Openbaar Ministerie

Persberichten

Arnhem, 23 juni 2004

Geen vervolging inzake de drie schietincidenten in Irak

Het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft een besluit genomen in drie zaken waarbij Nederlandse militairen in Irak betrokken waren bij een schietincident. Na onderzoek is gebleken dat in alle drie de gevallen door de Nederlandse militairen rechtmatig is gehandeld en dat er geen reden bestaat tot vervolging van een van de militairen.

Op 17 april 2004 zijn vier patrouillerende Nederlandse militairen nabij het stadion in As Samawah door twee Irakese mannen beschoten. De Nederlandse militairen hebben dit vuur beantwoord. Hierbij is een Irakees zwaar gewond geraakt.
Bij het tweede geval, op 21 april, vonden twee schietincidenten kort na elkaar plaats bij een voertuigcontrolepunt van het Iraqi Civil Defence Corps (ICDC).
Door de ICDC en door een lid van de Nederlandse patrouille is vervolgens het vuur geopend op een auto. Hierbij is één van de inzittenden om het leven gekomen.
Bij het derde incident, op 25 april 2004, is tijdens een achtervolging geschoten op een Irakese auto. De Irakese auto reed tijdens de achtervolging met zeer hoge snelheid zeer dicht langs een opgeworpen wegblokkering en heeft niet gereageerd op lichtsignalen om te stoppen. Een van de inzittenden van de auto is getroffen en is overleden.

Personeel van de Koninklijke Marechaussee is, in tegenstelling tot wat publicaties gisteren in de media suggereren, niet betrokken geweest bij enig schietincident.