ProRail

Persbericht

30-09-2004
Landelijk

Bereikbaarheid Nederland gebaat bij investeren

De Nederlandse Spoorwegen, Railion en ProRail menen dat de Nota Mobiliteit een goede stap zet richting de visie Benutten en Bouwen van de sector. Deze visie beoogt het huidige spoorsysteem als geheel betrouwbaarder te maken, reden waarom nu besluiten moeten worden genomen zodat concrete maatregelen voor verdere verbetering ingevoerd kunnen worden. Wel betreurt de spoorsector het dat de Nota nog niet het geld in het verschiet stelt om Benutten en Bouwen onverkort te realiseren.

Ook in de Nota Mobiliteit wordt voor het spoor prioriteit gegeven aan betrouwbaarheid van het bestaande spoor. Betrouwbaarheid vormt de basis voor een intensiever gebruik van het spoor; de beste manier om toekomstige groei efficiënt te kunnen opvangen. Voorwaarde is wel dat beschikbaar geld wordt ingezet ten behoeve van een brede mix van maatregelen op het gebied van spoorvervanging- en onderhoud, het oplossen van capaciteitsknelpunten (o.a. Schiphol), verbetering van de dienstregeling en het rijdend materieel. Daarnaast moet hoog-nodig worden gewerkt aan het oplossen van geluidshinder en het realiseren van meer ruimte langs het spoor om de veiligheid voor omwonenden en bedrijven te waarborgen (verbeteren van de zgn. externe veiligheid). Al eerder heeft de Minister in haar begroting voor 2005 laten zien, bereid te zijn conform de visie van Benutten en Bouwen te willen investeren in het bestaande spoor. In de Nota Mobiliteit laat ze zien dat ook voor de toekomst vast te willen houden. Volgens de spoorbranche een hoopvolle ontwikkeling.

Publiek belang; prioriteit voor bereikbaarheid belangrijke economische centra

De overheid geeft in de Nota Mobiliteit aan dat haar bemoeienis met treinvervoer zich richt op het waarborgen van publieke belangen en de spoorsector speelt een belangrijke rol in de bereikbaarheid in Nederland. De prioriteitstelling van de Nota voor de bereikbaarheid van belangrijke economische centra sluit aan bij de sterke kanten van het railvervoer; vervoer van grote stromen op een ruimte-efficiënte wijze. Voor de spoorsector betekent deze prioriteit tevens dat zij graag de discussie aangaat over de invulling van het railvervoer op regionaal niveau. Een heldere relatie tussen het publiek belang van spoorvervoer en de inzet van publieke middelen is namelijk overal noodzakelijk. Naar de mening van de spoorsector moeten investeringsoverwegingen wel worden gemaakt, conform de visie van Benutten en Bouwen, op basis een maatschappelijke kosten en baten afweging.

Maatschappelijke kosten- batenafweging bij investeringen

De spoorsector is van mening dat een consequente afweging moet worden gemaakt op welke wijze geïnvesteerde Euroâs het meeste rendement opleveren. Berekeningen geven als uitkomst dat investeren in het bestaande spoorsysteem het meest bijdraagt aan maatschappelijk voordeel. Om die reden pleit de spoorbranche voor het aanpakken van het huidige systeem (1), verbouwen waar nodig (2) en dan pas voor nieuwbouw (3). De bereikbaarheid van steden, mainports en industrie is daarmee het beste gediend. Iedere werkdag opnieuw worden 1 miljoen passagiers en ruim 115.000 ton goederen vervoerd.

Brede mix van maatregelen

Nog meer reizigers en goederen over het bestaande spoor betekent dat een brede mix aan gerichte investeringen nodig is, zoals inhaalsporen, extra perronsporen, perronverlengingen, het aanleggen van opstel- en keersporen en de verbetering van de dienstregeling en het rijdend materieel. Geen zaken die tot de verbeelding spreken maar absoluut noodzakelijk zijn om capaciteitsknelpunten op te lossen, groei mogelijk te maken en de logistiek te verbeteren. Deze knelpunten liggen vooral in stedelijke gebieden en de oplossing valt of staat met het nemen van ruimtelijke beslissingen. De Nota Mobiliteit en de Nota Ruimte zijn hiervoor naar de mening van de spoorsector het geëigende middel, omdat deze het instrumentarium bieden om verdere aantasting van routes die integraal deel uit maken van het Trans European Network te beteugelen.

Â