Arrondissementsparket Breda

|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|                     |
|Parket Breda         |
|Voorlichting         |
|                     |
|Sluissingel 20       |
|Postbus 90112        |
|4800 RA Breda        |
|                     |
|                     |
|Tel: (076) 887 24 03 |
|Fax: (076) 887 21 95 |
|                     |
|                     |
|www.om.nl            |
|pilaar@brearr.drp.min|
|jus.nl               |
Breda, 23.06.2004
Betreft: Gerechtelijk Vooronderzoek Amercentrale

Ter info redactie

OM merkt 11 (rechts)personen aan als verdachte

Het Openbaar Ministerie in Breda heeft, gelet op de huidige stand van het onderzoek naar de ramp in de Amercentrale, vooralsnog besloten 11 (rechts)personen aan te merken als verdachte. De officier van justitie heeft inmiddels aan de rechter-commissaris van de rechtbank te Breda verzocht een Gerechtelijk Vooronderzoek (GVO) te openen.

Uit de voorlopige resultaten van het onderzoek tot dusverre is naar voren gekomen dat de mogelijke oorzaak van het instorten van de steiger gelegen is in het ontwerp en de bouw van de steiger.

Het opsporingsonderzoek heeft geleid tot de strafrechtelijke verdenking van twee rechtspersonen en negen natuurlijke personen. Deze negen personen zijn werkzaam bij of voor de verdachte rechtspersonen. Eerder deze week zijn alle verdachten hiervan op de hoogte gesteld.

Het OM heeft aan de rechter-commissaris van de Rechtbank in Breda verzocht een GVO te openen. Dat is gebeurd omdat het OM een verdergaand onderzoek naar de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor deze complexe ramp nodig acht.

Het GVO onder leiding van een rechter-commissaris is inmiddels geopend. Het biedt de mogelijkheid voor zowel OM als de verdediging om getuigen en deskundigen te horen. Na sluiting van het GVO, dat naar verwachting zeker enkele maanden zal duren, zal het OM over verdere vervolging beslissen. Dan zal tevens duidelijk worden of en zo ja welke bedrijven of personen zich voor de rechter moeten verantwoorden.

Instorten steiger

In de nacht van 28 september 2003 stortte bij revisiewerkzaamheden aan een ketel van de Amercentrale in Geertruidenberg een steiger in. Bij dit ongeval zijn vijf werknemers die in de ketel werkzaamheden verrichtten om het leven gekomen. Een drietal mensen raakte gewond.

Vanaf 20 september 2003 vonden revisiewerkzaamheden plaats in de ketel van de Amercentrale. Deze bestonden uit het schoonmaken van de wanden en het oplassen van beschadigde ketelpijpen. Teneinde deze werkzaamheden te kunnen verrichten werd in de ketel een steiger gebouwd. De steiger was circa 17 x 17 meter breed en 77,5 meter hoog (Dit is te vergelijken met een gebouw van meer dan 25 verdiepingen). Deze steiger stortte op 28 september 2003 in. Op dat moment waren acht mensen in de ketel aan het werk.

De situatie leidde tot het inwerkingstellen van het Rampenplan door de burgemeester. Nadat de berging van alle slachtoffers uit de ketel was voltooid, en de rampenstatus door de burgemeester werd opgeheven, is onder leiding van het Openbaar Ministerie in Breda het opsporingsonderzoek naar de oorzaak van de ramp in geïntensiveerde vorm voortgezet. Doelstellingen van het onderzoek zijn de waarheidsvinding en eventuele vervolging van verdachte(n) van strafbare feiten. Het onderzoek heeft zich gericht op de steiger, het grit (het materiaal waarmee de wanden van de ketel zijn schoongespoten), de onderlinge contracten tussen de betrokken bedrijven en de daarbij behorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.

Onderzoek

Het onderzoeksteam bestond uit een samenwerkingsverband van de politie Midden en West Brabant en de Arbeidsinspectie. Om het grootschalige onderzoek te stroomlijnen werden vooraf afspraken gemaakt tussen het OM, de politie en de Arbeidsinspectie. Deze afspraken werden vastgelegd in een convenant. De politie Midden en West Brabant werd - gezien de strafvorderlijke kennis en ervaring - verantwoordelijk voor de vorm van het onderzoek (de organisatie ervan, de verhoren van getuigen, slachtoffers en verdachten en het opmaken van de processen-verbaal). Hiertoe werd een Team Grootschalige Opsporing (TGO) gestart.

Gezien de specifieke expertise was de Arbeidsinspectie - met behulp van de unit Forensisch Technisch Onderzoek (FTO) van de politie, Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en TNO - vooral verantwoordelijk voor de inhoud van het onderzoek. Zij hebben de situatie van de werkelijk gebouwde steiger ('as built') vastgelegd, het gedemonteerde materiaal beoordeeld, sporenonderzoek gedaan en foto's ter plaatse genomen. De verhoren van getuigen(-deskundigen), slachtoffers en verdachten en het opstellen van processen-verbaal werden door politie en de Arbeidsinspectie gezamenlijk uitgevoerd. Het onderzoek naar de staat van de steiger is gedaan in samenwerking met externe deskundigen, te weten TNO BOUW en het NFI. Het onderzoek van TNO is gericht geweest op de mogelijke oorzaak van bezwijken van de steiger. Daarbij is gekeken naar het ontwerp, de opbouw, de werkelijk gebouwde steiger en het gebruik van de steiger. Het NFI onderzocht het bij de steigerbouw gebruikte materiaal. Tevens hebben de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV,) de dienst nationale recherche van de Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en specialistische onderdelen van de politie Midden en West Brabant, te weten districtsrecherche Oosterhout, divisie recherche, unit FTO, bureau financiële recherche en unit digitaal rechercheren, een aandeel in het onderzoek gehad.

Ontruiming

Het ontruimen van de ketel heeft zes weken in volcontinu diensten geduurd. Circa 30 medewerkers van de Arbeidsinspectie hebben (gedurende 6.000 uur) toezicht gehouden op de ontruiming door een demontagebedrijf. Het demontagebedrijf heeft circa 200 mensen ingezet om de steiger te demonteren. Uit de ketel is 180 ton steigermateriaal (o.a. stalen steigeronderdelen, planken en lampen) en tientallen tonnen grit verwijderd. Dit materiaal is onderzocht en (tijdelijk) opgeslagen in afgesloten containers ten behoeve van het strafrechtelijke onderzoek. De totale inzet van de politie bedroeg 7.250 uur. Er zijn 126 verklaringen opgenomen en 62 processen-verbaal van bevindingen opgemaakt. Naast de bestede mensuren van de opsporingsdiensten bedragen de externe kosten van het onderzoek tot op heden circa 800.000 euro.

De ketel is van bovenaf ontruimd met behulp van een hangbrug. Deze hangbrug is hiervoor speciaal ontworpen. Bij de ontruiming is nagegaan op welke wijze de steiger geconstrueerd was. Vastgelegd is welke voorwerpen en materialen gebruikt zijn voor de steiger. Hierbij zijn circa 360.000 foto's gemaakt. Een speciale server is geïnstalleerd om dit beeldmateriaal vast te leggen.

Bij de ontruiming werd gewaarborgd dat sporenonderzoek kon plaatsvinden zonder dat gegevens verloren gingen. Aan de hand van deze ontruimingsgegevens heeft TNO een computermodel gemaakt om de 'as built' steiger na te rekenen. De veiligheid van de onderzoekers en de overige medewerkers bij de ontruiming was een essentiële voorwaarde. Op 2 februari 2004 was de ketel geheel leeggehaald. Toen is het strafvorderlijke beslag op de ketel opgeheven en is de ketel vrijgegeven aan Essent.

Slachtoffers

In maart 2004 zijn de nabestaanden en familieleden van de slachtoffers uitgenodigd voor een gesprek op het arrondissementsparket te Breda. De politie en de AI waren bij dit gesprek aanwezig. Tijdens dit gesprek is onder meer gesproken over de resultaten van de strafrechtelijke sectie die op de stoffelijk overschotten is verricht en de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek. Op 23 juni 2004 heeft opnieuw een gesprek met partijen plaatsgevonden om hen op de hoogte te stellen van de huidige stand van het onderzoek.

Het Openbaar Ministerie behoudt zich ten aanzien van vorenstaande alle rechten voor.

Einde bericht
Enkele foto's van de ketel, de steiger en de ontruiming zijn via internet te zien. (www.om.nl)

Noot redactie:
Voorlichting Openbaar Ministerie Breda is bereikbaar onder telefoonnummer 076 - 887 24 03. De persofficier van justitie mw mr N. Hermes is vanmiddag beschikbaar voor eventuele radio- en televisieverzoeken.


-----------------------

---- --