http://www.minbzk.nl
MINBZK:Overheid beter voorbereid op crises
Het kabinet neemt maatregelen zodat Nederland beter is voorbereid op
crises. De minister van BZK wordt coördinerend minister voor
crisisbeheersing. Bij een landelijke crisis die meerdere sectoren
aangaat, komen altijd de meest betrokken ministers bijeen. Zij kunnen
zo nodig noodwetgeving toepassen.
Bij een regionale crisis, kan opgeschaald worden naar een Regionaal
Beleidsteam (RBT).
De minister van BZK kan als dat nodig is directe aanwijzingen
geven aan de voorzitter van het RBT. Om de communicatie te verbeteren,
komt er een Expertisecentrum voor risico- en crisiscommunicatie. Er
komen vaker grootschalige oefeningen op politiek-bestuurlijk niveau om
in de praktijk te trainen. Ook worden multidisciplinaire oefeningen in
de verschillende regio's gestimuleerd. In totaal trekt het Kabinet E
10mln. structureel extra uit.
Dit staat in het Beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007 waarmee de
ministerraad, op voorstel van minister Remkes van BZK, heeft
ingestemd.
Het beleidsplan is aan de Tweede Kamer gestuurd. De bedoeling is de
effectiviteit en de kwaliteit van het stelsel van crisisbeheersing te
verbeteren.
Het huidige stelsel voor crisisbeheersing is onvoldoende
toegesneden
op de hedendaagse dreigingen die complexer en grootschaliger zijn en
meer sectoren treffen dan voorheen. De crisisbeheersing is nog teveel
georiënteerd op de 'klassieke rampen'. Bovendien blijkt de sturing te
onduidelijk en te vrijblijvend. Tegelijkertijd zijn er ook
maatschappelijke trends die vragen
om een betere crisisbeheersing, zoals een bevolking die kritischer is
op de overheid en meer media-aandacht.
16)Om de coördinatie tussen de verschillende ministeries te
bevorderen, gaat de Raad voor de Veiligheid en Rechtsorde (RvdVR) als
onderraad fungeren op alle terreinen van crisisbeheersing en in alle
fasen, met uitzondering van de responsfase. De minister van BZK wordt
coördinerend minister voor crisisbeheersing. De directeur
Crisisbeheersing van het ministerie van BZK wordt aangewezen als de
Nationaal Coördinator Crisisbeheersing (NCCB).
Tijdens een werkelijke crisissituatie is in eerste instantie de
vakminister verantwoordelijk voor een adequate aanpak. Als
de(dreigende) crisis één sector overstijgt en ingeval van mogelijke)
opschaling van de crisiscommunicatie naar het nationale niveau wordt
er een Ministerieel Beleidsteam (MBT) geformeerd. Activering van het
MBT gebeurt door de minister van BZK als coördinerend minister, óf
door de minister-president als voorzitter van de onderraad óf op
verzoek van een vakminister aan de coördinerend minister van BZK. Het
MBT bestaat uitsluitend uit de meest betrokken ministers.
Om goed voorbereid te zijn op crises zullen ministers en topambtenaren
vaker (internationaal) oefenen. De minister van BZK organiseert
minimaal twee keer per jaar een crisisoefening op politiek-bestuurlijk
niveau voor ministers en staatssecretarissen. In een aantal gevallen
zal het gaan om oefeningen met - voor het publiek zichtbare - inzet
van relevante operationele diensten. De oefeningen kunnen gerelateerd
worden aan de onderwerpen die op dat moment actueel zijn. Ook op
internationaal niveau wil het kabinet wil de taken en bevoegdheden van
de EU vergroten. Ook moet nagegaan worden of capaciteit moet worden
vrijgemaakt voor een europese aanpak.
Op decentraal niveau komt er een Regionaal Crisisbestuur (RCB) dat
verantwoordelijk is voor het gehele beleid rond crisisbeheersing. In
het RCB zitten de brandweer, GHOR, politie, het Openbaar Ministerie,
de burgemeesters van de gemeenten van de regio en de dijkgraaf van het
waterschap. De besluiten van het RCB zijn bindend voor alle
deelnemende gemeenten, hulpdiensten en sectoren. De voorzitter van het
RCB kan het nakomen van besluiten en afspraken afdwingen
(doorzettingsmacht) van alle betrokken partijen. Wanneer zich
werkelijk een crisis voordoet, kan bestuurlijk worden opgeschaald naar
een Regionaal Beleidsteam (RBT). De minister van BZK kan - indien naar
zijn oordeel de aard en/of aanpak van de crisis daarom vragen -
directe aanwijzingen kan geven aan de voorzitter van het RBT.
In de wetenschap dat (grootschalige)uitval of verstoring van vitale
infrastructuur per definitie grote impact heeft, zullen aan beheerders
en eigenaren eisen moeten worden gesteld bijvoorbeeld op het terrein
van geoefendheid, niveau van bewaking en beveiliging bij
daadwerkelijke dreiging en actualisering van calamiteitenplannen. De
overheid zal toezicht uitoefenen op de uitvoering van de gestelde
eisen en, in het uiterste geval, ingrijpen in de betreffende sector.
Het ingrijpen zal in uiterste instantie kunnen leiden tot het opleggen
van sancties.
De professionaliteit, kwaliteit en organisatie van risico- en
crisiscommunicatie sluiten nu nog niet of onvoldoende aan op de
veranderende risicosamenleving enerzijds en de behoeften van burgers
anderzijds.
Om dit te verbeteren komt er een expertisecentrum voor risico- en
crisiscommunicatie (ERC).
Risico- en crisiscommunicatie zal een integraal onderdeel zijn van
crisismanagement. Burgers moeten serieus genomen worden en als een
gelijkwaardige partner worden beschouwd. In de communicatie van de
overheid staat het belang van de ontvanger centraal en niet in de
eerste plaats het belang van de zender. De communicatie is open en
eerlijk. De basishouding is: alles openbaar...tenzij. De overheid
informeert burgers eerlijk over risico's en dreigingen en 34) geeft
tegelijkertijd aan dat crises -ongeacht de getroffen maatregelen-
nooit volledig zijn uit te sluiten.
Het ERC zal zich onder andere bezighouden met het verzamelen van
kennis en expertise op het terrein van risico- en crisiscommunicatie
en het beschikbaar maken hiervan voor overheidsinstanties, het
ontwikkelen van ommunicatiebeleid, het adviseren over de
communicatiestrategie bij dreigende of daadwerkelijke crises en het
verzorgen van opleidingen en oefeningen voor voorlichters.
Noot voor de redactie,
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties