Provincie Noord-Brabant


Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl
Bank ING 67.45.60.043
Postbank 1070176

Persbericht                                       
                                                  

Revitalisering in Brabant krijgt handen en voeten

Provincie en waterschappen maken afspraken over waterprojecten

De Provincie Noord-Brabant en de Brabantse waterschappen trekken de komende vier jaar elk 30 miljoen euro uit voor waterprojecten in het landelijk gebied. Hoe het geld wordt besteed, wordt vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben hiermee ingestemd. De overeenkomst is voorbereid samen met de waterschappen. Zij hebben het initiatief bij de uitvoering van de projecten. Nieuw in de overeenkomst is dat provincie en waterschappen overeenstemming hebben dat ze inkomensschade in de landbouw willen voorkomen door afspraken met boeren te maken over het water op hun terrein. Voor de extra inspanning ('blauwe dienst') wordt dan een vergoeding gegeven.

Als de algemene besturen van de waterschappen in september akkoord zijn met de bestuursovereenkomst, kunnen de eerste projecten vanaf oktober 2004 van start gaan.
In het landelijk gebied van Brabant moet veel gebeuren op watergebied. Bij de reconstructie- en gebiedsplannen worden uitvoeringsprogramma's opgesteld met daarin waterprojecten op het terrein van waterberging, beek- en kreekherstel, verdrogingsbestrijding en verbetering waterkwaliteit. De projecten waar nu afspraken over zijn gemaakt, zijn een belangrijke eerste stap binnen de reconstructie van het landelijk gebied van Brabant. Om de doelen ook echt te bereiken kijken de provincie en de waterschappen voor de financiële ondersteuning nadrukkelijk ook naar het rijk en naar Europa.

Projecten
Regionale waterberging richt zich op het voorkomen van ongewenste wateroverlast door hevige regenval. Op goed gekozen plekken in het landelijk gebied worden bergingsgebieden ingericht of worden maatregelen genomen om het water langer in het gebied vast te houden. In 2050 moet ongeveer 25.000 ha bergingsgebied zijn ingericht, waarvan de helft vóór 2015.

Projecten bij verdrogingsbestrijding zijn gericht op het grond- en oppervlaktewater in natuurgebieden. Vóór 2010 moet 40 procent van de verdroogde natuurgebieden zijn hersteld. De landbouw profiteert hier op sommige plekken van, maar kan er ook last van hebben. Op andere plekken richt de aanpak zich op het vasthouden van water voor de landbouw.

Bij beek-en kreekherstel gaat het om het weer natuurlijk maken van de rechte, brede beken en kreken, die nu vooral op ontwatering gericht zijn. De natuurwaarde verbetert, maar door de beken weer vrijer te laten meanderen wordt ook het water langer vastgehouden en verbetert de waterkwaliteit. Ook worden barrières voor de vistrek opgeruimd. Tot 2018 moet 940 km beek en kreek worden aangepakt.

Voor de verbetering van de waterkwaliteit worden er in Brabant enkele proefprojecten uitgevoerd waarin de effectiveit van diverse maatregelen wordt getest. De projecten liggen op plekken die representatief zijn voor Brabant: bij de Peelrijt, de Kleine Beerze, de Hooge Raam, de Rietkreek en de Chaamse Beken. Er worden brongerichte en effectgerichte maatregelen bekeken, zoals randenbeheer (ecologisch beheer en inrichten van slootkanten), heliofytenfilters (waterzuivering door planten) en aanpak van riooloverstorten.


Noo voor de redactie:

Informatie en persberichten vindt u op de internetsite van de provincie Noord-Brabant,
http://www.brabant.nl
Voor informatie over dit persbericht:
afdeling Communicatie, René van den Heuvel, telefoon (073) 6812112
Bijlage
Toelichting 'Water in de reconstructie'

Waterthema's
Bij de uitvoering van de reconstructie en de gebiedsgerichte aanpak in West-Brabant spelen vier waterthema 's een belangrijke rol:

Regionale waterberging
Het doel van dit thema is het bieden van bescherming tegen wateroverlast door de combinatie van vasthouden, bergen en afvoeren van water in de beken en andere regionale wateren op momenten van piekafvoeren (zware regenval). In de reconstructie- en gebiedsplannen zijn twee typen van gebieden opgenomen: concrete gebieden die in de komende tijd zullen worden ingericht als bergingsgebied en gebieden die voorlopig als reserveringsgebied zijn begrensd voor de langere termijn. De volgende uitgangspunten zijn hierbij gehanteerd: 50 procent van het benodigde bergingsgebied (ca. 12.500 ha) dient in de periode tot 2015 te worden gerealiseerd en 50 procent in periode van 2015 tot 2050. Uiteindelijk zal ca. 50 procent in de Ecologische hoofdstructuur (EHS) zijn gelegen en 50 procent in landbouwgebied (de 'Agrarische hoofdstructuur', AHS). Voor de nadere uitwerking van de bergingsgebieden is een landschapsecologische structurenkaart ontwikkeld. De waterschappen zullen aanvang 2006 een voorstel voor het totale benodigde bergingsareaal presenteren.

Verdrogingsbestrijding
De doelstellingen richten zich voor de natuur op 40 procent herstel van verdroogde gebieden in 2010 en op het realiseren van afgewogen doelstellingen in gehele EHS in 2018. Voor het landbouwgebied richt de aanpak zich vooral op het terugdringen van de droogte door waterconservering. Deze doelstellingen zijn te bereiken door een mix van beschermingsbeleid (realiseren stand-still) en herstelbeleid.
Stand-still houdt in dat geen nieuwe ingrepen met nadelig effect op waterhuishouding worden genomen in de EHS en in een zone van 500m rondom de natte natuurgebieden. Deze zones zullen in de reconstructie- en gebiedsplannen worden opgenomen. Het herstelbeleid richt zich op de bovengenoemde doelstellingen door een gebiedsgerichte en projectmatige aanpak. De waterschappen hebben hierbij het voortouw en zullen de plannen voor deze projecten concreet uitwerken.

Beek- en kreekherstel
De doelstelling richt zich op de realisatie van de natuurlijke situatie bij ca. 940 km beken (in het zandgebied) en kreken (in het zeekleigebied) in 2018. In de reconstructie- en gebiedsplannen wordt deze doelstelling vooral via een projectmatige aanpak gerealiseerd. Aandachtspunt voor de komende periode is de zorg voor afdoende ruimtelijke bescherming van de nog te realiseren beek- en kreektrajecten. Beek- en kreekherstel is bij uitstek een thema dat zich leent voor een integrale benadering (combinatie met o.a. waterberging en waterkwaliteitsverbetering). Herstel van de natuurlijke situatie in de Brabantse beken is ook van belang voor het bereiken van de doelstellingen van de Europese kaderrichtlijn water.

Verbetering van de waterkwaliteit
De waterkwaliteit wordt zowel beïnvloed door puntlozingen (rioolwaterzuiveringsinstallaties, riooloverstorten) als door diffuse bronnen en historische belasting (landbouw, verkeer).

De waterkwaliteitsdoelstellingen zijn vermoedelijk slechts gedeeltelijk realiseerbaar via ruimtelijke maatregelen (bv. via het reconstructieproces). Een belangrijke impuls zal ook moeten worden gegeven via landelijk milieubeleid (mest, stoffenbeleid) en via internationale afspraken (voor Brabant is daarbij met name Vlaanderen van belang).
In de reconstructie- en gebiedsplannen zijn uitwerkingen opgenomen voor de verbetering van de waterkwaliteit in een aantal prioritaire gebieden. Bovendien wordt op korte termijn gestart met enkele pilotprojecten die zich mede richten op de uitwerking van maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit op basis van de vereisten van de Europese kaderrichtlijn water.


Samenwerking en uitvoeringsafspraken
De overeenkomst bevat ook afspraken over de samenwerking tussen de provincie en de waterschappen.

Door het gezamenlijk opstellen van uitvoeringsprogramma's ontstaat er meer samenhang tussen de projecten in een gebied en krijgen de goede projecten voorrang. De Provincie zal ook zorgen voor een goed 'loket' voor de waterschappen zodat er snel en efficiënt over projectvoorstellen besloten kan worden.

Als het uitvoeren van de waterprojecten onevenredig nadeel oplevert voor burgers of bedrijven, zal dat vergoed worden. Beter is het te voorkomen dat schade ontstaat. Veel nadeel kan worden voorkomen door het maken van afspraken met degenen die te maken krijgen met water op hun terrein, als gevolg van de reconstructie- en gebiedsplannen. Voor de extra inspanning ('blauwe dienst') wordt dan een vergoeding gegeven. Zo'n blauwe dienst kan bij voorbeeld zijn het accepteren van perioden van groter waterbezwaar dan nu gebruikelijk is.

In de overeenkomst zijn ook afspraken gemaakt over de grondverwerving. De provincie en de waterschappen zullen met elkaar overleggen over de prioriteiten en over wie initiatief neemt. Ook worden er zogenaamde 'grondbanken' opgericht, zodat grond uitgeruild kan worden en tijdig beschikbaar komt voor projecten.

Alle kosten van de projecten worden gelijkelijk verdeeld. Het maakt dus niet uit of er een schadevergoedig wordt gegeven of een 'blauwe dienst' wordt geleverd, en het maakt niet uit wie de daadwerkelijke grondaankoop doet. Daarmee wordt veel administratieve rompslomp voorkomen en het verhoogt de daadkracht.


---

Datum
22 juni 2004
Nummer
156

---- --