IP/04/835
Brussel, 30 juni 2004
De Commissie zet definitief het licht op groen voor een reeks
steunmaatregelen aan Belgische zeevervoersondernemingen, maar verwerpt
enkele bepalingen van deze maatregelen
De Commissie heeft vandaag besloten zich niet te verzetten tegen de
Tonnage Tax, het stelsel van forfaitaire vaststelling van de
belastbare winst op basis van de tonnage, noch tegen andere fiscale
maatregelen ten gunste van het zeevervoer. Uit onderzoek van de
Commissie is echter gebleken dat bepaalde aspecten van deze
maatregelen tot concurrentieverstoringen kunnen leiden. Deze aspecten
worden dan ook door de Commissie verworpen. Het stelsel van
forfaitaire vaststelling van de belastbare winst maakt het mogelijk de
traditionele bedrijfsbelasting te vervangen door een ? lage ?
forfaitaire belasting die wordt vastgesteld op basis van de tonnage
van de desbetreffende vloot.
Op 19maart2003 heeft de Commissie de meeste fiscale maatregelen ten
gunste van het zeevervoer, die in de programmawet van 2augustus2002
zijn vastgesteld, goedgekeurd, maar zij heeft tegelijk een onderzoek
geopend naar bepaalde aspecten van deze maatregelen. Op basis van dit
onderzoek heeft de Commissie een onderscheid kunnen maken tussen de
maatregelen die verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt en de
maatregelen die tot concurrentieverstoringen kunnen leiden.
De volgende aspecten van de Tonnage Tax worden als verenigbaar met de
gemeenschappelijke markt beschouwd:
* de invoering van een verlaagde belastingvoet voor schepen van meer
dan 40000 ton (0,05euro per schijf van 100 ton), voorzover het om
nieuwe schepen gaat of om schepen die onder niet-communautaire
vlag varen;
* het feit dat de winst uit de volgende activiteiten onder het
stelsel van forfaitaire belasting valt:
- inkomsten uit kortetermijninvesteringen, voorzover ze overeenstemmen
met de opbrengst van de gewone kasmiddelen van de onderneming uit in
aanmerking komende activiteiten;
- reclame en marketing, voorzover deze activiteiten overeenkomen met
de verkoop van reclameruimte aan boord van in aanmerking komende
schepen;
* "shipbrokerage"-activiteiten voor eigen rekening;
- vervreemding van exploitatiemiddelen die van nature voor het
zeevervoer bestemd zijn.
De Commissie is echter van oordeel dat de volgende bepalingen van de
Tonnage Tax niet verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt:
* verlaagde belastingvoeten voor schepen van minder dan 10 jaar oud;
* het in mindering brengen van de verliezen van de andere divisies
die voor het desbetreffende boekjaar niet op de winsten van een
andere divisie van de onderneming in mindering zouden kunnen zijn
gebracht;
* de verkoop van producten die niet voor verbruik aan boord bestemd
zijn, zoals luxeartikelen, en het verlenen van diensten die niet
rechtstreeks met het zeevervoer samenhangen, zoals gokspelen,
speeltafels en casino's en excursies voor passagiers.
De Commissie heeft het stelsel van forfaitaire belasting ten gunste
van beheerders van schepen voor rekening van derden aanvaard, op
voorwaarde dat deze beheerders dezelfde belastingvoeten genieten als
de reders en dat ze de bepalingen van de nieuwe communautaire
richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer naleven,
met name de eis dat scheepsmanagers zowel met het technische als het
personeelsbeheer van de schepen moeten worden belast.
De Commissie heeft ook geoordeeld dat de bijzondere
afschrijvingsregeling voor schepen en de verlaging van het
registratierecht op de inschrijving van hypotheken op schepen die niet
van nature voor zeevervoer zijn bestemd, onverenigbaar zijn met de
gemeenschappelijke markt.
---
PBC13 van 17januari2004, blz.3.
European Commission