Ministerie van Buitenlandse Zaken

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
070-3484517
14 mei 2004

Algemeen ambtsbericht Eritrea/mei 2004

Inhoudsopgave Pagina

1 Inleiding 4

2 Landeninformatie 5
2.1 Basisgegevens 5
2.1.1 Land en volk 5
2.1.2 Geschiedenis 5
2.2 Politieke ontwikkelingen 8
2.3 Veiligheidssituatie 12
2.4 Staatsinrichting 15
2.5 Economische situatie 15

3 Mensenrechten 18
3.1 Inleiding 18
3.2 Waarborgen en Toezicht 18
3.3 Naleving en Schendingen 19
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting 20
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 21
3.3.3 Vrijheid van godsdienst 23
3.3.4 Bewegingsvrijheid 26
3.3.5 Rechtsgang 29
3.3.6 Arrestaties en detenties 30
3.3.7 Mishandeling en foltering 32
3.3.8 Verdwijningen 33
3.3.9 Buitenrechtelijke executies en moorden 33
3.3.10 Doodstraf 33
3.4 Posities van specifieke groepen 33
3.4.1 Ethiopiërs 33
3.4.2 Vrouwen 36
3.4.3 Etnische groepen en minderheden 37
3.4.4 Dienstplichtigen 38

4 Migratie 43
4.1 Inleiding 43
4.2 Opvang binnenlands ontheemden en terugkerende vluchtelingen 43 4.3 Minderjarigen 46
4.4 Activiteiten van internationale organisaties 50 4.5 Beleid andere landen 53

5 Samenvatting 56
Bijlage(n) 59
I Literatuurlijst 59
II Landkaart 61
III Eritrese Nationaliteitsverordening (Eritrean Nationality Proclamation) nr. 21/1992 62
IV Beschrijving van de relevante artikelen inzake dienstweigering en desertie in de National Service proclamation 82/1995 en de Eritrean Transitional Penal Code (ETPC) 63
V Politieke organisaties 64

De volledige tekst is een pdf bestand. Zie het origineel


5 Samenvatting

In maart 2003 wees de Grenscommissie (EEBC) een verzoek van Ethiopië tot aanpassing van haar uitspraak in het grensgeschil van april 2002 af en verklaarde expliciet dat de plaats Badme tot Eritrees grondgebied behoort. Voor Ethiopië is de toewijzing van Badme aan Eritrea niet acceptabel en Ethiopië wil daarom een heroverweging van deze toewijzing. Eritrea weigert echter elke dialoog waarbij de uitspraak van de Grenscommissie ter discussie staat. Om uit de impasse te komen en escalatie van het conflict te vermijden, probeert de VN momenteel te bemiddelen tussen beide partijen. Door de diplomatieke problemen rond de uitspraak van de Grenscommissie werd de feitelijke demarcatie in oktober 2003 voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Het grondgebied van Eritrea is relatief veilig, al vinden nog incidenten plaats. Ondanks de politieke spanning tussen Eritrea en Ethiopië spreekt UNMEE over een 'militair stabiele situatie' in het grensgebied. De humanitaire situatie in Eritrea blijft zorgelijk. De economische prognoses zijn niet optimistisch, onder meer vanwege macro-economische instabiliteit en slecht economisch beleid, de aanhoudende mobilisatie en het ontbreken van een goed investeringsklimaat. De houding van de regering tegenover binnenlandse politieke oppositie is in de verslagperiode niet gewijzigd. De in september 2001 gearresteerde critici zitten nog steeds vast en in de verslagperiode zijn opnieuw arrestaties verricht. De vooruitzichten voor verdere democratisering in de nabije toekomst zijn onduidelijk. Onduidelijk blijft op welke termijn algemene verkiezingen zullen plaatsvinden en de nieuwe grondwet zal worden ingevoerd. De houding van de regering tegenover naar Eritrea terugkerende aanhangers van oppositiegroepen lijkt afhankelijk van de positie die deze persoon binnen de betreffende organisatie inneemt en met welke activiteiten deze zich heeft beziggehouden. Indien deze persoon betrokken was bij activiteiten, die geïnterpreteerd kunnen worden als terroristisch of gewelddadig, dan is het aannemelijk dat betrokkene de aandacht van de autoriteiten zal trekken en problemen (mogelijk detentie) zal ondervinden.
Ook het verschijningsverbod van de onafhankelijke media is nog steeds van kracht en de in september 2001 gearresteerde journalisten zitten nog steeds 'om veiligheidsredenen' gevangen.
Jehova's getuigen kunnen slachtoffer worden van discriminatie, zowel van de zijde van de overheid als, zij het in mindere mate, van de zijde van medeburgers. Jehova's getuigen die dienstweigeren kunnen ernstige problemen ondervinden. Vanaf februari 2003 begonnen de Eritrese autoriteiten op grote schaal leden van de nieuwe religieuze groeperingen op te pakken en voor korte of langere tijd te detineren. Ook leden van vernieuwingsbewegingen binnen de vier gevestigde religies werden opgepakt.
De nationaliteitskwestie is in Eritrea een moeilijk onderwerp. De vigerende Eritrese nationaliteitsverordening is qua regelgeving onvolledig en biedt ruimte voor eigen interpretatie.
Er zijn berichten dat de politie zich in de verslagperiode van tijd tot tijd schuldig maakte aan mishandeling en marteling van gedetineerden. De (militaire) politie en veiligheidsdiensten maakten zich in de verslagperiode ook schuldig aan (soms ernstige) mishandeling van dienstplichtontduikers, deserteurs en leden van nieuwe religieuze groeperingen. Er zijn berichten dat dienstplichtontduikers, dienstweigeraars en deserteurs bestraft werden met disciplinaire maatregelen als het langdurig blootstellen aan hoge temperaturen of het langdurig binden van handen en voeten, hetgeen in sommige gevallen leidde tot blijvend letsel. Het is onduidelijk in hoeverre mishandeling en marteling door de Eritrese autoriteiten een structureel verschijnsel is.
De levensomstandigheden van Ethiopiërs in Eritrea zijn verbeterd, al is nog steeds sprake van hinder en discriminatie, met name op het gebied van werk en voorzieningen. Een nog steeds niet opgelost probleem vormen de personen van gemengde afkomst. De status van deze personen is problematisch. Dienstplichtontduikers, dienstweigeraars en deserteurs worden in de praktijk zonder proces bestraft. Hierbij kan worden gedacht aan taakstraffen, gedwongen tewerkstelling en detentie alvorens zij alsnog/opnieuw in het leger worden ingelijfd. Het is aannemelijk dat de bestraffing van dienstplichtontduikers, dienstweigeraars en deserteurs sterk afhankelijk is van de specifieke omstandigheden van betrokkene, bijvoorbeeld was er sprake van dienstplichtontduiking, dienstweigering of desertie, vond het in vredestijd of oorlogstijd plaats, was het destijds bekend bij de autoriteiten, wat was de achtergrond van betrokkene, etc.
Een kleine minderheid van de uit Ethiopië gedeporteerden is er de afgelopen jaren (nog) niet in geslaagd om hun Eritrese afstamming aan te tonen. Personen uit deze groep zouden bij documentcontroles regelmatig problemen ondervinden. Er bestaat in Eritrea een systeem van opvang van alleenstaande minderjarigen. In samenwerking met internationale organisaties is een infrastructuur opgezet voor hereniging van wezen met meer of minder directe familie dan wel plaatsing in alternatieve opvang (groepstehuizen) en in laatste instantie weeshuizen. UNHCR faciliteert de terugkeer van Eritrese vluchtelingen uit Sudan. Sinds mei 2001 zijn in totaal 104.000 vluchtelingen op vrijwillige basis met behulp van de UNHCR vanuit Oost-Sudan teruggekeerd naar Eritrea. De ons omringende landen zien geen beleidsmatige bezwaren tegen terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Eritrea. Gedwongen verwijdering vanuit deze landen vindt echter voor zover bekend nauwelijks plaats.

Algemeen ambtsbericht Eritrea/mei 2004 | 59