College Bescherming Persoonsgegevens


23 juni 2004

Jaarlijkse controle naleving WBP-meldingsplicht van start

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) start vandaag de jaarlijkse steekproefsgewijze controles naar het naleven van de meldingsplicht uit de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). De eerste controle gaat plaatsvinden bij een aantal incassobureaus. Ook in andere sectoren zal nog onderzoek gedaan worden naar de naleving van de WBP-meldingsplicht.

Uit de analyse van het WBP-Meldingenregister blijkt dat het aantal meldingen door incassobureaus sterk achterblijft. De steekproefsgewijze controle in deze sector zal er op gericht zijn te onderzoeken in hoeverre incassobureaus persoonsgegevens verwerken en in hoeverre zij terecht verwerkingen van persoonsgegevens niet gemeld hebben.

In 2003 voerde het CBP de eerste steekproefsgewijze controle uit naar de naleving van de WBP-meldingsplicht bij een aantal gemeenten, zorgverzekeraars, arbodiensten en bij direct marketing bedrijven. Het aantal WBP-meldingen is na deze eerste controles sterk gestegen. Zo is er ook een sterke stijging waarneembaar in het aantal meldingen bij de particuliere recherchebureaus, de politie en in de zorgsector.

Eind 2003 leidde de eerste controle naar de naleving van de WBP-meldingsplicht tot de eerste boetes bij een gemeente en twee bedrijven. De hoogte van de boetes varieerde van 3.000 tot 15.000 euro. Naar verwachting worden de onderzoeken die in 2003 gestart zijn deze zomer afgerond. Het CBP zal dan een overzicht publiceren van de resultaten van deze eerste controles naar het naleven van de meldingsplicht.

Lees ook:

* Controle meldingsplicht leidt tot eerste boetes 18 december 2003

* Controle op naleving WBP-Meldingsplicht
1 juli 2003

Meldingsplicht
Bedrijven, organisaties en instellingen zijn op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die op 1 september 2001 in werking trad, verplicht verwerkingen van persoonsgegevens te melden bij het College bescherming persoonsgegevens (CBP) of de Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG), tenzij er een vrijstelling geldt. Als een gegevensverwerking ten onrechte niet gemeld is, kan het CBP een boete opleggen van maximaal 4500 Euro. Een boete kan ook opgelegd worden als een gegevensverwerking onjuist of onvolledig is gemeld en/of als wijzigingen niet (tijdig) doorgegeven zijn. Het CBP onderwerpt periodiek meldingen uit bepaalde sectoren of van bepaalde soorten verwerkingen aan een nader onderzoek. Dit doet het CBP ook naar aanleiding van klachten van betrokkenen. Kijk voor meer informatie in het informatieblad Melden en Vrijstellingen.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.