CITOGROEP

Arnhem, 23 juni 2004

Cito-enquête wijst uit:
Aanpassing centraal examensysteem voortgezet onderwijs noodzakelijk

De centrale examens moeten beter aansluiten bij het voortgezet onderwijs. Daarom is aanpassing ervan noodzakelijk. Grote groepen directieleden, examensecretarissen en docenten willen meer keuzemogelijkheden met betrekking tot het tijdstip, de inhoud of de vorm van de centrale examens. Directieleden zijn over het algemeen uitgesprokener in hun wens om tot flexibele examens te komen dan de meeste docenten. In het vmbo bestaat een duidelijke behoefte aan centrale examinering bestaande uit deelexamens op momenten dat leerlingen eraan toe zijn. Havo en vwo willen meerdere momenten van examinering. Hoe deze examinering er concreet uit gaat zien en georganiseerd moet worden is nog niet duidelijk. Daarover zal nader onderzoek en overleg met het onderwijsveld uitsluitsel moeten geven.

Dit blijkt uit een onderzoek dat de in Arnhem gevestigde Citogroep onlangs uitvoerde. De Citogroep is onder meer verantwoordelijk voor de constructie van de centrale examens.
Duizend havo- en vwo- en vmbo-opleidingen ontvingen vragenformulieren.
Deze waren bedoeld voor directies, examensecretarissen, docenten wiskunde, Engels en aardrijkskunde en op het vmbo docenten beroepsgerichte vakken. De respons was hoog: 60 procent van de vragenlijsten kwam ingevuld terug. Dat geeft aan dat scholen zich zeer betrokken voelen bij de examens. Een overgrote meerderheid vindt centrale examens van groot belang of van belang.

Conferentie
Vorig jaar hield de Citogroep een conferentie waarbij flexibilisering van de examens een belangrijk thema was. De belangstelling daarvoor was overweldigend. Toen werd toegezegd dat er aan deze conferentie een vervolg zou worden gegeven. Daarom verzamelde de Citogroep nadere informatie in samenspraak met de vereniging van schoolmanagers in het voortgezet onderwijs (Schoolmanagers VO)
Het onderzoek van de Citogroep sluit tevens aan bij en geeft een onderbouwing aan het kabinetsbesluit om in het vmbo het aantal vakken met een verplicht centraal examen te beperken, leerlingen in het voorlaatste jaar de mogelijkheid te bieden een centraal examen te doen en meerdere centrale examenmomenten per jaar in te voeren.

Lange termijn en praktische consequenties
Directieleden zijn in het algemeen groter voorstander van flexibilisering dan docenten. Zij lijken sterker naar de mogelijkheden op langere termijn te kijken, terwijl docenten de aanpassingen van het examensysteem vooral beoordelen op de (vermeende) praktische consequenties voor hun dagelijkse werkzaamheden.

Manieren van flexibilisering
De Citogroep legde in de enquête een aantal concrete aanpassingen van het centraal examen voor. Deze keuzemogelijkheden hadden betrekking op het tijdstip, de inhoud, de vorm en/of de plaats van het examen. De ene aanpassing is ingrijpender dan de andere.
Een kleine aanpassing is bijvoorbeeld het openstellen van het centraal examen voor leerlingen uit het pre-examenjaar. Veel ingrijpender is leerlinggestuurde examinering, waarbij de leerling zelf bepaalt wanneer hij in welk vak examen doet. Voor deze variant bestaat overigens de minste belangstelling.
De respondenten konden per aanpassing aangeven in hoeverre ze deze wenselijk en organiseerbaar vonden. Geen enkele variant krijgt de meerderheid achter zich van zowel directieleden, examensecretarissen als docenten. Dit wijst erop dat differentiatie in het examensysteem gewenst is, waarbij scholen de mogelijkheid hebben mede keuzes te maken.
In het vmbo is de interesse in een gemoduleerd centraal examen het grootst. Deze wens leeft vooral bij directieleden van vmbo-opleidingen en docenten beroepsgerichte vakken. Daarbij geldt wel de kanttekening dat velen de modulaire afname slechts tot enkele examenvakken willen beperken.
Het breder toegankelijk maken van de huidige centrale examens in mei, juni en augustus is een aanpassing waarvoor een deel van het havo/vwo veel belangstelling heeft. Voorbeelden hiervan zijn het toelaten van leerlingen uit het pre-examenjaar en het verruimen van de herkansingsmogelijkheden. Het gaat hierbij om vormen van overheidsgestuurde centrale examinering, waarbij het tijdstip voor de leerlingen geflexibiliseerd wordt, maar die de inhoud van het examen ongemoeid laten.
Leerlingen hun centrale examenmoment, -inhoud en -vorm te laten bepalen, is een variant die het minst wenselijk wordt geacht. De grote beheerslast lijkt hier mede debet aan te zijn. Het is lastig, zo niet ondoenlijk, om alle vakken voortdurend aan te bieden en af te sluiten.
Flexibilisering van de vorm van het examen is een andere aanpassing waarvoor veel belangstelling bestaat. Velen wensen meer vrijheid in de keuze van het opgaventype (bijvoorbeeld gesloten versus open vragen) en/of de toetsvorm (bijvoorbeeld examen op papier versus achter het beeldscherm).

Nader onderzoek
Het kabinetsbesluit maakt ook melding van de voorwaarden waaronder flexibeler examens zouden kunnen worden ingevoerd. Er mogen geen onoverkomelijke bezwaren optreden bij het organiseren en de regelgeving. Bovendien mogen er geen nadelige financiële consequenties aan kleven.
In haar notitie Koers primair en voortgezet onderwijs geeft minister Van der Hoeven aan dat zij beleid in samenspraak met het onderwijs wil ontwikkelen. Dat geldt ook voor de centrale examens. Discussies met het onderwijsveld en nader onderzoek van de Citogroep op dit gebied zullen uiteindelijk ook de benodigde informatie opleveren die de minister helpen vaststellen hoe flexibele examens het beste gestalte kunnen krijgen en welke consequenties daaraan zijn verbonden. Het gaat daarbij om consequenties voor scholen, docenten en leerlingen. Dat er nog discussie nodig is blijkt onder meer uit de antwoorden over de organiseerbaarheid van dergelijke examens. Directieleden zijn duidelijk optimistischer dan docenten. Relatief velen hebben over dit onderwerp geen mening: 14 procent van de directieleden, 15 procent van de examensecretarissen en ongeveer 25 procent van de docenten.

Verslag
Het verslag van de enquête is te vinden op www.citogroep.nl/vo. En vervolgens: examens van morgen.

Noot voor redactie,