle dat de effekten fan in keppeling oan in eventuele ferheging fan de opsinten ek meinommen wurde. Graach in réaksje!


03. Wetter

De ynfiering fan de Europeeske Kaderrjochtline Wetter jout ús soarch. Dit ha wy al earder yn skriftlike fragen oan it Kolleezje dúdlik makke. # Us fraksje wol graach op de hichte bliuwe fan de stân fan saken by it opstellen fan it streamgebietsbehearsplan. Kin it Kolleezje dit tasizze?


04. Miljeu

Oant no ta hat ús fraksje it miljeubarren yn dizze provinsje aardich kritysk folge. It moat sein wurde dat de oanpak fan de ferantwurdlik deputearre ús oansprekt, ek al is ús fertrekpunt wat oars. Foar ús is de opdracht de ierde as rintmasters te behearjen in bibelske opdracht. It lykwicht dat socht wurdt tusken de soarch foar it miljeu oan 'e iene kant en it fuortbestean fan sosjale en ekonomyske belangen oan 'e oare kant, hat dêr neffens ús alles mei te krijen. De útdaging hjirin yn goeie balâns te finen, geane wy dêrom graach tegearre mei jimme oan. We konstatearje dat der nochal wat belied yn tarieding is. By de behanneling fan de konkrete útstellen yn de Steaten sille wy hjir graach op werom komme.


05. Lanlik gebiet

By de behanneling fan de Nota Plattelânsbelied hat it Kolleezje tasein dat der in evaluaasje komt fan Te Plak. (siden 36,60 en 64) Wy hawwe dy evaluaasje noch net sjoen en yn de Kadernota wurdt dêr neat oer sein, mar wurdt der wol E 5,6 miljoen frijmakke foar de útfiering fan projekten yn 2005-2008. # Dêrom fine wy it wichtich om sa gau mooglik te beskikken oer in goed evaluaasjerapport fan de Te Plak projekten. Graach in réaksje!

05.1. Lânbou

Under de behanneling fan de nota Provinsjaal Lânbou-Ekonomysk belied ha wy útienset wat neffens ús útgongspunt fan belied wêze moatte soe. Op inisjatyf fan GrienLinks is doe in moasje yntsjinne en oannommen om in prinsipjele diskusje te fieren oer te meitsjen keuzes. Graach wolle wy yn dy kommende diskusje in yntegrale fisy jaan op de lânbou, sa mooglik yn de foarm fan in nota.

# Ferline jier wie ien fan de aksjepunten: it realisearjen fan in fluggere groei fan biologyske lânbou. Graach hiene wy dit punt, krekt as ferline jier, neamd ha wollen yn de Kadernota. Wy freegje dêrom it Kolleezje earst om in réaksje!

05.2. Fiskerij

Ut in passaazje op s. 40/41 blykt dat de ynset foar de fiskerij benammen stal kriget yn de foarm fan stimulearjen fan ferbreedzjen en ynnovaasje fan aktiviteiten fan beropsfiskers. Koartsein, as it kweken (akwakultuer) mooglikheden jout dan kin de fiskerij op termyn wol opdoekt wurde, alteast de fiskers wurde op in oar spoar set. As wy prate oer ynnovaasje dan tinke wy mear oan eksperiminten (saaie en rispje) op it Waad as oan it sykjen nei alternative kweekmooglikheden. De suggestje fan it Kolleezje om skippen multifunksjoneel te meitsjen foar de moksel-/kokkel- en garnalefiskerij liket ús mei it each op de hege ynvestearrings gjin helbere kaart ta foar de beropsfiskers, dy't al aardich yn swier waar lizze. # Dêrnjonken freegje wy ús ôf hoe by it ferbieden fan dizze fiskerij it optsjen fan de Japânske oester tsjinhâlden wurde moatte soe. As der ommers net mear fiske wurde mei, dan kin dizze soart him ûnbedimme fermannichfâldigje. De skulpdierfiskerij kin neffens ús in poerbêste bydrage leverje op it mêd fan de behearsfiskerij. Wy binne benijd nei de miening fan de oare fraksjes op dit punt. # Wy fine ynterprovinsjale kontakten (ISMIJ en IBW2) mei oare fiskerijprovinsjes tige wichtich, mei it each op de belangen fan de Fryske Wadden- en Isselmarfiskers, dy't no te min morele stipe krije. Dat komt spitigernôch yn de Kadernota net goed ta útering. Graach in réaksje fan it Kolleezje!


06. Ekonomy, Rekreaasje en Toerisme

# Wy hawwe mei in al jierren positive grûnhâlding kundskip nommen fan de "Koepelnotitie Bevaarbaar maken noordelijk Elfstedentraject". Wy binne benijd nei it ferfolch en freegje by dizze gelegenheid al fêst om in earste réaksje fan it Kolleezje en de oare partijen op it útstel om dit projekt (frege provinsjale bydrage E 3 miljoen) eventueel te keppeljen oan it FMP!

# Op 6 juny 2001 is in ûndersyk publisearre nei de ûntjouwing fan in grinsoerskriedend toerfaartnetwurk yn Noard-Nederlân en Noard-Dútslân. It inisjatyf lei by de Noardelike provinsjes en Dútske Landkreisen Aurich, Emsland en Leer, mei kofinansiering fan Interreg en de EG. Wy binne benijd nei it ferfolch en freegje it Kolleezje om in réaksje!

# Wy fine it fan grut belang dat it krewearjen foar Harns as Seehaven trochgiet, ek al hawwe de amtners en de minister fan EZ it each benammen op de grutte havens rjochte. De Keamerfraksjes moatte harren hjiroer noch útsprekke en wy roppe de provinsjale fraksjes Steatebreed op om dit Fryske belang by har partijgenoaten yn De Haach te bepleitsjen. Yn de okkerdeis oan it Kolleezje stelde skriftlike fragen fan it CDA oer de Westergozône wurdt ek dizze soarch oer de romtelik-ekonomyske konsekwinsjes foar it gebiet, troch de Rânestedske ynstek fan it Ryk yn de Nota Romte ta útering brocht. Wy soene eins no al fan it Kolleezje fernimme wolle hoe't ja har eigen rol hjiryn (foar it ferfolch) sjogge!

Yn prinsipe steane wy posityf foar eksperiminten oer mei de Prohef-filosofy fan Van Elswijk. Allinne hat oant no ta bliken dien dat it ministearje fan SZW hjir noch net yn meigiet. # Hoe grut achtet it Kolleezje de kâns dat oan de stelde betingsten foldien wurdt troch meidwaan fan oare partijen, dy't middels ynsette kinne foar kompensaasje fan sosjale útkearings?

Us fraksje fynt ynnovaasje in tige wichtich aspekt, ek al blykt de meiwurking fan oerheden net altiten even grut te wêzen. Faaks hat dat te krijen mei it feit dat 75% fan de ynnovaasjes op neat útrint. As wy prate oer ynnovaasje en kennisekonomy, dan sille wy lykwols renomearre ynstellings op dat mêd wol alle romte jaan moatte om harren goed ûntjaan te kinnen. Us fraksje bepleitet dêrom mear omtinken foar ynnovative ûntjouwings. # Hoe komt it bygelyks mei it Cartesius-ynstitút, no't de gemeenteried fan Frjentsjeradiel fan doel is it stedsmuseum ûnder te bringen yn it Martenahûs, al is dat ek noch lang net wis. It kin net sa wêze dat dizze ynternasjonaal ferneamde universitêre festiging de dupe wurdt fan gemeentlike besunigingstwang. Wy wolle graach dat de Provinsje dit goed yn 'e gaten hâldt. Wat is de sjenswize fan it Kolleezje? Benammen no Europa foarsk útwreidet, sil Nederlân it mear hawwe moatte fan nije ûntjouwings op it mêd fan enerzjy, transport, yndustry en miljeu. Dy sektoaren biede in goed perspektyf. Sa wurdt in Nederlânske útfining op it mêd fan enerzjybesparjende techniken foar filtraasje fan ôffalwetter hjoeddedei tapast yn Poalen, in lân dêr't de kommende jierren hûnderten miljoenen euro's Europeesk jild yn de behanneling fan ôffalwetter ynvestearre wurdt. # Provinsjaal, mar ek yn SNN- en NHI-ferbân, sil ynnovaasje (fernijende produkten, techniken en prosessen) heech op de wurklist komme moatte, fine wy. Meie wy der fanút gean dat dit ek foar oare partijen jildt?

Wy binne tige benijd nei de Nota Enerzjy dy't kommendeweis is. Wy gean der fanút dat de risseltaten fan it okkerdeis yn Bonn fêststelde ynternasjonale aksjeprogramma om enerzjy út wetterkrêft, biomassa, sinne en wyn te stimulearjen, yn de provinsjale Enerzjynota meinommen wurde. # Wy wolle yn dit ferbân ek wize op in proefprojekt fan Grins en Drinte, der't mei alle soarten lytsskealige wynmoles eksperimintearre wurdt. Mooglik kin dit in alternatyf biede foar gemeenten, om't dizze lytse modellen net falle ûnder de regeljouwing fan Wynstreek. Graach in réaksje fan it Kolleezje!

# Wy fine it in goede saak dat troch de Provinsje finansjeel ynspile wurdt op de needsaak om bedriuwsterreinen te refitalisearjen. En dan tinke wy dêrby fansels ek oan it IBF. Wy hawwe fan it Kolleezje op ús fraach dêroer antwurd krigen dat it IBF-dossier op 6 july oan de Steaten oanbean wurde sil. Dat is spitigernôch wat let foar dizze Algemiene skôgings. Mar fansels is it Kolleezje no al wol bysteat om in yndikaasje te jaan hokker kant it útgean sil mei it IBF?


07. Sosjaal belied en Soarch

07.1. Sosjaal Belied en Soarch
Foar de yntegraliteit en it ferienfâldigjen en deregulearjen fan it sosjaal belied fine wy it in stap foarút dat aktiviteiten út de ferskate regiofisy's fuortoan finansiere wurde sille út it Sosjaal Ynvestearringsfûns. Der leit no in earste Sosjaal Rapport Fryslân 2004 en gebietsrjochte binne der seis sosjale debatjûnen yn de Provinsje hâlden, it Slotdebat fynt op 25 juny plak yn Ljouwert. Wy binne tige benijd nei de evaluaasje fan dizze debatjûnen.

07.2. Jeugdsoarch
Op 1 jannewaris 2005 sil de wet op de Jeugdsoarch yn wurking trede. De wet regelt ien tagong fia de Buro's Jeugdsoarch. Dat jildt ek foar de jeugdbeskerming. Wy wolle yn dit ramt omtinken freegje foar de identiteitsbûne jeugdsoarch. Wy hawwe de yndruk dat dit troch it nij ynsette belied wolris yn 'e knipe komme kin, om't wy hjiroer sinjalen út it fjild krigen ha. Yn it ramt fan de wet wurdt der lykwols romte bean oan de Buro's Jeugdsoarch foar it meitsjen fan binende ôfspraken mei identiteitsorganisaasjes as de AJL fan it Leger des Heils en de William Schrikker Groep, oer de ferdieling fan ferantwurdlikheden. As wy bygelyks sjogge dat der fan it Ryk twa doelútkearings ûntfangen wurde, ien foar de útjeften foar it buro jeugdsoarch en ien foar de oare aktiviteiten op it mêd fan de jeugdsoarch, dan lizze hjir neffens ús wol mooglikheden. # Wol de Provinsje der ek oan meiwurkje om de problemen yn byld te krijen en hjir oplossings foar te finen yn it ramt fan ien fan beide doelútkearings? Identiteit is ommers foar in grut tal Friezen noch altiten in belangrike faktor om dêr ek beliedsmjittich rekken mei te hâlden. Wy binne benijd nei de réaksje fan sawol de oare fraksjes as it Kolleezje.

# Hoe komt it no mei de stipepunten foar 0-25 jier yn ús provinsje? Fan elke gemeente wurdt in bydrage frege om mienskiplik mei de provinsje sa'n foarsjenning te realisearjen. Om't in protte gemeenten no in legere útkearing út it Gemeentefûns krije en dêrom besúnigje moatte, sille folle gemeenten gjin hasten meitsje mei realisaasje fan sa'n stipepunt. Wat betsjut soks foar it provinsjale tafersjoch?

07.3. Aldereinbelied
Wy hawwe der earder al op wiisd dat de groeiende groep âlderen yn tanimmende mjitte oan de krapperein komt. Njonken de ferfiersproblemen sil no ek it selstannich wenjen nei alle gedachten djoerder wurde, mei troch de oankundige hierferhegings fan dit Kabinet, de tanimmende enerzjylesten en de hegere kosten fan de deistige boadskippen, wylst de kwaliteit fan de âlderensoarch minder wurdt. Wy soene graach sjen dat de provinsje ferlykbere inisjativen as Te Plak in lykweardige kâns jout, sadat alle âlderen yn dizze provinsje dy't hjrfoar yn oanmerking komme berikt wurde kinne. Sjoch ek ûnder 09.

07.4. Fermaatskiplikjen fan de soarch
De ChristenUnie/SGP hat him altiten útsprutsen foar in goed ûnderdak en takomstperspektyf foar minsken dy't yntensive soarch nedich hawwe - njonken âlderen, binne dat ek gehandikapten en GGZ-kliïnten. Wy wolle hjirby ek better yn kaart hawwe hoe grut it tal persoanen is dat ek yn dizze provinsje bûten de reguliere soarchtrajekten om harren besiket te hanthavenjen, faak op of oer de râne fan it kriminele sirkuit. En dan tinke we oan soarchmijders, ferslaafden en illegalen. Wy bepleitsje mear provinsjale rezjy om yn oparbeidzjen mei gemeenten en soarchynstellings dizze persoanen better berikke te kinnen.


08. Kultuer, Taal en Underwiis

08.1. Underwiisachterstânsbelied
Wy fiele de noed foar in goed ûnderwiisachterstânsbelied yn dizze provinsje, ek al is it provinsjale foech op it mêd fan ûnderwiis net grut. Wy geane der fanút dat de befinings fan de troch de Steaten yn 2004 ynstelde wurkgroep troch it Kolleezje yn de Beliedsnota Underwiis meinommen wurde sille. Mei elkoar en net tsjin elkoar is ús biedwurd.

# Wy binne benijd nei de saneamde suksessen fan it ûnderwiis Frysk yn it primêr en fuortset ûnderwiis, om't wy yn it ûnderwiisfjild ek oare lûden hearre.

08.2. Universiteit fan Fryslân
# Wy binne benijd nei de stân fan saken op dit stuit fan it krewearjen fan de Fryske Akademy foar in ynternasjonale Universiteit yn Fryslân, sa't ek dellein is yn it Bestjoersakkoart 2003-2007. Fansels leit hjirby ek de fraach foar nei de finansjele posysje fan de Fryske Akademy op dit stuit en op langere termyn. It CDA hat hjir ek nei frege. Kin it Kolleezje al in ynskatting meitsje hoe't de flagge der foar de FA by hinget, sjoen de foar Fryslân wichtige projekten (Universiteit, Ensyklopedy, Underwiisûndersyk) dêr't de Fryske Akademy by belutsen is?

08.3. Nota Erfskip
Wy kinne op haadlinen ynstimme mei de yn de Nota Erfskip delleine beliedsfoarnimmens. Fryslân is in unike provinsje mei in unike regionale identiteit, dy't syn materiéle delslach fûn hat yn in unyk kultuerhistoarysk erfskip. Tink marris oan al dy âlde Fryske tsjerken, moles, boerepleatsen, states en stinzen, diken, tsjerkepaden, terpdoarpkes en alve stêdden. Wy stean achter it ynsette belied om yn goed oparbeidzjen mei alle belutsen partijen de kultuerhistoaryske en lânskiplike wearden yn ús provinsje in folweardich en werkenber plak te jaan yn de romtelike plan- en beslútfoarming. In prachtich beliedsynstrumint dêrta is de CHK (Cultuur Historische Kaart). De CHK sil dêrom net allinne fierder ûntwikkele en útboud wurde moatte, mar ek mear bekendheid ha moatte by in breder publyk, net allinne by de âlderein mar benammen ek by ús jeugd. # Wy slagge dêrom foar: Keppelje in maklik tagonklik program erfskipedukaasje fêst oan de CHK en stel dit programma, yn it ramt fan it nije fak erfskipedukaasje, beskikber oan de skoallen foar basis-, fuortset en heger ûnderwiis. Sa'n ynvestearring fine wy ferantwurde foar de neiteam dy't graach ek wat witte wol fan Fryslâns's ferline. Wy wolle graach de réaksjes fan de oare fraksjes en it Kolleezje fernimme.

Om't der in tekoart is oan goeie fakminsken yn de restauraasjebrânsje, fine wy it Frysk-Grinzer ROP (Restauratie Opleidings Project) in prima bydrage oan de noardelike wurkgelegenheid. Boppedat moatte sawol de edukative as de ekonomyske fertuten fan in goed opset kultuertoeristysk promoasjebelied net ûnderskat wurde. Wat jo sjogge dat ûnthâlde jo en de hjoeddeiske multimediale techniken steane eltsenien ta beskikking. Benammen ús jeugd kin dêrmei berikt wurde en ek senioaren oant en mei hûndert jier kinne faak mear as men tinkt, witte we no allegearre. Us kultureel erfskip is fan belang foar jong en âld en dat begjint faak op eigen hiem, yn eigen doarp, stêd en gebiet. Dêryn is ommers it materiële aspekt fan ús kultuerhistoaryske identiteit sichtber makke, sadat we net ferjitte... # Hoe hat Fryslân syn erfskip yn de histoarje ferdigene? Want erfskip betsjut betinken! Yn oparbeidzjen mei GrienLinks noeget de ChristenUnie/SGP oare ús fraksjes út om oan dit punt foar it kommende jier wat mear omtinken te jaan en freegje jimme réaksje!


09. Romte

By de doelen foar dit programma wurdt mei klam wenjen neamd. It giet om de oantallen, de lokaasjes en de kwaliteiten fan de Fryske wenfoarried, sa stiet it yn de Kadernota. Dit is in nommel stribjen, mar de praktyk is oars. # Benammen de gemeente Ljouwert bout jierliks te min wenten. Wy wolle fan it Kolleezje witte hoe't jimme tinke dit probleem oan te pakken. Wy kinne ús yntinke dat oare gemeenten wol boukontinginten fan Ljouwert oernimme wol. Wannear giet it Kolleezje hjir ris goed nei sjen en wat is de sjenswize fan it Kolleezje op dit punt? # Wy wolle graach dat der ek mear betelbere hierwenten foar âlderen boud wurde kinne. Hoe stiet it hjirmei yn dizze provinsje en wannear kinne de doelen helle wurde? # De Plattelânsprojekten einigje formeel op 1 april 2007. Dêrnei wurdt besjoen oft der op 'en nij finansjele middels beskikber komme. Us fraksje stiet posityf foar dit punt oer. Mar wy misse yn de stikken oant no ta in dúdlik evaluaasjemomint. Wy freegje it Kolleezje om goed oan te jaan hoe en wannear dizze projekten evaluearre wurde sille!


10. Finansjeel kader

Op de lêste B&M-gearkomste hat ús fraksje dúdlik oanjûn te kiezen foar in praktyske ynstek, om it mearjierrentekoart te dekken, basearre op konkrete útstellen. Ferheging fan de opsinten hat foar ús gjin prioriteit, "tenzij..." foldien wurdt oan ús betingst: eventuele ferheging te keppeljen oan in kwaliteitsferheging fan it iepenbier ferfier (s. 02.1) en ferbettering fan de feiligens fan it ferkear en de wegenynfrastruktuer. Wy wachtsje dêrom earst de begruttingsútstellen ôf.

Op s. 94 seit it Kolleezje oer de ferkeap fan de Nuon-oandielen: "Het uiteindelijke effect van deze verkoop in samenhang met onze bijdrage aan de Zuiderzeelijn valt nu nog niet aan te geven. Al met al zijn wij van oordeel dat aan deze doorkijk slechts een informatieve waarde moet worden toegekend." Dêrom binne wy ek fan betinken dat jo op sa'n wiffe finansieringsbasis gjin sûne dekking foar sa'n megaprojekt oanjaan kinne. Dat hat de tiid ús sa njonkelytsen wol leard mei de Nuon-dividinden. De ûnwissens op dit punt is grut, mar wy kinne no noch werom. Yn alle fraksjes groeit de wjerstân. Op foarhân nimme de miljardentekoarten al ta! Doelmjittich of jild fergrieme?... Wy dogge in berop op it sûne ferstân fan dizze Steaten om it beslút fan de foarige Steaten werom te draaien. Better let as net!

# Yn antwurd op ús fragen oer dizze problematyk, hat it Kolleezje tasein hjirop wiidweidich werom te kommen yn in Steateútstel oer de nije Bestjoersoerienkomst Suderseeline, dat meikoarten ("binnenkort") oan de Steaten foarlein wurde sil. Wy stelle it op priis dat it Kolleezje dit "binnenkort" wat SMART-er oanjout en fêst no al ien of mear tinkrjochtings oanjout, mei om it debat hjiroer op 21 juny wat libbendich te hâlden! Binne de kollega's dat ek mei ús iens? D66 Algemene Beschouwingen

De D66-fractie wil allereerst haar complimenten uitspreken over het werk dat door GS en haar ambtenaren geleverd is ten aanzien van deze kadernota. Het is een helder en goed leesbaar document geworden. Toch hebben wij met betrekking tot een aantal programma's nog wat toe te voegen, hieronder volgt dit commentaar.

Programma 1 Bestuur en veiligheid

Met alleen een evaluatie van het dualisme vergroot je de betrokkenheid van de burger en de transparantie van bestuur niet. Dit vergt volgens ons een actievere aanpak. D66 kiest voor een directe democratie, niet van boven naar beneden, maar van beneden naar boven. Initiatieven van burgers moeten worden gestimuleerd en ondersteund waar dat maar kan. Waar wij voor staan is dat alle Friezen, vanaf de allereerste gedachtevormingen, waarlijk betrokken kunnen zijn bij besluitvormingen die hun wel en wee raken. Hoe directer hoe beter. Wij waren dan ook verheugd dat het burgerinitiatief in onze provincie werd ingevoerd. Een prima middel immers om burgers in staat te stellen onderwerpen die zij van belang vinden rechtstreeks op onze Provinciale Staten agenda te kunnen plaatsen. Directer krijg je het bijna niet. Dit burgerinitiatief is in 2003 ingevoerd, maar welke Fries weet dit? Hier zou absoluut meer bekendheid aan gegeven moeten worden hetgeen onze Commissaris van de Koningin trouwens ook al mocht concluderen in zijn Burgerjaarverslag. Gedeputeerde Staten zijn echter van mening dat het Burgerinitiatief een middel van PS is en dat we dit dus als zodanig zelf moet uitwerken. Wij zouden daarom graag zien dat het middel Burgerinitiatief prominenter en meer uitnodigend op www. fryslan.nl geplaatst wordt waarbij in ieder geval de "spelregels" en een benodigde formulier(en) gepresenteerd worden. Om de contacten met de burgers te bevorderen in het duale stelsel, hechten wij tevens veel waarde aan de zogenaamde "e-provincie", een elektronische overheid waar goed mee kan worden gecommuniceerd, en waar ideeën en kritiek van burgers gastvrij en voor iedereen zichtbaar kunnen worden geëtaleerd. Vanzelfsprekend niet als doel op zich, maar om de burger op positieve wijze te betrekken bij het bestuur. De aandacht voor deregulering had zo overgenomen kunnen zijn uit ons partijprogramma. De uitgangspunten zijn: simpel en goed uitvoerbaar, snel en niet nodeloos belastend, voorspelbare en begrijpelijke handhaving en een snelle bezwarenprocedure met inschakeling van een onafhankelijke commissie. Wat ons betreft had dit natuurlijk al veel eerder geïmplementeerd kunnen zijn. Een harde voorwaarde is voor ons dat binnen dit dereguleringsproces geen concessies gedaan worden ten aanzien van de juridische zorgvuldigheid.

Programma 2 Verkeer en vervoer

De D66 fractie blijft grote moeite houden met de aangekondigde bezuinigingen op het openbaar vervoer. Wil je het platteland in Fryslân vitaal en bereikbaar houden zal er zelfs eerder een investeringsimpuls moeten plaatsvinden dan deze bezuinigingsronde. Een extra wissel bijvoorbeeld in het spoortraject Leeuwarden-Sneek zou deze reeds goed gebruikte openbaar vervoer voorziening nog beter maken wat in de toekomst haar rentabiliteit sterk zal verbeteren.

Programma 3 Water

Bij water vindt een forse intensivering plaats: de 4.3 miljoen Euro die in 2004 incidenteel werd toegekend voor integrale projecten oevers en kaden, wordt structureel gemaakt. Daarmee wordt de totale intensivering voor het programma water 18.4 miljoen het hoogste bedrag van alle programma's. Wij hebben moeite met de structurele aard van de genoemde 4.3 miljoen. De redengeving voor het structureel is niet erg overtuigend: het past beter in de samenwerking met het Waterschap. Wij zijn er zeker van dat andere organisaties ook wel oren hebben naar een dergelijke "structurele" samenwerking.

Programma 4 Milieu

Voor milieu is de intensivering vrijwel nihil, veruit het laagste van alle programma's. Nog meer valt op de forse afbouw in de vaste lasten voor milieu van 17 miljoen in 2005 naar bijna 12 miljoen in 2008. Milieu moet het doen met nogal vlakke teksten over de IPO samenwerking op milieugebied, over het opstellen van een nieuw milieubeleidsplan en over het belang van de milieuorganisaties. Wij vinden dit weinig ambitieus. Milieu is niet meer "hot" sinds Balkenende I maar dat mag niet betekenen dat het op deze manier kan worden afgedaan. Op verschillende niveaus (mondiaal, nationaal, provinciaal en lokaal) staan we de komende jaren op het gebied van het milieu voor keuzes die bepalend zullen zijn voor het leven van nu en in de toekomst. Impopulaire maatregelen zullen soms nodig zijn. We dienen de natuur en het milieu in de provincie in goede staat voor de komende generaties achter te laten. Voor D66, als groene partij, is dat de kern van het natuur- en milieubeleid. De vraag voor ons is niet: "voldoen we als provincie netjes aan alle eisen die hogere overheden stellen?" maar: "wat kunnen we op eigen gezag doen ter bevordering van een ecologisch evenwicht?". Dat betekent dat de overheid moet investeren in de kwaliteit van lucht, natuur, water en bodem. Wij zijn geen voorstander van een uitbreiding van het nieuwe milieuplan tot een duurzaamheidplan . Natuurlijk moet duurzame ontwikkeling die economie, ecologie en welzijn integreert, worden bevorderd. Maar de milieubouwstenen: beheersing water- , luchtkwaliteit, enz. moeten autonoom ontwikkeld worden en niet aan de bron al worden verstoord door compromissituaties met de economie. De duurzaamheidwinst kan beter op projectbasis worden behaald in het uitvoeringstadium. Een onderwerp dat volgens de D66 fractie meer aandacht vraagt is de verontreiniging van oppervlaktewater/-bodem. Baggeren vindt plaats om vaarroutes bevaarbaar te houden. Echter door decennialang doorgaande verontreiniging als gevolg van waterrecreatie en beroepsvaart is de bodem van onze meren en kleinere plassen behoorlijk verontreinigd, waarbij zowel te denken is aan grover afval als aan fijnchemische verontreiniging onder andere met zware metalen. Hier wordt zelden over gesproken, omdat aanpakken door hele meren te baggeren vrijwel onbetaalbaar lijkt. Toch ontkomen we hier niet aan willen we het bodemmilieu en uiteindelijk de recreatieve functie van de binnenwateren in stand houden. Interessant is dat er gaandeweg mogelijkheden ontstaan om baggerslib om te zetten in bruikbare producten. De provincie zou zich hierover moeten laten informeren. Over duurzame ontwikkeling gesproken!

Programma 5 Landelijk Gebied

Het doel en de actiepunten van dit programma worden door D66 onderschreven. Vooral de ecologische kant van dit beleid. Wat de fractie echter niet begrijpt waarom er sprake is van dalende lasten over de periode 2005-2008, terwijl er gesproken wordt over een actievere inzet van de provincie. Hier, zowel als bij andere programma's (milieu, economie) zien we nogal wat kontrast tussen de mooie woorden in de tekst en de magere cijfertjes in de tabellen.

Programma 6 Economie, recreatie en toerisme

Hallo. Wakker worden! Evenals in 2003 schetst het onze verbazing dat er wederom geen sprake is van provinciaal economisch beleid. Is een sterke Friese economie geen doelstelling meer van dit College? Waar is het bestuur mee bezig? Treedt de provincie terug op dit terrein? Ziet dit College het misschien niet meer zitten? Je zou het wel bijna zeggen, als je dit flinterdunne programma doorleest en de uitgaven bekijkt voor de komende jaren. D66 vindt het aan de magere kant. Fryslân kan zich dit echter niet veroorloven. Het gaat momenteel slecht met de economie in het Noorden: een groot aantal inkrimpingen, bedrijfsbeëindigingen en faillissementen, oplopende werkloosheid. D66 maakt zich ernstige zorgen over deze ontwikkeling. Onze zorg wordt daarnaast gevoed door:
1. De nota Gebiedsgerichte Economische Perspectieven, waarin aangegeven wordt dat het Noorden na 2006 honderden miljoenen toegezegde Kompas- en Langmaneuro's zal mislopen.
2. De Nota Ruimte, omdat hierin de stelling dat Fryslân kan bijdragen aan de nationale economie wordt losgelaten. Tot onze grote verrassing is bijvoorbeeld de Westergozone bestempeld als nationaal landschap. Zijn alle investeringen in het verleden helemaal voor niets geweest? Om niet helemaal te vervallen in een klaagzang heeft de Friese D66 statenfractie onlangs vragen gesteld aan GS en een suggestie aangedragen om een impuls te geven aan de ontwikkeling van nieuwe producten in het MKB: de introductie van een risicodragend (revolving) ontwkkelingsfonds. Dit idee is afkomstig uit ons verkiezingsprogramma. De Democraten geloven niet in laissez faire laissez passer, maar in een actief beleid op het gebied van de Friese bedrijvigheid en werkgelegenheid. Wy wolle mei faasje foarut mei Fryslân! Ten aanzien van de bedrijventerreinen vindt D66 dat er te eenzijdig gekeken wordt naar investeringen in oude bedrijventerreinen. Waarom komen nieuwe terreinen niet in aanmerking voor investeringen? Aandacht voor de kleinschalige watergebonden industrie zoals jachtbouw, jachtwerven en sloepenbouw zou volgens onze fractie tevens zeer wenselijk zijn. Deze industrie ontwikkelt zich goed maar door hen de ruimte en aandacht te geven zou deze industrie zich nog verder kunnen ontwikkelen met als gevolg een behoorlijk stuk werkgelegenheid. Versterken van de sterke punten leidt volgens ons tot succes. Voorts zien wij een serieuze rol weggelegd voor het onderwijs in de kenniseconomie, een belangrijke motor voor innovatie in deze provincie. Vandaar dat de statenfractie pleit voor intensievere samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. De provincie zal dit meer moeten stimuleren.

Programma 7 Sociaal beleid en zorg

De D66 statenfractie beschouwt dit programma van vitaal belang voor Fryslân. Bij het oplossen van problemen kijkt onze partij altijd eerst naar de oorzaak alvorens er pleisters op de gevolgen worden gelegd. Voorkomen is beter dan genezen. In 2005 staat de nieuwe Wet op de Jeugdzorg er aan te komen, waarbij een serieus beroep op de provincie wordt gedaan. D66 hoopt dat de provincie gereed is voor deze opdracht.

Programma 8 Kultuer, taal en onderwiis

De statenfractie heeft geen op of aanmerkingen op dit terrein. Het rapport "Voorsprong of achterstand in het Friese onderwijs" heeft D66 eind 2003 doen besluiten zitting te nemen in de werkgroep Onderwijs. De D66 statenfractie heeft dit thema in Den Haag bij haar partijgenoten onder de aandacht gebracht en ons signaal is goed overgekomen. Kwalitatief goed onderwijs is niet alleen van belang voor Fryslân maar ook voor heel Nederland!

Programma 9 Ruimte

De D66 fractie blijft vasthouden aan de regiefunctie van de provincie. Wij zijn van mening dat een centrale bewaking van de groene gebieden en centrale planning van de andere functies binnen de provincie de enige mogelijkheid is, willen we de door ons geleende wereld doorgeven aan onze (klein)kinderen.

Jaarrekening 2003

Het batig saldo van 9,5 miljoen euro van vorig jaar vinden wij opvallend veel in verhouding tot de begroting. Kennelijk is er vorige keer te ruim begroot. Wij willen het niet bij die constatering laten. Deze heeft voor ons consequenties voor Begroting 2005. Kan er niet een begroting komen op realistische cijfers? Zoals er nu begroot is, is er sprake van een dekkingstekort. Bij het programma Water wezen wij al op het allerminst overtuigend "structureel maken" van de post van 4,3 miljoen euro voor integrale projecten oevers en kaden. Kan het College van GS niet beter eerst een financiële quickscan van de begroting laten uitvoeren, om de luchtbellen er uit te halen, voordat men PS antwoord vraagt op een aantal kaderstellende vragen op pagina 88 en 91?

FNP Algemiene skôgings

Ynfestearje yn Fryslân: Ynfestearje yn maatskiplik rendemint

Gearfetting
Dizze skriftlike bydrage fan de FNP oan de Algemiene Skôgings fan 2004 is as folget opboud. Earst sil in algemiene skôging jûn wurde. Dan sil de Kadernota skôge wurde. De FNP fynt dat weroerwagings op harsels net út te sluten binne, mar dat it PS is dy't dizze weroerwagings meitsje moat. As it giet om de dekking fan de majeure projekten is de FNP fan betinken dat gebrûk makke wurde moat fan de romte dy't it BBV de provinsje biedt om grutte projekten mei maatskiplik nut te aktivearjen, dat wol sizze oer in langere tiid ôf te skriuwen. As dit dien wurdt kin op basis fan jierlikse aktuele gegevens (opbringsten NUON oandielen, opbringsten Waadgas, net trochgean SSL) en mei mear fleksibiliteit jierliks de bedraggen foar de majeure projekten dutsen wurde. Sa ferdwynt ek de needsaak om de opsinten te ferheegjen. Nei de Kadernota sil koart yngien wurde op de ûnderskate begruttingsprogramma's en de notysje net útstelbere útstellen. By eintsjebeslút komt de jierrekken oan de oarder.

Yn konkreto is de FNP fan doel en kom op 21 juny mei fjouwer moasjes:
1. In kaderstellende diskusje yn PS oer foar-, mei- en kofinansiering fan takomstige grutte ynfrastrukturele projekten op basis fan in notysjes fan DS
2. It meitsjen fan de weroerwagings troch PS sels op basis fan it budzjetrjocht en de duale, folksfertsjintwurdigjende taak
3. It aktivearjen fan de majeure projekten op basis fan it BBV troch in notysje aktivearrings en ôfskriuwingsbelied te behanneljen foar de begruttingsbehanneling yn PS
4. DS moat foar de begruttingsbehanneling yn PS ynsichtlik meitsje hokker faktoaren der foar soarge hawwe dat it rekkenoerskot foar 2003 E 9.5 miljoen wurden is.


1. Algemiene skôging

Ynlieding

De wrâld leit der foar ús provinsje en ús provinsjaal bestjoer op dit stuit net geunstich hinne. De ekonomy rekket net sa mar wer oan Že praat en it kabinet nimt no folslein ôfskied fan it Noarden en dêrmei fan Fryslân yn it bysûnder. It kolleezje hâld fest oan it ynfestearjen yn kwaliteit, lykas it biedwurd fan it bestjoersakkoard ha wol. De FNP is fan betinken dat dit ynfestearjen yn inkeld kwaliteit goed, mar noch net foldwaande is. Kwaliteit is moai, mar jout op himsels net altyd maatskiplik rendemint. It IBF bygelyks sil kwalitatyf besjoen yndertiid in moai projekt west hawwe, mar as it gjin rendemint hat - en dat hat it no perfoarst net - dan hat it likefolle wearde as de sprekwurdlike balke, dêrŽt it jild oer hinne smiten wurdt. Om oer it troch ûnderskate ûnôfhinklike ynstânsjes foarseine negatyf maatskiplik rendemint fan de SSL/MSB noch mar te swijen! Dat betsjut dat der fan dit provinsjaal bestjoer kreative, innovative en fernijende inisjativen útgean moatte sille om ek op de langere termyn de takomst treast wêze te kinnen. Dizze inisjativen sille troch de Steaten beoardiele wurde moatte, net sasear en inkeld mar op it kwaliteitsaspekt, mar benammen op de mooglikheden dy't de ûnderskate útstellen biede ta it opsmiten fan maatskiplik rendemint. It beheljen fan maatskiplik rendemint, yn de romste betsjutting fan it wurd, is wat ús oanbelanget it biedwurd en it útgongspunt. Dat maatskiplik rendemint lit him net altyd yn sifers fange. It sil foar in part ek troch ús as fraksjes sels, yn it ramt fan ús folksfertsjintwurdigjende taak, foar elts ûnderwerp yn byld brocht wurde moatte.

De Wrâld

De wrâld makket op it stuit in minne tiid troch. De politike en ekonomyske sitewaasje is ynstabyl. Oarsaken en oplossings lizze fier bûten it berik fan Fryslân, mar wy hawwe der wol alle dagen mei te stellen. In tebekrinnende ekonomy, in tanimmend klimaat fan religieuze en kulturele ûnferdraachsumens en de aloan fierdergeande oanslach op ús natuer en klimaat binne ek hjir te merkbiten.

Europa

AlhoewolŽt Europa in stap fierder gien is mei de útwreiding fan tal fan nije East Europeeske lidsteaten, is Europa it ôfrûne tiidrek ek in stikje tebek gien. Benammen wat de fisy fan it Nederlânske regear oanbelanget. It nasjonale belang is wer hielendal yn byld yn Den Haach, sjoen de lêzing fan Minister Bot okkerdeis op de Humboldt Universiteit yn Berlyn. Net langer is it jaan fan in oanset ta in Federaal Europa it útgongspunt, mar it oerlibjen fan it Nederlânsk steatsferbân en de Rânestêd belangen binnen Europa komt no sintraal te stean. Gjin Europeeske stipe mear foar Nederlânske regioŽs, alle stipe foar it Noarden nei 2006 moat skrast wurde en de nije Nota Romte degradearret Fryslân ta in rânegebiet. It binne mear as sinjalen en foartekens dy't in nij tiidrek yn de ferhâldings tusken Den Haach en Fryslân oankundigje. Dizze sinjalen en foartekens wurde ek breder as it FNP fermidden by likernôch alle partijen yn de Fryske Steaten opmurken. De FNP wol dizze breed droegen teloarstelling yn Den Haach ombûge ta in mienskiplik stribjen om Fryslân yn Europeesk ferbân op 'e kaart te setten en te hâlden. Net fan út in stik wranteligens of trochslein efterstânstinken, mar fan út de saken dêr't Fryslân sterk yn is yn stee fan altyd mar útgean fan de saken dêr't Fryslân swak yn is.

Fryslân

It hat der in protte fan dat al it bestjoerlike krewearjen om Fryslân ekonomysk foarút te bringen stutsen wurdt yn it binnenheljen fan de sweeftrein. Teminsten yn SNN ferbân. Mar de SSL is in middel en gjin doel. En dat doel, ekonomyske foarútgong, wurdt tekoart dien troch de iensidige ynset tsjin better witten yn foar dizze keizer dy't gjin allang gjin klean mear oan hat. Lykas de VVD it okkerdeis yn Grins ek sei: de SSL/MSB is in 'zoethoudertje'. It Noarden wurdt op 'e tok holden en ûnderwilens wurde wy oan alle kanten útklaaid. It iene negative berjocht oer de finansiering en de te ferwachtsjen opbringsten (of better sein: tekoarten) folget it oare op. Hoe lang noch sil bestjoerlik Fryslân dizze neakene keizer efter nei rinne? Der moat dêrom wat oars barre. Der moat wurke wurde oan alternativen. Us provinsjaal bestjoer sil alle war dwaan moatte en bliuw ynfestearen yn dy dingen dêr't Fryslân sterk yn is. De lânbou, de rekreaasje en it Midden- en Lytsbedriuw. Mar Fryslân kin it net alinne. It perspektyf en it fizier moatte op Europa. Dat betsjut dat kennis fan en kunde mei Europa fan it alderheechste belang binne.


2. Kadernota begrutting 2004

Algemien

As wy it algemiene finansjele plaatsje fan ús provinsje skôgje, dan mei dat plaatsje der op himsels no net slim negatyf útsjen. De provinsje beskikt ommers oer in izersterke finansjele reserve. Mar de finansjele posysje op de middellange termyn is net al te fleurich. Benammen net as dat foaroer ús - benammen ynfrastruktuerele - ambysjes set wurdt. It kolleezje freget dan ek terjochte om oplossingsrjochtings. It liket dan ek op himsels de baas en set ús finansjele reserves yn om ús ambysjes te ferwêzentlikjen. De FNP is fan betinken dat al dat jild dat no op 'e bank stiet en yn besittings sit dea kaptaal is en eins foar ús oan it wurk setten wurde moat. Mar perfoarst net om dêrmei Haachske ferplichtings mei te finansieren en feitliken oer te nimmen. Dat jild moat foar Fryslân wurkje en net de Haachske besunigings opfange. Ryksferantwurdlikheid betsjut ek ryksjild. En dizze kwestje fan foar- en meifinansiering spilet by alle grutte ynfrastruktuerele projekten, de majeure projekten in grutte rol. Te foarren kaam moat wurde dat ús reserves skynreserves wurde om't se earmerke binne foar projekten dêr't it Ryk him aanst foar wei wine sil en wy mei de ambysjes, mar ek it tekoart sitten bliuwe. De FNP is fan betinken dat wy earst yn de Steaten in rjochtingjaande, kaderstellende diskusje hawwe moatte sille oer hoe't wy beskate majeure projekten foar-, ko- of meifinansiere wolle. Nei oanleiding fan dizze diskusje wolle wy de takomstige projekten hifkje. Wy hawwe it foarnimmen om dêrta mei in moasje te kommen.


3. De kaderstellende fragen oangeande weroerwagings en majeure projekten

Algemien

Mei de kadernota wurd troch it kolleezje besocht kaders fan PS te krijen dêr't hja mei út 'e fuotten kinne om de konsept begrutting foar 2005 foar PS op te stellen. Men freget dêrby benammen om twa kaders:
1. finansjele romte yn de begrutting troch weroerwaging; en
2. finansjele romte foar de dekking fan de ynfrastrukturele ambysjes, de majeure projekten, troch it ferheegjen fan de opsinten.

De troch it kolleezje hantearre systematyk is as folget. De baten en de lesten dy't gearhingje mei de reguliere aktiviteiten fan de provinsje wurde ta utering brocht yn de 'rekening van baten en lasten'. De baten en de lêsten dy't gearhingje mei de útfiering fan majeure programma's en projekten wurde streekrjocht yn mindering op de reserves brocht. As de reserves op binne moat dizze wer opboud wurde út de 'rekening van baten en lasten'. Om yn de begrutting romte te meitsjen foar it winske nije belied stelle DS weroerwagings foar. Boppedat wol DS troch in rekkenoerskot te meitsjen de majeure projekten finansiere. Dit rekkenoerskot moat komme út in ferheging fan de provinsjale opsinten. De kaders dy't fan PS frege wurde binne lykwols op dize wize net ienfâldich te beänderjen. De hantearre systematyk komt de transparânsje fan de ferslachjouwing net te'n goede. Yn it ramt fan in goede beslútfoarming is it winslik dat alle baten en lêsten fan hokfoar jier ek fia de 'rekening van baten en lasten' rinne. Allinnich op dizze wize ûntstiet in goed byld fan de frije begruttingsromte en kin in totale ôfwaging makke wurde. Dernjonken stelt it Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), dat fan ôf 1 jannewaris 2004 fan krêft is, dat alle baten en alle lesten fan it oanbelangjende jier fia de eksploitaasje rinne moatte.

Proseduere weroerwagings
De FNP is fan betinken dat de begrutting primêr de ferantwurdlikheid fan PS is. Yn in begrutting sitte bedraggen dy't fêstlizze, om't hja op basis fan earder nommen besluten earmerke binne foar in beskaat doel. Der bin ek bedraggen dy't net fêstlizze. Yn prinsipe kin op dizze bedraggen as PS dat wol besunige wurde. It meitsjen fan dizze weroerwagings is primêr in taak dy't troch PS útfierd wurde moat en net troch DS. It budzjetrjocht en de folksfertsjintwurdigjende taak fan PS binne dêrfoar de fernaamste redenen. Boppedat, as jo E 9 miljoen (= mear as 20 miljoen gûne) oer hâlde op in rinnende begrutting (en guon wolle hawwe dat it miskien wol E 40 miljoen is) dan seit dat ek wat oer de wize wêrop as begrutte is. Blykber sit der in protte romte yn ús begrutting. Sjoch ek nei ús opmerkings hjiroer oer de jierrekken (paragraaf 6). Datoangeande hawwe wy it foarnimmen te kommen mei in moasje dy't DS opdraacht om earst de bedraggen op in rychje te setten dy't net fêstlizze. Dêrnei't moat P'S, oan de hân fan de yn dit debat oandroegen kaders foar de weroerwagings, sels dizze kaders op de net fêstlizzende bedraggen tapassen gean.

De weroerwagings

Wat de weroerwagings oanbelanget binne wy op himsels net tsjin in it besunigjen fan 4,5 miljoen Euro. Foarop stiet dat budzjetten dy't gjin maatskiplik rendemint hawwe en dus feitlik 'dea hout' binne weroerwage wurde moatte. Dy weroerwaging moat dan wol troch PS plakfine en romte biede oan in fatsoenlik ynsprekken fan de belutsenen. Dernjonken tinkt de FNP oan it fleksibel ynstellen fan in personielsstop. De FNP hat gjin man en gjin sint oer foar (tarieding fan) it Suderseespoar. As wy it hawwe oer de prioritering fan projekten dan sjogge wy nei it OV (as it PS útstel folge wurdt), it net trochgean fan meifinansiering fan Ryksprojekten dy't gjin of te min rendemint foar Fryslân hawwe en it ôfbouwen fan de ynspanningen foar de EHS yn Fryslân. Ferleging fan de frege budzjetten is foar ús gjin opsje. It stjoeren troch kaders foarôf fine wy in goede saak, sjoch ús útstel om kaders oan de foar- en meifinansiering te stellen. Ynsidintele budzjetten binne wy net foar om't de maatskiplike organisaasjes en subsydzjepartners fan de Provinsje foar alles wissichheid hawwe moatte. Sa't it der no hinne leit wolle wy dus gjin ferheging fan de opsinten.

Oare mear bedriuwsmjittiger metoaden om romte te kreëarjen op de begrutting

De nije ferslachjouwingsfoarskriften foar de provinsje, it BBV, binne in ôfspegeling fan boek 2 fan it Boargerlik Wetboek, titel 9 dat op it bedriuwslibben fan tapassing is. De omjouwing fan de provinsje ferwachtet in hieltyd mear bedriuwsmjittich optreden fan de provinsje. By it sykjen nei begruttingsromte hat DS in stikmannich tradisjonele útstellen dien om romte te meitsjen, lykas it ferleegjen fan de kosten troch weroerwagings en it ferheegjen fan de ynkomsten troch it ferheegjen fan de opsinten. De FNP sjocht ek oare, mear bedriuwsmjttiger metoaden:


1. Wêr mooglik kostendekkend meitsjen fan aktiviteiten (bygelyks hegere leezjes, administraasjekosten, hier ensafuorthinne yn rekken bringe).
2. Inkeld oan de reserves mei in eksplisyt bestegingsdoel rinte tarekkenje. It is gebrûklik om de reserves jierliks te ferheegjen mei de ynflaasjekorreksje sa dat de bestegingsromte yntakt bliuwt. Meastentiids hawwe bestimmingsreserves in algemien karakter. De rintelêst dy't op de begrutting drukt is yn dat gefal in fiktive rintelêst. Ut de jierrekken falt net ôf te lieden hoefolle rinte tarekkene is oan de reserves. It giet meastentiids wol om grutte bedraggen.

Dekking majeure projekten

Wat de dekking fan de hjoeddeiske, yn gong setten majeure projekten oanbelanget binne wy fan betinken dat de presintearre sifers gjin dúdlik byld jouwe oft dizze bedraggen ek de wurklike bedraggen binne dy't úteinlik dutsen wurde moatte sille. It byld dat no troch DS delset wurdt, docht foarkommen as soe it gat sa grut wêze dat in ferheging fan de opsinten slim needsaaklik is. Dit byld kin ek op in oare wize delset wurde. In byld dat yn giet op de mooglikheden dy't it BBV de provinsje jout. Kêst 59 lid 4 jout de mooglikheden om projekten mei in maatskiplik nut oer meardere jierren ôfskriuwe te kinnen. In provinsjale Notysje Aktivearrings- en Ofskriuwingsbelied kin soks yn beliedsmjittich opsicht fertale. Neffens ús ynformaasje wurdt dizze notysje op it stuit taret en sil yn it neijier oan PS oanbean wurde. It BBV jout de romte oan en de Notysje de ynfolling fan in systematyk wêrby't majeure projekten oer langere tiid delset (aktivearre) wurde kinne. As wy prate oer in rintiid fan bygelyks 25 jier mei in rinte fan 5 % dan soe foar it no yn tabel 4 fermelde bedrach by saldo 9 % fan dat bedrach foar 2005 dutsen wurde moatte. Dan komme jo foar 2005 út op likernôch E 200.000. Yn stee fan it hiele dekkingstekoart foar 2004 - 2008 te presintearjen mei in gigantysk tekoart, komme jo sa op in hiel oar ferhaal. Om't jo per jier dekking sykje, kinne jo sadwaande mei mear fleksibiliteit de kosten dekke. Boppedat kin dat dan ek nochris elts jier op basis fan reële sifers en mei mear wissigens oer de feitlike finansjele posysje fan ús provinsje. Wy oerweagje dêrom mei in moasje te kommen dy't PS opdraacht de bedraggen foar majeure programma's te aktivearjen en dêrta earst mei de notysje Aktivearrings en Ofskriuwingsbelied te kommen.

Troch de bedraggen foar majeure projekten te aktivearjen ûntkomme jo fansels noch net oan de opdracht om foar dizze bedraggen dekking te finen. Allinnich jo hoege mar foar elts jier apart dekking te finen. Yn it niisneamde foarbyld soe't foar 2005 gean om E 200.000, dat fansels frij ienfâldich kin op in begrutting fan E 330 miljoen en in rekkenoerskot fan E 9 miljoen. Yn de rin fan de tiid rint it te dekken bedrach wol op, as jo tabel 4 foar eagen hâlde, mar dat jout ek de mooglikheid dat jo per jier op basis fan in reëel byld begrutsje kinne, ynstee fan no ynienen konfrontearre te wurden mei in gat fan likernôch E 67 miljoen. Want hoe komt it bygelyks mei it ferkeapjen fan de NUON oandielen? As Den Haach tusken no en 2008 definityf grien ljocht jout, is de finansjele posysje fan de provinsje ynienen hiel oars. En hielendal as it Suderseespoar of de Sweeftreinfariant fan dit Suderseespoar komt te ferfallen. En hoe komt it mei de Waadgas-opbringsten? It kabinet hat syn beslút naam. It rapport Meijer wol hawwe dat 10 % fan de opbringsten yn de regio, bygelyks oan ynfrastrukturele projekten bestege wurdt. De FNP is tsjin it winnen fan gas, mar as dat dan dochs bart, dan sille wy ek alle war dwaan moatte om in flink part fan de opbringsten hjir te hâlden. En dan is 10 % in oanfluiting. De Grinzer boargemaster Wallage hat dat okkerdeis ek sein en wy fine dat DS dêrta no prikken yn it wurk sette moatte. As wy op in oare wize de te dekken bedraggen delsette, ferfalt ek it no as skynber needsaaklik presintearre ferlet om de opsinten te ferheegjen. It ferheegjen fan de opsinten is dan ek wat de FNP oanbelanget no net oan de oarder. Der is ommers no foar 2005 gjin ferlet fan.


4. De Kadernota Begrutting per programma


1. Bestjoer en Feiligens
De FNP set fraachtekens by twa ûnderdielen fan dit programma.
1.3. IPO/prestaasje-ôfspraken Ryk. De FNP fynt dat Fryslân wat dit oangiet de earen tefolle hingje lit nei it IPO. De Fryske arguminten ferwetterje, de útwurking is te abstrakt, te amtlik. Wy freegje om de Fryske belangen krêftiger del te setten. Wy freegje ús dan ek of wat de mearwearde fan dit projekt is.
1.4. Ynternasjonale kontakten. De tekst jout gjin ynsjoch yn de stân fan saken en is beheind yn syn opfetting fan ynternasjonale kontakten. Europabelied is mear as kennis fan Brusselske feroarderings. De FNP wol de finsters iepen en dit belied konkreet meitsje fia de haven fan Harns en it temjitte kommen fan Fryske bedriuwen dy't yn de eksport nei de nije EU-lannen aktyf binne. It WTC yn Ljouwert fertsjinnet mear omtinken fan de Provinsje. Wat dat oanbelanget hawwe wy noed dat de amtlike ekspertize op dit mêd tefolle by it SNN socht wurdt, wylst it fan strategysk Frysk belang is dat wy dat sels yn hûs hawwe. Fierder sjogge wy yn dit ramt kânsen foar it útbouwen fan de Fryske Akademy op it mêd fan Europeeske stúdzjes nei mindertallen. Wy freegje DS wat it konkrete resultaat is fan de wurkbesite fan DS oan Wales. Hokker ynsjoch hawwe hja no op dizze matearje?


2. Ferkear en ferfier

2.1. Ynfrastruktuerprojekten. Yn dit ramt wol de FNP fraksje de foarfinans-iering/meifinansiering oan 'e oarder stelle. Underhâld hat prioriteit boppe nije ynfrastruktuer.


3. Wetter
Wy hawwe gjin opmerkingen oer dit programma, útsein de folgjende punten: By nij belied dat taret wurdt wolle wy mear klam op de bestriding, net de behearsking fan de muskusrotten. Sa liket it mear op in fokprogram ynstee fan oarsom. En Europeeske kaderrjochtline Wetter sjocht de FNP in soad problemen foar de takomst mei. It hat in brede en djippe útwurking op lânbou, lânskip, natuer, ekonomy en finânsjes. Wy stelle út dat PS harren yngeand oer dizze gefolgen ynformearje litte.


4. Miljeu
Dit program liket net sa raar. Finansjeel pakt it ek goed út. Der is in ynhelslach makke by de Provinsje sels. Wol warskôget de FNP dat it 'swarte piten' oer de kosten fan IBA's net mei jild fan de Provinsje op te lossen is. De provinsje moat dêr dus hoeden mei omgean.


5. Lanlik gebiet
De FNP hat by dit program gjin opmerkingen, útsein it folgjende: De EHS as Ryksbelied is skrast, it giet no op 'robúste ferbiningen' ta. Nei it ôfrinnen fan de al oangiene ferplichtingen foar de EHS moat de Provinsje hjir neffens ús dan ek in punt efter sette. En fierder: hoe sit it no mei de fraach fan it Fryske Gea om E 150.00 foar produkten dy't hja nei eigen sizzen foar de Provinsje leverje moatte? Is it krekt dat der gjin goede produkt-ôfspraken makke binne?


6. Ekonomy, rekreaasje, toerisme
De FNP achtet it fan grut belang foar de Fryske wurkgelegenheid dat de haven fan Harns en de Westergosône útsjoch hâlden bliuwe op foldwaande stipe en omtinken.


5. Nota net útstelbere útstellen

De FNP kin ynstimme mei alle útstellen, útsein de útstellen 4, 5 en 6. Wat útstel 4 bydrage Stjoergroep SSL oanbelanget wurdt der no in ekstra kredyt frege. Dit is noadich om't de beslútfoarming yn Den Haach sa lang op him wachtsje liet. De FNP fynt dat dêr dan ek de rekken dellein wurde moat. PS hawwe E 285 miljoen beskikber stelt hawwe foar it Suderseespoar, wêrfan E 80 miljoen reserve te foarmjen út ekstra NUON-dividend, op basis fan priispeil 2002. Allinnich, der wie yn desimber 2003 noch gjin reserve om't der gjin ekstra NUON-dividend wie. En de NUON-oandielen kinne troch in beliedswiziging by it Ryk ek noch net ferkocht wurde. Yn hoefierre kin de provinsje dan syn finansjele tasizzings op basis fan de bestjoersoerienkomst wier meitsje? Noch in reden te mear, tinke wy, om net oan dit ûnberoaide aventoer te begjinnen. Wat útstel 5 oanbelanget, de ferfanging fan de boat PW102, it fernuveret ús dat in pear jier tebek dit skip oankocht is. No blykt dat it net mear foldwaan kin, wêrom is dat no ynienen al sa, wie dat doe net te fersjen? Der blykt ek gjin ferfangings/ôfskriuwingsbelied yn dit stik fan saken te wêzen, blikens de opmerking yn de Desimbernota 2003 by dat oare skip, de PW10, ferline jier, doe't sein waard dat der gjin jild reservearre wie foar ferfanging! Wat útstel 6 oer de Duorsume Untwikkeling oanbelanget fine wy dat in sympatyk útstel, mar it is net helder wat no krekt it beëage risseltaat is en wêrom as dit gjin fierder fertraagjen lije kin. Dêrom kinne wy der sa no net mei ynstimme.


6. Jierrekken

De jierrekken toant in rekkenoerskot fan E 9.5 miljoen tsjinoer in begruttingsaldo fan E 0. De analyzes yn de jierrekken moatte de oarsaken derfan ynsichtelik meitsje. In ôfwiking fan de begrutting kin it neifolgjende betsjutte:


- de begrutting / foarkalkulaasje doogde net
- de oarsaak sit yn de útfiering

- der wiene net foarsjoene omstannichheden

Yn it jierferslach is yn detail oanjûn wat de oarsaak is fan de oer- en ûnderskriedings. Yn de jierrekken 2003 is in risseltaatopbou op haadlinen makke. Dêrby is net oanjûn wat yn haadlinen de oarsaken binne fan it rekkenoerskot en yn hoefierre der al dan net (strukturele) begruttingswizings út nei foarren komme. De analyzes mei de bybehearende aksjes drage by oan in fierdere ûntwikkeling fan de planning & control syklus fan de Provinsje en oan it ûntwikkeljen fan betroubere begrutting. By it útbliuwen fan ferfolchaksjes is it leareffekt net optimaal. Foar PS is it op dit wichtich om te witten of in part fan it rekkenoerskot strukturele gefolgen hat, bygelyks om't de budzjetten te heech rûsd binne.

Wy komme dêrom mei in moasje dy't DS opdraacht om dit ynsichtlik te meitsjen foar't wy yn novimber 2004 de begrutting definityf fêststelle sille.

Gemeentebelangen Friesland Algemiene skôgings

FRYSLÂN FEROARET

In heal jier nei de presintaasje fan de algemiene skôgings fan 2003 bringe de Steaten fan Fryslân de skôgings 2004 nei bûten.. Jo kinne jo ôffreegje oft sa koart nei de foarige skôgings sa'n hifkjen winslik is. Yn hoefier kinne jo it provinsjaal belied yn in heal jier feroarje? Nij belied dat ynsteld is nei oanlieding fan de foarige skôgings hat noch amper kâns hân om in sichtbere projekten omset te wurden. Dochs binne der yn'e ôfrûne moannen oangeande it ynstelde duale systeem yn ús provinsje Fryslân wol saken oan'e oarder kommen, wêroan yn dizze skôgings wol oandacht jûn wurde moat. Ek nasjonaal belied, delset yn ûnder oare de "Nota Ruimte", is fan belang foar fryslân. Moat it swiertepunt ferskowe fan in ekonomyske nei in rekreative provinsje óf jouwe wy ek de kommende jierren bliuwend stipe oan it belied dat wy yn gong set hawwe. Foaral fan út dat eachpunt wol Gemeentebelangen Friesland dizze skôgings fiere.

It duale bestjoer yn de provinsje Fryslân hat de ôfrûne moannen laad ta it mear belûken fan de ynwenners fan Fryslân by it provinsjaal belied. De "Petearen oer de romte fan Fryslân" dy foar it nije streekplan op hâlden binne en de harksittings oer it iepenbier ferfier yn Fryslân binne dêr foarbylden fan. Ek it tal simpoasiums, oer saken dy ûnderwurp fan aktueel belied yn de provinsje Fryslân binne, naam ta. Fryske steateleden nimme dy ynformaasje hieltyd mear yn harren op. Dat past yn it duale bestjoer, mar it jout ek oan dat it ynwinnen fan ynformaasje en it jin eigen meitsje fan provinsjale saken, mear en mear beslach leit op de beskikbere tiid. It stribjen fan duaal bestjoeren wie fermindere wurkdruk foar de steateleden; yn de praktyk blykt dat steateleden eins gewoan in folsleine baan krigen hawwe troch it duale stelsel.

De noch altyd delgeande spiraal yn ús ekonomy hat in de ôfrûne moannen laad ta in ferhege wurkleazens, wêrby yn guon gemeenten om-ende-by 15% en mear fan de beropsbefolking thús is kommen te sitten. Tagelyk mei dizze ûntwikkelingen rint it gemiddelde ynkommen yn Fryslân foars tebek en hawwe de ynwenners yn ús provinsje minder te besteegjen. Tsjin dizze eftergrûn fynt Gemeentebelangen Friesland dat de provinsjale lêsten net ferhege wurde moatte. De weromrinnende ekonomy fertaalt him ek nei it wenjen. De fraach nei keapwenten yn Fryslân is foars tebek rûn. De fraach nei hier wenten is lykwols foars ta nommen, foaral nei dy yn de goedkeapere sektor. Yn mannich gemeente is it tal húshâldings dat foar in hier wente yn oanmerking komme wol, oprûn oan boppe de tûzen. Op hier gebiet hearsket foar it earst sûnt jierren wer wentenead yn Fryslân. Fryske gemeenten kinne op it stuit gjin ynfollen jaan oan dizze fraach.

It wentebou belied is yn Fryslân yn in ympasse rekke. De druk yn in soad gemeenten om mear wenten te bouwen dan de kontinginten talitte is foar it grutste part ferdwûn. No de fraach feroare is fan keap- nei hier wenten, kin yn in soad gemeenten dy omslach net makke wurde. Troch alderlei nasjonale besúnigings kinne de ynkomsten út de gemeentelike grûnbedriuwen net mear mist wurde yn it finansjele belied fan in protte gemeenten. Wet- en regeljouwing en de ûnderhandelings mei tefolle partijen op de wentemerk, frustrearje dizze wentemerk en dêrmei ek de wentebou. De provinsje Fryslân sil op it mêd fan de wentebou middels en oplossings oandrage moatte foar it flotlûken fan de wentemerk en dêrmei ek fan in stik ekonomy yn Fryslân.

De wurkgelegenheid yn Fryslân stiet ûnder druk. Yn in grut tal gemeenten is in part fan de beropsbefolking wurkleas wurden fangefolgen de ekonomyske resessy. Bedriuwen lije langer hoe mear ûnder de smoarende wet- en regelsucht fan Brussel, it ryk, de provinsje, gemeenten en wetterskip. Soks hat foaral in ferlamjende útwurking op de groei fan de Fryske ekonomy en dêrmei ek direkt op de wurkgelegenheid. Foaral it Midden en Lyts Bedriuw (M.K.B.) yn Fryslân moat tefolle tiid besteegje oan de administraasje dy de wet en regeljouwing freget. Hjirtroch komme de produksje en it produkt fan it M.K.B. ûnder drul te stean en wurde te djoer. Gemeentebelangen Friesland merkbyt grutte problemen yn it soarchstelsel. De kwaliteit fan de soarch rint yn Fryslân sterk werom. Stadichoan minder minsken wurkje oan de basis en hieltyd mear minsken wurkje yn lieding en omballingen. It gefolch is dat swier optuge soarchorganisaasjes fleugellaam as it op de echte soarch oankomt. De burokrasy in dizze sektor slokt hast al it jild foar de soarch op. Ek oangeande de wachtlisten is der neat ferbettere. Hoewol op it each de wachtlisten op ferskate gebieten yn de soarch ferdwûn binne, blykt dat de wachtlisten no kamûfleare yn de organisaasjes sels oanwêzich binne. Nei de oanmeldingsgesprekken wurde dyjingen dy de soarch fan neden hawwe, earst nei lange wachttiden behannele.

Yn Nederlân meitsje provinsjes der hieltyd mear wisânsje fan om, yn foartrajekten fan wichtige ynternasjonale en nasjonale belied- en projektfoarstellen, de foar de provinsjes needsaaklike en winsklike wizigings oanbringe te litten. Ek de provinsje Fryslân makket dêr gebrûk fan. Sjoen de oerrompeling fan nij belied oangeande gaswinning op de Waadsee, de Nota Romte en oar nasjonaal belied, freget Gemeentebelangen Friesland him ôf of it kolleezje yndied mei dy lobby dwaande west is of wolfernoege efteroer leunt en fertrout op de solide basis fan de Langman akkoarden. Wurdt it net tiid dat wy yn Fryslân de spearpunten fan it Fryske belied es goed op in rigel sette en dy dan ek fentileare rjochting De Haach en Brussel?

Jierferslach 2003

It útbringen fan it jierferslach is yn it duale provinsjale bestjoer it momint foar de steaten om har kontrolearjende taak ú te fieren. It jout in oersicht fan de mjitte fan útfiering fan beliedsplannen yn de provinsje Fryslân. It jout oan wat der berikt is, wat de ynspannings west binne en hoefolle jild dermei anneks west is. Dêrmei is it jierferslach it útwurke húshâldboekje fan de provinsje Fryslân, dat as ferantwurding fan de útfiering fan it provinsjaal belied troch deputearre steaten oan de steaten oanbean wurdt. It jierferslach 2003 is oersichtlik en helder útwurke. Dêrfoar ús kompliminten. Op sommigge punten dochs wat krityk.
De apparaatkosten wurde yn ferskate haadstikken fan it jierferslach as ûnderskrieding of as oerskrieding ta skreaun. Gemeentebelangen Friesland freget him dêrby ôf dizze kosten net tefolle as slútpost brûkt wurde.

Bestjoer en feiligens

Yn Fryslân hat it provinsjaal bestjoer de stap nei it dualisme set, hoewol de goeroe fan dit systeem, Elzinga, wilens dêr alwer ôfstân fan nommen hat. Stadichoan mar seker wurdt de feroaring fan in monistysk bestjoerssysteem nei in duaal bestjoer yn de provinsje Fryslân sichtber. It kolleezje, de steaten en it amtlik apparaat hawwe elts foar himsels dêryn in wichtige taak. Yn de kommende jierren moat it duale systeem mear saaklik en trochsichtich wurde, foar de hege kwaliteit dy wy allegearre oan in duaal provinsjaal bestjoer stelle wolle. Mear slach - en diekrêft is net allinne in winsk, mar heart ek realiteit te wêzen. Kommunikaasje en oerlis mei de provinsjale wurkflier, de ynwenners, ynstellings en bedriuwen, is it fundemint om provinsjaal belied te ûntwikkeljen yn ús hieltyd feroarjende provinsje. Earder joegen wy oan in foarkar te hawwen foar de bou fan in nij provinsjehûs oan de râne fan Ljouwert. Dit om in goede berikberens fan it provinsjaal bestjoer yn de takomst seker stelle te kinnen en de boukosten behearsber te hâlden. No in mearderheid fan de steaten keazen hat foar in sobere en effektive fernijbou fan it besteande provinsjehûs mei behearsking fan de boukosten, sille wy as Gemeentebelangen Friesland dit proses kritysk folgjen bliuwe. Tsjinfallende finânsjes twinge ek de provinsje Fryslân ta besúnigings. De nasjonale regearing, de gemeenten en it wetterskip ferhelje tsjinfallende finânsjes op ús ynwenners. Gemeentebelangen Friesland wol de Fryske ynwenners net mear belêste. Gemeentebelangen Friesland wol de besúnigings yn de provinsjale organisaasje plak fine litte. Earst sjen wêr yn de provinsjale organisaasje besúnige wurde kin, ear't wy de ynwenners fan Fryslân oansprekke. Gemeentebelangen Friesland tinkt dêrby oan it net ynfoljen fan fakatueres en sjen nei in oare wurkferdieling yn de organisaasje en in kritysk each nei de formaasjebehoefte. Derneist wol Gemeentebelangen Friesland in kritysk hifkjen fan it ferlet oan alderlei provinsjale tsjinsten. Op'e nij profyleare , prioriteiten stelle, effisjint opereare kinne yn de provinsjale organisaasje liede ta in strukturele besúniging op de útgaven.

De provinsjale en gemeentlike rampeplannen binne fêstlein, mar moatte ek geregeld hifke wurde op de werklikheid fan it momint. De terreur yn oare lannen hat oantoant dat op de meast ûnferwachte mominten, feroarsake troch it ynternasjonale terrorisme, ek yn Fryslân in omfangrike ramp feroarsake wurde kin. De Fryske gemeenten, foaral dy in wêzentlik doel fan it ynternasjonaal terrorisme wêze kinne, sa as de haven yn Harns en de fleanbasis Ljouwert, moatte dêrop de previnsje en harren rampeplannen goed ôfstimme.

FERKEAR en FERFIER.

It provinsjaal bestjoer moat him yn de kommende jierren ûnfermindere ynsette op de ferbettering en it ûnderhâld fan de ynfrastruktuer. It grutste punt fan soarch is en bliuwt de ynfrastruktuer yn en om Ljouwert. In eardere útfiering fan de Heak om Ljouwert en de oanlis fan it Noardwest Tangent is nedich. By de útfiering en oanlis fan sawol de Heak as it Noardwest Tangent hearre ek de ynfrastruktuerele oanslútings fan wen en bedriuwenlokaasjes yn Ljouwert. Yn oanslúting op de ferdûbeling fan de dyk Surch - Mullum sil ek in nije brêge oanlein wurde moatte oer it Van Harinxmakanaal by Harns. Dit is in earste foarwaarde foar in goede ûntsluting fan Harns, de Westergoa Sône en Ljouwert fia de ôfslútdyk. De Sintrale As fan Nyegea oant Dokkum wol Gemeentebelangen Friesland mei foarrang útfiere. De ûntbrekkende jilden kinne generearre wurde út de opbringsten fan it waadgas. Gemeentebelangen Friesland is fan miening dat it provinsjaal bestjoer him sterk meitsje moat foar it ynheljen fan opbringsten fan it waadgas om dêrmei neist natoer yn de Waadsee ek de ynfrastruktuer yn Fryslân mei te finansieren. In goede ûntslúting fan de Súdwesthoeke fan Fryslân is driuwend nedich. De rûnwei om De Lemmer hinne kin de ferkearsproblemen foar De Lemmer en de ûntslúting fan de Súdwesthoeke oplosse. Gemeentebelangen Friesland dat de provinsje Frysl6an ynkoarten it meast geunstige trajekt presintearet mei dêrby in planning foar útfiering fan dizze ûntslúting. It provinsjaal fytspadenplan heart in goede oanslúting te foarmjen op gemeentlike fytspaden. Gemeentebelangen Friesland ferwachtet dat Fryslân ta in wichtige merkepartner útgroeie kin op rekreatyf en toeristysk fytsgebiet. Ek de kuiersport dy yn Fryslân folop yn ûntwikkeling is, sjoen de groeiende belangstelling fan û.o. de Slachte marreton, de alve st6eden kuiertocht en oare kuier eveneminten sille oanslúte moatte op de behoefte dêrta. Dat ferget ek mear provinsjaal belied yn de foarm fan in goed kuierpaden plan. Gemeentebelangen Friesland is tsjin de oanlis fan de magneet sweefbaan, mar stiet posityf foar de oanlis fan in flugge treinferbining mei de Rânestêd oer. In flugge treinferbining sil de ekonomy, de wurkgelegenheid en it toerisme yn ús provinsje befoarderje. In flugge treinferbining sil yn ús eagen pas echt sin hawwe as dit ek in ynternasjonale ferbining wurdt. De definitive beslútfoarming oer de flugge treinferbining leit yn ús eagen by de befolking fan de provinsje Fryslân. Sy moatte har útsprekke oer foar en tsjin de wize fan útfiering fan dizze treinferbining. Om de ferfier streamen fan goederen tusken Ljouwert en Harnser haven fierder te ûntwikkeljen, is in ûndersyk nedich foar dit ferfier oer it spoar op it trajekt Ljouwert - Harns en fia it Van Harinxma kanaal. Op koarte termyn moat dúdlik wurde of it kanaal opwurdearre wurde moat oan klasse V. Ek rekreative farwegen krije yn it PVVP in klassifikaasje. De 11-stêdenroete is foar in grut part oantsjutten mei de Dm-klasse. Dit moat ek realisearre wurde foar it ûntbrekkende part yn Noardwest Fryslân.

WETTER

Wetter is ien fan de wichtichste faktoaren yn ús Fryske mienskip. Yn de beweging fan wetter spegelt him de beweging fan dy mienskip. Beskikberheid, behearsberheid, oerlêst, feiligens, berging en ôffier; it binne foar de provinsje Fryslân net allinne mar wurden, mar jout ek de Fryske dynamyk fan wetter oan. De Fryske plannen mei it wetter stean oan in begjin fan in feroarjend behear fan it wetter. De útfiering fan dat behear is dellein by Wetterskip Fryslân, wêryn alle taken oangeande wetter ferienige binne. De behearsberheid fan it wetter stiet dêrby foarop. It wetterskip sil him yn de kommende jierren dan ek rjochtsje op de romte foar wetter en de ôffier fan wetter troch ôffierkanalen, slûzen en gemalen. Neist plannen foar de bou fan in gemaal y Harns wol Gemeentebelangen Friesland mei foarrang in ûndersyk nei de bou fan in gemaal by de Lauwersmar. De swierrichheden yn dit gebiet mei de ôffier fan wetter wurde elts jier grutter en yn gearwurking mei de provinsje Grins sille dy oplost wurde moatte. Ek de ynwenners fan Fryslân fine it wetter in hieltyd wichtiger faktor, sa't bliken docht út it ferhege tal stimmers by de ôfrûne wetterskipsferkiezing. Gemeentebelangen Friesland is tsjin de opslach fan wetter op lânbougrûn. Oer de opslach fan wetter op natuergrûn is op dit stuit te min sicht. De ynundaasjeferslaggen fan de proefprojekten yn de Bloksleatpolder en Bosma Zathe moatte de Fryske steaten mear ynsicht jaan oer de gefolgen fan dit soarte fan wetteropslach. Gemeentebelangen Friesland is tsjin it ynlitten fan sâlt wetter yn it Lauwersmargebiet en yn it Iselmar, dit yn ferbân mei de kâns op fierder sâlt wurden fan de lânbougrûn yn de omjouwing fan dy gebieten.

MILJEU

De yngewikkelde wet - en regeljouwing op it mêd fan miljeu moat ferienfâldige wurde. Dit liedt ta ferskillen yn previnsje en hânhavenjen by de Fryske bedriuwen. De provinsje Fryslân ynfestearet ek foar de takomst mear en mear yn it miljeu en dêrmei yn in duorsume en sûne mienskip. De resultaten fan in goed miljeubehear yn de provinsje Fryslân begjinne mear sichtber te wurden yn in skjinnere natuer fan sawol it plattelân as de stêd. Bedriuwen wolle oan de easken fan it miljeu en duorsumens foldwaan, mar wolle net bûn wêze oan alderlei ûndúdlike regeljouwing. Yn de kommende jierren sille dêrom mei bedriuwen oerienkomsten ôfslúten wurde moatte oer miljeu - en duorsumheid easken en sil de regeljouwing ôfskaft wurde moatte. Gemeentebelangen Friesland wol mear stjoering op it mêd fan duorsume wentebou en duorsume bedriuwen. Goede foarbyldprojekten op dit mêd moatte troch de provinsje Fryslân finansjeel stipe wurde.

Yn Fryslân is noch foldwaande romte foar wynenerzjy en sinne-enerzjy. Foar wynenerzjy moat it ynstelde klusteringsbelied op 'en nij besjoen wurde. Yn Fryslân kinne en moatte mear mooglikheden op alderlei mêd fan alternative enerzjyfoarsjennings stipe en sa nedich subsidiearre wurde yn it belang fan in skjinner miljeu. Der moat mear ynset wurde op ierdewaarmte en biogas ynstellaasjes.

LAN - en TÚNBOU

De nije Nota Romte leit nije beheinings op oan de lân - en túnbou yn Fryslân. Trije nije Nasjonale Lânskippen wurde yn de nota oanwiisd, nammentlik: Westergoa, de Noardlike Wâlden en Súdwest Fryslân.

It Europeeske Lânboubelied hat ta gefolch dat de ynkommensposysje fan de melkerij yn de kommende jierren sterk tebek rinne sil. Boppedat sil troch it foarnommen nasjonale strontbelied de yntinsive feehâlderij in net ta te steane efterútgong fan it ynkommen ferwurkje moatte. Ek de boubedriuwen sille in wat beheinder ynkommensefterútgong ûndergean moatte. Utwreiding fan it bedriuwsoerflak en/of oerstappe op oare agraryske taken, sille yn de kommende jierren de fraach nei lânbou tanimme litte. It fierdere ynfoljen fan de Ekologyske Haadstruktuer en de fierdere útwurking fan it wetterbehear yn de natuer yn Fryslân sille ek yn de kommende jierren beslach lizze op gâns hektaren lânbougrûn. Troch de ferskillende belangen by it yn 'e hannen krijen fan lânbougrûn wurdt de druk op dy grûn yn de kommende jierren grut. Gemeentebelangen Friesland wol dêrom dat troch de provinsje oprjochtsjen fan in Provinsjale Fryske Grûnbank ûndersocht wurdt. Sa'n grûnbank kin yn de takomst in wichtich ynstrumint yn ús provinsje wêze. It is lykwols de fraach of oprjochting fan in grûnbank allinne finansiere wurde kin út de lânynrjochtingsjilden. Foarse útwreiding fan Fryske agraryske bedriuwen ferûnderstelt ek foarse útwreiding fan de oanbelangjende boukavels. Yn Fryslân hanteare de gemeenten ferskillende oerflaktematen as it om útwreiding fan de agraryske bedriuw boukavels giet. De provinsje sil in romhertich belied hantearje moatte oangeande dizze maat by de beoardieling fan de bestimmingsplannen. Gemeentebelangen Friesland stiet sympatyk foar in duorsume lânbou oer, wat rjochte is op kwaliteit en in rendabele bedriuwsfiering. Dit jildt ek foar de biologyske lânbou; dêrby giet Gemeentebelangen Friesland út fan de eigen kreft en dynamyk fan de biologyske lânbou sels. Gemeentebelangen Friesland stipet in fierdere útwreiding fan it glêstúnbou gebiet yn Noardwest fryslân. Dit yn it belang fan de ekonomy en de wurkgelegenheid yn dit gebiet. By in fierdere útwreiding yn de kommende jierren moat Berltsum in wichtige sintrumfunksje yn it gebiet krije. De hynstehâlderij yn de provinsje Fryslân krijt ynternasjonaal hieltyd mear namme en is foar Fryslân fan ekonomyske betsjutting wurden oangeande de eksport fan hynders. De hynstefokkerij fertsjinnet stipe fan de provinsje Fryslân.

EKONOMY, REKREAASJE en TOERISME

It ynstellen fan twa ekonomyske sônes is yn Fryslân fuortkommen út de gedachte fan bundeling en konsintraasje. Gemeentebelangen Friesland stipet dizze gedachte, mar stelt tagelyk fêst, dat dit belied te faak heaks stiet op ûntwikkelingen yn it plattelânsgebiet bûten de sônes. Dêrom stiet sy in belied foar fan twa sterke ekonomyske sônes mei dêrneist in lyksoartich belied foar in grut tal sterke regionale kearnen op it plattelân. Ut it ferdrach fan Lissabon folget dat it belied mear rjochte wurde moat op kennisûntwikkeling , ynnovaasje, en fuortsterkje fan de eksportposysje. Yn it "Kompas op Koers" hawwe wy dit belied in plak jûn. Yn de eagen fan Gemeentebelangen Friesland is dit belied ûnfoldwaande fan de grûn kommen is yn Frysl6an. Wy roppe fan de provinsje út in soad, mar dogge op dit mêd te min. It wurdt tiid mei dieden yn te setten op de doelen fan dit belied.

De nije Nota Romte ûndergraaft it Fryske systeem fan bundeling en konsintraasje yn de ekonomyske sônes; sy komme yn dy nota as sadanich net iens foar. It komt Gemeentebelangen Friesland foar dat de sintrale oerheid yn De Haach ús provinsje hieltyd mear diskriminearet en te nei komt troch ynset provinsjaal belied mei ien pennestreek fuort te streekjen. Foaral de Westergoa sône sil sterk negatyf oantaast wurde as de plannen oangeande it oprjochtsjen fan in nasjonaal lânskip "Westergoa" om Harns hinne werklikheid wurde sil. Gemeentebelangen Fryslân wol beide ekonomyske sônes yn Fryslân yn syn hiele hear en fear hânhavenje en ferwiist de Nota Romte datoangeande nei it jiskefet. Wat Harns oanbelanget wol Gemeentebelangen Friesland in ekstra ynset foar fierdere ûntslúting fan de ynfrastruktuer en it havengebiet. De tiid is no ryp om fierdere útwreiding fan it havengebiet te plannen en de fargeul te ferdjipjen. Fierder is de Westergoasône yn de kommende jierren ekstra soarch nedich fan de provinsje út. De te hege wurkleazens yn Ljouwert ferget ekstra maatregels. De ferbettering fan de ûntslúting fan ús provinsjehaadstêd moat mei foarrang útfierd wurde en de wentebou moat in ekstra ympuls krije om oan de grutte fraach nei wenningen foldwaan te kinnen. As Ljouwert net yn foldwaande wentebou foarsjen kin, moatte de gemeenten yn it stedsgewest op in evenwichtige wize dat probleem mei helpe oplosse. Salang der noch sprake is fan wenningkontingenten yn Fryslân, sil de hjoeddeiske tadieling fan 30% oan it stedsgewest yn stân bliuwe moatte. Neist de ekonomyske sônes moatte de regiokearnen mear mooglikheden krije om harren op it Fryske plattelân fierder te ûntwikkeljen. Ek foar de regiokearnen is konsintraasje en bundeling de útgongsgedachte; dit om in leefber en fitaal plattelân te befoarderjen.

De Nota Romte klaimt noch es mear romte foar natuer yn de foarm fan trije nije nasjonale lânskippen. De fraach is of wy dizze nije lânskippen wolle en as sadanich oanwize moatte. Gemeentebelangen Friesland wol yn it belang fan de wetterrekreaasje him bliuwend ynsette foar it Fryske Marreprojekt. Dêrneist is de fierdere ûntwikkeling fan de Alve Stêderûte oer wetter en de fierdere ûntwikkeling fan it Polderhoofdkanaal nedich. Yn Fryslân is net allinne wetterrekreaasje wichtich, mar ûntwikkelt dit him tagelyk mei it kultuer - en fytstoerisme hieltyd mear yn de bûtenskyl fan Fryslân. De provinsjale ynset sil him dêrop mear rjochtsje moatte yn de kommende jierren. Frysl6an is ommers folle mear as wetter allinne..

SOSJAAL BELIED en SOARCH

Wat de soarch oanbelanget, slagget de provinsje Fryslân der net yn om de wachtlisten behearsber te meitsjen. By hieltyd mear soarchynstellings binne de wachtlisten nei it oanmeldingsgesprek net mear sichtber. Dy wachtlisten binne ferpleatst yn de prosedueres fan de soarchynstellings. Dat kamûflearet oan de iene kant de hichte fan de wachtlisten, mar lit oan de oare kant dúdlik sjen dat der net mear ôfdwaande reagearre wurde op de soarchbehoefte yn frijwol alle ûnderdielen. Gemeentebelangen Friesland is fan betinken dat de tiid ryp is om de biezem troch de soarch te heljen yn it belang fan de soarch sels. Hieltyd faker wurdt de rop om de sprekwurdelike "hannen oan it bêd" grutter. Tefolle organisaasjes gean mank oan te grutte "managementteams" , tefolle oerlis, burokrasy en beslútleasheid, krekt no de sosjale gearhing yn Fryslân ôf nimt.

KULTUER, TAAL en UNDERWIIS

Kultuer is in wichtige pylder by de ûntwikkeling fan ús jongerein. Gemeentebelangen Friesland wol yn de kommende jierren mear ynsette op kultuer foar jongeren en wol d6erby ekstra finânsjes frij meitsje foar oplieding op it mêd fan sang, muzyk, dûns en toaniel.

Yn it Fryske ûnderwiis binne yn de ôfrûne jierren yn it primêr ûnderwiis neidielige ferskillen oangeande de prestaasjes konstatearre yn fergelyk mei lanlike gemiddelden. Sa binne by de learlingen fan de Fryske basisskoallen efterstannen by taal en rekkenjen konstatearre. De ferantwurdlikens fan de Fryske steaten yn it ûnderwiis hat mei foarm krigen troch it ynstellen fan de wurkgroep Underwiis. De útkomsten fan it ûndersyk sille mei rjochtingjouwend wêze om oplossingen foar de konstatearre efterstannen oan te dragen. Grutskaligens fan skoallen yn Fryslân draacht net of hast net by oan in heechweardige kwaliteit. Gemeentebelangen Friesland pleitet dêrby foar kompakte skoallen, ek yn it fuortset ûnderwiis, dy mear rjochte binne op de yndividuele learling. Soargen binne der oangeande dyjingen dy ûnderwiis jouwe . Driigjende tekoarten sille de kwaliteit noch mear oantaaste. Oangeande de kenniskampus Ljouwert sil der yn de kommende jierren mear provinsjaal jild beskikber wêze moatte om dit foar Fryslân unike projekt op in goede wize te ûntwikkeljen en stâl te jaan. Bedriuwslibben en it fuortset ûnderwiis moatte kennis better op elkoar ôfstimme en mear gebrûk meitsje fan dy kennis foar in bettere ûntwikkeling fan de Fryske ekonomy.

Gemeentebelangen Friesland fynt dat it dielnimmen fan de jongerein oan sporten net oan finansjele beheiningen ûndergeskikt wêze mei. Dielname oan sporten is foar eltsenien yn Fryslân en de provinsje hat dêryn ek in taak. Gemeentebelangen Friesland wol dêrta de sport yn folle fasetten in brede oandacht jaan bliuwe en dêr wêr it kin finansjeel stypje. Bysûndere stipe heart der te wêzen foar ús eigen Fryske sporten. Troch de protte besúnigings op sportgebiet wurdt it foar de jongerein hieltyd muoiliker om oan de organisearre sport diel te nimmen. Sport Fryslân kin foar de provinsje Fryslân har belied en de projekten de kommende jierren fuortsette en ôfstimme op de ûntstiene finansjele problematyk yn de sport.

ROMTE

Romte is it skaaimerk en it nammekaartsje fan ús Fryske plattelân. Gemeentebelangen Friesland wol dy romte fan it provinsjaal belied út mei soarch beheare. Dat fereasket yn de foar ús lizzende jierren in soarchfâldich belied oangeande ta de ynfrastruktuer, de bou fan wenningen en bedriuwen, mar ek nei de lân - en túnbou ta yn ús provinsje. Gemeentebelangen Friesland is fan miening dat earst it akkomodearjen fan de fluch feroarjende lânbou seker steld wurde moat, ear't oan fierdere klaims foar natuer - en lânskipsynrjochting tajûn wurdt. Wentebou en bedriuwichheid fynt plak yn de ekonomyske sônes en yn de regiokearnen. Dêrneist sil yn de lytse doarpen yn Fryslân de oandacht bliuwend rjochte wurde moatte op it behâld fan de foar dy doarpen fitale funksjes. De wentebou yn de lytse doarpen bliuwt rjochte op eigen oanwaaks en op eigen bedriuwichheid. De provinsje Fryslân moat befoarderje dat starters en âlderen harren yn eigen doarp festigje kinne of dêr bliuwe kinne. De Fryske kultuer op it plattelân bliuwt allinne bewarre as de provinsje en de gemeenten yn Fryslân harren der mei dieden foar ynsette bliuwe wolle. Dêrby heart beskerming fan it Fryske erfskip, sa as karakteristike tsjerken, mounen, pleatsen en states.

FYNANSJES

Yntinsivearje fan it besteande belied en it ûntwikkeljen en útfieren fan nij belied, sille op de beskikbere finansjele romte fan de provinsje oant 2008 in foars beslach lizze. As alle foarnimmens ta yntinsivearring fan Fryslân yn de kommende jierren útfierd wurde, sil dat liede ta in foars tekoart op de mear jierren begrutting. Gemeentebelangen Friesland kiest foar in effektyf, doelmjittich en slachfeardich belied yn de provinsje, mar sil dat belied hieltyd ek hifkje op de realiteit fan in goede en ferantwurde útfiering. It noch te dekken tekoart yn de Kadernota berint oant 2008 in bedrach fan E 67 miljoen. Dêrneist is der noch in soad belied yn in stadium fantarieding en spylje der yn de provinsje noch in tal fraachstikken, dy op in fierdere útwurking wachtsje. It tekoart sil d6erom mear wêze as de E 67 miljoen, dy no oanjûn is, as wy op de ynsleine wei fierder gean. Ek nei 2008 sille nei ferwachting de provinsjale finânsjes net tarikkend wêze om alle plannen te finansieren. Dêrneist spilet de ûnwissens oer de Langmanjilden yn dizze perioade. In lange termynaginda kin de steaten mear ynsicht jaan oer de provinsjale finânsjes op lange termyn. Dêrneist moat ek tige sjoen wurde nei jildmiddels, dy yn de kommende jierren beskikber komme of beskikber komme kinne. Saken dy op termyn spylje binne ûnder oare de ferkeap fan de NUON oandielen. Dêrfan hawwe wy wol jild reservearre foar de mooglike komst fan de Súderseeline yn in sweeftrein útfiering, mar is fierder alles om dy ferkeap hinne ûndúdlik. Foar Gemeentebelangen Friesland binne de fragen oer de ferkeap fan de NUON oandielen wichtich foar de beskikberheid fan finânsjes. Dêroer heart ek dúdlikheid te wêzen yn in Kadernota. Wannear kinne de oandielen ferkocht wurde, wat bringe se op en hokker diel komt beskikber foar ús provinsjale bedriuwsfiering? Ek wichtich is de eventuele winning fan it waadgas. De realiteit gebiedt dat it nasjonale regear it waadgas winne wol en dat it grutste diel fan de Twadde Keamerleden har al ree ferklearre hat posityf yn te stekken op de winning fan it waadgas. In stimming oer dy winning liket noch mar in formaliteit te wêzen. De provinsje fryslân hat him yn it bestjoersakkoard tsjin de boarring nei waadgas ferklearre, mar de provinsje hat oangeande de winning mar in advisearjende stim. Gemeentebelangen Friesland wol in op it winnen fan it waadgas inte senario klear lizzen hawwe, wêrby de provinsje in substansjeel part fan de opbringsten fan it waadgas yn helje kin. Net allinne foar de ferbettering fan de natuer yn it waadgebiet, mar oerienkomstich de oanbefellings fan de kommisje Meijer, ek foar finansjele dekking fan de Fryske ekonomy en ynfrastruktuer. De mooglike besúningsrjochtingen dy oanjûn wurde yn de Kadernota, binne yn de eagen fan Gemeentebelangen Friesland tefolle ienrjochtingsferkear. Yn de ôfrûne jierren hawwe wy ynstimt mei in tydlike ferheging fan de provinsjale opsinten mei 8 punten oant 2008. Dizze tydlike ferheging kin nei 2008 omset wurde yn in permaninte ûnder de betingst dat de opbringsten dêrfan bestege wurde foar majeure ynfrastrukturele projekten. De foarstelde ferheging fan 5 punten yn 2005 en 5 punten yn 2006 wiist Gemeentebelangen Friesland ôf. Yn in tiid dat it ús bedriuwen en ús ynwenners yn de provinsje ekonomysk minder giet, past it as provinsjale oerheid net om dy bedriuwen en ynwenners nochris ekstra te belêsten. Wêr bedriuwen yntern besúnigje by in weromrinnende ekonomy sil de oerheid nei besúnigingsmooglikheden yn eigen organisaasje sykje moatte. Gemeentebelangen Friesland wol dêrom nei in taakstellende besúniging yn de eigen organisaasje fan de provinsje. Dêrta sil in ûndersyk nei de mooglikheden en ûnmooglikheden en de hichte fan it te besúnigjen bedrach fan sa'n besúnigingsronde in dúdlik jaan moatte. De formaasje fan it amtlik apparaat yn de provinsje is goed yn lykwicht en ôfstimd op de easken dy de útfiering fan it wurk fan de provinsje dêroan stelt. Gemeentebelangen Friesland is dêrby fan miening dat in besúniging yn it amtlik apparaat op dit stuit gjin prioriteit hawwe kin. Besúniging is lykwols wol mooglik troch in jier lang de fakatueres, dy yn de organisaasje ûntstean,net op te foljen, mar it wurk yn de organisaasje better te ferdielen. Troch it in jier lang net opfoljen fan fakatueres ûntstiet in strukturele besúniging. Ek oare provinsjes hawwe troch harren organisaasjes goed troch te ljochtsjen, foarse besúnigings ta stân bringe kinnen. Gemeentebelangen Friesland is fan miening dat dit ek yn ús organisaasje kin en dat dêrtroch struktureel finânsjes frij falle kinne.

TA BESLÚT

Gemeentebelangen Friesland wol allegearre út de provinsjale organisaasje tankje foar de plezierige wize, wêrop gearwurke is en de wize wêrop ús ynformaasje jûn is. Ek de griffy hat ús tige stipe yn in tiid, wêryn wy as fraksje it wankele paad fan it dualisme opgongen binne. De bân mei it kolleezje is wat in oare wurden, mar, nei efkes wenne, net in mindere. Mei de steateleden fan alle partijen hawwe wy yn de ôfrûne moannen goed oerlis fiere kinnen en ús doelen kenber meitsje kinnen. Ek hawwe wy ús stipe faak jaan kinnen oan ús kollega steateleden by de doelen, dy sy neistribben. Hertlik tank foar de goede gearwurking en fan ús kant hoopje wy dy yn de kommende tiid yntinsivearje te meien.

Grienlinks Algemene beschouwingen

0. Jaarrekening 2003______________________________________________

GrienLinks heeft het bestuursakkoord niet ondertekend. Kijken we terug, dan weten we weer waarom: keuzes voor grote infrastructurele projecten, te weinig aandacht voor het OV als concurrent voor de auto, economie te veel gericht op groot en milieubelastend. Er worden grote projecten aangegaan met zoveel partners dat er niets mis mag gaan of het gaat drukken op andere beleidsterreinen. Beleidsterreinen die GrienLinks belangrijk vindt, zoals OV, milieu-duurzaamheid, ecologie, duurzame economie, sociaal beleid met jeugdzorg. Dat zijn nou juist de velden waarvan we gehoopt hadden dat ze op grond van de verkiezingsuitslag meer aandacht zouden krijgen. De ontwikkelingen rond de Langmangelden na 2006, waarvan de eerste tekenen in 2003 zichtbaar werden, baren ons zorg. Zoals een lezer van de LC het treffend schreef in een ingezonden stuk: "In het verleden gemaakte afspraken geven geen garantie voor de toekomst." Wat, als de Langmangelden wegvallen? Onze begroting gaat er dan anders uit zien: er zullen nieuwe keuzes gemaakt moeten worden. Het wordt ons inziens tijd voor het opstellen van een "strie-min" scenario, om van daaruit de keuzes voor de toekomst te maken. Er is een groot rekeningoverschot, zelfs bijna 4x zo groot als je alle reserveringen erbij optelt. Het NUON-aandeel is goed voor 2x de waarde van vorig jaar. En wat doen we met het geld dat over is? Ook hierin worden niet de keuzes gemaakt die ons hart hebben. Er wordt flink gestort in de reserve Zuiderzeelijn. We mogen niet risicovol beleggen, maar wel risicovol reserveren? Wat dacht u van investeren in kenniseconomie, die gevoed wordt vanuit een samenwerking tussen Hoger Onderwijs op de terreinen zuivel, duurzame landbouw, waterbeheer en waterkwaliteit. Investeren in een trendbreuk in onderwijs, door de aandacht te gaan richten op vakopleidingen. In cultuurtoerisme, in duurzame ontwikkeling en duurzame economie door in te zetten op o.a. Energy Valley.


1. Bestuur en veiligheid____________________________________________

"Een impuls aan de kwaliteit van de provinciale democratie .."(p.13) De reeks sociale debatten brengt de Friese bevolking nog niet massaal op de banken. Om daadwerkelijk te horen wat er leeft in de samenleving zullen we als Statenleden de boer op moeten. Dat hoort ook bij dualisme. Maar dan wel met een duidelijke agenda en gerichte vragen en zorgen dat je de mensen aan tafel krijgt. We zitten nu nog te veel binnen de muren van het provinciehuis.

Voorstel 1: Een maandelijkse bijeenkomst van de Staten, waarbij 's ochtends opiniërend in clusters (commissies) wordt gewerkt aan nieuwe voorstellen en initiatiefvoorstellen en waar in de middag- en avondsessie besluitvorming plaatsvindt over de zaken die in de maand voorafgaand aan de orde zijn geweest. Commissies kunnen dan vervallen. Inspraakrondes, debatten, hearings kunnen tussendoor gepland worden, ook buiten het provinciehuis. Essentieel daarbij is een goede communicatie, zowel intern als extern.

Provincies moeten meer werken met prestatie-afspraken. Hoe effectief is het werk van de provincie? Voldoet de productbegroting? Is er zicht op versterking van de bevoegdheden van de provincies en als dat aan de orde is kan dat met de huidige ambtelijke bezetting? De komende tijd zal daar naar gekeken dienen te worden.

Voorstel 2: Wat betreft het laatste wachten de discussie in IPO-verband af, maar zijn wel benieuwd wat het college er van vindt.

"De samenwerking tussen de provincie en de regionale hulpverleningsdiensten heeft geleid tot een inventarisatie van de risico's.." (p.16) Op papier klopt alles, inclusief de risicokaart, maar is dit in de praktijk ook zo? Bij de slagvaardigheid van veel gemeenten worden (landelijk) vraagtekens geplaatst. In onze ogen zou de provincie een veel sterkere rol moeten kunnen spelen in dit verband.

Voorstel 3: Als de provinciale taken en bevoegdheden in 2005 worden geïnventariseerd zou er met name ook naar dit aspect gekeken moeten worden.


2. Verkeer en vervoer ______________________________________________________

"Aanpak van de majeure knelpunten in de rijksinfrastructuur...."(p.18) Fryslân steekt haar nek uit en pakt de knelpunten, die door het Rijk niet zijn opgepakt, aan en wat betreft de Wâldwei, het traject Zurich-Harlingen en Rondweg Sneek heeft dat onze instemming, omdat met name ook geïnvesteerd wordt in veiligheid. Met de aanpak van de Haak om Leeuwarden zijn wij niet gelukkig en dat geldt ook voor het voorkeurstraject NoordwestTangent.

Voorstel 4: Kies voor de meest sobere aanpassing van de rondwegen om Leeuwarden. De Haak zo dicht mogelijk langs de spoorlijn en over de bestaande tracés en de NoordwestTangent tussen het vliegveld en de stad (Westeinde). Aanleg ook in deze volgorde.

De Zuiderzeelijn wordt 'n (volgende) nationale ramp, te vergelijken met de Betuwelijn. Nu al weer een extra financieringsgat van op dit moment E1.000.000.000,00! Nu ook verschillende 2e Kamerfracties dreigen af te haken (D66, LPF en de PvdA?) is het wellicht verstandig de bakens te verzetten.

Voorstel 5: Trek de stekker uit de zweeftrein, geef dit krachtige signaal door aan de Stuurgroep en aan Den Haag en bepleit een goede/snelle ontsluiting van het Noorden via het Zuiderzeelijn-Intercitynet.

Voorstel 6: Door (veel) lagere investering door het Rijk kan extra financiële steun worden gevraagd voor de realisatie van lightrailverbindingen in de rest van onze provincie .

Zorg voor een goed fietspadennet van, naar en in de steden en stimuleer het gebruik van de fiets in het woon-werkverkeer. (Rijks)bezuinigingen in het openbaar vervoer mogen niet ten koste gaan van de openbaar vervoervoorzieningen op het platteland - een protest richting Den Haag lijkt ons op zijn plaats. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in de bereikbaarheid per openbaar vervoer naar het stedelijk gebied als echt alternatief voor de auto.


3. Water _________________________________________________________________

"In 2005 (.) resultaten van de uitwerking door Wetterskip over hoofdkeuzen (..) voor de toekomstige afwatering".(p.25) Het nieuwe waterbeleid van de 21e eeuw zal ook in Fryslân zijn beslag moeten krijgen door de trits vasthouden-bergen-afvoeren.De nieuwe nota Ruimte heeft deze drieslag ook opgenomen om een goed waterbeleid te voeren qua waterkwantiteit en waterkwaliteit. Tot nu toe is bij het realiseren van retentiegebieden steeds gesproken over vrijwilligheid; GrienLinks is van mening dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn. Om aaneensluitende gebieden te realiseren is het goed mogelijk om bijvoorbeeld in de buurt van natuurgebieden dergelijke gebieden aan te wijzen. En dan de Waddenzee. Er is sprake van 'achterstallig onderhoud'. Om beschermende maatregelen voor het Waddengebied te gaan financieren uit gasopbrengsten is een merkwaardige constructie. Als Den Haag de Wadden werkelijk belangrijk vindt, moet men er gewoon geld bijleggen. Gaswinning in het waddengebied is de zoveelste aanslag op het toch al zo kwetsbare evenwicht.De kokkelvisserij dient zo snel mogelijk te verdwijnen, met uitzondering van de handkokkelaars. Wij kiezen voor een nieuw moratorium wat betreft de gaswinnining, anders vrezen we voor een mortuarium voor de Wadden.


4. Milieu __________________________________________________________________

"Het streven naar duurzame ontwikkeling is het hoofddoel van ons provinciaal beleid" Het begrip duurzaam wordt vanuit oogpunt van milieu, natuur, landschap, economie en sociale dimensie benaderd . Planet, people en profit. Er moet kennelijk eerst iets verdiend worden om (ook) iets aan het milieu te doen. Wij krijgen de indruk dat profit nummer een is (en was) en beschouwen dat als een verkeerd uitgangspunt. Wij willen ecologie boven economie stellen. Welvaartsgroei en toenemen van de milieudruk moet juist ontkoppeld worden. Die uitdaging moeten we aangaan. In Europees opzicht doen wij het helemaal nog niet zo goed, terwijl (ook) de indruk wordt gewekt dat 'wij roomser dan de paus zijn'.

Voorstel 7: In het nieuwe Provinciaal Beleidsplan (het oude is verlengd tot 1-1-2006) wordt in beeld gebracht wat de effecten zullen zijn op planet, people en profit. Voor de vele deelnotities, die in voorbereiding zijn, verwachten we per notitie een MEMgoedkeuring. MEM staat voor Milieu Effect Meting, waarbij gevolgen voor planet , people en profit in beeld worden gebracht.


5. Landelijk gebied ________________________________________________________

"Een duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied door ...."(p.34) Volgt een uitgebreide opsomming van alle op het platteland voorkomende activiteiten. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt.
In samenhang met infrastructurele aanpassingen (verdere ongewenste asfaltisering van Fryslân) in combinatie met het loslaten van het kernzone-beleid wordt een versnippering en verrommeling van het landelijk gebied in de hand gewerkt. Er moet dus een keuze worden gemaakt. In de Kadernota Streekplandiscussie is al flink gemorreld aan de bundelings- en concentratiegedachte, de behandeling van de Nota Ruimte kan voor nog meer verrassingen zorgen.

Voorstel 8: Fryslân houdt vast aan het kernzonebeleid (p.10 van het Bestuursakkoord) en neemt het standpunt in dat buiten de concentratiegebieden (Westergozone en A7- zone) er sprake zal zijn van een terughoudend ontwikkelingsbeleid, waarbij rust en ruimte gekoesterd worden en zelfs als economische factor gezien worden.

Een verdere groei van de glastuinbouw vinden wij ongewenst, er zal een stevige impuls moeten komen bij de verdere realisering van de ecologische verbindingzones en het agrarisch natuurbeheer moet flink groeien. Dan zal de "variëteit aan vaak nog gave landschappen" (p.39) (deels) in stand kunnen worden gehouden.


6. Economie, recreatie en toerisme __________________________________________

"Het bevorderen van een duurzaam economische ontwikkeling, gemeten in termen van werkgelegenheid, investeringen en inkomen" (p.41) In SNN-verband lijken de pogingen om een gericht arbeidsmarktbeleid van de grond te tillen niet erg succesvol. De inzet van Langmangelden voor het Noorden heeft minder arbeidsplaatsen opgeleverd dan verwacht en nog steeds worden de prognoses (naar beneden) bijgesteld. Meer infrastructuur levert in de regel meer verkeer op, maar niet noodzakelijkerwijs meer bedrijfsvestigingen. IBF Heerenveen is de spreekwoordelijke molensteen. Daar moet de provincie van af. De A7-regio moet concentratiegebied worden van (ook) kleinschalige industriële vestigingen, maar ook voor bedrijven die in de duurzame energiesector willen investeren. Een (verlengde) Energy-valley langs de A7. Een daarop aangepaste infrastructuur ligt er al en een bijpassend personenvervoernetwerk (aansluiting op lightrailnetwerk) zorgt voor een aanvaardbare combinatie van woon- en werkverkeer. Een ideale zone voor vestiging van bedrijven, ook voor het eigen Friese MKB, en een bundeling van werkgelegenheid. Dat geldt ook voor de Westergo-zone; na de aanpassing van het tracé Zurich-Harlingen is de zone, inclusief Leeuwarden, een stuk beter bereikbaar. Het landschapspark Westergo, zoals bepleit in de Nota Ruimte, wijzen wij van de hand. Leeuwarden kan dan de (noodzakelijk en gewenste functie van kantoorstad innemen en profiteert van de Zuiderzeelijn, die op betrekkelijk korte afstand is gelegen. Voor een betere ontsluiting van de hoofdstad kan vanaf Heerenveen het spoorwegtraject opgewaardeerd worden.

Voorstel 9: De provincie stapt uit IBF Heerenveen; de gemeente Heerenveen wordt eigenaar en ontwikkelt IBF als een gewoon duurzaam industrieterrein.

Recreatie en toerisme zullen voor Fryslân in de toekomst stevige economische peilers moeten blijven (worden).Te weinig wordt onderkend dat rust en ruimte ook belangrijke voorwaarden zijn en als economische dragers beschouwd kunnen. Cultuurtoerisme in Fryslân, met haar grote verscheidenheid aan landschappen en zee rijke historie en cultuur, is bij uitstek geschikt om de komende jaren professioneel op te pakken.

Voorstel 10: Kies jaarlijks (tweejaarlijks) provinciebreed een thema en kies voor een integrale benadering van dat thema.


7. Sociaal beleid en zorg ____________________________________________________

"..versterking van de sociale infrastructuur en de sociale kwaliteit van de Friese samenleving " (p.45) De Sociale Debatten, het concept Sociaal Beleidsplan en het Sociaal Investeringsfonds zijn op zich prima instrumenten, maar de hamvraag is of deze trits de sociale problematiek van Fryslân in kaart heeft gebracht en in staat is adequaat te handelen. Zijn wij in staat een goede sociale analyse te maken van de situatie in Fryslân, hebben we duidelijk in beeld wie aan de problematiek (kan) werken en zijn we het (bijvoorbeeld) eens over de uitgangspunten van aanpak. Spreiding van voorzieningen (ook vitaal platteland!), functioneren van de dokterswacht met haar opstartproblemen, jeugdzorg, steunfunctie plattelandsbeleid, meer aandacht voor preventie zijn allemaal radertjes in een integraal programma sociaal beleid en zorg. Ons komt het voor dat met het instellen van een Sociaal Investeringsfonds te snel door de bocht wordt gegaan en wellicht ook te kort. Het Rijksbeleid baart ons grote zorgen en wij vrezen dat in toenemende mate de brokken bij de lagere overheden (lees gemeenten) worden neergelegd. Het wordt houden en keren op zorggebied en het wordt tijd dat (ook) de provincie haar verantwoordelijkheden neemt en gemeenten ondersteunt - niet met de bedoeling alles naar zich toe te trekken, maar vanuit haar coördinerende en initiërende rol het voortouw neemt. Meermalen hebben we gepleit voor een nieuw overgangsjaar voor deze portefeuille om beleidsmakers en uitvoerders meer tijd te geven de discussies/verkenningen en analyses af te ronden.

Voorstel 11: Het slotdebat vindt eind juni plaats. Het vergt tijd om conclusies te trekken en aanbevelingen te doen voor het vervolg en daarom wordt gekozen voor een nieuw overgangsjaar en vindt definitieve afwikkeling plaats in de aanloop naar de begrotingsbehandeling van 2006.


8. Cultuur, taal en onderwijs _________________________________________________

"Versterken van de voorzieningen .."(p.52)
Het wordt tijd dat er in de hoogste versnelling de positie van het Frysk in alle opzichten verstevigd wordt. De massale toeloop van instellingen tijdens de in 2003 gehouden commissievergadering-Decembernota (heroverwegingen) spreekt in dit verband boekdelen. Dwars door de gehele Friese samenleving, van jong tot oud, klonk overduidelijk het pleidooi voor absolute ondersteuning. Dat geldt ook voor de morele en financiële steun aan onze autochtone streektalen, het Bildts en het Stellingwerfs. Financiële steun is een van de fundamentele voorwaarden om het Frysk, Bildts en het Stellingwerfs een reële overlevingskans te beiden. Maar er zijn ook maatregelen te treffen die minder kosten met zich meebrengen: een positieve grondhouding, een streven om minimaal 25% van de beleidsstukken in het Frysk aan te bieden en de mogelijkheden om Frysk/Nederlandse samenvattingen op te nemen. Cultuur gedijt ook tegen de stroom in ("Een kunstenaar moet lijden"), maar wij kiezen voor een duidelijke ondersteuning. Niet met het nadrukkelijke doel instellingen, instituties in stand te houden, want voor ons gelden absoluut duidelijke prestatie-afspraken . Nog deze zomer zullen de Staten zich moeten uitspreken over het Cultuurconvenant, het Productiefonds en Aksjeprogramma Kultuerberik.

De situatie in het Friese basis- en voortgezet onderwijs blijft de gemoederen bezig houden, al of niet met vermeende achterstanden. Wij zijn benieuwd naar de bevindingen van de Statenwerkgroep Onderwijsachterstandsbeleid en zien met belangstellingen de aanbevelingen tegemoet. Daarnaast is het van belang dat het VMBO opgewaardeerd wordt. In de beleving van veel ouders en leerlingen heeft deze afdeling van het voortgezet onderwijs een te negatieve klank, die het absoluut niet verdient. Wij pleiten voor een vorm van echt ambachtelijk onderwijs, omdat er nog steeds en in de toekomst steeds meer behoefte zal zijn aan ambachtelijke geschoolde werknemers. Een krachtige samenwerking tussen de Friese HBO's en universiteiten op het gebied van landbouw, zuivel en waterkwaliteit (als onderdeel van de kenniseconomie) moet de komende jaren in Fryslân nadrukkelijk gestalte krijgen. Vooral voor Leeuwarden liggen hier kansen.


9. Ruimte ________________________________________________________________

"In de kern gaat het daarbij om het hebben en houden van vitale steden en een vitaal platteland" (p.59) GrienLinks is van mening dat de provincies een stevige vinger in de pap moeten hebben en houden als het gaat om ruimtelijke ordening. Dit over laten aan de gemeenten houdt het grote gevaar in dat verdere versnippering en 'verrommeling' van het platteland de overhand zullen krijgen .Een krachtige toezichthoudende en toetsende rol van de provinciale overheid beschouwen wij als zeer gewenst. In de Nota Ruimte wordt een grotere beleidsvrijheid voorzien voor de gemeenten op het terrein van de woningbouw. Wij houden liever vast aan de sturende rol van de provincies .Aantallen en locaties, het stellen van duidelijke grenzen, het aangeven van contouren vanuit een samenhangende (provinciale) planologische visie. Het combineren van gewenste ruimtelijke en regionale ontwikkelingen in goede harmonie met lokale ambitie en mogelijkheden behoort bij voorkeur aan de provincies voorbehouden te blijven. De specifieke kwaliteiten van steden (groot en klein) in combinatie met een vitaal platteland tot een 'bruisend' geheel te maken, lijkt een 'hell-of-a-job'. Stel dan eerst vast in een duidelijke sterkte/zwakte analyse wat de huidige steden en dorpen te bieden hebben, cq missen en ontwikkel een toekomstvisie voor Fryslân voor de lange termijn. Laat het een integrale visie worden met daarbij aspecten als landbouw, milieu, recreatie/toerisme en verkeer en vervoer. "Hoe moet Fryslân er ruimtelijk over 50 jaar uitzien en wat moet ik vanaf nu ondernemen om dat te bereiken".Wonen, werken en recreëren in een gebied waar ook rust en ruimte een prominente plaats moeten krijgen.

Voorstel 12: Het college laat een sterkte/zwakte analyse maken van stad en land en presenteert aan de hand van de uitkomsten de gewenste kaart van Fryslân
2050, de invulling van het toekomstig ruimtelijk Fryslân.


10. Tot besluit______________________________________________________________

Alle ambities, die wij als GrienLinksfractie in de voorliggende hoofdstukjes aangegeven hebben, kunnen verwezenlijkt worden als we geldstromen op een andere wijze gaan inzetten. We hebben te veel en te lang gemikt op de grootschalige projecten, die in noordelijk en soms Europees (financieel) verband aangepakt zijn en gaan worden. Als de Europese geldstroom omgebogen wordt naar de Randstad (de rijke regio) en daar lijkt het verdacht veel op, zal Fryslân de balans moeten opmaken en zijn knopen moeten tellen. De euro kan maar een keer worden uitgegeven - we zijn te veel doorgeschoten in de grootschaligheidsgedachte (Friese Meren, MZB, IBF, Centrale As, Fries Museum, Nieuwbouw Provinciehuis) en kunnen niet meer terug. Of toch?
Nog zijn de NUON-aandelen niet verkocht (en kan dat ook zo blijven?), nog is er geen consortium gevonden dat een luchtkasteel in Fryslân wil gaan bouwen (aanleggen), nog is niet alles voorgoed verloren en zijn we (nog) niet zo pessimistisch als de dichter W. H. Auden in de slotregel van Funeral Blues schrijft: "For nothing now can ever come to any good"

Gearfetting algemiene skôgings fan GrienLinks, juny 2004.

Haadstik 0, Jierrekken 2003

Moat in fiks part fan it rekkenoerskot stutsen wurde yn in ûnwisse sweeftrein? GrienLinks tinkt earder oan ynvestearjen yn kennisekonomy, lykas fersterking fan it heger ûnderwiis op terreinen as de suvel, duorsume lânbou, wetterbehear en wetterkwaliteit en it ferbetterjen fan fakopliedings.

Haadstik 1, Bestjoer en feiligens.

Foarstel 1:
Alle moannen in gearkomste fan de Steaten, wêrby't moarns mieningsfoarmjend yn klusters (kommisjes) wurke wurdt oan nije foarstellen en inisjatyffoarstellen en wêr't middeis en jûns besluten nommen wurde oer de saken dy't yn de foarige moanne oan de oarder west hawwe. Aparte kommisje-gearkomsten kinne dan ferfalle. Ynspraakrûnten, debatten en harksittings kinne tuskentroch pland wurde, ek bûten it provinsjehûs. Essensjeel dêrby is in goeie kommunikaasje, sawol yntern as ekstern.

Foarstel 2:
Provinsjes moatte mear wurkje mei prestaasje-ôfspraken. Wat dit oanbelanget wachtsje we de diskusje yn IPO-ferbân ôf, mar we binne wol benijd wat it kolleezje hjir fan fynt.

Foarstel 3:
As de provinsjale taken en foegen yn 2005 ynvintarisearre wurde, soe der benammen ek sjoen wurde moatte nei de gearwurking tusken de provinsje en regionale helpferlieningstsjinsten.

Haadstik 2, Ferkear en ferfier.

Foarstel 4:
Mei de oanpak fan de Heak om Ljouwert binne we net lokkich en dat jildt ek foar it neffens ús ûnnedige foarkarstrajekt Noardwest-Tangent. Kies foar de meast sobere oanpassing fan de rûnwegen om Ljouwert hinne. Dat wol sizze: de Heak sa ticht mooglik om Ljouwert hinne en oer of by besteande trasee's del en de Noardwest-Tangent - byneed - tusken it fleanfjild en de stêd (Westeinde) troch. Oanlis ek yn dizze folchoarder.

Foarstel 5:
Lûk de stekker út de sweeftrein, jou dit krachtige sinjaal troch oan de Stjoergroep en oan 'De Haach' en bepleitsje in goeie/flugge ûntsluting fan it Noarden fia it Suderseeline-Intercitynet.

Foarstel 6:
Troch (folle) legere ynvestearring troch it Ryk kin ekstra finânsjele stipe frege wurde foar de realisaasje fan 'lightrail'-ferbinings yn de rest fan ús provinsje.

Haadstik 3, Wetter.

GrienLinks stiet efter it belied, dat kiest foar: earst fêsthâlde, dan bergje en dan pas ôffiere, as der sprake is fan 'te folle' wetter. En wat it Waadwetter oanbelanget: gjin gaswinning ûnder it Waad! Oant no ta is by it realisearjen fan wetteropfanggebieten hyltiten praten oer frijwilligens; GrienLinks is fan betinken dat dat net altyd it gefal hoecht te wêzen. Om oanienslutende gebieten te realisearjen is it goed mooglik om bygelyks yn de buert fan natoergebieten soksoarte gebieten oan te wizen.

Haadstik 4, Miljeu

Foarstel 7:
Yn it nije provinsjaal beliedsplan (it âlde is ferlinge oant 1-1-2006) wurdt yn byld brocht wat de effekten wêze sille op 'planet, people en profit'. Foar alle dielnotysjes dy't yn tarieding binne, ferwachtsje we in MEM-goedkarring. MEM stiet foar Miljeu-Effekt-Mjitting, wêrmei't de gefolgen foar 'planet, people en profit' yn byld brocht wurde.

Haadstik 5, Lanlik gebiet

Foarstel 8:
Fryslân hâldt fêst oan it kearnsônebelied (s. 10 fan it Bestjoersakkoart) en nimt it stânpunt yn dat bûten de konsintraasjegebieten (Westergosône en A7-sône) der sprake wêze sil fan in weromhâldend ûntwikkelingsbelied, wêrby't rêst en romte beskerme wurde en sels as ekonomyske faktor sjoen wurde.

Haadstik 6, Ekonomy, rekreaasje en toerisme.

Foarstel 9:
De provinsje stapt út IBF Hearrenfean; de gemeente Hearrenfean wurdt eigner fan ûntwikkelt it IBF as in gewoan duorsum yndústryterrein.

Foarstel 10:
Kultuertoerisme yn Fryslân, mei it grutte ferskaat oan lânskippen en tige rike skiednis en kultuer, is by útstek gaadlik om de kommende jierren profesjoneel op te pakken. Kies yn dit ferbân jierliks (of twajierliks) provinsjebreed in ûnderwerp en kies foar in yntegrale benadering fan dat ûnderwerp.

Haadstik 7, Sosjaal belied en soarch.

Foarstel 11:
It slotdebat oer de sosjale problematyk wurdt ein juny hâlden. It ferget tiid om konklúzjes te lûken en oanbefellings te dwaan foar it ferfolch en dêrom wurdt keazen foar in nij oergongsjier en bart de definitive ôfwikkeling yn de oanrin nei de begruttingsbehanneling fan 2006.

Haadstik 8, Kultuer, taal en ûnderwiis.

GrienLinks bepleitet fersterking van it fak^underwiis op it VMBO-nivo, want der bliuwt altyd fraach nei goed oplate fakminsken. Op HB)-nivo moat gearwurking mei universiteiten liede ta fersterking fan de kennisekonomy op it m^ed fan l^anbou, suvel en wetterkwaliteit.

Haadstik 9, Romte.

Foarstel 12:
It kolleezje lit in sterkte/swakte-analyze meitsje fan stêd en plattelân en presintearret oan de hân fan de útkomsten de winske kaart fan Fryslân 2050, de ynfolling fan it takomstich romtlik Fryslân.

Onafhankelijke Friese Staten fractie Algemene beschouwingen


1. Wetgeving en wetshandhaving. Bij de opstelling van iedere regel moet niet alleen rekening worden gehouden met het beoogde doel, maar ook met 'het kwade in de mens'. Handhaving en sancties bij overtredingen zijn de daarvoor aangewezen middelen. Maar er is meer: wie, bijvoorbeeld, verordonneert op een weg in 'het buitengebied' slechts max 60 km/h te rijden gaat voorbij aan de realiteit: brave Hendrik zal zich eraan houden, maar Pietje Petje in zijn scheurgolfje zal het gebod negeren; ruimte en capaciteit om te handhaven is er nauwelijks en dus zal er nog meer dan eerder, toen het nog 80 km/h was, worden ingehaald, en dat is de gevaarlijkste situatie op een weg met twee rijstroken. De gevaarzetting is versterkt en dat is onbedoeld, maar voorspelbaar. Regels moeten voor iedereen een duidelijke grond van werkelijkheidszin hebben. Regels die bij gebrek aan handhavingscapaciteit niet kunnen worden gerealiseerd moeten buiten werking worden gesteld; wel regelen en niet toezien (gedogen) is uit den boze.


2. Lasten en belasting. Twee grondregels en hun grondleggers: Keynes die de a-cyclisch handelende overheid bepleit, en Kondratieff, die ons uit de waan van de dag haalt en ons leert dat sommige dingen gebeuren in een 7-jaren, dan wel in een 14-jaren, dan wel in een SO-jaren cyclus. In magere jaren moet de overheid de lasten voor de burger verminderen en gelijktijdig zijn investeringsuitgaven (door geld te lenen) opvoeren; in vette jaren andersom: dan lasten verhogen, eigen uitgaven verminderen en de lening terugbetalen. Het is buiten discussie dat de hedendaagse tijd een min of meer magere tijd is, waarin voor lastenverlichting plaats moet zijn. Verontrustend is de neiging van alle drie bestuurslagen plus het waterschap om desondanks de lasten te verhogen. Ter provincie moet een schout met verregaande bevoegdheden worden aangesteld, die tot taak heeft de gemeentelijke- en waterschapslasten lasten provinciebreed te overzien, daarin coördinatie aan te brengen, gebaseerd op de laagste tarieven. Verhoging van welke last dan ook is abject; de overheid zal als normale grondhouding in zijn bestedingen zuinig, zelfs eerder gierig moeten zijn, in zijn lasten- oplegging terughoudend; een schout met vergaande bevoegdheden moet toezien op het woud van verschillende (gemeentelijke en waterschaps)lasten met als doel deze omlaag te brengen. Subsidies en sponsoring zijn tekenen dat de geldgever teveel geld op zak heeft; men geve dit terug aan de bron. Wie zonder subsidies/sponsoring zijn doel niet kan bereiken heeft zijn doel te hoog gesteld. Aan subsidieontvangers moet worden meegedeeld dat op termijn een eind komt aan de geldstroom. Het particulier initiatief zal de gewenste activiteit moeten ontwikkelen op eigen kosten. Alleen als een maatschappelijk onaanvaardbare situatie zou ontstaan als gevolg van het wegvallen van subsidie/sponsoring is kennelijk sprake van iets dat dan een overheidstaak is. Aanjagen van gewenste ontwikkelingen zonder het instrument subsidies/sponsoring is mogelijk met lastenverlichting.


3. Regels en vrijplaatsen. Inmiddels schuift de werkelijkheid al wat in de door mijn fractie eerder bepleite opheffing van vrijplaatsen. Concreet uit de vorige programmaverklaring: 'nergens in NL zal in welk opzicht dan ook een eigen vrijstaat mogen zijn; géén Vinkenslag (Maastricht), géén autonomen, géén dierenbevrijdingsfront, géén Volkerts van der G., géén sharia (interne regels, gewoonten en godsdienstwetten gaan uit boven die van het wereldlijk gezag), géén bloedwraak, géén eerwraak'. De opschuiving is goed, maar het is nog maar het eerste olijf takje, er is meer te bereiken.


4. Vrijheid van meningsuiting geeft het recht om gedachten te uiten en daarvoor medestanders te vinden; de vrijheid geeft niet het recht om zonder wettelijke legitimatie meningen om te zetten in daden. Wie een -tot dan toe- afwijkende mening heeft en deze wil omzetten in een wettelijk kader heeft daarvoor maar één weg te gaan: zoek ervoor een parlementaire meerderheid, punt. Aan hen die de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting misbruiken voor het behalen van buiten- wettelijke doelen zal straf moeten worden opgelegd.


5. de-Bureaucratisering. Als al de staatssecretaris in een rede vermeldt dat veel meer dan de helft van de ARBO wetgeving redundant is, en intern strijdig, zullen we op vele terreinen dood hout moeten kappen en ons voortdurend bezinnen op de vraag 'waartoe zijn wij hier op aard?' Voortdurende toetsing aan de hoofddoelstelling van de wet moet de mogelijkheid openen de wereld wat te de-juridiseren. Het wetboek van strafrecht, bijvoorbeeld, omschrijft nauwkeurig wat allemaal niet mag, een erfenis van de frustratie die in vroeger eeuwen was opgelopen doordat de koning naar willekeur recht sprak. Maar wat niet verboden staat is dus niet strafbaar; doodslag in vereniging (Meindert Tjoelker) was niet voorzien door de wetgever...

Een pleidooi voor wetgeving op hoofdlijnen verdient dan ook aandacht. Als, bijvoorbeeld, de Wegenverkeerswet, zich zou beperken tot zijn samenvatting: 'het is verboden om zich op de openbare weg zodanig te gedragen dat de veiligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht, dan wel dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de veiligheid in gevaar zou zijn gebracht' is een nauwkeurige omschrijving van 'te hard rijden' niet meer aan de orde. Regel het zo dat het bevoegd gezag, minstens twee personen, van oordeel is dat deze situatie aan de orde is en de klus is geklaard. Het is een goede zaak dat intern wordt nagedacht over de-bureaucratisering, maar de winst is niet te behalen door van binnen uit te werken: vraag de mensen, en de bedrijven waarvan zij het meeste last hebben en kanaliseer de uitkomsten (wie last heeft van regelgeving en de interne strijdigheden daarin weet dat heel goed aan te geven, en wie uitzicht wordt geboden om kans te hebben een deel van het juk kwijt te raken zal graag meewerken, meestal gratis !) . Ieder onderwerp dat zich in de warme aandacht van de publieke belangstelling wist te plaatsen, iedere hype, leidt automatisch tot gedetailleerde regelgeving. Men denke aan de zojuist vermelde ARBO wetgeving, maar ook aan de milieuwetgeving. Met name deze twee terreinen verdienen zéér kritisch tegen het licht te worden gehouden. Het is onverkoopbaar dat een middenstander zijn goed lopende zaak moet sluiten, niet omdat iets op zijn producten is aan te merken, integendeel, maar omdat 'Brussel' voorschrijft dat'ie moet investeren in redundante maatregelen, waarvoor noch ruimte noch noodzaak noch geld beschikbaar is. Het is een niet uit te leggen zaak dat verleden zomer een bijna-ramp zich zou hebben voltrekken in onze regio: omdat aan electriciteits centrales maxima waren gesteld aan de temperatuur van het uitstromende koelwater dreigde een aantal van hen de productie te moeten staken, en onze regio zou als een van de eersten worden afgeschakeld. Een milieurampje voorkomen, maar tegen een rampzalig hoge prijs. Laatste onderdeel is het afschaffen van controles op mini-overtredingen: de autobestuurder, bijvoorbeeld, die wordt gedwongen om meer aandacht aan zijn instrumentenpaneel te besteden dan aan de weg is verkeerd bezig. Wie hem daartoe dwingt eveneens. De openbare veiligheid is niet gediend van hunting for sitting ducks en regels moeten op hoofdlijnen en op redelijk en reële behoeften zijn gesteld, en de handhaving daarvan mag niet bijdragen aan verhoging van sluik- ulkomens van de gemeenschap.


6. Verslaafdenzorg en ontspoorde mensen; uit de vorige versie van mijn fractie: 'uit mededogen zal aan alle mensen die zorg nodig hebben, hetzij omdat zij verslaafd zijn, hetzij omdat zij aan enige ernstige afwijking leiden, waardoor in beide gevallen hun wil onbekwaam is geraakt, desnoods tegen hun onbekwame wil, hulp en doeltreffende genezing worden gegeven'. De primeur had aan Fryslan kunnen toevallen, maar is aan Rotterdam toegevallen, gelukkig voor hen die in de prijzen vallen. Het is onze plicht om deze mensen te bevrijden uit de hel waarin zij zijn terechtgekomen. Omdat drugs afkomstig zijn van schemerige circuits en drugsgebruik leidt tot samenbrengen van véél geld in handen van onverantwoordelijke lieden zal niet eerst aan bestrijding van alcohol-, maar aan de bestrijding van drugsgebruik de allerhoogste prioriteit moeten worden gegeven. Omdat de stepping-stone theorie uitgaat van -eerst een sigaretje, -dan een joint, -dan een shot om daarvan vervolgens nooit meer af te komen zal het roken, vooral onder kinderen tot het uiterste moeten worden bestreden. Dak- en thuislozen maken eveneens deel uit van deze groep; het moet maar weer eens worden gezegd: in ons landje behoeft niemand dakloos te zijn, en dus te zwerven. Wie dat wel doet heeft een probleem, waaraan moet worden gewerkt, niet in vrijblijvendheid, maar in consequent mededogend vasthouden.

Een consequent en duidelijk regime zal ervoor moeten zorgen dat 'onze' kinderen niet weer in de gevarenzones terechtkomen, een onwaarschijnlijk streng regime zal de veroorzakers van deze maatschappelijk ontwrichting moeten straffen. Geen enkele dakloze heeft het 'recht' op dakloosheid,. zijn aandoeningen moeten worden behandeld, desnoods tegen diens -mogelijk- onbekwame wil.


7. Monopolies en kartelvorming moeten worden bestreden; een sterke anti-trust wetgeving is blijvend aan de orde. Onvermijdelijke monopolies behoeven openbaar toezicht.


8. Sport; aan actieve sport moet medewerking worden gegeven; niet altijd, niet overal, maar wel in principe. Aan beroepssport wordt geen belastinggeld gespendeerd, aan passieve sportbeoefening evenmin. Wel geld voor actieve recreatie, géén belastinggeld aan passieve recreatie.


9. Emancipatie. In sommige gezelschappen heerst een oud-testamentische visie op vrouwen en niet- heterosexuelen; aan een dergelijk gezelschap is de invloed van de Verlichting voorbijgegaan of is daaraan nog niet toegekomen. In gezelschappen, die hun wortels vinden in landen rond de middellandse zee is een opvatting van opvoeding anders dan ten onzent: men wordt daar in de kasba, door de groep opgevoed. Maar in NL is geen kasba. Uit oogpunt van co-educatie, maar vooral ook om een tweedeling in de maatschappij tegen te gaan, is het van levensbelang om met name vrouwen uit de islamitische bevolkingsgroepen onze westerse kernwaarden aan te leren: (- individuele verantwoordelijkheid, -strikte scheiding kerk en staat, -gelijkwaardigheid van *de godsdiensten, *de beide seksen, *seksuele geaardheid, -kinderen hebben een erkende en beschermde rechtspositie t.o.v. volwassenen en -mensenrechten zijn universeel.) Aan de moeder, de spil van het gezin, zal emancipatief onze kernwaarden en -normen moeten worden uitgelegd een aangeleerd.


10. Economie. De overheid moet zich als tolgaarder gedragen naar de wijsheden van Keynes en Kondratieff en zich niet in de war laten brengen door de waan van de dag, zoals die door de boekhouder wordt beschreven. De overheid als bestuurder laat zich leiden door wijsheid en tracht met middelen van medewerking te voldoen aan wensen van de trekkers van de economie. De overheid tenslotte houdt in haar handelen dogma's en fundamentalisme verre van zich. De middelen die nodig zijn om het Fryske bedrijfsleven te bevoordelen, zoals goede bereikbaarheid, redelijke kosten en lasten en perfecte scholing, zullen naar vermogen worden ingezet. In magere jaren moeten lasten worden verlicht en investeringen versneld uitgevoerd.


11. Zorg, wachtlijsten. We worden op onze wenken bediend: ene meneer Bakker, van TPG Post heeft de logistiek van onze gezondheidszorg onderzocht, en dat kan een stuk efficiënter; zoiets had ook ene wijlen Fortuyn in zijn stukken staan; pek en veren was zijn deel. Maar...weer een olijf takje, het is in beweging. Zorg is nog steeds aangaande het aantal huisartsen, en dan specifiek de belangstelling onder studenten medicijnen/basisarts om voor dit vakspecialisme te kiezen, en ook aangaande het aantal tandartsen. Ook hier worden we op onze wenken bediend door het initiatief van De Friesland Zorgverzekeraar; Het is te mooi om waar te zijn en het zal daarom wel ergens niet mogen. Zorgen heeft mijn fractie met de uitwerking van het huisartsen tekort door de vorming van de dokterswacht: de medische diagnostiek kan en mag niet in handen vallen van anderen dan opgeleide artsen. Wie ooit heeft moeten praten als Brugman om nota bene zijn eigen huisarts zover te krijgen dat 'ie, in de late namiddag nog wel, bereid was om te komen bij de zoon, die ernstige hoofdpijn had, maar -nog- geen stijve nek, en zich dan herinnert dat -inderdaad- de diagnose meningitis werd gesteld, diegene is uiterst verontrust hoe een dergelijke discussie op afstand, met een onbekende, niet-arts zal verlopen. De vluchtweg ligt open: ga op eigen gelegenheid naar de EHBO van enig ziekenhuis; maar is dat niet alleen maar verplaatsen van ellende? Het moet niet op deze manier. Zorgen heeft mijn fractie tenslotte over de soms lange wachttijden die basisartsen moeten doorbrengen alvorens een opleidingspiaats beschikbaar komt. Als een medische reden daaraan ten grondslag ligt is dit acceptabel, als alleen maar het tekort aan opleiders een rol speelt, dan is aandacht en oplossing daarvoor geboden. De weg naar uiteindelijk volledig bevoegd arts is al lang genoeg; bureaucraten, regels en belemmeringen mogen dit traject niet langer maken. Kleine, overzichtelijke ziekenhuizen, met een eenvoudige, platte organisatiestructuur en artsen niet in loondienst, maar als zelfstandig ondernemer, moeten de kern vormen van onze intra-murale zorg. Voldoende huisartsen, met begrip voor de aarzelingen die basisartsen bekruipt kijkend naar de secundaire werkomstandigheden, en met begrip voor het twee jaar geleden door de LHV gepubliceerde staat van inkomsten en vermogen van 'de huisarts' moet vermoedelijk tot andere aanpak leiden; financiële gevolgen zijn duidelijk te verwachten. Dokterswacht moet artsen ontlasten van zware nachtdiensten, maar diagnostiek is een academisch vak; punt.


12. Onderwijs. Aan mensen in een kwetsbare fase van hun leven moet zorg en liefde worden gegeven. De school, nooit groter dan 600 leerlingen, moet véél meer doen dan alleen kennis overdragen: ze moet een geborgenheid verschaffen aan het individu, in ontwikkeling en soms stervensbang. Het ministerie moet stoppen met de diarree van papier, de-bureaucratiseren dus, en scholen volgen op hun resultaten. Een centraal eindexamen kan en mag niet worden 'gecompenseerd' door eigen schooltoetsen. De megalomanie (groot is goed en veel is mooi) moet worden teruggedraaid tot de menselijke maat. Ook onderwijzend personeel zal een slag moeten maken, in houding, kleding en gedrag. Hangjongeren ondervinden op school onvoldoende uitdaging en/of geborgenheid. Aan scholieren moet weer de wereld worden geleerd, en dat moet gepaard gaan met forse porties buitenschoolse inzet, huiswerk genaamd. Inzet van scholieren moet weer een volledige dagtaak worden waarin fysiek geen ruimte is, buiten de vacanties, voor een bijbaantje. Het mes aan twee kanten: wie vroeger niet in weelde leefde ervaart na school een opgang in inkomen anders, beter, en de nu door scholieren ingenomen arbeidsplekjes kunnen toevallen aan hen die nu 'in de regelingen' zitten. Concreet: op scholen moet primair weer worden gewerkt aan gemeenschapszin en dat kan alleen maar in kleine overzichtelijk scholen, waarin niemand aan de aandacht kan ontsnappen. Dat klinkt beklemmend, maar het is juist goed voor jonge mensen in een cruciale vormingsfase van hun leven, het is geborgenheid. Bijbaantjes voor scholieren niet of bij hoge uitzondering,' schooltaak is een volledige werkweek.


13 Veiligheid. Ondanks geruststellende geluiden van de politie zelf is de veiligheid van de burger nog lang niet terug op een redelijk niveau: zolang de burger nog steeds meent zich te moeten opsluiten in zelfgeconstrueerde gevangenissen, en zolang de openbare veiligheid nog niet is verlost van oplichters, fietsendieven, zakkenrollers, inbrekers, kinderlokkers en noem maar op, zolang je je eigen fiets met dubbele sloten moet wegzetten en maar moet afwachten of .. zolang is het niveau van voldoende veiligheid niet bereikt. Wel wordt de politie ingezet op weggebruikers, alsof daar de grootste groep boeven te vinden is; openbare wegcontroles echter laten zien dat het (vind) rendement, alle overtredingen bijelkaar tussen de één en vijf procent is. Zinloos dus. Politie ook wordt ingezet om snelheidscontroles uit te voeren. Hunting for sitting ducks. Het zou een goed idee zijn om de resultaatgerichtheid van de politie onafhankelijk te onderzoeken: stel een geheime groep mensen samen die afspreken om per week op verschillende plaatsen en tijden, één en dezelfde overtreding te begaan, ieder lid in die week tien keer. Als de loodsgroep honderd man is, zijn duidend dezelfde overtredingen begaan; eens kijken hoeveel daarvan door de politie is opgemerkt. Procentje of zo? Het is verontrustend dat delen van de politietaak door niet-polities wordt verricht; verontrustend, want de overheid heeft het geweldsmonopolie, en dat moet zo blijven. De opkomst en het bestaan van particuliere beveiligingsbedrijven bewijst dat er een grotere vraag naar handhavings- en opsporingsdiensten is dan door de politie wordt geleverd. Dat kan niet zo blijven en duidelijk meer blauw op straat ligt dan voor de hand. Een andere prioriteitsstelling (meer buiten, minder binnen, geen snelheidsovertredingen, geen begeleiding van voetbalwedstrijden) ligt voor de hand. Of de huidige driehoek dat aankan? Tot nu toe niet en de vraag komt boven of de keuze van een burgemeester in die driehoek niet beter kan worden gewijzigd in de Commissaris van de Koningin. Het werk van de politie, tenslotte, moet juridisch worden vereenvoudigd en versterkt door een aantal 'beschermende' bepalingen (niet uitlokken, de zorg voor de privacy van de verdachte is belangrijker dan de zorg voor de maatschappelijke veiligheid, en zo nog een paar) buiten werking te stellen. De klacht dat de politie moet vechten met één hand gebonden op de rug moet van tafel. Voor geruststellende geluiden uit de politieorganisatie zelf, 'dat het beter gaat' mist mijn fractie de onderbouwing, Nog steeds wordt de politie ingezet voor weinig indrukwekkende taken, waardoor andere taken blijven liggen. Statische controle van de kwaliteit van de in werkelijkheid geleverde politie prestaties is een middel om onafhankelijk vast te stellen wat gebeurt. De keuze van de burgemeester in de 'driehoek' moet eens ter discussie worden gesteld; mogelijk dat de CdK een evenwichtiger invulling kan geven.. Politie mag -juridisch- niet langer moetten vechten met een hand op de rug gebonden.


14. Verzorgingsstaat. Ook op dit terrein de eerste olijftakjes; wetgever heeft in het verleden te weinig oog gehad voor 'het kwade in de mens' en we zijn vergeten dat de Bijstandswet vroeger de Armenwet heette. Werken is goed, niet alleen economisch maar ook voor jezelf Niet iedereen in de ZW WAO of Bijstand hoort daarin thuis. De voorzieningen zijn voor wie echt niet anders kan, en de rest moet eruit en aan het werk. Huursubsidies, zoals alle subsidies, moeten worden afgeschaft,' als persé iets moet worden gedaan, dan desnoods met objectsubsidie. Beter nog, zie 17. Wonen, moet de prijs van 'het wonen' omlaag. Op ieder vlak van bestuur moet de plicht tot zelfvoorziening weer tot hoofdthema worden gemaakt. Voor hen die niet kunnen moet een redelijk en rechtvaardig systeem van medemenselijkheid overeind blijven.


15. Landbouw. Te lang is de landbouw met subsidies in een richting gedreven. Over de juistheid van vroegere beslissingen valt te discussiëren, maar de relevantie is gering. Onze landbouw moet onder het juk van de Brusselse regelgeving uit en is hoog genoeg ontwikkeld om op enig moment weer op eigen benen te staan. Vanzelfsprekend verdient het milieu enige bescherming en moet de mestproblematiek worden opgelost; tegen enge, nare en gevaarlijke ziektes moet worden geënt. Natuurbeheerstaak wordt bij de boeren gelegd, tezamen met een passende vergoeding; Nederland = Gidsland is voltooid verleden tijd. Landbouw moet aangeven wat zij verlangt om weer een gezonde bedrijfstak te worden,' als dictaten van Brussel (of het ministerie) daarbij in de weg staan moet de wetgever het voortouw nemen.


16. Milieu. Op milieu terrein wordt voortdurend getracht knollen voor citroenen te verkopen, daarbij gebruik makend van manipulatietechnieken en onbekendheid van het grote publiek met de materie. Wie beweert dat ammoniakgas zure uitwerking heeft liegt; ammoniak heeft, als basevormend gas, juist een tegenovergestelde uitwerking. De stelling dat ammoniak leidt tot verzuring is net zo juist als de stelling dat 'wie in Harlingen in de trein stapt dus in Nunspeet eruit gaat'. De stelling dat kooldioxide veroorzaker is van een klimaatverandering beweert twee zaken: er zou een klimaatverandering optreden, en kooldioxide is daarvan de (hoofd) veroorzaker. Het enige bewijs is dat kooldioxide een rol speelt bij de refractie (terugstraling) van aardwarmte; maar niet alleen kooldioxide doet dat; ook 'gewone' wolken en nog wel op grotere schaal! Andere omstandigheden zoals stof in de atmosfeer, van menselijke maar ook van natuurlijke oorsprong (vulkanische as, bosbranden) en metaangas (scheten) doen daarin eveneens mee. Het bewijs is niet geleverd zelfs niet het begin ervan en de Kyoto afspraken staan dus op drijfzand. Wie zich overigens toch zorgen maakt over mogelijke toename van kooldioxide in de lucht herinnere zich het regeltje uit de middelbare school, koolzuurassimilatie genaamd: een groene plant zal onder invloed van het zonlicht koolzuurgas (kooldioxide) uit de lucht opnemen, deze met water uit de grond omzetten in glucose ten eigen bate, en tenslotte zuurstofgas afstaan aan de lucht. In reactie: 6C02 + 6H2O geeft C6H12O6 + 6O2. Voor ieder molecuul kooldioxide krijgen we een molecuul zuurstof terug. Ergo: men plante een boom, of twee. De macht van NGO's, niet gouvernementele organisaties, op dit beleidsterrein is groot, en omdat ze NGO zijn onttrekt de besturing zich aan democratische controle en besluitvorming, en dat is niet juist. Overheden, ook de provincie, moeten zich losmaken van deze NGO's en zelfstandig kennis op dit terrein vergaren. Het is vanzelfsprekend dat zorg voor de aarde moet worden nagestreefd; we doen daarin onvoldoende ons best en, fossiele brandstoffen, proberen op zo kort mogelijke termijn te potverteren. Voorzover ergens duurzaamheid moet worden nagestreefd is het terrein van de energievoorziening wel belangrijk. Zorg ontstaat ook bij de wenselijkheid om grond terug te geven aan de natuur: het is bepaald niet uit te sluiten dat landbouwgronden, die nu worden ontdaan van hun cultuurlaag binnen afzienbare tijd weer nodig zijn voor de teelt van energiedragers. Bescherming en instand- houding van eco-systemen is vanzelfsprekend, maar niet altijd en niet overal. De hypes rondom kooldioxide en ammoniakgas laten zien dat leugens circuleren, waarin wordt geloofd, bij gebrek aan kennis! Een critische aanpak van de NGO's en het in huis halen van eigen wetenschappelijk gebaseerde kennis en overtuiging dient een betere aanpak van onze leefomgeving.


17 Wonen. Woningbouw is -nog steeds- een Oost-Europese planeconomie; nog steeds bepaalt een conglomeraat wat, waar, wanneer en voor hoeveel wordt gebouwd en woningen zijn onbetaalbaar geworden. De CBS cijfers doen huiveren: eerste drie kwartalen 2002 37.000 gereed, zelfde periode 2003: 30.000 en eerste kwartaal 2004 9.000. Deze schaarste heeft een opwaartse druk veroorzaakt die wonen onbetaalbaar maakt en de overheid staat erbij en kijkt ernaar. Het conglomeraat moet worden ontmanteld, het systeem van contingentering verlaten, samenwerking met -grote- projectontwikkelaars beëindigd, huurcorporaties moeten weer terug naar hun oorspronkelijke eigenaren en doelstellingen en scheiding van wonen en werken moet worden opgeheven. Het wonen op een industrieterrein maakt een einde aan de desolaatheid daarvan en dus mede aan de molest-gevoeligheid.

Wonen op recreatieterreinen moet worden bevorderd, want het voorkomt dubbele bewoning, het bevordert de veiligheid van die terreinen en doet het gemeentelijk grondbedrijf rechts passeren; het ontneemt dat grondbedrijf zijn -lang niet in alle gevallen goed gebruikte- monopolie. Tenslotte ontneemt het gemeenten de aandrang om op het verbod te controleren (hunting for sitting ducks). In een vrije markt kan de excessief gestegen woningprijs alleen maar dalen door een excessief grote stijging van het aanbod, en dat kan alleen maar door bestaande woningen in een schok aan te bieden en is alleen te realiseren door het permanent wonen op recreatieterreinen toe te staan. Het opheffen van dit verbod past in de stratificatie van eenwording van Europese regels, alleen NL en DK kenden een dergelijk verbod. Om de markt gezond te houden moet het stelsel van remmende bepalingen worden vervangen door het vrije-markt mechanisme. Ruimtelijke ordening is goed, woningnood vele malen slechter en dit spook moet, zestig jaar na de oorlog, zestig jaar moeilijk doen, voorgoed worden weggewerkt.


18. Nutsbedrijven. Nutsbedrijven, gedefinieerd als 'bedrijven ten algemene nutte, zonder winstoogmerk', vervullen functies waar de maatschappij niet zonder kan en waarvoor de maatschappij niet echt een private oplossing heeft Het vervullen van de nutsfunctie en privatisering daarvan pakt niet goed uit voor de klant, en introduceert daarnaast een abject nevenaspect, de zelfverrijking van hun (nieuwe) top-bestuurders. Stoppen met privatisering en terugdraaien wat inmiddels is geprivatiseerd. De ondervonden en nog te lopen maatschappelijke risico's zijn onaanvaardbaar groot. Nutsbedrijven vervullen functies die essentieel zijn voor de maatschappij, waarvoor in die maatschappij geen passende private oplossing is te vinden en waarvan de eerste doelstelling niet is gelegen in 'winstmaximalisatie~ maar in 'maatschappelijk dienstbetoon'. Die twee belangen zijn strijdig en dus onverenigbaar. Zij zullen derhalve in overheidshanden moeten zijn, resp. komen resp. blijven.


19. Verkeer en vervoer. De structuur van de oude binnensteden staat grootschalig bezit en gebruik van de auto in de weg. Daarvoor is een sluitend systeem van openbaar vervoer de oplossing en dat mag dan ook rekenen op een financiële bijdrage van de overheid. Overig openbaar vervoer moet toegroeien naar vraaggestuurd tegen kostprijs, zonder overheidssubsidies. De particuliere ondernemer bepaalt zijn eigen tarieven en is dus verlost van het juk van de strippenkaart met al zijn bureaucratie eromheen. Openbaar vervoer verliest op korte termijn zijn privileges, zoals aparte rijstroken, lijnbus op de vluchtstrook, radiografisch stoplichtengroen, voorrang enzovoort. De mensen die worden vervoerd per openbaar vervoer zijn niet van een betere soort dan zij die zich met eigen middelen vervoeren; er is dan ook geen reden om hen anders, beter, te behandelen. Wegen zijn tolvrij (hun prijs is reeds betaald) en aan rekening rijden kan geen medewerking worden gegeven. Snelheidsbeperkingen zijn alleen in sprekende gevallen aan de orde. Aan de (goedbedoelde) verkleutering van de openbare infrastructuur zal op korte termijn een einde komen en aan een nieuw te benoemen provinciale schout, met verregaande bevoegdheden zal worden opgedragen om te coördineren, te verbeteren, te regelen en zo nodig op te dragen tussen de diverse wegbeheerders: snelheidsbeperkingen opheffen, nodeloze bochten eruit, aanlegpaaltjes waar nooit een boot komt verdwijnen, heuveltjes, waar de weg ooit vlak lag gaan eruit, olifantshobbels verdwijnen, bussluizen waren al verdwenen, overige verkeerssluizen waar nooit een boot komt schutten verdwijnen, 'alleen voor bewoners' toe nou, het is openbare weg! en de infrastructuur wordt erop gericht om het verkeer zonder nodeloze hinder af te werken, voortvarend, en op een -zo goed mogelijk te realiseren- constant en behoorlijk tempo. Het huidig beleid leidt tot een soort quickstep, slow quick quick slow, en dat is uit een oogpunt van emissie de slechtst mogelijke manier. Door op constante snelheid te rijden zal een sterke vermindering van emissie kunnen worden bereikt. Veiligheid wordt bereikt door maximale scheiding van verkeerssoorten: alles van max 45 km/h op de ene wegsoort, en alles meer dan dat op de andere wegsoort, waar mogelijk kruisingvrij, waar niet mogelijk met kruising, waarbij aan de sterkste partij de -natuurlijke-voorrang wordt gegeven. Mini-rotondes en stoplichten dragen bij aan een schijnveiligheid: zij rekenen niet op 'het kwade in de mens' en moeten daarom verdwijnen De openbare weg is geen parkeerstrook en daarom zal op plaatsen waar zoiets mogelijk is het structureel parkeren op de weg moeten worden tegengegaan: op -nagenoeg- ieder adres zal geparkeerd moeten worden op eigen terrein, (immers waarom wel een fietsenstalling bij een woning verplicht en niet een autostalling?) en alleen kortdurend parkeren zal op de openbare weg aan de orde zijn. De openbare weg is evenmin een sportveld; aanleg en gebruik van sportvelden verdient steun, maar sportmanifestaties, waarvoor de openbare weg in beslag genomen 'moet' worden zijn niet aan de orde. Een andere vorm van verkleutering is de structuur van doodlopende wegen. Uit een oogpunt van veiligheid/calamiteiten/rampenbestrijding moet de wijk-wegen structuur open en met meerdere in- en uitgangen zijn aangelegd. Maatregelen die, met goede bedoelingen, zijn aangebracht om 'de vaart eruit te halen werken averechts en zullen op korte termijn worden vervangen door 'voortvarende' oplossingen, met behoud van veiligheid. Aan openbaar vervoer zal in afnemende mate subsidie worden verstrekt om de klanten geleidelijk te doen wennen aan de kostprijs ervan.


20 Jaarrekening en jaarverslag. Het valt op dat de financiële positie van Frl. gewoon gezond is en daarom heeft mijn fractie in eerste aanleg geschreven het op prijs te stellen op korte termijn een plan tot correctie van de verhoging van de opcenten op de motorrijtui- genbelasting tegemoet te zien. Daarop is afwijzend gereageerd, maar daarmee is de zaak nog niet gedaan. Indachtig de planuitgangspunten van mijn fractie, lastenverlichting, moet het gegeven antwoord als onvoldoende worden gekwalificeerd. Er is wel degelijk ruimte, en die ruimte komt burger en bedrijfsleven toe. Het valt op, in positieve zin, dat de wegenstructuur A 31 en A7 goed in beeld staat, en dat zelfs hier en daar aan de wens van mijn fractie wordt voldaan: gehele traject Afsluitdijk- Leeuwarden vierbaansautosnelweg. Het is een onbegrijpelijke zaak dat de parel van Fryslan, de hoofdstad, over de weg slechts is te bereiken over niet-autosnelwegen, noch vanuit het westen, noch vanuit het zuiden, noch vanuit het oosten. Zoiets 'toont' niet en dubbelstrookswegen zonder vluchtstrook sluiten verkeer in calamiteiten tezeer op. Men kan geen kant uit. Het valt op dat er mogelijk een blinde vlek is: 'vroeger' begon/of eindigde (?) bij Joure de A50. Omnummering heeft dat veranderd, maar de teneur is dezelfde: wie naar het zuiden wil vanuit Zuid-Fryslân kiest voor deze weg; daarin is na Emmeloord veel verbeterd, maar de feitelijke A 50 begint pas bij Hattem, en er is door de polder en het Kamperland een mooie weg gelegd, maar dat is niet een autosnelweg. In de polder is het een namaak dubbelstrooksweg, een enkelstrooksweg met vluchtstrook, in het Kamperland een weg zoals onze Wâldwei, twee rijstroken met inhaalverbod. het is een actieonderwerp om gedaan te krijgen dat het gehele traject Emmeloord-Hattem wordt omgebouwd tot vierbaanssnelweg, ten faveure van zuid en midden Fryslan en ter ontlasting van het te drukke gemeenschappelijke deel van Meppel naar Zwolle. Mogelijk, en dat is de ondertoon, kan in samenwerking met provincie Flevoland een truc worden verzonnen om hieraan alvast te werken. Teleurstelling, maar het is nu eenmaal een Statenbesluit, is de opmerking aangaande de beëindiging van het aandeelhouderschap van de NUON. Haal PEB terug in it beste lân fan'e ierde! Ergernis, uit economische overwegingen, is het af en toe opduikende begrip: 'ongebruikte belastingcapaciteit'. De wet stelt maxima aan de heffingen, en terecht, maar om het onbenutte deel te bestemmen tot 'capaciteit' is hoogst aanmatigend. Belasting is een kwaad, en belastingheffers zijn tollenaars; in het Grote Boek zijn tollenaars hoogst onwaardige leden van de maatschappij.

PvdA Algemene Beschouwingen 2004

Als iemand denkt dat hij geen verantwoordelijkheid heeft, is dat meestal omdat hij die niet gezocht of genomen heeft. Mary Lyon (1797/1849), Amerikaans feministe

De wereldvrede laat zich niet afkondigen. Hij zal langzamerhand langs handelswegen door de solidariteit van de wereld worden opgelegd. Ferdinand de Lesseps (1805/1894)

INLEIDING

Zowel in het bestuursakkoord als ons verkiezingsprogramma en onze campagne stond de werkgelegenheid centraal. We hebben daar voor deze periode het label "Goed Wurk" aan gehangen. Het gaat namelijk niet alleen simpel om werk en arbeidsplaatsen maar het gaat juist om goed werk. Wij zijn dus selectief. Niet iedere soort werk is per definitie goed werk. Daarnaast gaat het ons om het maatschappelijk belang dat werk met zich meebrengt. Een belang op veel terreinen.

Het maatschappelijk belang zoals wij dat invullen, heeft alles te maken met het blijvend willen streven naar een rechtvaardige samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft. In het klein in je eigen leefomgeving tot in het groot in de internationale samenleving. Als leden van provinciale staten kunnen we ook steentjes bijdragen aan die rechtvaardige samenleving. Als middenbestuur hebben we min of meer een vrije rol. We kijken waar de gaten vallen of dreigen te vallen. Met de instrumenten die we hebben, kunnen we daar het nodige aan doen. Als middenbestuur in het politieke spectrum moet de provincie doen waarin ze goed is. Zij is de bestuurslaag die een goed overzicht heeft en van tijd tot tijd van een afstand de situatie kan beschouwen zonder direct verwikkeld te zijn in het vuur van het spel. Vervolgens kunnen wij voor waargenomen incidenten een structurele oplossing aan geven, gaten vullen, of er acuut in springen. Maar dan ook als een echte regisseur. Die moet niet een globaal script aanbieden maar sturen zodat bereikt wordt wat beoogd wordt. En niet provinciale zaken aan andere overheidslagen over laten. We moeten verantwoordelijkheid nemen waar wij verantwoordelijk voor zijn. Of we daar aardig om gevonden worden of niet. En vaak komt het een andere overheid ook wel goed uit als ze de provincie de schuld kunnen geven.

Het maken van uitdagende plannen, kaders, visies en dergelijke vinden we als politici doorgaans het leukst: Als het college een voorzet doet, buitelen we het liefst ook nog over elkaar om het nog uitdagender en nog interessanter te maken en we vinden dat we ook iedere wens uit de samenleving vast moeten leggen. Vervolgens is het bij de overheid heel gebruikelijk dat we de dingen over de schutting gooien naar een ambtelijke of private organisatie in de verwachting dat het wel uitgevoerd zal worden zoals we dat bedoeld hebben. Parlementaire enquêtes, doelmatigheidsonderzoeken e.d. laten toch met regelmaat zien dat de bestuurlijke sturing en control op het uitvoeringsproces bij de overheid niet tot het sterkste instrument hoort. We vinden het daarom een goede zaak om heel kritisch te blijven op grote projecten en vooral op de financiële risico's die daarbij horen. We hebben er dan ook begrip voor dat zeker op dat punt de Tweede Kamer niet meer klakkeloos achter de regering aan wil lopen. En misschien behoedt die houding ons ook wel voor financiële rampen. Bij de scheiding in de verantwoordelijkheden die er in 2003 is gekomen, is het college de eerstverantwoordelijke voor de realisering van de beleidsafspraken met de Staten. Het is daarom voor ons grote winst als de bestuurlijke sturing en control op de uitvoering geïntensiveerd wordt. Dat vereist van ons overigens weer dat wij het college ook het vertrouwen moeten geven dat werk te doen. Uiteraard niet blindelings want wij worden ook geacht het college te controleren. Of ze uitvoert wat we met elkaar afgesproken hebben. De begrotingsprogramma's geven die ruimte ook aan het college.

Wij zijn er van overtuigd dat hier niet alleen de sturing door zal verbeteren, maar dat er ook efficiencywinst te behalen is waardoor het aantal inhuurkrachten aanzienlijk terug gebracht kan worden. Dat was vorig jaar ook het voorstel van GS. Tijdens het begrotingsdebat heeft het college dit nog eens bevestigd. Maar tot onze spijt vinden we er in deze kaderbrief niets over terug. We vinden het daarom eigenlijk beschamend dat het college laat doorschemeren 4 miljoen extra te willen hebben voor uitbreiding van de formatie en inhuur van externen. Het geeft ons in ieder geval het gevoel dat het nooit genoeg is. U schrijft dat u het nog allemaal moet beoordelen maar hoe dierbaar werkgelegenheid ons ook is, we moeten ons meer op uitvoering richten. En we moeten minder departementaal bezig zijn. Misschien is het een gedachte om beleidsmedewerkers te bundelen en zo de ondersteuning integraler in te zetten voor het bestuur en de politiek.

Meer accent van GS voor de uitvoering en meer accent van PS voor de beleidskaders moet eigenlijk als vanzelf leiden tot een organisatie van het ambtelijk apparaat en de griffie die daar rekening mee houdt. Natuurlijk schrijft de wet voor dat GS de besluitvorming in PS voorbereidt. Dus heeft GS niet alleen uitvoerende ambtenaren nodig. Maar hoe beide typen ambtenaren ingezet en aangestuurd worden, lijkt ons een punt van aandacht omdat ook PS daar mee te maken heeft. De griffie is de ambtelijke organisatie die ons als PS direct ondersteunt. Wat ons betreft komt er enige overheveling van GS-personeel naar de griffie. Wij vinden dat er voor het inhoudelijk voorbereiden van de politieke besluitvorming meer werk verricht kan worden door de griffie. Het gaat ons er dan vooral om in beeld te brengen waar in het voorstel de politieke keuzeaspecten zitten. De huidige formatie is daarvoor volgens ons te klein. Wat ons betreft gaat het dan om een beperkte uitbreiding van weliswaar hoog inhoudelijk niveau. We vinden namelijk ook dat de stukken die aangeboden worden aan PS meer op de politieke besluitvorming gericht moeten zijn. Er worden volgens ons nog te veel vakinhoudelijke beschouwingen voorgelegd die voor zowel de bestuurlijke als de politieke besluitvorming van afgeleid belang zijn. Samen met de door ons bepleite extra griffiemedewerker kan dan aan een verbetertraject gewerkt worden.

Tenslotte nog dit. We vinden dat het vandaag om de hoofdlijn moet gaan. Wij zijn daarom niet van plan om met veel moties en amendementen te komen. De hoofdkoers voor de begroting 2005 is te vinden in de beschouwingen en het debat. Op die manier geven PS de hoofdlijn aan en kan GS in de komende maanden aan de slag waarbij er nog voldoende ruimte is bij de praktische invulling van die hoofdlijn.

Verantwoording college


1 Jaarverslag

In de gedualiseerde wet staat dat we een jaarrekening moeten vaststellen. Geen woord meer over het vaststellen van een jaarverslag. Jaarverslag en burgerjaarverslag moeten alleen gelijktijdig aangeboden worden met de jaarrekening. Het is begrijpelijk dat er geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen het jaarverslag en de jaarrekening. Dat geeft het gevoel dat we het over twee geheel verschillende dingen hebben. En zo was de praktijk en zo is het eigenlijk nu ook nog. Maar daar moeten we van af. Inhoud, prestaties en middelen horen onverbrekelijk bij elkaar. Daar hebben we een hele slag te winnen.

Tekstueel zit er nog een grote differentiatie in de verschillende onderdelen van het verslag. Een aantal programmaverslagen geeft duidelijk aan wat er wel of niet gedaan is, wat er van de gestelde doelen bereikt is en waar er knelpunten zitten (bijv. 1.50 Toezicht op de archieven). Andere onderdelen zeggen werkelijk niets. Of is daarvan het doel om slecht verantwoorde overschrijdingen wat minder helder voor het voetlicht te krijgen. Zie bijvoorbeeld 1.10: ondersteuning GS waar een stevige overschrijding op zit. Zo lezend en zo waarnemend komt bij ons serieus de vraag boven drijven of het met die ondersteuning niet een onsje minder kan.

Echt spijtig is het dat het stramien (doelen, prestaties en producten) van de begroting 2003 niet terug is te vinden in het jaarverslag. Juist daardoor worden we in staat gesteld om te beoordelen of en in welke mate we voor de samenleving bereiken wat we beoogd hebben. Samen met een zo goed mogelijke blik in de toekomst hadden we dan vandaag een beter kader mee kunnen geven voor de begroting 2005 en het doorkijkje voor de jaren daarna.


2 Jaarrekening

Al voor de zoveelste keer hebben we een rekeningresultaat dat behoorlijk genoemd mag worden. En dat maakt het bepaald niet eenvoudig om te blijven uitleggen dat bezuinigingen moeten omdat onze financiële positie niet positief is. Geeft dit het college niet de aandrang om vraagtekens te zetten bij de bezuinigingsafspraak in het bestuursakkoord? Het staat als kaderstellende vraag in de nota maar wat vindt het college zelf? Voor een deel gaat het om onderbesteding omdat plannen niet uitvoeringsgereed zijn op 1 januari van het begrotingsjaar. Daar zou toch nadrukkelijker rekening mee gehouden kunnen worden? Planning en vrij geven van middelen horen wel met elkaar in de pas te lopen. Maar het kan niet alleen onderbesteding zijn want dan zouden we in heel korte tijd van dat verhaal af zijn. Onderbesteding wordt dan gecompenseerd door overbesteding. Het heeft er meer van weg dat de financiële beheersing niet goed op orde is.


3 Burgerjaarverslag

In het burgerjaarverslag zijn buitengewoon belangrijke gegevens en waarnemingen vastgelegd. De tijd zal moeten leren wat er met al die gegevens gedaan kan worden. Wat wij er uithalen is dat werken bij de overheid ook een werkhouding betekent waaruit blijkt dat men zich oriënteert op de samenleving. Een basishouding waaruit blijkt dat je een heel bijzondere baan hebt, waar je betaald wordt voor werk dat moet leiden tot een samenleving waar mensen zich happy in voelen. Dat maakt het werk van ambtenaren en politici zo bijzonder. Het constateren van feiten is dan een ding, het verbeteren is dan het vervolg. Wij verwachten dan ook dat GS met een actieplan komt om de dienstverlening te verbeteren.

Planning en controlcyclus

Voorop willen we zetten dat we niet van de vloer op de zolder kunnen springen. Er is nog veel te verbeteren maar wat ons betreft zijn we toch goed op koers. Maar de fase die we nu uitvoeren, kan volgens ons nog meer op hoofdlijn als we niet een kadernota maar een kaderbrief hebben. Het heeft nu toch nog iets te veel weg van een voorjaars- of perspectiefnota. De analyse van de huidige situatie ontbreekt en de koppeling met de jaarrekening is te summier of ontbreekt zelfs. Ook willen we nogmaals pleiten voor een SCP-achtige schets van de toekomst op middellange termijn. Samen met jaarverslag en jaarrekening moet dat voldoende informatie geven over eventuele aanpassingen van de hoofdlijnen in het beleid. Ook vanwege het karakter van jaarverslag en jaarrekening kunnen en doen we er te weinig mee. Daarom willen we graag dat jaarverslag en jaarrekening in mei in PS aan de orde komen en de kaderbrief in juni. Wat ons betreft kan de kaderbrief politieker en dus nog meer op hoofdlijnen.

Het twee keer per jaar verslag doen van de voortgang (inhoudelijk en financieel), moet eigenlijk niet te veel gevraagd zijn. Multinationals, ook met veel producten, kunnen dat wel. En het hoeft al helemaal geen probleem zijn als er gerapporteerd moet worden op afwijkingen. Wij zouden wel eens willen weten wat de belemmeringen zijn.

Programma's


1 Bestuur en veiligheid


1 Dualisme

Na ruim een jaar dualisme begint er enige vorm te komen in de nieuwe verhoudingen. Maar we hebben nog lang niet een breed gedragen invulling van het dualisme. Fracties, collegeleden, PS en GS hebben allemaal hetzelfde hoofddoel: het welzijn van Fryslân en haar inwoners. Maar bij tijd en wijle lijkt het zelfs dat collegefracties, ieder op z'n beurt, vijand van het college zijn. En als onze analyse juist is dan heeft dit vooral te maken met het zich willen profileren. Wij vragen ons af of we dat wel op de goede manier doen. Steeds vaker hoor ik van mensen dat ze de pest krijgen aan politici die maar vragen stellen over krantenartikelen. Of bij een incident met donder en geweld willen dat de zaak zeer stevig aangepakt wordt en liefst met de strengste middelen. Reflectie, nagaan hoe de zaak in elkaar zit, is toch iets wat van verantwoordelijke politici en bestuurders verwacht mag worden? Misschien gelden daar wel drie andere W's voordat we ook maar een ding in onze ijdelheid zeggen: Wat is het probleem? Wie is de eigenaar van het probleem? Wie is verantwoordelijk voor de oplossing?

We willen meer contact hebben met de samenleving. Dan kan alleen door minder te vergaderen. Minder vergadertijd geeft meer tijd om te luisteren naar de mensen die we vertegenwoordigen. Zij zijn onze belangrijkste informatiebron, waarbij wij weten dat er een verscheidenheid aan mensen is. We moeten in de vergaderzaal dus op hoofdlijnen bezig zijn. Uitvoeringsruimte geven aan GS binnen de door ons als Staten aangegeven koers. Niet mee willen blijven besturen onder het credo "wij moeten controleren". Daarmee ontstaat een situatie dat we onszelf gaan controleren. En dat is nu juist niet de bedoeling.

We willen en we mogen niet alleen afhankelijk zijn van GS-informatie: We hebben ook anderen nodig die ons met deskundigheid van advies kunnen dienen. Dat kunnen gewone burgers zijn, door het rijk betaalde of ondersteunde instellingen, maar het gaat natuurlijk ook om Friese instellingen zoals de FMF, het VAC, Equa, COC, FSU om er een aantal te noemen. Zij zijn van politiek levensbelang voor ons als Staten, in ieder geval voor ons als statenfractie. Zij hebben er wat ons betreft in het dualisme een taak bij, namelijk ons als fracties, als Staten advies geven vanuit hun deskundigheid.


2 Veiligheid

Als PvdA hebben we ons jarenlang sterk gemaakt voor de individualisering. Nu beginnen we ons daarover een beetje bezorgd te maken. Het lijkt een kant uit te gaan waarin iedereen wel weet wat goed is. En bedoeld wordt dan vaak: wat goed voor hem zelf is. Wat maakt het uit dat een ander iets meer of minder last heeft van wat ik wil en wat ik doe. Heel bijzonder is dat we daar dan blijkbaar nog maar wat toleranter in moeten worden. Geschokt was ik toen ik begin deze maand in twee-vandaag een jongerencultuur zag waarbij SS-tekens, nazisme en het samen in elkaar beuken van zwarten normaal gevonden werd. Niet dat dit gedrag maatgevend is voor alle jongeren of dat ze het echt meenden, maar het is wel een symptoom waarin het overdreven hechten aan het recht van de sterkste, het negatief ingevulde individualisme, zelfs het overdreven egoïsme, bijna de gewoonste zaak van de wereld is geworden. Een wezenlijk probleem dat niet gebagatelliseerd mag worden. Op terreinen waar wij verantwoordelijk voor zijn moeten we die dan ook nemen. Allereerst gaat het dan om de jeugdzorg. Maar ook bij het beleidsterrein "onderwijs" kunnen we mogelijk een steentje bijdragen.


3 Deregulering, decentralisatie en privatisering

Vooralsnog moeten wij vaststellen dat decentralisatie en privatisering van cruciale voorzieningen voor de samenleving meer ellende opgeleverd heeft dan voordelen. Decentralisatie heeft tot nu toe altijd geleid tot bezuiniging op de rijksuitkering. Tegelijkertijd wil het rijk invloed blijven houden en voorschrijven hoe wij het moeten invullen.

Steeds duidelijker komt bij velen op het netvlies dat ruimte geven en ruimte krijgen ook te maken heeft met verantwoordelijkheid nemen voor de samenleving waarin je leeft. Dat geldt niet alleen voor de gedecentraliseerde taken maar ook meer in zijn algemeenheid. En dat zal altijd gepaard gaan met vallen en opstaan, met fouten maken en fouten herstellen. Als steeds maar voorop staat dat je eigen welbevinden alleen voort kan bestaan als dat niet ten koste gaat van het welbevinden van het collectief. Maar alleen maar op de trom slaan van de eigen verantwoordelijkheid is ons veel te mager. Daar hoort onlosmakelijk solidariteit bij. Juist bij dat begrip hebben we bij de overheid nodig. Anders ontstaat er ontegenzeggelijk een samenleving waarin sterken hun verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en hun directe omgeving. Ongetwijfeld zullen zij net zoals in de VS forse aalmoezen geven om als een soort aflaat de collectieve solidariteit af te kopen. Als politici hebben wij een taak om daarin grenzen te stellen: absolute grenzen en grenzen waartussen nog bewogen kan worden. De geest is immers welgewillig maar het vlees is maar al te vaak zwak. Oproepen tot verantwoordelijkheid betekent onlosmakelijk meer aandacht besteden aan gemeenschapszin en solidariteit.


4 Internationale contacten

Akkoord met aandacht voor Europa maar andere internationale contacten (China, VS, e.d.) kunnen wat ons betreft op een laag pitje. De meerwaarde van die niet-europese contacten is ons niet duidelijk geworden uit de daden.

Er was op de avond van 10 juni nogal wat hosannah te horen over de opkomst van de Europese verkiezingen. Inderdaad 10% hoger dan in 1999. Daar hebben de media zeker een bijdrage aan geleverd. En uiteraard ook al die leden van politieke partijen die weer tot aan de laatste dag in de weer zijn geweest. Maar geconstateerd moet worden dat we als nationale politiek de burgers nog te weinig de invloed en dus het belang van Europa duidelijk maken. Gelukkig maakten de meeste partijen wel zo goed mogelijk duidelijk dat alle bestuurslagen met elkaar te maken hebben. De verbindingen die gelegd werden tussen europese, landelijke, regionale en lokale politiek moeten daarom niet verdoezeld worden. De kiezer weet volgens ons wel degelijk dat dit verband er is. De Engelsen geven Labour een tik op de vingers vanwege het Irak-beleid en de Nederlanders doen dat met het CDA en de VVD. Hier doen alsof wij onze eigen gang kunnen gaan en voorbij kunnen gaan aan Europese regelgeving, is je kop in het zand steken of naïef met je kop tegen de muur lopen.


2 Verkeer en vervoer

Nog steeds kennen we de nota Mobiliteit niet. En dus weten we ook niet of die ingrijpende gevolgen zal hebben voor het PVVP. Het is overigens nauwelijks voor te stellen dat die rijksnota diep zal ingrijpen op ons PVVP. Immers onze hoofdstructuren zijn de structuren waar het rijk primaire verantwoordelijkheid voor heeft. Daarbij komt dat we, zeker qua structuur op hoofdlijn, een prima provinciaal wegennet hebben. Als we de infrastructuur gerealiseerd hebben, die in het bestuursakkoord genoemd wordt, is er volgens ons geen reden om het onderliggende wegennet verder op te waarderen. Wel moeten wat ons betreft de echt onveilige plekken aangepakt worden, met daarbij voorrang voor punten waar veel ongevallen gebeuren. Want het aantal ongevallen stijgt ondanks dat er veel geld gestoken is in veiligheidseducatie. De financiering van vooral de grote infrastructurele wegenprojecten wordt nog voor een belangrijk deel gedekt uit de algemene middelen. Wij hebben er geen bezwaar tegen als daarvoor de opcenten verhoogd worden. Verder tekenen we hierbij nogmaals aan dat de cofinanciering van gemeenten wat ons betreft niet betaald kan worden door die gemeenten oneigenlijke ruimtelijke hulpmiddelen te geven in de vorm van bijvoorbeeld meer woningbouwcontingent of het aan mogen leggen van bedrijfsterreinen. We mogen ook van gemeenten vragen dat zij naar hun eigen belastingcapaciteit kijken, als zij een groot belang hebben bij een majeure ontsluiting, Hoewel het bestaand beleid is, hebben we ons bij de actieve steun van de provincie bij plannenmakerij afgevraagd of en zo ja welke criteria daarvoor zijn. Aanleiding daarvan is dat in het rijtje "Zurich-Harlingen, A7-rondweg Sneek, Haak om Leeuwarden" ook de K.R. Poststraat in Heerenveen staat, naar ons gevoel een weg van een geheel andere orde. Het college heeft in de redactie gepoogd niet al te bruskerend te reageren op onze visie op het tot stand brengen van een structureel zo hoogwaardig mogelijk openbaar vervoer. Maar tussen de regels door staat er eigenlijk: jullie kunnen de pot op, wij vinden het niks. En dat mag u dan vinden maar u stelt er niets, niemendal tegenover. Geen enkele eigen visie op een kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoerssysteem dat in de kern geen last heeft van bezuinigingen. U laat de oren hangen naar de bezuinigingen van het rijk en u komt dus met kaalslag van het openbaar vervoer op het platteland. Vandaag nog een bus in iedere kern van 250 inwoners, morgen alleen nog voor kernen met 500 en meer inwoners en volgend jaar voor kernen die meer dan 1000 inwoners hebben. Alle teksten over het leefbaar houden van het platteland leiden met dit beleid tot enerzijds leegloop en anderzijds een eenzijdige bevolkingssamenstelling van het platteland. Dat kan toch niet de bedoeling van het college zijn. Als we het met elkaar eens zijn dat we een kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer moeten hebben in Fryslân, dan mogen we toch meer verwachten dan het laten afkalven van het openbaar vervoer. Het lijkt alsof we ons met enig gekakel gewoon naar de slachtbank laten leiden. Het rijk mag van ons gerust zeggen dat we het openbaar vervoer moeten privatiseren en aanbesteden. Maar hoe we het uitvoeren moet dan ook aan ons overgelaten worden. Laat ons dan uitmaken of er wel of geen lightrail op regionale spoorlijnen rijdt, of er op die lijnen ongelijkvloerse kruisingen mogen zijn of niet, enzovoort. Het is toch heel onlogisch om eisen te stellen, minder rijksgeld te geven en van ons te blijven verwachten dat we een goed openbaar vervoer in stand houden. Het behoort dan zo te zijn dat wij ook echt verantwoordelijk zijn en niet alleen maar de pispaal worden van de Friese samenleving. Laten we anders het hele openbaar vervoer maar weer terug werpen in de schoot van het rijk.


3 Water

De kadernota schetst precies wat we in het verleden afgesproken hebben en schetst ook wat we als coalitie met elkaar afgesproken hebben. We zien ook geen argumenten en gebeurtenissen waarom we daar van af moeten wijken. Dus wat ons betreft is hier een evenwichtig programma geschetst. We hebben wel twee opmerkingen:

1. Het Wetterskip bestrijkt nu vrijwel hetzelfde gebied als de provincie. Dat biedt voordelen. Tenzij we los van elkaar met hetzelfde gebied aan de slag gaan. In de samenwerking zal dus stevig geïnvesteerd moeten worden
2. De rijksuitkering voor muskusrattenbestrijding schijnt volgens het jaarverslag niet voldoende te zijn. En toch moeten wij volgens de wet die taak adequaat uitvoeren. Misschien is het een idee om het maar weer over te dragen aan het rijk. Of het blijft gedecentraliseerd, maar dan ook met voldoende middelen. Het is te makkelijk om de landelijk de belasting te verlagen en via een omweg de burgers toch de lasten te geven.


4 Milieu

Een duurzaamheidsplan kan heel mooi zijn maar als gewerkt blijft worden met schotten tussen de verschillende disciplines dan hebben we weer een mooi plan maar het werkt niet. Daarom geven wij vooralsnog de voorkeur aan het ontschotten. Integrale beleidsontwikkeling aangestuurd door integrale managers en integrale bestuurders bekt wel lekker maar die integrale beleidsontwikkeling werkelijk tussen de oren krijgen van hoog tot laag is aanzienlijk moeilijker. Zoals we er nu tegenaan kijken zijn de doelen en de aanpak van het huidige PMP nog prima bij de tijd. Laten we daarom eerst maar eens beginnen dit plan te evalueren en op punten aan te passen.


5 Landelijk gebied

Tijdens de discussie over de kadernota Streekplan is ook de ruimte-voor-ruimte regeling kort aan de orde geweest. Wij hebben toen wel gemerkt dat er binnen dit huis zeer waarschijnlijk verschillende gedachten over zijn. Wat ons betreft moet het niet een regeling worden die alleen maar gericht is op het vergroten van agrarische (woon)percelen. Maar het moet wel een bij elkaar passend geheel blijven. Dus zal er volgens ons rekening gehouden moeten worden met ruimte- en natuuraspecten. Wat we missen in dit programma is een paragraaf over landinrichting. Toch niet een onbelangrijk thema voor de landbouw maar ook voor de ruimtelijke invulling van Fryslân.


6 Economie en Toerisme

Een van de heel grote problemen waar we in Fryslân mee te maken hebben, is de hoge werkloosheid die vooral veroorzaakt wordt door de dunne economische structuren.

Werk is een belangrijk perspectief voor mensen die uit de boot gevallen zijn. Maar ook voor mensen die uit de boot gaan vallen of misschien helemaal niet aan de bak zullen komen.

Vestigingsbeleid is in onze ogen een heel belangrijke factor voor het versterken van de economische structuur. Daarin is de rol van de provincie op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting en het milieu van groot belang. Dat is een hoofdpijler waar wij onze aandacht op willen inzetten. Dat vereist een lange termijn agenda waarin de belangrijkste dingen eerst komen. De neiging die we zien ontstaan dat alles en iedereen weer ruimte moet hebben, leidt onherroepelijk tot onnodige versnippering. Wat ons betreft zetten we eerst in op de onontbeerlijke hoofdzaken. Dus bijvoorbeeld onze energie en middelen in belangrijke mate richten op de hoofdinfrastructuur en de werkgelegenheidspositie van Leeuwarden als de grootste leverancier van arbeidsplaatsen koesteren en daar waar mogelijk versterken. Maar ook in de zones bijzondere aandacht voor een voldoende aanbod aan structurerende bedrijvigheid en een brede waaier van woningen, en hoogwaardige voorzieningen.


1 Arbeid en inkomen

De slechte economische ontwikkelingen dragen er zorg voor dat steeds meer mensen uit het arbeidsproces worden gestoten.(maandelijks 14.000 personen) Ook Fryslân krijgt haar deel op dit gebied. Gemeenten zijn geconfronteerd met de Wet Werk en Bijstand en trachten met gebruikmaking van die Wet zowel Werk als Inkomen zeker te stellen. Met name mensen die langdurig uit het arbeidsproces zijn geweest,moeten via reïntegratie weer terug worden geleid naar werk, om zodoende op termijn weer in een eigen inkomen te kunnen voorzien. Een kwetsbaar deel van de langdurig werklozen zal via beschermd-werken weer terug moeten worden geleid naar de arbeidsmarkt. Om terugleiden naar de arbeidsmarkt soepeler te laten verlopen, willen wij dat de Provincie bereid is te fungeren als olieman. We denken daarbij aan het toekennen van een startsubsidie voor deze doelgroep. Via besprekingen met het RPA-Fryslân en eventueel het VFG moeten er dan werkbare afspraken gemaakt worden.

De toename van de jeugdwerkloosheid in Friesland is in een zorgelijk stadium terecht gekomen. Zorgelijk uit tweeërlei oogpunt: het aantal en het gegeven dat daarmee weer een belangrijk deel van een generatie in werkloosheid opgroeit. Ondanks de Landelijke Task-force die er op is gericht 40.000 jongeren weer aan een baan te helpen, kan worden gesteld dat dit onvoldoende is om de groei van de werkloosheid onder jongeren tegen te gaan. Daarom moet ook hier de provincie als olieman optreden waarbij de olie in werkelijkheid bestaat uit geld. We denken aan een stimuleringssubsidie van 1500 Euro per geplaatste jeugdige werkloze tot 27 jaar (te verkrijgen bij een minimaal arbeidsverband voor betrokkene van 1 jaar).


2 Regionaal economisch steunbeleid

Afspraak is afspraak. Maar niet vanwege de afspraak en ook niet omdat wij zielig zijn, maar omdat de rest van Nederland ook de solidariteit op moet brengen. Te gemakkelijk wordt naar onze mening gezegd dat we het op eigen kracht moeten doen. Natuurlijk, hoe eerder hoe liever. Maar en pony wordt niet vanzelf een paard. We zullen hulp nodig hebben om onze pony in te kunnen ruilen voor een paard.

Het Kabinet denkt daar blijkbaar heel anders over. "U redt zich maar, we halen bij jullie wel het gas waar de Randstad op kan draaien en als we dat te weinig vinden, gaan we ook verder met boren in het Wad, en laten we blijvend toe dat als slagroomtoefje tankers dicht ten noorden van de eilanden varen, en we zorgen dat Friese kustbewoners meer en meer te maken krijgen met verzilting, enz.." Dat lijkt ons nu niet een goed voorbeeld van in solidariteit met je macht omgaan. Het kan toch niet zo zijn dat men op het ministerie van Economische Zaken de hoop opgegeven heeft dat Fryslân ook mag participeren in de werkgelegenheidsontwikkeling?


7 Sociaal beleid en Zorg

Werk is niet het enige wat wij erg belangrijk vinden. Al helemaal in dit programma geldt dat eigen verantwoordelijkheid niet los kan staan van solidariteit.

Zorg met de bijbehorende solidariteit karakteriseert ook de mate van onze beschaving. Juist in economisch slechtere tijden is de aandacht hiervoor van groot belang.


1 Sociale infrastructuur

Voorkomen is altijd beter dan de gevolgen moeten aanpakken. Wij vinden dan ook dat er voldoende aandacht moet komen voor de sociale infrastructuur; een structuur die er voor zorgt dat mensen meedoen in de maatschappij, zich betrokken voelen en minder kwetsbaar zijn. Dat betekent: goede onderwijsvoorzieningen, een goed vangnet voor mensen die moeilijk aan het werk komen en voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Als mensen zich gewaardeerd voelen, waarderen ze zichzelf ook. Wij hebben van harte ingestemd met het Sociaal Investeringsfonds. Wij zien hier enorme kansen om goede projecten te stimuleren die er voor zorgen dat mensen meedoen in de maatschappij, zich betrokken voelen en minder kwetsbaar zijn. Hierbij moet dan met name het primaire doel niet uit het oog verloren worden, namelijk: het SIF heeft ten doel om uit een grote pot allerlei zaken te financieren, die een significante bijdrage leveren aan het welzijn van de Friese burger. Hierdoor komt er ook meer ruimte voor nieuwe initiatieven en kan er sneller op maatschappelijke veranderingen worden ingesprongen. Om effectiever en efficiënter te kunnen werken (voor zowel instellingen als de ambtelijke organisatie) is het een goed idee om kleine subsidieaanvragen van kleinere instellingen op een directere manier te honoreren onder een marginale toets. Het aankomend initiatiefvoorstel van het CDA lijkt hier in eerste instantie op in te spelen en zou zowel voor welzijnsprojecten, als voor cultuurprojecten toepasbaar zijn.

Ook in onze vorige algemene beschouwingen hebben wij aangegeven dat de heroriëntatie op zorg en welzijn geen uitgangspunt kon en mocht zijn voor een bezuinigingsronde. De gedeputeerde heeft ons in die vergadering en later in de commissie aangegeven dat er een bulk geld beschikbaar komt (en daar staan wij volkomen achter), maar toch liggen daar nu een paar onduidelijkheden, want:
1. Het geldbedrag, dat toebedacht is aan de kleine subsidieaanvragen zou uit het SIF moeten komen (E 300.000,--).
2. Er wordt geld voor extra ambtelijke inzet uit het SIF gehaald (E300.000.--).
3. De Provinciale bijdragen voor de uitvoering van de activiteiten zoals die in de regiovisie's zijn genoemd zouden uit het SIF moeten komen (was incidentele financiering).
4. Het budget voor vrijwilligerswerk zou niet meer apart gevormd worden, maar gefinancierd worden vanuit het SIF (was incidentele financiering). De vraag die dan rijst is: Wat wordt er nu ingestopt en wat blijft er nu over voor de producten? Kan het college aangeven wat er nu precies in het SIF zit?? Aanvankelijk werd gezegd dat het geen bezuiniging betrof, maar allengs worden er meer zaken vanuit het SIF gefinancierd, waarbij op zijn minst de indruk gewekt wordt, dat er per saldo minder geld overblijft voor de oorspronkelijke productfinanciering (de spoeling wordt steeds dunner).

Waar we ons bij dit programma ook zorgen om maken is het feit dat het Rijk steeds meer taken overdraagt aan de gemeenten (Wet Werk en Bijstand en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Niet vanwege de gemeenten maar omdat dit vaak gepaard gaat met minder middelen. Wij zijn van mening dat wij als provincie niet automatisch de gaten die hierdoor ontstaan kunnen/moeten opvullen.


2 Jeugdzorg

Bijzonder verontrust zijn wij over de brief van het bestuur van BJF waarin een onwerkbare werksituatie geschetst werd. Met als gevolg het opstappen van de interim-manager. Een en andermaal hebben we het college van onze verontrusting blijk gegeven. Maar het viel allemaal wel mee. Het liep goed. Hoe goed bent u, college, eigenlijk op de hoogte? U bent immers de bestuurlijk verantwoordelijke. En helaas is het niet de eerste keer dat we vanuit de provinciale welzijnshoek gerust gesteld worden. Wij verwachten dat het bestuur bestuurt en niet aangestuurd wordt. Het is nu van belang om te weten wat het college gaat doen met deze situatie.
1. Welke gevolgen heeft dit voor het beleidsplan dat er ligt.
2. Wat gaat er gebeuren met het project van de "brede jeugdzorg"(immers de projectleider is dezelfde persoon als de ad interim directeur van Bureau jeugdzorg en Bureau Jeugdzorg is een belangrijke partner in dit project).
3. Is er al overleg geweest met het bestuur van Bureau Jeugdzorg en zo ja wat is hiervan de uitkomst. De provincie heeft in maart een brief aan Bureau Jeugdzorg gestuurd met daarin de bedoelingen en uitgangspunten die de provincie voor ogen heeft. In deze brief worden een aantal voorstellen (opdrachten) aan het bestuur gegeven met verstrekkende gevolgen voor de aansturing. Deze brief blijkt echter juridische onmogelijkheden te bevatten en had derhalve niet verstuurd mogen worden. Wat gaat het college hieraan doen? Los van deze "hite knipepunten" acht de PvdA-fractie het van belang om steeds weer te kijken naar de primaire doelstelling: De juiste vorm van hulpverlening bereikbaar en beschikbaar maken en houden voor een ieder. Dit betekent dat er niet alleen aandacht besteed moet worden aan de vormgeving van het proces, maar met name ook aan het inspelen op trends. Hierbij valt het ons op dat in alle plannen volstrekt onduidelijk blijft hoe snel en op welke wijze er vorm gegeven kan worden aan nieuwe ontwikkelingen. Een goed voorbeeld is de ingezette trend van de hulpverlening in de thuissituatie, terwijl met name scholen steeds meer problemen tegenkomen en de vraag naar speciale vormen van onderwijs (bijvoorbeeld in combinatie met opvang/hulp) sterk is toegenomen. Hoe snel kunnen Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulp Friesland op deze ontwikkelingen inspelen?


3 Ouderen

Deze steeds groter wordende bevolkingsgroep heeft van nature te maken met een toenemende behoefte aan ondersteuning, begeleiding en verzorging. Ook hier kan de provincie haar regierol waarmaken.

Steeds weer blijkt uit onderzoeken en praktijkvoorbeelden dat de hulp zo dicht mogelijk bij huis de meest efficiënte en de goedkoopste is. Op tal van plaatsen zijn initiatieven ontwikkeld om hulp te bieden die aansluit op de hulpbehoefte van ouderen. Daarnaast zijn er tal van initiatieven ontwikkeld om verschillende belangenorganisaties en hulpinstanties onder één dak te brengen. We zullen de beweging om tot één loket te komen voor hulp en voorzieningen voor ouderen moeten blijven stimuleren. Alleen door actieve samenwerking tussen instanties en samenbundeling van kennis en kunde is een bureaucratisch moeras te voorkomen. De provincie kan en moet in onze ogen hier een stimulerende en ondersteunende rol spelen. In onze ogen moeten we er naar streven om de zogenaamde één-loket-gedachte een effectieve vorm te geven.

Wij pleiten in dit verband voor het betaalbaar houden van de maaltijdvoorziening voor ouderen. Er zijn in Fryslan weinig maaltijdvoorzieningen omdat gemeenten de stekker er uit trekken. Toch voorziet het in een belangrijke behoefte.

Eveneens hoort bij een effectieve zorg (niet alleen voor ouderen, maar voor iedereen) een goede professionele en vooral bereikbare huisartsenzorg. Daarom willen we ook kritisch blijven volgen op welke wijze de dokterswachten functioneren en daar waar mogelijk verbeteren.

Onder het hoofdstuk welzijn en zorg algemeen zijn wij al ingegaan op het feit dat meedoen in de maatschappij belangrijk is. Maar toch komt het voor dat mensen langs de zijlijn staan. De Partij van de Arbeid wil ook mensen langs de zijlijn weer zo veel mogelijk bij het "spel" betrekken en wij vinden dat de provincie daarin ook mee moet en kan spelen. Dit betekent onder andere dat er aandacht moet zijn voor dak- en thuislozen. Wanneer wij het nodig vinden zullen wij op het juiste moment aangegeven op welke manier wij vinden dat wij ons steentje bij moeten dragen. Wij denken daarbij onder andere aan de gebruiksruimte in Leeuwarden.

Ook willen we een accent plaatsen bij het minderhedenbeleid. Nu er zoveel speelt op het terrein van vluchtelingenproblematiek vraagt dit beleidsterrein mogelijk om actualisatie.


8 Kultuer, Taal en Underwiis


1 Onderwijs

Kennis en economie hebben alles met elkaar te maken. Helaas zien we daarvan het belang onvoldoende terug binnen de politiek. Of we het nu leuk vinden of niet, met de lage lonen landen kunnen we niet meer arbeidsintensief concurreren. We zullen snel om moeten schakelen naar de hoogwaardige kennis economie. En tegelijk naar de hoogwaardige vakdeskundige handarbeid om in eigen behoefte te voorzien.


2 Cultuur

Wij verwachten binnenkort van het college ook nadere uitleg/verduidelijking over de rol die van ons als provincie verwacht wordt bij de nieuwbouw van het Fries Museum. Verder pleiten wij vurig voor een verregaande ontschotting van de subsidieverstrekkingen voor culturele activiteiten en wat betreft het in kaart brengen van het Friese erfgoed vinden we dat het goed zou zijn dat er meer duidelijke voorwaarden gesteld worden aan het toch wel aanzienlijke bedrag (1.6 miljoen structureel per jaar) dat de provincie hierin steekt.


9 Ruimte

De leefbaarheid in dorpen en wijken heeft veel te maken met een prettige woonomgeving. Je zou denken dat de vraag naar doelgroep-woningen tot prachtige projecten zou leiden. Maar de bouw stagneert. En waarom? Iedereen geeft elkaar daarvan de schuld. De corporaties zouden teveel goedkope woningen slopen en verkopen, de gemeenten zouden liever dure woningen bouwen, het rijk zou onuitvoerbare regels stellen en de provincie zou te weinig contingenten beschikbaar stellen. Aannemers en projectontwikkelaars stellen dat je eigenlijk nergens meer kunt bouwen als gevolg van al die regels. De PvdA vindt dat we aan de slag moeten met het slechten van belemmeringen. Bijvoorbeeld door gemeenten te vragen meer met globale bestemmingsplannen te gaan werken zodat adequater ingespeeld kan worden op maatschappelijke veranderingen. Breng de belemmeringen maar in kaart en doe er vanuit je eigen verantwoordelijkheid alles aan om geen belemmerende factor te zijn.

Leefbaarheid is een gevoel dat ook veroorzaakt wordt door voorzieningen die de sociale samenhang versterken. En als we moeten kiezen dan ligt onze voorkeur meer bij de sociale dan de fysieke structuur. Wij pleiten daarom hier nogmaals voor het per gebied realiseren van een voorzieningenspreidingsplan. Belangrijk voor bijvoorbeeld de steeds verder vergrijzende samenleving. Maar ook scholen, al dan niet geïntegreerd in een MFC, leveren een enorme bijdrage aan het verbeteren van de leefbaarheid en aan de vorming van mensen. Mensen die hun kennis en kunde in Fryslân moeten kunnen verbreden en ten dienste stellen van de lokale en regionale gemeenschappen.

Over het te ontwikkelen ontwerp-streekplan moeten we toch kwijt dat wij gezien de amenderingen en vooral de interpretatie die de FNP daaraan geeft, niet gerust zijn op de uitwerking. Maar het college zegt dat zij er wel mee uit de voeten kan en dus geven we vooralsnog het college het voordeel van de twijfel.

Hoewel we nog apart gaan debatteren over de Nota Ruimte, moet ons van het hart dat we bepaald niet gelukkig zijn met sommige uitspraken van politici en lokale bestuurders uit de provincie. Als voorbeeld hier het doempraten over de Westergozone. Als je nu graag je eigen graf wilt graven dan moet je door blijven gaan met roepen dat het niks wordt en dat bedrijven niet willen komen.

Financieel Kader


4.1 Algemeen

Onze financiële positie is bepaald niet dramatisch. En dan druk ik me voorzichtig uit. Wat ons betreft had het college ons dan ook best de vraag kunnen voorleggen of nog wel voldaan moet worden aan de bezuinigingsopgave uit het bestuursakkoord.

We leveren diensten aan de samenleving omdat we vinden dat die diensten nuttig en nodig zijn. Uit de lijn die in het voorgaande uitgezet is, kunt u concluderen dat we blijven staan voor de zaken die in het bestuursakkoord afgesproken zijn. Maar daarmee is de begroting 2005 en het meerjarenperspectief niet in een keer sluitend. Wij dragen daarvoor de volgende dekkingsmogelijkheden aan:
1. temporisering uitvoeringsprogramma PVVP (zodanig dat het accent komt te liggen op realisering hoofdinfrastructuur, veiligheid, openbaar vervoer en fietsverkeer),
2. geen nieuw PVVP en PMP maar actualisering

3. substantieel minder inhuur van externe adviseurs,
4. strakkere sturing van het bestuur op de uitvoering.

Dit laatste kan, geheel in lijn met het bestuursakkoord, wel eens betekenen dat het aantal beleidsambtenaren moet krimpen ten gunste van hen die de uitvoering aansturen.
5. Versobering internationale contacten


4.2 Budgetsubsidiëring

In deze paragraaf willen we het ook nog even over de budgetsubsidiëring hebben. We doen dat aan de hand van het voorbeeld "It Fryske Gea". Wij hebben terecht om een productbegroting van It Fryske Gea gevraagd. Daarvoor is door de provincie aangegeven welke producten zij wil afnemen. Ook de kwaliteit van de producten is vastgelegd. It Gea begroot de kosten en verwacht dan dat er een overeenkomst gesloten wordt, eventueel na een inhoudelijk gesprek en zo nodig met een bijstelling van de provinciale kwantiteits- en/of kwaliteitsvraag. Zo hoort het volgens ons. Maar als de informatie juist is, dan zegt de provincie zonder motivering dat de levering van het gevraagde product ook wel voor minder geld kan. Dat nu lijkt ons niet logisch. Op z'n minst heeft de provincie dan de plicht om hard te maken dat het ook daadwerkelijk voor minder geld kan. Als dit de bestuurspraktijk wordt van budgetsubsidiëring dan vinden wij dat we de verkeerde weg bewandelen. Net zo goed als u tegen ons zegt dat u niet eindeloos producten kunt leveren tenzij wij geld beschikbaar stellen, zo is het ook met degenen die onder de budgetsubsidie vallen.

Samenvattend

Investeren zonder onderhoudsprogramma's met voldoende financiën, is slecht. Daarom leggen wij in de periode dat we blijkbaar op het geld moeten letten het accent op onderhoud. Achterstallig onderhoud kan ons over een paar jaar als een molensteen om de nek gaan hangen. Wij kiezen dan ook voor investeren in de meest noodzakelijke zaken ten behoeve van de economische structuurversterking, en investeren in veiligheid en leefbaarheid. Bij infrastructuur bijvoorbeeld dus eerst maar eens alleen in de hoofdinfrastructuur, in echt onveilige punten, in fietsverkeer en in openbaar vervoer. Het opwaarderen van de bestaande infrastructuur heeft wat ons betreft geen prioriteit en vraagt mogelijk om actualisatie.

En dan nog dit: als we besloten hebben om iets te gaan uitvoeren, zorg er dan ook voor dat we het als de gesmeerde bliksem uitvoeren. De samenleving heeft dan niet alleen de minste hinder van de uitvoeringsactiviteiten maar ze zien dat er ook daadwerkelijk iets aangepakt wordt.

Onze beleidsprioriteiten liggen samengevat bij:
Intensivering: Werk, OV, Jeugd(zorg en onderwijs), onderhoud Bezuiniging: Ondersteuning GS, Internationale contacten, opwaarderen weginfrastructuur, kritisch zijn naar vernieuwing kadernota's (PMP, PVVP) als de beleidslijn goed blijkt te zijn.

SP ALGEMENE BESCHOUWINGEN

WAT HAWWE WY TE WINSKJEN???

WAT HEBBEN WIJ TE WENSEN???

Inleiding

De SP kiest dit jaar voor een opzet in haar Algemene Beschouwingen in de vorm van een wensenlijstje, vandaar de titel: Wat hawwe wy te winskjen? Wat hebben wij te wensen?

Bij het bepalen van de koers van een politieke partij dienen volgens ons namelijk de eigen uitgangspunten leidend te zijn.

Bij deze opzet zijn wij echter wel uitgegaan van de programma's zoals die in ons duale stelsel zijn vastgesteld om de leesbaarheid te vergemakkelijken.

Tijdens de behandeling van de Kadernota op 21 juni a.s. komen wij met een directe reactie op de daarin voorgestelde plannen en beleidsuitgangspunten. Deze papieren beschouwingen haken overigens op onderdelen in op voorgesteld of reeds in gang gezet beleid, zodat de samenhang met wat wij willen en wat er gebeurt duidelijker in kaart wordt gebracht.

Programma 1: Bestuur en veiligheid

Dualisme
Geef het dualisme de kans om te wennen en neem daar de tijd voor. Dat is eigenlijk de boodschap die de SP mee wil geven over het dualisme. Te veel horen wij gefrustreerde Statenleden en mopperende Gedeputeerden, die bij de minste geringste weerstand van de Staten roepen 'dat we het niet snappen' of 'jullie zullen het nog wel leren'. De uitzending van Omrop Fryslân over het dualisme bij de provincie gaf weliswaar niet een waarheidsgetrouw beeld weer van hoe het er meestentijds aan toe gaat in de vergaderruimten van het provinciehuis, maar had de kern toch wel aardig te pakken. Een samenspel tussen drie gelijkwaardig te beschouwen partners: GS, PS en het ambtelijk apparaat. Drie partners die bereid zijn van elkaar te leren en elkaar te corrigeren zonder te schofferen. Dat is onze wens.

Spreektijd
Het is de SP een doorn in het oog: de spreektijdregeling. Het nodigt de grote partijen uit tot oeverloos gezwam over details, waarbij zij menig oververmoeid statenlid in staat stelt om eens flink bij te slapen, het belemmert de kleinere partijen daarentegen om over alle onderwerpen mee te kunnen praten. De politieke reden om deze verdeling in stand te houden is volgens de SP een belachelijke reden. Verschillen in partijgrootte komen tot uitdrukking tijdens stemmingen. Alle partijen krijgen evenveel stukken en moeten daarover gelijk kunnen spreken. De SP pleit nogmaals voor een gelijke spreektijd voor alle partijen omdat dat recht doet aan de democratie. Dat is en blijft onze wens.

Verbouwing provinciehuis
Nu het er naar uitziet dat de nieuwe arbowetgeving versoepeld gaat worden, vervalt volgens de SP het argument van het College om het Provinciehuis voor vele miljoenen te gaan verbouwen. Wij hebben die verbouwing nooit zien zitten en namen hiertegen reeds stelling in ons verkiezingsprogramma. De discussies hierover in de Staten hebben ons er niet van overtuigd dat die dure klus daadwerkelijk nodig is. De aanpassingen kunnen simpeler en goedkoper. Alleen het hoognodige verspijkeren om het werkklimaat voor de ambtenaren te verbeteren. Dat is onze wens.

Wachtgeld
'Wachtgeld (ta)boe!' schreven we vorig jaar als kop bij dit onderwerp. De zinnen uit die beschouwingen zijn nog steeds actueel: 'De burgers van onze mooie Provincie krijgen vanuit Den Haag slechte tijden voorgespiegeld. Bezuinigingen, die met name de mensen die de laatste jaren ook al niet konden profiteren van de welvaart, hard zullen treffen. De verdere uitholling van de gezondheidszorg, welzijn, de huursubsidie, de WAO, het openbaar vervoer, nutsvoorzieningen, natuur en milieu en zo kan de SP nog wel even doorgaan. Maar voor oud-PS en oud-GS leden hebben we het hier in Fryslân prima geregeld. Daar waar een ander in dit land na het verliezen van zijn of haar baan in de WW terecht komt of zelfs rechtstreeks in de bijstand en de plicht krijgt om te solliciteren op banen die er nauwelijks zijn, strijken oud-Statenleden nog een riant inkomen op in de vorm van wachtgeld, ook wanneer zij erbij werken! Oud-Gedeputeerden kunnen zelfs precies uitrekenen wanneer zij kunnen stoppen met werken om tot hun pensioen riant van provinciaal wachtgeld te kunnen leven zonder dat daar verplichtingen tegenover staan. Het is de ouderwetse graaicultuur, waar wij als SP van gruwen en die de burger van Fryslân volgend jaar bijna zes ton kost! In 'oud' geld: zo'n 1,3 miljoen gulden.De SP vindt dat oud-politici het goede voorbeeld moeten geven en zal daar binnenkort uitgebreid op terug komen.'

Inmiddels zijn we enkele maanden verder en kan de SP nog steeds niet uitgebreid terugkomen op het wachtgeld voor oud-Statenleden en -Gedeputeerden. Waarom niet? Omdat het college van GS tot op het moment van dit schrijven weigert om gegevens over het wachtgeld vrij te geven. Een grote schande! We zullen blijven proberen de gegevens boven tafel te krijgen, zodat we de verordening over de wachtgelden kunnen inrichten volgens de maatstaven 'solidair, menselijk waardig en gelijkwaardig'. Dat is onze wens.

Deregulering
De toverformule van het kabinet Balkenende II - Žminder regelsŽ. En er wordt ook een getal bij genoemd: -25%. Alsof je met één pennenstreek zomaar een kwart regels kunt afschaffen en het daardoor allemaal beter zal worden. Natuurlijk zijn er regels die volgens de SP geschrapt kunnen worden, maar dat willen wij per onderwerp op zijn merites kunnen beoordelen, zonder de 'dwingende' 25%-regel. Regels zijn er om mensen zekerheid te bieden, te beschermen, zoals de zwakkeren in de samenleving. Want het afschaffen kan ook betekenen dat medewoners bepaald recht niet meer kunnen halen. Wanneer handhaving van bepaalde regels problematisch is, wil dat nog niet zeggen dat je ze dan maar meteen overboord moet gooien. Eerst kijken of het gebrek aan handhaving niet een andere oorzaak heeft, zoals verkeerde prioritering, zoals wij die nog te vaak tegen komen. Daarna goed kijken wat de gevolgen van het afschaffen zijn of kúnnen zijn met als uitgangspunt de reden waarom die regels er ooit zijn gekomen. En pas in de laatste plaats overgaan tot het regels schrappen. In die volgorde. Dat is onze wens.

Onleesbaarheid stukken
Het is vaak triest gesteld met de leesbaarheid van de provinciale stukken. Niet zozeer voor politici en de ambtenaren, maar vooral voor de medewoners van onze provincie. Hoewel: wanneer zelfs Statenleden tijdens vergaderingen uitleg vragen over een zin, dan moeten de opstellers van beleidsstukken zich eens flink achter de oren gaan krabben. Een duidelijk voorbeeld van onduidelijke taal was het rapport over het instellen van een Frysk Buro foar Toerisme. Dat werd zowel door de fractie van Gemeentebelangen als die van de SP verscheurd vanwege de onduidelijke managerstaal. Ook tijdens de afgelopen commissievergadering LL&W was er onduidelijkheid over een zin uit een notitie, dit maal bij de fractie van CU/SGP. Terwijl de Gedeputeerde het wél kon uitleggen in gewone mensentaal, want 'volgens hem stond er'. De SP zal vaker de nadruk leggen op normaal taalgebruik. Dat is ons voornemen. Zo dringen wij aan op stukken die voor een ieder te lezen en te begrijpen vallen. Want dat is onze wens.

Provinciale politie
Hoe het gaat lopen met de gekozen burgemeester is nog koffiedik kijken. Maar het is geen kwestie óf maar wannéér. Feit is dat onze Commissaris het waarschijnlijk een stuk rustiger gaat krijgen, wanneer de burgers zélf hun burgemeester gaan kiezen. Wij steken echter niet onder stoelen of banken, dat wij liever zien dat de burgemeester vanuit de gemeenteraad gekozen zou worden. Maar wat niet is, kan nog komen.feit blijft dat de voorzitter van het College, voorzitter van de Staten en voorzitter van het Presidium tijd krijgt om een andere belangrijke taak op zich te nemen. Wij stellen voor dat het korpsbeheer van de politie bij de Provincie wordt ondergebracht. Wij pleiten dus voor een provinciale politie met aan het hoofd onze Commissaris. Dat is onze wens.

Programma 2: Verkeer en Vervoer

Zweeftrein: een gepasseerd station
Het is niks en het wordt niks met die zweeftrein: de SP roept het al jaren en verzet zich er al jaren tegen. De tekorten lopen op, sneller er sneller. Was er eerst 'het gat van Brussel', nu blijken de aanlegkosten weer hoger uit te vallen. Het verbaast ons niets. Landelijke politici suggereren nu dat de provincies dan maar extra geld op het kleed moeten leggen. Fryslân is dat - terecht - niet van plan. Maar in plaats van te stoppen met zweven, denkt het College en in hun kielzog de 'regeringsfracties' dat het bedrijfsleven het verschil wel bij gaat passen. Want 'omdat het goed is voor de werkgelegenheid' zijn die vást wel bereid te investeren, is hun veronderstelling. Tegelijkertijd blijft echter de economie achter en worden vele werknemers op straat gezet. Het is een rare redenatie: om werkgelegenheid te krijgen moeten bedrijven investeren in de zweeftrein. En om dat geld erin te steken moeten ze mensen ontslaan.

Vorig jaar juli schreef de Friese SP aan de Stuurgroep Zuiderzeelijn en de besturen van de Friese gemeenten én de provincie in een brandbrief onder meer het volgende:

Wij roepen u op om nu twee dingen te doen:

1- Erkennen dat de magneetzweefbaan er niet komt en de HSL- of intercityverbinding via een Zuiderzeelijn evenmin. Gezien enerzijds de enorme kostenoverschrijdingen bij de Betuwelijn en de HSL-Zuid en de maatschappelijke discussie daarover en anderzijds de voorgenomen bezuinigingen van het Rijk en de prioriteit die het Rijk geeft aan de -uiterst kostbare- uitvoering van de Spoedwet wegverbreding, is het duidelijk dat een nieuwe spoorlijn tussen Amsterdam en Groningen er totaal niet in zit.


2- Met spoed en veel energie en creativiteit aan de slag gaan om de resterende van de vier opties voor verbetering van de treinverbinding tussen het Westen en het Noorden veilig te stellen: de aanleg van de Hanzelijn gekoppeld aan verbetering van de bestaande sporen tussen Zwolle en Leeuwarden en tussen Zwolle en Groningen. (De Hanzelijn-plus-variant, één van de terugvalopties.)

Wij hebben overigens nooit een antwoord gekregen.misschien omdat ongelijk bekennen nu eenmaal erg moeilijk is voor Hans Alders en in zijn kielzog de tsjoeke-tsjoeke club???

Stoppen met dagdromen en inzetten op de Hanzelijn Plus-variant. Onderzoeken of Drachten daarbij ook aan het spoor kan en of rails over de Afsluitdijk een optie is, de zogenaamde Hanzelijn Plus-plus variant. Dat is onze wens.

Veilig verkeer Fryslân
Wanneer je veilig verkeersgedrag wilt stimuleren is dat een goede zaak. Maar als Provincie moet je er ook voor zorgen dat je de voorwaarden schept om onveilige situaties zoveel mogelijk te voorkomen. Dat is namelijk beter dan genezen. Zo pleiten wij ervoor dat de parallelwegen, waar ook de kwetsbare verkeersdeelnemers op de fiets - en onder hen veel jeugd - gebruik van maken, daar waar mogelijk niet meer toegankelijk zijn voor gemotoriseerd verkeer! Deze groep verkeersdeelnemers beschikt over een voertuig dat onevenredig hard kan rijden in vergelijking met de fietsers en zorgen voor gevaarlijke situaties die in onze Provincie onnodige slachtoffers maken. En ook gevaarlijke kruisingen, rotondes, oversteken over Provinciale wegen moeten dusdanig ingericht worden dat fietsers veilig kunnen deelnemen aan het verkeer en daarbij zo veel mogelijk gescheiden worden van snelverkeer. Daarnaast is er een andere kwetsbare groep verkeersdeelnemers, die soms letterlijk over het hoofd wordt gezien: motorrijders. Het provinciale wegennet kent vele gevaren en soms een onbegrijpelijke inrichting van de wegen en opstelling van materiaal langs of aan de weg voor hen. Voorbeelden: plaatsing van lantaarnpalen aan de buitenkant van wegen, terwijl die aan de binnenkant minder gevaar opleveren voor motorrijders en die bovendien meer lichtopbrengst hebben aan de binnenkant. De onhandige detectie van verkeerslichten, soms worden motorrijders gewoon niet 'gezien' door de elektronica. Het onderhoud aan de wegen is ronduit slecht; teernaden, grint en opgeplakte pijlen leveren soms levensgevaarlijke situaties op, zelfs bij droog weer! Vangrails, die veilig zijn voor automobilisten, worden door motorrijders 'guillotines' genoemd, soms wordt een schuivende rijder letterlijk onthoofd. In Utrecht is de provincie begonnen met het aanbrengen van afdichtingen aan vangrails. Die platen werden overigens geleverd door Prins Dokkum. De SP wil graag een inventarisatie van alle knelpunten op de provinciale wegen voor motorrijders. Hierbij zou de Provincie gebruik kunnen maken van de aanwezige kennis bij de MAG, de Motor Rijders Actiegroep.

Maatregelen om onze kwetsbaarste verkeersdeelnemers te beschermen door soms simpele aanpassingen aan de inrichting en goed onderhoud zal het aantal verkeersdoden in onze provincie doen afnemen. Liever goed asfalt dan meer asfalt. Dat is onze wens.

Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is voor de SP een belangrijk thema, waarover de Staten eind deze maand nog komen te spreken. Vandaar dat wij er nu niet te lang bij stil staan. Wel blijft overeind dat wij een fijnmazig en goedkoop openbaar vervoer in Fryslân willen. Daarnaast willen wij een experiment op de waddeneilanden met gratis openbaar vervoer. Dat zijn - vooralsnog - onze wensen.

Vaarwegen voor toeristen
Als blijkt dat de vaarwegen ten behoeve van watertoerisme opgewaardeerd moet worden, dan vindt de SP dat er heel behoudend moet worden gehandeld. Niet alleen vanwege de economische aspecten en omstandigheden, maar vooral in verband met het direct en indirect aantasten van natuur en milieu. De pleziervaart maakt tamelijk exclusief gebruik van vaarwegen, kaden, oevers en andere voorzieningen voor de watersporters, voorzieningen die ons heel veel geld kosten. Zeker onder de huidige economische omstandigheden lijkt het ons volledig gerechtvaardigd om bezitters en gebruikers van pleziervaartuigen gelijk te behandelen als bezitters van personenauto's. De SP vindt dat er naar mogelijkheden gezocht moet worden om gebruikers van deze faciliteiten de kosten hiervoor mede te laten dragen. Er zou een systeem moeten komen waarbij de gebruikers van vaarwegen en voorzieningen ten behoeve van de watersport rechtstreeks meebetalen aan de kosten voor aanleg, onderhoud en exploitatie. Zo denken wij aan een provinciale heffing voor pleziervaartuigen die in principe gelijke tred houdt met de houderschapsbelasting zoals die wordt geheven voor personenauto's. Daarnaast zouden er voor bezoekers vignetten moeten worden uitgegeven, zoals die bijvoorbeeld worden toegepast bij het gebruik van autowegen in het buitenland. De SP is van mening dat er van solidariteit van niet-bezitters van pleziervaartuigen geen sprake kan zijn, zeker in een tijdperk waar er zwaar wordt gesneden in de sociale zekerheid, gezondheidszorg en andere belangrijke gemeenschappelijke voorzieningen zoals het openbaar vervoer. Wil je de lusten, dan betaal je ook de lasten.
Dat is onze wens.

Programma 3: Water

(Grond)water
Zoet water is een eerste levensbehoefte. We moeten er zuinig op zijn, want door de internationale ontwikkelingen van privatisering van drinkwater, vervuiling van drinkwater én het ontrekken van water aan van oudsher ingewikkelde, maar evenwichtige watersystemen, wordt drinkwater een steeds schaarser goed. Op steeds meer plaatsen in de wereld ontstaan spanningen tussen landen over de 'rechten' van water, omdat daar het water schaars wordt. Wij leven in een waterrijke Provincie en daardoor zou je je veilig kunnen voelen. Veel mensen dénken ook dat water een onuitputtelijke bron is. Helaas is dat niet zo. We moeten dan zo veel mogelijk voorkomen dat zout water zich met zoet water mengt: zout water inlaten in een van oudsher zoetwaterecosysteem is ongewenst. De SP is voorstander van berging van water in daartoe in geschikte gebieden. Dit zou in principe op basis van vrijwilligheid moeten geschieden én er moet een toereikende vergoeding voor de eigenaar van het land tegenover staan. In veel gebieden ontstaan problemen door het lage grondwaterpeil. Vooral bij het veenweidegebied: de bodem klinkt in. De SP vindt dat een onwenselijke situatie omdat het op de langere termijn het landschap onherstelbaar aantast. Wij vinden dat de actuele waterstand, zoals die van nature voorkomt uitgangspunt moet zijn voor de inrichting van Fryslân en niet andersom. Want al zou je zo graag willen, je vist toch ook niet in de woestijn? Door technische (menselijke!) ingrepen zetten wij de natuur nu naar onze hand en zadelen we de na ons komende generaties met een groot probleem op. Wij pleiten voor 'terug naar de basis'. Grondwaterpeil in combinatie met de aanwezige grondsoort moeten weer uitgangspunt zijn voor menselijke activiteiten. Dat is onze wens.

Waterschap
De reorganisatie kostte ons reeds klauwen vol met geld om de dikbetaalde managers tevreden te stellen en een mooie gouden handdruk aan de voormalige dijkgraaf mee te geven. Waarom verbaast het ons nu niet dat het Wetterskip diep in de rode cijfers zit.En zoals dat vrijwel altijd gaat: de medewoner betaalt uiteindelijk de prijs door een hogere waterschapsbelasting. De afgelopen verkiezingen voor het waterschap waren op zijn zachtst gezegd een puinhoop. Het schriftelijk stemmen was een experiment om de opkomst op te krikken. Maar sommige stembiljetten kwamen niet aan of belandden bij het oud papier. Er was geen enkele controle mogelijk of de ingezonden stem ook daadwerkelijk van de geadresseerde afkomstig was. Verhalen dat biljetten uit straten door een enkeling werd opgehaald om te stemmen en ga zo maar door. Dan mag de opkomst wel hoger zijn geweest dan de vorige keer, maar zijn deze verkiezingen wel eerlijk gegaan? We zetten er zo onze vraagtekens bij. Het is geen geheim dat de SP een warm voorstander is van een waterschap onder Provinciale verantwoordelijkheid. Dat is democratischer, transparanter voor de burger en het scheelt enorm veel kosten voor wat betreft de bestuurskosten. Bij provinciale verkiezingen komen meer mensen naar de stembus en is eventueel gesjoemel met stembiljetten uitgesloten. Het lijkt ons duidelijk wat onze wens is.

Programma 4: Milieu

Waddengebied
De SP maakt zich al jaren sterk om het Waddengebied op de Werelderfgoedlijst van de Unesco te krijgen. Dit gebied is zo uniek, dat het om bescherming schreeuwt. Wat ons betreft zouden wij ons dáár sterk voor moeten maken, in overleg met de andere Waddenprovincies én Duitsland en Denemarken, de andere Waddenlanden en het ministerie van LNV. Bij die bescherming hoort geen mechanische kokkelvisserij. In Duitsland en Denemarken is dit al 15 jaar verboden. Bij die bescherming horen geen gasboringen: nu niet, maar ook in de toekomst niet. De commissie Meijer heeft niet alleen in het noorden, maar in heel Nederland dit onderwerp op de kaart gezet en iedereen heeft er inmiddels een mening over. Partijen in Fryslân draaien om eerder gemaakte afspraken heen en de FNP heeft geopperd om over wel of geen gaswinning een referendum te organiseren in noordelijk verband. De SP in de 'waddenprovincies' kiest duidelijk voor een landelijk georganiseerd referendum. Een regionaal referendum zoals de FNP voorstaat zou de discussie over de eventuele opbrengsten voor de noordelijke regio vertroebelen. Met een landelijk referendum geef je iedereen in Nederland de kans om afwegingen te maken die los staan van een eventueel economisch eigen belang. Dat is onze wens.

Provincie-ecoloog
De Provincie moet het voortouw nemen bij het integreren van duurzaam milieubeleid in al haar taken. Zij kan dit doen door een provincie-ecoloog alle plannen van de beleidsmakers in de Provincie eerst tegen het milieuvriendelijke licht te laten houden uitgaande van het principe van: controle vooraf, eventueel onderzoek en dan pas verder met de plannen. De Provincie moet meer doen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De afspraken in het Kyoto-verdrag zijn hierbij de absolute ondergrens. Dat kan door nadrukkelijk te werken aan transportpreventie en schone verbrandingsprocessen te stimuleren en door overschakeling op duurzame energie. Windmolenparken moeten vooral geplaatst worden op industrieterreinen en al bestaande infrastructuur: onder voorwaarden over hoogte en afstand tot bebouwde kom én na inspraak door de direct betrokken burgers. Het ontwikkelen van methodes voor het (verder) gebruikmaken van zonne-energie en het gebruik van waterstof als energiebron moet geen strobreed in de weg gelegd worden. Daarnaast dient de overheid het ontwikkelen van andere vormen van milieuvriendelijke energiebronnen - zoals het opwekken van energie uit afval en biomassa - te stimuleren. Dat is onze wens.

Zelf het goede voorbeeld geven
Wie serieus werk wil maken van een duurzaam milieubeleid dient zelf het goede voorbeeld te geven. We willen dat de provincie zichzelf ontwikkelt tot een maatschappelijk verantwoord ondernemende provincie: enerzijds willen we dat de provincie bij inkoop van bijvoorbeeld kleding let op duurzame en maatschappelijk verantwoorde productiemethoden en materialen, anderzijds willen we dat bij beleidsontwikkeling en -uitvoering en eventuele aanbestedingen het begrip 'duurzaamheid' als overweging wordt meegenomen. Dit betekent in veel gevallen een nieuwe manier van werken. Ook bij organisaties die voorheen in provinciale handen waren moet gepleit worden voor deze manier van werken. Dat is onze wens.

Haal vergunningverlening en handhaving uit elkaar
De Provincie heeft een belangrijke taak als verlener van milieuvergunningen en het handhaven ervan. Hierdoor belandt zij in een voor de SP ongewenste spagaat: wij noemen dat het keuren van het eigen vlees door een slager. Het stinkt wel een beetje, maar ach, gooi het maar in de uitverkoop! Ons uitgangspunt bij het handhaven van (potentieel) gevaarlijke bedrijven is 'gedogen moest niet mogen'; de Provincie moet ervoor zorgen dat gedoogbeschikkingen zo snel mogelijk worden omgezet in milieuvergunningen. Kan een bedrijf daar niet aan voldoen, dan moet het bedrijf dicht. Vooral bij gevaarlijke bedrijven op risicovolle plaatsen (zoals in een woonwijk) moet dit fors aangepakt worden. Bedrijven die vervolgens niet voldoen aan hun milieuvergunning moeten gesanctioneerd worden. Daarnaast pleiten wij ervoor dat de vergunningverlening en de handhaving uit elkaar gehaald moet worden. Vergunningverlening bij de Provincie, handhaving bij de VROM-Inspecteur. De Staten moeten regelmatig geïnformeerd worden over de voortgang in de handhaving, niet alleen kwantitatief maar vooral kwalitatief, zoals wij voorstelden, met instemming van Staten en College. Wij herinneren u er nog maar even aan. Geheime notities over eventuele handhavingproblemen horen daar wat ons betreft echter niet bij. We blijven deze wens koesteren.

Programma 5: Landelijk gebied

Glastuinbouw en/of vezelhennepteelt
'Glastuinbouw levert ruim 2000 banen extra op.' Zo kopten de kranten kortgeleden nadat een studie naar de economische effecten van de komst van 450 hectare glastuinbouw verricht in opdracht van de provincie het levenslicht zag. Dat dit rapport in onze ogen eenzijdig is en rammelt aan alle kanten, daar komen wij nader op terug wanneer het onderwerp weer op de agenda van de Staten komt. De SP erkent dat de landbouwsector onder druk staat. Het is voor ons echter een té belangrijke sector om die zomaar op te geven. De landbouw verdient een tweede kans en de SP ziet hiertoe ook mogelijkheden. Een uitgelezen kans is de vezelhennepteelt. Bij verbouw van dit gewas gedurende drie tot vijf jaar wordt uitgeputte, geërodeerde en/of verdroogde landbouwgrond niet alleen gezond, maar krijgt zelfs het keurmerk biologisch. Het product vezelhennep kent vele toepassingen, die kansen biedt om gevarieerde afgeleide industrieën naar het noorden van Nederland te halen. Het product kent zoveel toepassingen dat wij op dit moment een opsomming hiervan achterwege laten. Niet onvermeld willen wij echter de toepassing 'biomassa' laten. In de Eemshaven is momenteel een biomassacentrale in de maak. Dit biedt mogelijkheden qua werkgelegenheid maar ook qua doelstellingen op milieugebied die de provincie zichzelf heeft opgelegd. De directe en indirecte werkgelegenheid is circa vier fulltime banen per hectare. Dit is op basis van ervaringen met de vezelhennepteelt in Groningen en Drenthe. Het gaat hierbij om verwerking tot slechts een klein deel van de toepassingen die vezelhennep kent. Bij meerdere verwerking kan dit aantal fulltime banen alleen maar toenemen. De SP is gaarne bereid de commissie Lân, Loft en Wetter hierover uitvoerig te informeren. Belangrijk in dit verband is dat met ingang van 1 januari volgend jaar de subsidiewetgeving in Brussel ten aanzien van aardappels, maïs, graan en vezelhennep verandert. In plaats van productsubsidie wordt er omgeschakeld naar een bedrijfssubsidie. Deze zogenaamde MacSharrypremie voorziet in een inkomensgarantie die het voor boeren interessant maakt om het minder kostbare vezelhennep te gaan telen (want: geen bestrijdingsmiddelen nodig, nauwelijks ziekten). Bureau LASER van het ministerie van LNV heeft voor de subsidieverstrekking het gemiddelde van de ontvangen subsidies gedurende de jaren 2000-2002 als uitgangspositie genomen. Het is interessant voor de provincie Fryslân om mee te gaan in dit verhaal. De provincie zou volgens de SP een haalbaarheidsstudie moeten starten naar het aantal boeren (en de hoeveelheid landbouwgrond) die voor deze teelt in aanmerking willen of kunnen komen. De Europese politiek is gericht op een biologische landbouwgerichte economie en daarmee het bewerkstelligen van internationale milieuafspraken. Met het serieus nemen van de vezelhennep als landbouwgewas halen we deze doelstelling in deze sector, uiteraard afhankelijk van de omvang. Er is voor de periode van 2006-2013 politieke garantie voor gelden vanuit Brussel ten aanzien van structuurfondsen en plattelandsontwikkeling. Hiermee komen eerder vastgestelde transitiedoelstellingen binnen bereik.

Bij de (eventuele) komst van glastuinbouw is het voor de SP een voorwaarde om dit te koppelen aan de 'energy valley-gedachte'. De benodigde energie voor deze intensieve landbouwvorm kan bij uitstek geleverd worden door de extensieve vezelhennep in de vorm van biomassa. Mocht er serieus gekeken worden naar deze duurzame manier van energielevering en waterbeheersing (recycling) in de glastuinbouw, dan is de SP eventueel bereid haar eerdere standpunt ten aanzien van de komst van glastuinbouw te heroverwegen. Wij doen hierbij echter geen uitspraak over concentratie van de sector in een gebied en de hoeveelheid hectares.

Wij willen dat GS de handen ineen slaan met de rest van het noorden richting Den Haag en een alliantie vormen voor de vezelhennepteelt. Er is een kans dat minister Veerman straks in Brussel Eurocommissaris voor landbouw wordt. Hij kan dan goede zaken doen op het gebied van de duurzame landbouw voor de noordelijke regio. De vezelhennepteelt is reeds onder zijn aandacht gebracht door de Kamerfracties van het CDA en de SP. Vandaar dat wij hierover ook in de vergadering van 21 juni een motie in zullen dienen. Zo maken wij onze wensen kenbaar.

Extensieve landbouw/veeteelt
Elke dag een Slachtemarathon! Niet voor de lopers, maar voor de koeien. Dan komen ze tenminste nog eens buiten. De uit de hand gelopen intensieve en grootschalige landbouw moet worden afgebouwd. Per hectare grond en per stal moest door intensivering een steeds hogere opbrengst komen. Dit beleid is volledig uit de hand gelopen. Een landbouw waarin het dier en het gewas weer centraal staat, waarin de boer een kwaliteitsproduct kan blijven leveren en waarin oog is voor natuur en milieu. Kleinschaliger biologische akkerbouw en veeteelt, met diervriendelijkheid en productkwaliteit als vertrekpunten. In Fryslân bestaan hiervoor goede kansen en mogelijkheden. Zo kunnen behoud van landschap en agrarische activiteiten op positieve wijze samenvloeien, op basis van een goed onderbouwde toekomstvisie voor de gehele agrarische sector. Door een uitgekiende wisseling van gewassen kan daarbij ook het bestrijdingsmiddelengebruik worden teruggedrongen. Op moderne bedrijven is intensieve akkerbouw of veehouderij niet nodig, omdat natuurwaterbeheer en recreatie tevens als boerenproduct aan het inkomen zullen bijdragen. Het aanleggen van (proef)velden met genetisch gemanipuleerde gewassen mag niet worden toegestaan. De Provincie moet haar bijdrage leveren om een andere landbouwpolitiek te bewerkstelligen, door zelf initiatieven te ontplooien en daarnaast haar invloed aan te wenden op Europees niveau. We hebben aan de MKZ-crisis in 2001 gezien wat voor desastreuze gevolgen de belachelijke, door 'de markt' gedomineerde, Europese regelgeving heeft. Een beleid met als kernpunten dierenwelzijn en flexibele productiebeheersing, die het aanbod in overeenstemming brengt met de vraag. Dat is onze wens.

Programma 6: Economie, recreatie en toerisme

Economie
Fryslân kan verrekken van dit kabinet. De Westergozone krijgt een andere functie in de Nota Ruimte dan die van een economische kernzone en de Langmangelden na 2006 staan op de tocht. De Randstad voor alles en alles voor de Randstad, lijkt het wel. We bespreken de problematiek nog bij de aparte behandeling van de Nota Ruimte deze maand. Maar wij willen Fryslân niet opgeven, wij géven Fryslân niet op. Wij zullen dat signaal ook afgeven richting Den Haag. In de hoop dat het gezonde verstand terugkeert bij onze landelijke bestuurders. Want dat is onze vurige wens.

Recreatie en toerisme

Onze provincie leent zich bij uitstek voor recreatie en toerisme vanwege het vele moois dat er te zien en te beleven valt. Van historische panden en bijzondere musea tot en met het unieke waddengebied. Eigenlijk hebben we in Fryslân alles: stranden, zee, eilanden, meren, natuurlandschap, heidelandschap, bosrijke omgevingen en ook voor cultuurliefhebbers valt heel wat te beleven in onze provincie. Door de opkomst van massatoerisme staat het landschap echter enorm onder druk. Vooral in het waddengebied is dit merkbaar, maar ook rondom inmiddels groot gegroeide toerismeconcentratiegebieden, zoals bij het Friese Merenproject. Het bouwen van dure hotelcomplexen en de aanleg van golfterreinen op - bijvoorbeeld - de eilanden willen wij tegengaan. De negatieve gevolgen hiervan zijn duidelijk: het zet de oorspronkelijke identiteit van de eilanden, inclusief de flora en fauna, zwaar onder druk. De SP vindt het vele malen beter wanneer meer ingezet wordt op toerisme die teruggaat naar kleinschaligheid en 'authenticiteit' en die voor iedereen toegankelijk is, ongeacht de dikte van de portemonnee. Het stimuleren van vakanties waarin fietsen en wandelen centraal staat, hetgeen ook voor het milieu beter is. Belangrijk voor de SP is het verantwoord omgaan met de recreatie op het water, dientengevolge willen wij géén massale uitbreiding van jachthavens om nog meer toeristen te lokken, maar kwaliteitsverbetering. Onder kleinschaligheid vallen ook projecten zoals 'bed en brochje'. De natuurbeherende organisaties dienen een grotere rol te krijgen bij het beheren van terreinen voor de openluchtrecreatie, om te voorkomen dat deze gebieden door commerciële exploitatie verslonzen. Dat is onze wens.

Programma 7: Sociaal beleid en zorg

Nieuwkomers
In Nederland vinden vele mensen die door de instabiele politieke situatie in hun geboorteland zijn gevlucht een nieuw 'thuis'. De SP is van mening dat voor politieke vluchtelingen een ruimhartig beleid gevoerd moet worden en dientengevolge geldt dat dus ook voor onze provincie. Van de groep nieuwkomers mag aan de ene kant verlangd worden, dat zij, wanneer duidelijk is dat zij hier mogen blijven, de moeite nemen zoveel mogelijk 'in te burgeren'. Van de Provincie aan de andere kant mogen we verwachten dat deze een actieve bijdrage levert aan projecten die dienen ter bevordering van diezelfde inburgering, teneinde deze groep mensen een kans te bieden op een menswaardig en gelijkwaardig bestaan. Dit doet de Provincie door inburgeringprojecten te stimuleren, te financieren en waar nodig zelf - in overleg met gemeenten en de rijksoverheid - te initiëren. Daarnaast dient de Provincie gemeenten die in gebreke blijven bij de opvang van nieuwkomers blijvend aan te spreken op hun opvangplicht. Dat is onze wens.

Wvg onder een dak
Het Provinciaal Steunpunt Wvg verdient voortgang. De SP pleit voor structurele ondersteuning, zodat de kennis op het gebied van de Wvg niet wegvalt voor de gebruikers van de Wvg. De versnippering van het Wvg-vervoer en de onduidelijkheid van die versnippering binnen de 31 Friese gemeenten moet tegengegaan worden. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid en dat druist in tegen ons uitgangspunt dat een ieder gelijkwaardig is en in een gelijke situatie ook gelijk behandeld dient te worden. De regierol voor het Wvg-vervoer moet bij de Provincie komen. Dat is onze wens.

Opvang dak- en thuislozen
In onze maatschappij is het een grote schande dat steeds meer mensen op straat komen te leven. Zeker met de harde beleidslijn vanuit Den Haag voorzien wij een enorme toename in het aantal mensen dat een zwervend bestaan zal gaan leiden. Onder de dak- en thuislozen zien we de afschrikwekkende ontwikkeling dat de groepen jongeren en moeders met kinderen in rap tempo toenemen. Een fatsoenlijke maatschappij laat niet toe dat deze mensen op straat leven. De Provincie moet zich hard maken om gemeenten aan te sporen op adequate wijze opvangvoorzieningen in te richten en geld en beleid maken om deze mensen te helpen terug te keren in de maatschappij. Uit een inventarisatie die de SP maakte bij gemeenten blijkt dat er niet of nauwelijks beleid is gemaakt op de zwerfjongerenproblematiek. De Provincie dient er bij die gemeenten op aan te dringen hier mee aan de slag te gaan met als insteek: voorkomen is beter dan genezen. Dat is onze wens.

Gebruikersruimte
De gemeente Leeuwarden heeft het initiatief om een gebruikersruimte voor verslaafden in te richten voorlopig afgeblazen. Geen geld, zegt men. Dat men wel geld wil steken in grootschalige projecten, we noemen hier met name de plannen rondom het nieuwe Fries Museum, daarover doen wij in provinciaal verband nog uitspraken dit najaar. Kwestie van prioriteiten binnen gemeentelijk beleid. Kennelijk. De SP vindt echter dat de Provincie een grote verantwoordelijkheid draagt in de zorg voor de verslaafde medemens: verslaafdenproblematiek komt immers niet alleen in Leeuwarden voor, maar in alle gemeenten van onze provincie. De SP wil dat de Provincie het initiatief neemt om de gebruikersruimte te realiseren, er bij Leeuwarden op aandringen die ruimte te realiseren en medefinanciering door de andere gemeenten bewerkstelligen. Dat is onze wens.

Programma 8: Cultuur, Taal en Onderwijs

It Frysk
Voorwaarde voor de identiteit en gelijkwaardigheid in de unieke aanwezigheid van de Friese taal en cultuur van onze Provincie is een sterke positie van het Fries in de breedste zin van het woord. Bij een goed begrip van onze identiteit hoort namelijk niet alleen de Friese taal en cultuur, maar ook onze plaats in de historie en geografische aspecten, alsmede onze positie in de rest van Nederland, in de rest van de wereld. Eerder hebben wij voorgesteld om het vak Fries uit te breiden tot een volwaardig vak Fryslânkunde '. Dat is overgenomen door het College. Helaas zien we er nog niet veel van terug in de praktijk. Graag willen wij dat met het ontwikkelen van beleid deze aspecten meegenomen worden, zoals wij dat destijds bepleit hebben. Dat is onze wens.

Een eigen universiteit
Met de komst van de Kenniscampus in Leeuwarden wordt een goede impuls gegeven aan het hoger onderwijs in Fryslân. Met de afspraken in Lissabon en de wens om de verschillen tussen ons unieke HBO en universitair onderwijssysteem teniet te doen, vrezen wij echter dat er te veel 'eenheidsworst' zal ontstaan. Niet iedere HBO'er zal slagen op een opleiding met 'universitaire' invloeden en omgekeerd. De een is nu eenmaal meer 'praktijkgericht', de ander meer 'studiegericht'. Over de praktijkgerichte opleidingen in Fryslân mogen wij niet klagen: wij bezitten goede opleidingen op dit niveau. Maar omdat wij verwachten dat de aanwezigheid ervan in Fryslân zal leiden tot een economische impuls voor de Provincie, maar ook mee zal werken om het ambitieniveau van ouders, leraren en leerlingen te verhogen, moeten wij alles uit de kast halen om hier ook een volwaardige universiteit te krijgen. Geïnvesteerd moet worden in de kenniseconomie en het aantrekkelijk maken van de provincie voor bedrijven om hier te investeren en voor studenten om na het afstuderen hier te blijven. Dat is onze wens.

Kunst zonder commercieel belang stimuleren
De overheid dient eerstverantwoordelijke te blijven voor de bewaking van ons cultureel erfgoed, de bevordering van cultuurdeelname en de ondersteuning van culturele diversiteit. Ze dient daarbij uit te gaan van cultuur in brede zin, ongeacht de vraag of er sprake is van professionele dan wel amateuristische uitingsvormen. Kleine - veelal kwetsbare - groepen, zoals het amateurtoneel, verdienen meer steun. Dat wensen wij.

Programma 9: Ruimte

Ontheffingen flora- en faunawet
De SP vindt de landschapswaarden in onze Provincie van groot belang. De combinatie van flora en fauna is in onze Provincie vaak uniek. Maar er zijn ook zorgen. Zorgen om weidevogels, maar ook zorgen om andere in onze Provincie voorkomende dieren. Te vaak en te makkelijk worden vergunningen afgegeven om in te grijpen in de fauna, veelal uit louter economische motieven. Helaas houdt de provincie niet bij wat de gevolgen zijn van de ontheffingen die worden gegeven om 'schadelijke' dieren te bestrijden. We moeten nooit vergeten dat wij wonen, werken en recreëren in een gebied waar we sámen moeten leven met dieren, die wij steeds meer verdringen in onze honger naar meer ruimte. Dat los je niet op door rücksichtslos dieren te bestempelen als 'schadelijk' en te verwijderen uit onze leefomgeving, dat los je op door integraal te kijken naar hoe je samen gebruik kunt maken van het landschap. Daarbij moeten wij als eerste de hand in eigen boezem steken. Welke druk oefenen wij als méns uit op ons landschap? En moeten wij dat wel doen? Hoe kunnen wij dat anders doen? Welke preventieve maatregelen kunnen wij nemen? En pas als het niet anders kán moet je ingrijpen, op een diervriendelijke manier. Dat is onze wens.

De terugkeer van de woningnood

De provincie wijst als regisseur wooncontingenten aan binnen de provincie. Ook maakt zij afspraken met gemeenten over bijvoorbeeld de aantallen nieuw te bouwen woningen en de locatie hiervan. Wij zien echter dat de grootschalige sloopplannen ervoor hebben gezorgd dat er een schrijnend tekort is ontstaan aan vooral sociale huurwoningen. Veel huurwoningen worden of zijn verkocht en zijn hierdoor voorgoed onttrokken aan de woningmarkt voor mensen met minder draagkracht, starters, ouderen en studenten. In een stad als Leeuwarden alleen al gaat het bij deze plannen om duizenden woningen die in de toekomst verdwijnen of al verdwenen zijn. Ook andere plaatsen willen niet achterblijven bij deze 'vernieuwingsdrift': overal regeert de sloophamer. Dat er nu tekorten ontstaan, dringt langzaam door tot de bestuurders: en investeren in alleen mooie woonlocaties voor de rijken werpt ook geen vruchten af, te lang is er ingezet op de bouw van dure huizen. De sociale sector loopt nu zwaar achter bij de behoefte. Berekeningen laten zien dat wanneer we in dit (langzame) tempo bij blijven bouwen en in gaan zetten op de sociale woonsector het vele tientallen jaren zal duren voor het bestand van vóór de sloop weer terug is. Dan staan de mensen die nú op de wachtlijsten staan voor een woning voor starters inmiddels op de wachtlijsten voor een ouderenwoning.

Verpaupering van woningen en woonomgeving is eigenlijk een schande in een rijk land als Nederland. Het is ook een belangrijke oorzaak van gevoelens van onveiligheid. De eerste vraag die men zich moet stellen is volgens de SP: "is het op te knappen?" en niet "hoe kunnen we dit zo snel mogelijk neerhalen?" De SP vindt sloop dan ook alleen gerechtvaardigd wanneer er sprake is van structurele leegstand of niet meer te herstellen grote gebreken. Bij de matige nieuwbouw die de SP voorstaat dient men op een duurzame wijze te bouwen. In nieuwe wijken dient variatie voorop te staan: afwisseling van duurdere (koop)woningen en goedkope (huur)woningen, met voorzieningen in de buurt. Als regisseur zou de Provincie meer sturend moeten optreden naar de betrokken partijen om meer inhoud te geven aan de kwaliteit en de hoeveelheid sociale woningen in Fryslân.

Ook in Fryslân slaat de vergrijzing toe. Dit vraagt een goed inzicht in de woningmarkt voor die groep. Meer ouderenwoningen, die ook betaalbaar zijn voor mensen met een klein pensioentje. Desnoods door aanpassingen aan bestaande woningen en door levensloop bestendig bouwen. Daarnaast zou de provincie een vrijstelling op de Wet RO moeten geven om bij boerderijen aanleunwoningen voor ouderen te laten bouwen. Zodat mensen die hun boerderij overdoen aan hun kinderen op latere leeftijd daar in kunnen trekken. Dat kan de druk op de toenemende vraag naar ouderenwoningen (deels) wegnemen. Daarnaast is gebleken dat ouderen die langer zelfstandig kunnen wonen én ook nog eens in de nabijheid zijn van hun familieleden minder een beroep doen op de zorg. Het mes snijdt dan aan twee kanten. De SP wil graag in overleg met de Staten en het College om dit plan nader uit te werken. Wilt u aan onze wens tegemoet komen?

Jaarverslag en jaarrekening

Resultaten die geen resultaten zijn
In het jaarverslag komt de SP te vaak opmerkingen tegen bij 'Wat hebben we bereikt?" die vallen onder het kopje 'Wat hebben we gedaan?' Daar hebben we in onze schriftelijke vragen over het jaarverslag op diverse onderdelen heel specifiek op gewezen en naar gevraagd. Het mag niet zo zijn dat het schrijven van notities, kadernota's etc. etc. als 'resultaat' wordt opgevoerd. Resultaten bereik je pas wanneer dat wat aan doelstellingen is uitgezet in die nota's ook daadwerkelijk meetbaar, zichtbaar zijn terug te vinden. Eveneens worden er resultaten gemeld die geen resultaten blijken te zijn, maar veronderstellingen. Wij noemen dat 'de wens is de vader der gedachte'. Het is te gemakkelijk om als doel te hebben het schrijven van nota's. Wanneer die echter onderin lades verdwijnen heb je weliswaar je doel bereikt, maar geen resultaten geboekt. Daar spreken wij het College fors op aan. Wij vragen ons af of een dergelijk jaarverslag zoals wij die dit jaar hebben gekregen de duale toets der kritiek kan doorstaan.

Provinciale Staten zullen daarnaast bij het stellen van kaders duidelijk(er) aan moeten geven wat de gewenste effecten zijn van ontwikkeld of te ontwikkelen beleid. Dat is een opdracht die de SP zichzelf en de andere partijen mee wil geven voor het komende politieke jaar. Met de komst van de Rekenkamer uiterlijk 1 januari 2005 moeten wij hen ook de instrumenten in handen geven waarbij die concrete, meetbare resultaten tegen het licht kunnen worden gehouden en desnoods moeten wij daarop een politieke afrekening laten volgen.

Er is dus werk aan de winkel, de handen moeten uit de mouwen. Wanneer wij de kaders goed stellen wordt het voor alle spelers in het provinciale politieke veld stukken makkelijker. Zodat er tijd overblijft voor die andere rol, die zo belangrijk is voor de politieke partijen: het uitoefenen van het volksvertegenwoordigerschap. Dat is onze boodschap.
Dat is onze wens.

Tot slot

Uiteraard hebben wij nog vele wensen. Wensen die de afgelopen periode tot uitdrukking zijn gekomen tijdens vergaderingen, maar niet altijd het gewenste resultaat hadden. De SP is een wezenlijk andere partij met een eigen(wijs) geluid. Toch zullen wij die wensen blijven uiten, bij beleid dat al in gang is gezet en evaluatiemomenten kent, bij beleid dat nieuw is. Naast realist, zijn wij ook optimist. Vanuit onze visie van solidariteit, gelijkwaardigheid en menselijke waardigheid gunnen we de wereld, Nederland, Fryslân veel goeds. Daar werken we aan, daar blijven we aan werken. Zodat het uiteindelijk ook beter is. Want het nastreven van geluk, hoe groot of hoe klein dan ook, is uiteindelijk dat wat het leven prettig maakt. En wat we een ieder gunnen. En wellicht is dat wel onze grootste wens. VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE Algemene Beschouwingen

0. Inleiding

De tweede Algemene Beschouwingen in het dualistische systeem. Voor ons gevoel is de inkt van onze vorige Algemene Beschouwingen nog nauwelijks droog. Veel van de zaken die wij vorig jaar hebben genoemd zijn nog zeer actueel en blijven staan op ons verlanglijstje. Er zijn echter ook veel zaken van dat verlanglijstje inmiddels bereikt. Met name op het gebied van de ruimtelijke ordening hebben we fors ingezet op een op kansen gerichte aanpak, waarbij het ontwikkelen van gewenste kwaliteiten centraal staat en ruimte wordt geboden voor de ontwikkeling van een vitaal platteland. De amendementen die zijn aangenomen over de sturingsfilosofie voor het Streekplan, maar ook de toezeggingen rond het Plattelandsbeleid en de overgenomen moties bij het Landbouw Economisch Beleid zullen leiden tot meer ruimte voor ontwikkeling, met name op dat platteland. De economische ontwikkeling van onze provincie zal daarmee een belangrijke impuls krijgen, aangezien de agrarische sector, de recreatie en toerisme en het MKB belangrijke bronnen voor werkgelegenheid zijn en blijven in onze provincie. Deze aandacht voor de economie van het landelijk gebied en het MKB doet echter niets af aan het belang dat wij hechten aan de grote economische centra in de Kernzones. De mal-contramal gedachte blijft overeind, maar het zou jammer zijn als door de aandacht voor de mal, de kansen die de contramal biedt blijven liggen.

Kansen benutten blijft het motto van de VVD, ook voor de komende jaren. Innovatieve ideeën uit de samenleving moeten ondersteund worden door de provinciale overheid. Maar die provinciale overheid moet ook zelf actief op zoek naar nieuwe ideeën en manieren om haar rol inhoud te geven. De innovatieve overheid. Daarbij moeten we ook naar collega-provincies durven kijken of adviezen van lagere overheden of het bedrijfsleven ter harte durven nemen. Zo heeft de provincie Limburg uitgewerkte plannen op het gebied van ontwikkelingsgerichte ruimtelijke ordening en heeft de provincie Overijssel grootse plannen op het gebied van deregulering. Waarom zouden we als provincie Fryslan niet leren van die vernieuwende ideeën van onze collega's en kijken hoe dergelijke initiatieven ons verder kunnen helpen? Goed 'geleend' is immers beter dan slecht bedacht!

Om kansen te kunnen benutten moet je flexibel zijn en weten wat je wilt bereiken. Als er dan iets op je weg komt kun je onmiddellijk tot actie over gaan. Om kansen te benutten heb je ook durf nodig. Niet alle voor- en nadelen zullen van te voren in kaart gebracht kunnen worden. Soms moet je de sprong wagen en kijken hoe iets in de praktijk uitpakt. Wij willen dat niet 'vrijheid, blijheid' noemen, maar liever 'innovatief'. Kansen benutten betekent ook niet koste wat het kost vast willen vasthouden aan de ingezette lijn, maar flexibel durven zijn en kijken welke kansen zich aandienen en daar op inspringen. Zo kunnen we eenzijdig in willen blijven zetten op de kernzones, maar als de kansen zich ook buiten die kernzones aandienen en ook het rijk blijkbaar andere ideeën heeft over onze sterke kanten als provincie, dan moeten we verstandig en flexibel genoeg zijn om daar op in te spelen. Dat betekent niet dat we ons kernzonebeleid over boord zetten. Zeker niet. Ook ten aanzien van de Nota Ruimte moeten we vast houden aan ons beleid ten aanzien van de kernzones. Maar we moeten wel eens met elkaar in discussie over het beeld dat Den Haag over ons heeft en hoe erg dat eigenlijk is. In plaats onze energie te steken in het ombuigen van dat beeld, zouden we ook kunnen kijken hoe we gebruik kunnen maken van de kwaliteiten die ons toegedicht worden.

De VVD heeft tijdens de Algemene Beschouwingen van 2002 en ook vorig jaar weer al gewaarschuwd voor het feit dat de Langman-gelden wel eens zouden kunnen stoppen na 2006. De VVD betreurt het dat haar vooruitziende blik nu ook waarheid lijkt te gaan worden. Wij blijven van mening dat we als provincie allereerst moeten proberen de Langman-gelden te behouden tot 2010 zoals afgesproken. Mocht dit niet lijken te lukken dan moeten we op tijd bijsturen en inzetten op het afkopen van de Langman-gelden. Wij overwegen hiervoor een motie in te dienen. Wij verwachten een flinke inspanning van GS en onze lobbyisten in Brussel en Den Haag op dit punt en horen graag welke plannen het college heeft in deze richting. We moeten echter niet onze kop in het zand steken en wel nadenken over een situatie waarin er geen sprake meer is van steun uit Den Haag. Bijvoorbeeld door te kijken welke kansrijke projecten we zelf in ons midden hebben die tot behoud, andere én meer werkgelegenheid kunnen leiden; een doelstelling uit het Bestuursakkoord. Wellicht moeten we ook maar eens met elkaar in discussie over de toekomst van het SNN als blijkt dat de Langman-gelden na 2006 stoppen. De verdeling van de Langman-gelden is immers één van de belangrijkste taken van het SNN geworden.

De VVD wil vooruitkijken en in kunnen springen op de kansen die zich voordoen, zonder daarbij gehinderd te worden door een brei van beleid en regelgeving. Wij zullen per programma aangeven hoe wij deze lijn van deregulering en het zoeken naar kansen vertalen naar de inhoudelijke vragen die de komende tijd voorliggen.


1. Programma Bestuur en Veiligheid


1.1 Deregulering

Deregulering zou bottum-up benaderd moeten worden. Geen theoretische verhandelingen over het onderwerp gevolgd door een plan van aanpak, maar praktisch kijken hoe het de burger makkelijker gemaakt kan worden. Neem nu de subsidieregelingen. Op de provinciale website staan alle subsidiemogelijkheden genoemd. Als je op subsidiewijzer klikt, verschijnt er echter 1 lange lijst van regelingen. Alle subsidieregelingen zijn op 1 hoop gegooid en de burger of ondernemer moet alle regelingen aanklikken en doorlezen voordat hij weet of de regeling hem iets te bieden heeft. Dat moet toch anders kunnen? Door een aantal simpele vragen te beantwoorden moet de burger terecht kunnen komen bij die regelingen die aansluiten op zijn situatie. Ook een link naar de site van het ministerie van EZ zou een praktische en goedkope oplossing kunnen zijn!

Je alleen richten op de administratieve lastendruk is voor de VVD echter niet voldoende. De beleidsregels moeten ook tegen het licht gehouden worden. Bij de ontwikkeling van beleid moet vastgesteld worden of er daadwerkelijk nieuw beleid nodig is en zo ja, dan moet er uitvoerings- en handhavingsgericht ontwikkeld worden. Dat laatste wordt naar de mening van de VVD te veel en te vaak vergeten. Er moet dus een omslag in denken plaatsvinden: niet alleen bij de ambtenaren, maar ook bij de bestuurders (en daar bedoelen we dan ook de Staten mee!) Met name op het gebied van de ruimtelijke ordening en het milieubeleid liggen kansen voor deregulering. Wij denken dan bijvoorbeeld aan snellere procedures, contingenten vervangen door kwaliteitseisen, flexibel omgaan met stankregelgeving en ammoniakbeleid etc.


1.2 Dualisme

Halverwege de zittingsperiode staat een evaluatie van het dualisme gepland. Hoewel er bij de VVD-fractie allerlei ideeën zijn over de werking van het dualisme, willen we eigenlijk niet vooruitlopen op de zaken en eerst deze evaluatie afwachten. In de evaluatie van het dualisme moeten de bevindingen van de Staten zelf centraal komen te staan. Ook willen we dat het functioneren van werkgroepen, het functioneren van het presidium, de doorlooptijd van stukken van GS naar PS, de indeling in 2 commissies en het functioneren en de taken van de griffie aandacht krijgen binnen de evaluatie.

Als ons in de evaluatie naar onze bevindingen wordt gevraagd zullen we zeker de gang van zaken rondom de Kadernota Streekplan, maar ook de discussie in de commissie B&M betreffende de Kadernota Begroting 2005 aan de orde brengen. In onze ogen zijn in beide gevallen kansen gemist om als partijen eerst met elkaar de discussie aan te gaan en pro-actief kaders mee te geven aan het college. We laten ons als Staten nog te vaak in een defensieve en reactieve houding drukken. De VVD is van mening dat juist in de commissies we als Staten de kans hebben alvast de politieke verschillen én overeenkomsten boven tafel te krijgen, zodat in de Staten spijkers met koppen geslagen kunnen worden en we door middel van goed voorbereide moties en amendementen het college kunnen (bij)sturen in hun koers.


1.3 Financiën

Hoewel het boekjaar 2003 nog met een positief saldo is afgesloten ziet de lange termijn er minder rooskleurig uit. Uit de doorkijk op de majeure projecten blijkt een dekkingstekort van E 130 miljoen over de periode 2004-2014. De VVD hecht zeer aan de uitvoer van deze al ingezette majeure projecten. Er zal dan ook dekking gezocht moeten worden voor dit dreigende tekort. Het is zaak een verantwoord financieel beleid uit te zetten ten behoeve van de lange termijn. Te beginnen in de begroting van 2005. Voor structurele uitgaven moet een structurele dekking gevonden worden. Incidentele uitgaven moeten zoveel mogelijk worden gedaan binnen de bestaande begroting, dan wel door inzet van de vrij beschikbare ruimte van de flexibele reserve. Voor een adequaat bestuur is het noodzakelijk dat er regelmatig en vooral tijdig gerapporteerd wordt over de actuele stand van de financiële situatie van de provincie.

In paragraaf 10 bij de bespreking van de Jaarrekening 2003 en de Kadernota Begroting 2005 zullen wij de kaders aangeven voor de uitwerking van de begroting 2005.


1.4 Europa-minded

De VVD heeft geconstateerd dat de provincie als het gaat om Europa-proof werken steeds vaker in de problemen komt (bijvoorbeeld rondom de afhandeling van de MKZ-crisis, de vogel- en habitatrichtlijnen en Europese aanbestedingen). Wij vinden dat een slechte ontwikkeling. Zeker omdat met ingang van de jaarrekening 2004 op rechtmatigheid getoetst wordt. Daaronder valt ook rechtmatigheidtoetsing ten aanzien van voldoen aan Europese wet- en regelgeving. De accountants van D&T hebben, naar aanleiding van de bespreking van de Jaarrekening 2003, aangegeven geen zorgen te hebben over de stand van zaken binnen de provinciale organisatie op dit punt. Op zich een geruststellend signaal, maar de VVD vraagt het college toch hier nog eens goed naar te kijken. Dit mede naar aanleiding van een brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken over het onvoldoende Europees aanbesteden van decentrale overheden.

Naast Europa-proof moet de provinciale organisatie Europa-minded worden. We hebben het vorig jaar ook al genoemd. Benut de kansen die zich in Europa voordoen. De steun uit Brussel zal niet meer automatisch onze kant op komen. De VVD vindt dat de provincie actief moet zoeken naar subsidiemogelijkheden en zich daarbij niet richten op onze zwakke kanten (werkloosheid, opleidingsniveau e.d.), maar juist op onze sterke kanten (het MKB, recreatie en toerisme, landbouw en landschap).


1.5 IPO en SNN

GS vertegenwoordigen de provincie (en dus ook PS) in diverse verbanden zoals SNN en het IPO. Afstemming en onderhandeling met het rijk in die verbanden vindt vaak plaats op basis van nota's of brieven die (nog) niet aan PS gepresenteerd zijn of onder de aandacht zijn gebracht. Voorbeelden zijn de nota Ruimte, de Agenda Vitaal Platteland van LNV, de nota Pieken in de Delta en bijvoorbeeld de uitbreiding van het areaal voor ganzen en smienten in het kader van de Flora en Faunawet. Van een actieve informatieplicht van GS naar PS lijkt in dit soort gevallen geen sprake, en van een kaderstellende rol van PS al helemaal niet. Opvallend daarbij is ook dat de informatievoorziening naar de media toe serieuzer wordt genomen dan naar PS. PS moet haar informatie halen uit de persberichten en de betreffende nota's meenemen bij de perspresentaties.

Hoewel de VVD vindt dat er zo efficiënt mogelijk gewerkt moet worden en GS op de actualiteit moet kunnen inspringen, moet het niet zo zijn dat de actieve informatieplicht naar PS en de kaderstellende rol van PS geheel over het hoofd gezien worden. Besluitvorming dient in de eerste plaats binnen de provincie plaats te vinden, voordat GS aanschuift aan de onderhandeltafel bij het IPO of SNN. De griffie moet in deze een signalerende rol vervullen richting PS. In dit kader wil de VVD ook nog eens wijzen op het feit dat in het Bestuursakkoord is aangegeven dat er binnen een jaar aan PS gerapporteerd zou worden over het efficiënter inrichten van bestaande procedures en werkwijze rondom de Kompasorganisatie. Wij zijn nu anderhalf jaar verder en hebben nog niets vernomen van het college in deze. De VVD vraagt het college spoedig aan deze uitspraak uit het bestuursakkoord te voldoen zodat de Staten in september over dit onderwerp kunnen spreken.


1.6 Ontwikkeling personeelsbestand

Hoewel het jaarverslag geen overzicht geeft van de ontwikkeling van het personeelsbestand van de provincie leert een simpel rekensommetje ons dat we in 7 jaar tijd van 650 fte naar 800 fte gegroeid zijn. Een groei die vaak slechts impliciet door de Staten is goedgekeurd. Het is het afgelopen jaar maar een enkele keer voorgekomen dat expliciet in een Statenvoorstel om uitbreiding van formatie werd gevraagd. Toch is ook het afgelopen jaar de formatie met 40 fte uitgebreid. De VVD wil dat voortaan in de Statenvoorstellen een totaal investeringsoverzicht wordt gegeven, inclusief de kosten voor het apparaat, zeker wanneer er sprake is van een uitbreiding van de formatie. Wij overwegen een motie op dit punt. Gedeputeerde Ploeg heeft naar aanleiding van de presentatie van de Jaarstukken 2003 in de pers aangegeven dat de provincie de overstap naar een uitvoeringsorganisatie moet maken. Een goede ontwikkeling, aangezien de VVD al veel langer pleit voor de overstap van denken naar doen. Ploeg gaf echter ook aan dat deze overstap nog wel eens tot problemen kon leiden aangezien we hier allemaal beleidsambtenaren hebben rondlopen. Jammer genoeg zwakte de gedeputeerde zijn verhaal weer enigszins af in de beantwoording van de schriftelijke vragen over de Jaarstukken. Wij horen graag wat nu precies het standpunt is van de gedeputeerde op dit punt. De VVD zou in ieder geval wel in willen zetten op een kleinere en meer op uitvoering gerichte organisatie (niet denken maar doen!) en verwacht dan ook een plan van aanpak van het college om deze overstap in de toekomst toch te kunnen maken. Wij zouden daarbij ook de mogelijkheid van detachering van beleidsmakers bij uitvoeringsprojecten of bij gemeenten bij gebiedsgerichte plannen en uitvoeringen willen noemen. Op die manier wordt namelijk tevens gewerkt aan het verkleinen van de afstand tussen beleid en uitvoering.


2. Programma Verkeer en Vervoer

In de Statenvergadering van 30 juni staan een groot aantal onderwerpen m.b.t. verkeer en vervoer op de agenda. Daaruit blijkt al dat hard aan de weg wordt gewerkt! De VVD vindt het belangrijk dat het achterstallig onderhoud ingelopen wordt. Verder vinden we het van belang dat grote infrastructurele projecten die een bijdrage kunnen leveren aan de economische ontwikkeling zo snel mogelijk tot uitvoer komen. Als voorfinanciering door de provincie leidt tot een snellere realisatie moet die kans benut worden.


2.1 het nieuwe PVVP

In het Raamwerk PVVP is aangegeven dat voor het nieuwe PVVP het beperken van het autoverkeer geen hoofddoel meer zal zijn. De VVD steunt dit. Het heeft immers geen zin tegen de stroom in te roeien. Ook het uitgangspunt dat naast de ruimtelijke structuur ook de mate van gebruik bepalend zal zijn voor de kwaliteit van de voorzieningen vindt de VVD een belangrijke verbetering t.o.v. het oude PVVP. Inspelen op autonome ontwikkelingen is immers beter dan koste wat het kost vast houden aan een van bovenop opgelegd plan. De VVD is daarom ook van mening dat in het nieuwe PVVP flexibel omgegaan moet worden met de categorisering van wegen. Nu horen we nog te vaak bij discussies over rotondes of ongelijkvloerse kruisingen: dat hoort nu eenmaal niet bij een stroomweg A. Voor de VVD zijn dat geen argumenten. Uitgangspunt moet zijn een snelle afwikkeling van het verkeer op een zo'n veilig mogelijke manier. En dat kan van plek tot plek verschillen. Het PVVP zal dan ook nu flexibiliteit moeten bieden om later maatwerk te kunnen leveren. En ook hier moeten naar innovatieve oplossingen voor problemen gezocht worden. De beoogde pilot naar een gelijkvloerse oversteek op de spoorlijn bij Franeker is hier een goed voorbeeld van.


2.2 Openbaar Vervoer

In de Statenwerkgroep Openbaar Vervoer is gesteld dat de provincie niet de bezuinigingen van het rijk op het openbaar vervoer moet opvangen. Eerst moet gekeken welke efficiencyverbeteringen nog mogelijk zijn die tot een besparing kunnen leiden, maar er zal ook bezuinigd moeten worden willen we aan dit principe vast kunnen houden. De VVD vindt de gekozen insteek van de werkgroep om van een aanbodgericht OV-systeem naar een meer vraaggericht systeem te komen goed. Niet meer het inwonertal van een dorp moet het aanbod van openbaar vervoer bepalen, maar het aantal in- en uitstappers. Een eerste stap op weg naar een vraaggerichte benadering is om sommige lijnen vraagafhankelijk te maken: de dienstregeling blijft bestaan, maar er moet wel eerst gebeld worden als men gebruik wil maken van het openbaar vervoer. Mocht dit niet voldoende zijn om tot de 3 miljoen bezuiniging te komen, dan moet op sommige lijnen de dienstregeling (gedeeltelijk) vervallen. Het college heeft aangegeven inzichtelijk te zullen maken wat deze insteek betekent voor het aanbod van openbaar vervoer in het landelijk gebied.


2.3 ZZL

Op 30 juni staat ook de gewijzigde bestuursovereenkomst Zuiderzeelijn op de agenda van de Staten. Voor de VVD-fractie zijn een herkenbare Friese uitkomst van de raadpleging en inzicht in de juridische en financiële consequenties van deze bestuursovereenkomst een belangrijke voorwaarde. Voorts onderschrijven wij de opinie van de Tweede Kamer dat de door het Kabinet beschikbaar gestelde gelden ad. E 2,7 miljard voor een goede ZZL voor het Noorden behouden moet blijven.


3. Programma Water

Ten aanzien van het programma Water blijft de VVD hameren op het evenwicht tussen ambities, realiteit en middelen. Het ambitieniveau is hoog. De VVD is bang dat, met name op het gebied van Ggor en de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water bijvoorbeeld, de realiteit wel eens uit het oog verloren wordt. Water is een belangrijk gegeven bij de ruimtelijke inrichting van Friesland, maar het moet allemaal wel werkbaar blijven. Als Ggor en de Kaderrichtlijn te stringent wordt toegepast leggen we ons zelf een provinciedekkend keurslijf op, die het flexibel inspelen op kansen onmogelijk maakt.

De VVD blijft zich inzetten voor het vergroten van de gemaalcapaciteit bij Harlingen en Lauwersoog. Het vergroten van de boezem heeft voor de VVD dan ook geen prioriteit. Het nu al reserveren van middelen voor het aankopen van gronden achten wij dan ook niet nodig.

Uit de toelichting in de Kadernota Begroting 2005 krijgt de VVD het gevoel van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van provincie en waterschap binnen het programma Water wat door elkaar beginnen te lopen. De VVD pleit voor een duidelijke rolverdeling. Bij het delegeren van taken aan het waterschap moeten we overigens niet vergeten dat zowel de provincie als het waterschap gefinancierd worden met gemeenschapsgeld.


4. Programma Milieu

Bij de actualisering van het Provinciale Milieubeleidsplan zal de VVD inzetten op realiteit en haalbaarheid. Het streven naar verbreding van het milieubeleid naar een duurzame benadering is goed, maar het beleid moet wel uitvoerbaar en meetbaar blijven. Het begrip duurzaamheid lijdt aan deflatie. Alles wordt geserveerd met een duurzaam sausje: van duurzaam bouwen tot duurzame zorgverlening. Voor de VVD betekent duurzaam een evenwicht tussen economie en ecologie en stil staan bij onze verantwoordelijkheid ten aanzien van de komende generaties. Duurzaamheid is dus niet alleen groen van kleur: we dragen ook een verantwoordelijkheid voor de economische en sociale ontwikkeling van Fryslân. Voor het milieubeleid betekent dat: geen wollige woorden, maar meetbare resultaten waarbij de inspanning in verhouding staat tot de milieuwinst en ruimte voor een flexibele toepassing van de regels. Op die manier wordt ook het draagvlak en daarmee de handhaafbaarheid vergroot.

Waar mogelijk moet bij de uitvoering van het milieubeleid de samenwerking gezocht worden met maatschappelijke organisaties. Dit dient echter wel resultaatgericht te gebeuren. De financiële ondersteuning aan deze organisaties dient daarom te gebeuren op basis van resultaatgestuurde budgetfinanciering. Het mag niet zo zijn dat de provincie niet weet wat deze organisaties leveren voor het provinciale geld, of dat protestacties e.d. met dit geld worden gefinancierd.


5. Programma Landelijk Gebied


5.1 Landbouw

De agrarische sector is één van de sterke kanten van onze provincie. Daar moeten we gebruik van maken en op doorborduren. Kiezen voor onze eigen kracht dus. Door het opzetten van een agrarisch kenniscentrum bijvoorbeeld. Het Van Hall instituut is al uitgeroepen tot beste agrarisch opleidingsinstituut. Daar mogen we best trots op zijn!

Recentelijk is het Landbouw Economisch Beleid door de Staten vastgesteld. Voor de VVD zijn daarin een aantal belangrijke zaken goed geregeld. Naast de keuze voor opzetten van een agrarisch kenniscentrum denken wij dan bijvoorbeeld aan de mogelijkheid voor verruiming van de bouwkavels, een zaak waar wij ons tijdens onze vorige Algemene Beschouwingen al hard voor hebben gemaakt. Ook het mogelijk maken van een ruimte voor ruimteregeling is voor de VVD een stap in de goede richting. Deze regeling biedt een stukje flexibiliteit aan de sector die nodig is om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen, zonder dat dit ten koste gaat van de open ruimte.

Het Streekplan zal ook voor de landbouw van grote invloed zijn. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor groei van de sector is immers ruimte. De VVD-fractie zal daar op in blijven zetten. Ruimte in de zin van zo min mogelijk belemmeringen qua regelgeving, maar ook fysieke ruimte en ruimte voor flexibiliteit. In het kader van het ammoniakbeleid kan het makkelijker, beter en goedkoper zijn een bosperceel te verplaatsen dan een complete boerderij.


5.2 Landinrichting

In het jaarverslag 2003 wordt door het college ook aangegeven dat de landinrichting onder druk staat door de terugtrekkende overheid. Landinrichting is en blijft een belangrijk instrument om functies in het landelijk gebied af te stemmen op elkaar en op de toekomst. De VVD maakt zich dan ook zorgen over deze ontwikkeling en de consequenties die dit kan hebben voor de afspraken in bijvoorbeeld de ROM-gebieden. De VVD wil er voor pleiten om prioriteit te geven aan landinrichtingsprojecten in die gebieden waar afspraken zijn gemaakt, die met veel zorg en draagvlak tot stand zijn gekomen. Wij denken dan vooral aan de lopende projecten en in het ROM-gebied. Dit mag voor de VVD ten koste gaan van nieuwe projecten zoals een verkenning voor de vergroting van de Friese boezem door de inzet van landinrichting.

Verder bepleit de VVD de inzet van het instrument kavelruil, met name voor de agrarische sector. Dit heeft prioriteit boven het inzetten van kavelruil voor de verbindingszones. Herverkaveling van gronden en structuurverbeterende maatregelingen voor de landbouw hebben hun nut bewezen en kunnen er toe bijdragen dat de agrarische sector zich in Fryslân blijvend kan ontwikkelen.


5.3 Natuur

De VVD maakt zich grote zorgen over het natuurbeleid binnen de provincie. In het bestuursakkoord is aangegeven dat ambities en middelen in evenwicht moeten zijn. Dit lijkt niet langer het geval. Doelstellingen worden bij lange na niet gehaald en het rijk bezuinigd waardoor de provincie zich genoodzaakt ziet tot voorfinanciering. Nu uit de voorstellen van de Nota Ruimte en de Agenda Vitaal Platteland blijkt dat de vrij-inzetbare hectares en beheersgebieden wellicht alsnog binnen de EHS gaan vallen is voor de VVD de maat vol. Op deze gronden heeft de overheid immers op vrijwillige basis overeenkomsten gesloten met boeren voor bijvoorbeeld weidevogelbeheer, landschapsbeheer of als gedooggebied voor ganzen. Het kan niet zo zijn dat de overheid nu alsnog besluit een grote groene sticker over deze gebieden heen te plakken en vrijwillige overeenkomsten zo planologisch vast te timmeren. We verwachten dan ook een forse inzet van het college richting Den Haag om hier een stokje voor te steken.

De uitvoering van de natuurwetgeving leidt tot vele wanhoopskreten uit het veld, zowel bij bestuurders als bij ondernemers. De stapeling van regels en jurisprudentie door diverse wetten voor hetzelfde gebied leidt tot onduidelijkheid. De ontwikkeling van een provinciale handleiding hoe om te gaan met deze wetgeving vinden wij een goed initiatief. De VVD wil het college voorstellen deze handleiding dusdanig vorm te geven dat deze ook voor ondernemers en burgers bruikbaar is. In Noord-Brabant zijn hiermee, in de vorm van een CD-rom al ervaringen opgedaan die bruikbaar kunnen zijn.


6. Programma Economie, Recreatie en Toerisme

De VVD is van mening dat er voor de jaren 2005 en verder te weinig geld door de provincie wordt uitgetrokken voor dit programma. Zeker in relatie tot de grote sommen geld die aan bijvoorbeeld cultuur worden besteed. Juist nu er niet langer automatisch geld uit Den Haag en Brussel lijkt te komen voor het Noorden moet de provincie een actieve rol spelen in het stimuleren van de economische groei. En recreatie en toerisme kan daar een grote rol in spelen.


6.1 Waar ligt de toekomst van het Noorden?

Een versterking van de economische potentie ligt volgens de VVD in een én-én benadering. Een actieve verdere ontwikkeling van de kernzones met haar schaal- en agglomeratievoordelen, maar ook aandacht voor het gebied buiten die kernzones, waar zich ook kansen voor doen.

Het kernzone-beleid werkt. Uit het onlangs gepubliceerde rapport van de Rabobank blijkt dat de A7-zone zich kenmerkt door een flinke stijging van het aantal arbeidsplaatsen en de arbeidsproductiviteit. Ook de Westergozone, en dan met name Leeuwarden, kenmerkt zich door een stijging van de werkgelegenheid en een hoge toegevoegde waarde. Wel blijven er kansen liggen op het gebied van de export. Binnen de kernzones moeten we als provincie in blijven zetten op de verdere versterking van de werkgelegenheid door het scheppen van een goed vestigingsklimaat. Een belangrijke basis hiervoor is de uitvoering van de reeds in gang gezette majeure projecten en geplande infrastructuur, zoals het Friese Merenproject, de Haak om Leeuwarden, de weg Harlingen-Zurich en Drachten-Drentse grens. De VVD pleit voor het opzetten van projectbureaus binnen de kernzones met als doel de economische groei te bevorderen, à la de Plattelandsprojecten in het landelijk gebied. In die projectbureaus moeten naast de overheden met name het bedrijfsleven en andere actoren gezamenlijk op zoek naar innovatieve plannen die de economische ontwikkeling van de kernzones en daarmee de werkgelegenheid alsook het boven regionale voorzieningenniveau kunnen versterken. Bottum-up, praktisch en realistisch zijn daarbij steekwoorden.

Ook de agrarische sector, het MKB, de recreatieve sector en de woningmarkt bieden kansen voor economische groei. Die kansen moeten benut worden zonder dat dit ten koste gaat van de landschappelijke kwaliteit. De VVD wil daarom voorstellen het Ruimtelijk-Economisch Fonds te gebruiken voor pilots waarbij een goede inpassing van deze economische functies buiten de kernzones centraal staat. Er zouden enkele pilot-gebieden aangewezen kunnen worden waarin (nieuwe) economische dragers zodanig worden ingepast in het landschap dat deze functies op alle fronten versterkend werken: vooral zowel de economie als het landschap en de leefbaarheid. Op die manier worden actief kwaliteiten gerealiseerd. De provincie moet deze pilot-gebieden niet zelf aanwijzen, maar gemeenten uitdagen om met gebiedsvisies te komen voor wonen, werken en recreëren binnen hun gemeente (of samen met de buurgemeenten), waarin een kwaliteitsversterking centraal staat. Wij denken dan bijvoorbeeld aan plannen à la 'Sterk op eigen wijze" van de vier gemeenten in Noordoost-Friesland. Vanuit het Ruimtelijk-Economisch Fonds, waarvoor nog een bestemming wordt gezocht, kunnen pilots voor deze Ja, mits-benadering gefinancierd worden. Afhankelijk van de reactie van het college op dit voorstel komt de VVD met een motie in deze richting.


6.2 Innovatie

Zoals al eerder gezegd moet het benutten van kansen centraal staan. Zeker nu de steun aan het Noorden ter discussie staat moeten wij plan B klaar hebben liggen. Die kansen komen vaak vanuit de markt: de broedplaats voor innovatie. En daar moet de provincie gebruik van maken en op in spelen. Innovatie is allereerst noodzakelijk om 'bij' te blijven in de economische ontwikkeling, en als je het goed doet wellicht een manier om de economische achterstand in te halen. Innovatie is nu nog vooral een theoretisch begrip. Naar de mening van de VVD moet dat veel meer handen en voeten krijgen, concreet en praktisch worden. Alleen bij een praktische vertaling van innovatie kan ons MKB zichtbaar toegevoegde waarde leveren en daadwerkelijk tot sociaal-economische structuurversterking leiden. De kenniscampus kan in de vertaling van theorie naar praktijk een belangrijke rol vervullen. Een andere manier van praktische innovatie vindt de VVD terug in het initiatief 'Fryslân Fernijt', waarin nieuwe ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme en watertechnologie (de sterke kanten van Fryslân) gestimuleerd worden.

Om de innovatie verder te bevorderen dient er een fonds te komen voor productontwikkeling. Via productontwikkeling krijgen bestaande bedrijven de kans zich te vernieuwen en te verbreden. Een fonds voor productontwikkeling betekent voor de provincie wel een risico, aangezien niet alle investeringen wellicht direct tot resultaten leiden. Een beetje durf is dus noodzakelijk. Toch denkt de VVD dat hier kansen liggen voor de provincie om op praktische wijze de innovatie te bevorderen. Wellicht dat een dergelijk fonds in de eventuele verbreding van het STIPO meegenomen kan worden.


6.3 Arbeidsmarktbeleid

Innovatie en kennisontwikkeling zijn goed voor onze economische ontwikkeling. We moeten echter wel zorgen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar aan blijven sluiten. Het leerbanen-project van MKB-Noord is hierbij een stap in de goede richting. Feit is dat er in Friesland sprake is van een lager geschoold arbeidsaanbod, waarvoor de vraag steeds beperkter wordt door het wegstromen van arbeid naar lage lonen landen. Voor de toekomst moeten we het opleidingsniveau omhoog zien te krijgen. Maar voor de nabije toekomst moeten we ook zorgen voor een verhoging van de vraag naar dit type arbeid. Dat kan bijvoorbeeld door het stimuleren van de glastuinbouw. De VVD heeft hier al eerder op gewezen. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat de glastuinbouw bij volledige benutting van de huidige en toekomstige plaatsen voor ruim 2700 arbeidsplaatsen (direct en indirect) kan zorgen. Een kans die we niet kunnen laten liggen!


6.4 Aardgasbaten

In afwachting van de definitieve besluitvorming door de Tweede Kamer over de gasboringen in de Waddenzee moet het college nu al een duidelijk signaal afgeven richting Den Haag over de aanwending van de aardgasbaten. De boodschap richting Den Haag moet zijn dat, los van de discussie rondom de Langman-gelden, een substantieel deel van de baten (ongeoormerkt) ter beschikking moet worden gesteld voor de sociaal-economische ontwikkeling van het Noorden. Ook hier horen wij graag van het college welke plannen zij hebben in deze richting.


7. Programma Sociaal Beleid en Zorg

Uit de jaarstukken 2003 en de Kadernota Begroting 2005 komt naar voren dat er nauwe relaties zijn tussen dit programma en Programma 9: Ruimte, en dan met name binnen het Plattelandsbeleid waar het gaat om de bekostiging van steunfuncties. Op zich juichen wij een integrale benadering van zaken toe. Het moet echter niet zo zijn dat er te pas en te onpas geschoven wordt tussen de budgetten van beide programma's.


7.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Met de invoering van de wet op de Maatschappelijke Ondersteuning moeten gemeenten per 2006 beschikken over een goed stelsel van ondersteuning voor hun inwoners die niet goed in staat zijn zelf oplossingen te realiseren. Dit resulteert op dit moment in een wildgroei aan woon-zorg-welzijn loketten. De VVD vindt dat de provincie haar makelaars- en regisseursfunctie hierin nog onvoldoende invult. Een onderzoek laten instellen door Bureau Companen naar de ontwikkeling van vraag en aanbod op dit gebied vinden wij te mager. Helemaal als we ons realiseren dat er al verschillende inventarisaties hebben plaatsgevonden, gesubsidieerd door de provincie uit het Budget Zorg! Ook neemt de VVD aan dat er bij de organisaties zelf al een veelheid van informatie voorhanden is. Wij vragen het college dan ook pro-actiever te werk te gaan en de wildgroei aan loketten actief tegen te gaan. In dit kader wil de VVD voor het eind van het jaar een evaluatie naar de organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg, zoals Te Plak, de STIP-loketten en het project Foar Elkoar. Deze organisaties worden allen gesubsidieerd door de provincie. De VVD wil weten of er sprake is van een overlap, welke beleidseffecten de subsidies teweeg brengen en of de subsidies gecontinueerd moeten worden of dat het particulier initiatief het verder over kan nemen.

De VVD heeft overigens geconstateerd dat de provincie Noord-Brabant een vernieuwende integrale aanpak heeft voor het ouderenbeleid, waarin het stimuleren van de participatie van ouderen in de samenleving centraal staat, waarmee de onafhankelijkheid van ouderen behouden blijft en zij langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Deze doelstellingen uit het project "Vitaal Grijs" sluiten naadloos aan bij de wet Maatschappelijke Ondersteuning. De VVD wil het college dan ook vragen na te gaan in hoeverre een project als "Vitaal Grijs" ook in Friesland kan leiden tot het verzilveren van de grijze kracht!


7.2 Dokterswacht

In april 2004 heeft er opnieuw een meldweek plaatsgevonden voor de Dokterswacht. De resultaten zijn beduidend beter dan in 2003. Op het gebied van de bereikbaarheid en de toegankelijkheid, alsmede de kwaliteit van de dienstverlening blijven echter nog wel een aantal knelpunten over. Zo moeten patiënten soms nog grote afstanden afleggen voor het bereiken van een dokterspost en is optimale dienstverlening door de dokters en verpleegkundigen vaak niet mogelijk doordat zij het patientendossier niet in kunnen zien van niet-eigen patiënten en spoedgevallen. Ook zijn er huisartsen die niet toe willen treden tot de Dokterswacht in verband met te veel nachtdiensten en te lage vergoeding daarvoor. De VVD vindt het goed functioneren van de Dokterswacht en een uitbreiding van het aantal posten van groot belang en vraagt het college in het kader van de Begroting 2005 in samenwerking met anderen te onderzoeken hoe meer huisartsenposten gecreëerd kunnen worden en hoe het probleem van toetreding van huisartsen tot de Dokterswacht verholpen kan worden. Ook vraagt de VVD zich af of de proef Zorgnet, door de Stichting Gerrit en Kabel Noord, waarbij via een beveiligd elektronisch netwerk gegevens tussen artsen en zorginstellingen verzonden kunnen worden, ook niet geschikt kan worden gemaakt voor inzage in patientendossiers tussen alle huisartsen en de huisartsposten in Friesland. De investeringen die gepaard gaan met de uitvoering hiervan (aanleg ICT-systeem) zouden (gedeeltelijk) bekostigd kunnen worden uit het SIF. Een mooie manier om als overheid innovatie te stimuleren en actief problemen op te lossen! Afhankelijk van de reactie van het college dient de VVD een motie in op dit punt.


8. Programma Kultuer, Taal en Underwiis

In de Kadernota Begroting 2005 worden vele voorstellen gedaan voor intensiveringen op het gebied van cultuur. Voor de VVD liggen deze intensiveringen niet direct voor de hand. Kijkend naar andere programma's gaat er al een substantieel deel van de provinciale gelden naar cultuur. Veel meer dan bijvoorbeeld naar Economie, Recreatie en Toerisme. Ook vindt de VVD dat de provincie deze sector nog onvoldoende resultaatgericht stuurt. Ook binnen deze sector moet veel meer gewerkt gaan worden met productbegrotingen, zodat de provincie weet waarvoor zij betaald. Ook bij tijdelijke en incidentele subsidies moet de vraag gesteld worden wat de provincie voor haar bijdrage geleverd krijgt. De provincie moet de instellingen tevens uitdagen om zelf met voorstellen te komen die geld genereren, in plaats van steeds bij de provincie aan te kloppen. Ook cofinanciering door het bedrijfsleven kan een optie zijn om meer geld te genereren en tevens om de cultuur dichter bij de mensen te brengen. De mate waarin organisaties kunnen aantonen te hebben gezocht naar andere financieringsbronnen zou moeten meewegen bij het al dan niet toekennen van een provinciale bijdrage.

Op dit moment vindt er een onderzoek plaats naar de economische waarde van cultuur. De VVD is benieuwd naar de uitkomsten hiervan. De VVD zou de uitkomsten van het onderzoek ook willen gebruiken om meer te kunnen sturen op resultaten. De sector zelf kan het onderzoek wellicht gebruiken om op zoek te gaan naar cofinanciering vanuit het bedrijfsleven.


8.1 Musea

De VVD is blij met de samenwerking van de musea in de Zuidoosthoek. Hieruit blijkt een eigen verantwoordelijkheid van de musea voor het opkrikken van de bezoekersaantallen. Ook nieuwe initiatieven in het kader van Fryslân Fernijt, waarbij door middel van GPS informatie over cultuur en evenementen aan de recreant wordt doorgegeven, kunnen rekenen op de steun van de VVD.


8.2 Onderwijs

Onderwijs is van groot belang voor het verbeteren van de sociaal-economische structuur. De VVD verwacht dat de Statenwerkgroep Onderwijsachterstanden met voorstellen voor PS komt die verder gaan dan alleen het leveren van een zak met geld. Op basis van een theoretische analyse, gesprekken met alle betrokken partijen en de resultaten die de Opiniewijzer oplevert, moet de in september te organiseren Conferentie de eerste concrete actiepunten opleveren. Daarbij staat het doen, het concreet werken aan verbetering voorop. Dus: geen dikke nota, maar een operationeel plan met duidelijk geformuleerde voorstellen waarin alle betrokken partijen een duidelijke rol en verantwoordelijkheid hebben.


8.3 Omrop Fryslân

De VVD vindt Omrop Fryslân een belangrijk middel voor de stimulering van de Friese taal en cultuur. Uit onderzoek is gebleken dat Omrop Fryslân een zeer hoge kijk- en luisterdichtheid heeft (85% van de Friezen) voor een regionale omroep. Er wordt dus goed werk geleverd voor een breed publiek. Omrop Fryslân heeft bij de Staten een verzoek ingediend voor een structurele bijdrage vanuit de provincie, aangezien het rijk de regionale omroepen aan de hand van inwoneraantallen financiert en Omrop Fryslân er daarom wat bekaaid van af komt. De VVD zou aan dit verzoek toe willen geven. Deze toezegging moet wat ons betreft maar ten koste gaan van het geld dat anders eventueel besteed zou worden aan een taalcursus voor de ambtelijke organisatie. De VVD hecht eraan dat we het Friese taalbeleid praktisch vormgeven. Of de stukken voor de Staten dan wel of niet in het Fries zijn vindt de VVD-fractie van minder belang dan een goede regionale omroep, die zichzelf al bewezen heeft als belangrijke motor in de stimulering van de Friese taal en cultuur. In plaats van 55 Statenleden worden zo 85% Friezen bediend.


9. Programma Ruimte


9.1 Streekplan: kansen benutten

Uit onderzoek is gebleken dat wonen op het platteland voor mensen uit de Randstad alleen in het A6-gebied aantrekkelijk is. Uit onderzoek is ook gebleken dat mensen op zoek zijn naar kwalitatief hoge woonomgevingen. Ook wordt er vol op gewerkt aan innovatieve manieren om wonen op en aan het water mogelijk te maken. Stel dat een gemeente dan met een plan komt waarin wonen aan het water gecombineerd wordt met een uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden en het plan zodanig is vormgegeven dat het leidt tot een versterking van de landschappelijke waarden in het gebied. Dan moet wat ons betreft het Streekplan dergelijke innovatieve ideeën niet onmiddellijk onmogelijk maken omdat gestuurd wordt op kwantiteit in plaats van kwaliteit en omdat het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen centraal staat in plaats van het ruimte bieden voor kansen en innovatieve ideeën. Het amendement over de sturingsfilosofie dat is aangenomen bij de behandeling van de Kadernota gaat uit van Ja, mits. Ontwikkelingen zijn mogelijk mits zij bijdragen aan een versterking van de kwaliteit van het gebied. Nu is het zaak gemeenten uit te dagen met dergelijke plannen te komen. Wij hebben reeds aangegeven hier het Ruimtelijk-Economisch Fonds voor te willen gebruiken.

Het beleid op het gebied van wonen is in deze provincie tot noch toe zeer behoudend. De economische ontwikkeling wordt aangepakt door het stimuleren van de bedrijvigheid, de benodigde woningbouw is een afgeleide van die economische ontwikkeling. Wat nu als we het eens om zouden draaien en ons richten op meer woningbouw. Mensen die hier wonen, geven immers hier hun geld uit en dat leidt dan vanzelf tot meer werkgelegenheid. Zoals al eerder gezegd worden we door Den Haag geroemd om onze landschappelijke kwaliteit en mooie woonomgeving. De VVD wil actief zoeken naar manieren om de kansen die dit biedt te benutten, zonder dat we die landschappelijke kwaliteit daarmee in de uitverkoop doen.


10. Jaarrekening 2003 en Kadernota begroting 2005

Het Jaarverslag en de Jaarrekening 2003 zijn helaas meer een opsomming van cijfers geworden dan heldere informatie over de resultaten die we als provincie hebben bereikt. Voor volgende jaren moeten de Jaarstukken meer inzicht bieden over in hoeverre we de gestelde doelen hebben gehaald. Dat kan door te werken met kengetallen en historische overzichten op te nemen.

Uit de Jaarrekening en de Kadernota Begroting 2005 blijkt dat de financiële positie van de provincie, met name op de lange termijn, een stuk minder rooskleurig is dan sommigen ons willen doen laten geloven. Met name voor de uitvoering van de majeure projecten dreigt een enorm tekort. Het is dan ook zaak, met name de structurele uitgaven onder controle te krijgen. Zoals al eerder gezegd moet voor structurele uitgaven ook een structurele dekking gevonden worden. Dat betekent keuzes maken. Als leidraad voor de keuzes die moeten worden gemaakt in het kader van de begroting voor 2005 hanteert de VVD de volgende uitgangspunten: prioriteren, oud voor nieuw en keuzes durven maken (nieuwe intensiveringen beperken). Geen kaasschaafmethode toepassen dus en over mogelijke intensiveringen kan pas besloten worden als de financiële ruimte inzichtelijk is gemaakt en aangegeven is welk beleid in aanmerking komt voor heroverweging. Ook dient er eerst beleid te worden vastgesteld door de Staten en pas daarna de bijbehorende financiële middelen. Voor veel van de intensiveringen die het college in de Kadernota heeft voorgesteld moet het beleid nog door de Staten worden vastgesteld. Ook pleiten wij voor subsidies op basis van productbegrotingen. Subsidiering van meerdere organisaties die elkaar overlappen qua doel en/of product dient vermeden te worden. Ook moeten de mate van efficiëntie en de mate waarin door de organisaties gezocht is naar alternatieve financieringsvormen meewegen bij de toekenning van provinciale subsidies.

De ontwikkeling van het personeelsbestand laat over de afgelopen jaren een behoorlijke groei zien. De VVD wil verdere uitbreiding van formatie zoveel mogelijk voorkomen en ziet kansen voor het terugdringen van de formatie door de overstap te maken van beleidsorganisatie naar een meer uitvoeringsgerichte organisatie. Wij vragen het college te komen met een plan van aanpak op dit punt.

De VVD ziet vooralsnog geen reden om over te gaan tot verhoging van de opcenten. Daarnaast is een eventuele verhoging van de opcenten voor de VVD alleen bespreekbaar als vooraf afgesproken wordt deze alleen te benutten voor majeure infrastructurele projecten.


11. Conclusies en samenvatting

Kansen benutten, dat is de boodschap!


---- --