RAAD VOOR CULTUUR


PERSBERICHT - embargo tot woensdag 23 juni 11 uur

Raad voor Cultuur brengt aanvullend advies uit

De Raad voor Cultuur heeft op 23 juni zijn aanvullend advies uitgebracht in het kader van de Cultuurnota 2005-2008. Hierin gaat de Raad in op de reacties van 453 instellingen op het Cultuurnota-advies. Soms heeft dit geleid tot herziening van het advies, in zes gevallen heeft dit ook financiële consequenties. Dat betreft de adviezen over de Nationale Stichting De Nieuwe Kerk (Musea), Ives Ensemble (Muziek en Muziektheater), Carver (Theater), Nationale Stichting ter Bevordering van de Vrolijkheid (Amateurkunst en Cultuureducatie / Intercultureel Cultuurbeleid) en twee reserveringen voor respectievelijk de filmeducatiebemiddeling en de distributieregeling kinderfilms. In totaal gaat het om circa 0,9 miljoen euro. De Raad gaat er van uit dat het ministerie van OCW de mogelijkheid van een financiële bijstelling heeft ingecalculeerd en hier dus extra budget voor heeft gereserveerd.

De reacties van de instellingen zijn divers van aard. Ze betreffen zowel vermeende feitelijke onjuistheden als inhoudelijke opmerkingen. Ook zijn vaak algemene onderwerpen aan de orde gesteld zoals kortingen op subsidie, de rol van regionale spreiding en de arbeidsvoorwaardenproblematiek.

De Raad geeft aan dat er voor een gezond cultureel bestel meer geld nodig is. Alleen al om de door de Raad positief beoordeelde beleidsplannen - of delen daarvan - te kunnen honoreren, zou 18 tot 20 miljoen euro extra nodig zijn. Bovendien dreigt er een stapeling van bezuinigingen in de cultuursector. Niet alleen is gekort op de Cultuurnota, maar ook gemeenten bezuinigen op cultuur. Het is nog maar de vraag in welke mate er tegemoet wordt gekomen aan de autonome kostenstijgingen en kort geleden is bekend geworden dat het Rijk als bezuinigingsmaatregel geen inflatiecorrectie over 2004 toepast. Verschillende keren is het voorgekomen dat instellingen die vroeger uit anderen hoofde werden gesubsidieerd, nu zijn doorverwezen naar de Cultuurnota zonder dat daar extra budget voor beschikbaar is gesteld. Deze subsidieverzoeken heeft de Raad noodgedwongen negatief geadviseerd. De Cultuurnota is niet het geschikte middel om al deze klappen op te vangen. De Raad verzoekt de staatssecretaris dan ook met klem om met een oplossing te komen.

Als inhoudelijke agenda van de toekomst acht de Raad een discussie over het museumbestel en muziekbestel (met name de rol van orkesten en operavoorzieningen) op zijn plaats. Het feit dat het leeuwendeel van de middelen in deze sectoren vastligt, maakt het de Raad namelijk onmogelijk de bezuinigingen anders te vertalen dan in algemene kortingspercentages op instellingssubsidies.
Verder dringt de Raad aan op een samenhangende visie op cultuureducatie vanuit onderwijs en cultuur. Kennis van de eigen en andermans tradities is in een pluriforme samenleving immers onontbeerlijk. Cultuureducatie zou daarom een intrinsiek onderdeel van het schoolcurriculum moeten zijn.

Culturele instellingen kunnen bij het ministerie van OCW een meerjarige subsidie aanvragen in het kader van de Cultuurnota. De staatssecretaris legt deze verzoeken ter advisering voor aan de Raad voor Cultuur, evenals de reacties van instellingen op dit advies. Het antwoord van de Raad hierop is het aanvullend advies zoals deze 23 juni is uitgebracht. Op Prinsjesdag (dinsdag 21 september 2004) zal de staatssecretaris de definitieve Cultuurnota 2005-2008 presenteren.