CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 9 november 2004
Relatie burger en overheid moet anders

Het lijkt mij gepast hier op deze plek aandacht te besteden aan wat er verleden week in Amsterdam is gebeurd en wat nu in de stad en het land gebeurt. De afschuwelijke moord op Theo van Gogh, gepleegd door een extremist, verwerpt het CDA in alle toonaarden; dit kan niet, dit mag nooit. Daar is geen discussie over mogelijk. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed en een van de verworvenheden van onze sa-menleving waar onze ouders en voorouders hard voor hebben gewerkt. De CDA-fraktie begrijpt heel goed dat deze aanslag allerlei emoties los maakt en naast verbijstering ook verwarring oproept bij allerlei mensen en groepen in onze samenleving. Dat doet het ook bij ons en ook wij vragen ons af Hoe is dit mogelijk?. De CDA-fraktie spreekt evenzeer haar afschuw en afkeuring uit over de brandstich-tingen en vernielingen aan moskeeën, scholen en kerken. Dit kan niet en wij vinden dat de overheid nu extra alert moet zijn; het is de taak van de overheid om mensen te beschermen. En het is niet aan individuele burgers om nu het recht in eigen hand te nemen. De CDA-fraktie is ook van mening dat het belangrijk is om nu met mensen in gesprek te zijn en te luisteren wat mensen te zeggen hebben. Niet alleen als politicus, maar ook gewoon als Rotterdammer, buurman of als collega; op straat, op school, en op de vereniging. Dat hebben wij de afgelopen dagen gedaan en dat zullen wij de ko-mende tijd ook doen. Dat is belangrijk.
Behalve het steeds duidelijk maken dat dit niet kan en het blijven verwerpen van de-ze aanslag, zal de CDA-fractie niet direkt keiharde uitspraken doen. Ook voor ons is het verwarrend en ook bij ons is de verbazing groot. Het beschermen van de burgers en hun rechten door de overheid, het bewaren van rust, luisteren en praten, blijven nadenken vinden wij nu belangrijk. Daarbij nemen wij andere partijen niet de maat, maar heb ik hopelijk duidelijk gemaakt hoe de CDA-fraktie in deze zaak staat.

Begroting 2005
Ik wil nu aandacht besteden aan de begroting, want ook dat is één van onze verantwoordelijkheden. Ik wil graag reageren op de bijdragen van de PvdA en de Socialisti-sche partij in de eerste termijn.

Het verhaal van de PvdA, bij monde van de heer Cremers, heeft de CDA-fraktie met stijgende verbazing beluisterd, en het nog eens nalezen van de PvdA-bijdrage maak-te onze verbazing niet minder. Enerzijds over de zovele sound-bites en one-liners achter elkaar, anderzijds over de inhoud.
De PvdA constateert dat het slecht gaat in Rotterdam, slecht met de burgers en slecht met de overheid. Het is buiten koud en guur, allemaal de schuld van anderen, van het kabinet en het College. Rotterdammers zijn arm en de overheid is arm. En aan het eind van het betoog van de PvdA wordt afgesloten met de tekst Rotter-dammers hebben veel problemen. Terwijl we nu een College hebben dat Rotterdam van de verkeerde lijstjes wil hebben, dat niet alleen maar zaken wil benoemen maar ook onconventioneel wil aanpakken en oplossen, gaat de PvdA weer problematise-ren en wordt Rotterdam weer het afvoerputje ingepraat. De CDA-fraktie vindt dat geen agenda van de toekomst. Over de oplossingen van de PvdA kan ik kort zijn. De PvdA wil meer overheid; beste burger, de overheid lost de problemen wel op. Het is het klassieke denken, het den-ken in termen van de tegenstelling markt en overheid. De markt is koud en de over-heid is warm, minder markt en meer overheid. Mensen worden dus gezien als klant (marktdenken) en burger (overheidsdenken).
Het valt niet te ontkennen dat we de overheid nodig hebben voor regels en wetten en dat de markt welvaart genereert. Maar het leven van alledag wordt veelal niet be-paald door wetten en regelgeving en door transakties op de markt, maar door sa-menwerking, door gemeenschappelijke belangen en de zorg voor elkaar. In eerste instantie zijn mensen gewoon Rotterdammer, buurman, vriend, collega of vader en de toekomst hangt in de eerste plaats af van onszelf, van de wijze waarop iedereen in zijn eigen omgeving zijn of haar verantwoordelijkheid opneemt. Hier wordt het heel erg stil bij de PvdA; ik hoor daar niets over.
Het onlangs verschenen rapport van het SCP laat een aantal zaken zien, bijvoor-beeld dat mensen een goede baan en geld verdienen vaak niet het belangrijkste in hun leven vinden, maar bijvoorbeeld spreken van een gelukkig gezinsleven en van een samenleving waar rekening wordt gehouden met de ander. En ook willen men-sen een overheid die duidelijke regels stelt en handhaaft. Het rapport maakt eigenlijk het volgende duidelijk (met dank aan minister Donner): Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht. Meer dan 2/3 van de bevolking meent het op dit moment goed te hebben, maar meer dan 2/3 is somber over de toekomst.
Zoals de Amerikanen zeggen: If its to be, its up to me, als het moet zijn, dan is het aan mij. Nergens, maar dan ook nergens doet de PvdA in de bijdrage een beroep op mensen, op de Rotterdammers, nergens een beroep op de eigen verantwoordelijk-heid en het zelf keuzes maken van mensen.

De bijdrage van de Socialistische partij, gaat eigenlijk nog veel verder. Behalve dat de SP dit College en het beleid betitelt met allerlei goedkope termen zoals college van de afbraak, een wolk van repressie en angst, het zwakste college ooit. Op-positie zullen we maar zeggen. Ik mis ik de oplossingen van de SP. Aan het eind van het verhaal laat u toch wat zien van een oplossing. U bent namelijk hoopvol over bepaalde initiatieven en hoopvol over een nieuwe meerderheid die zich volgens de SP aftekent. U zegt namelijk dat u op zoek gaat naar een strategische alliantie met de Stadspartij, Groen Links en de PvdA en u constateert u bijna ook al-tijd op een lijn zit met de ChristenUnie/SGP. Ik ben benieuwd wat de heer Vlaardin-gerbroek daar van vindt. U sluit af met dat de SP het komend jaar hard zal werken om die meerderheid mogelijk en zichtbaar te maken. Kortom u bent bezig met de verkiezingen, nu al terwijl er zoveel gebeurt in de stad en juist dit het moment is om met elkaar konstruktief te werken. U zegt dat de boel is losgeslagen en dat niemand die weer samenbindt. Dit is uw kans, ook u kan een bijdrage leveren aan het samen-binden i.p.v te wachten op nieuwe verkiezingen over anderhalf jaar. Het is toch niet van Stil maar , wacht maar straks komt het wel goed.

Motie over de relatie burger en overheid
Tenslotte nog enige opmerkingen over de motie die het CDA samen met de VVD heeft ingediend over de relatie burger en overheid. In de eerste termijn heb ik ge-sproken over het belang van een andere overheid met een andere dienstverlening. In plaats van een overheid die alles regelt en vastlegt in regels en procedures, staan wij een overheid voor die ruimte maakt voor mensen, organisaties en voor eigen verant-woordelijkheid. Wij willen met deze motie een volgende stap maken.
Sommigen zullen zeggen dat daar de ROTS-discussie voor is bedoeld en natuurlijk kunnen we zaken van de ROTS-discussie meenemen, maar deze motie gaat dieper en breder. Wij weten dat dit College een College wil zijn van weinig rapporten en veel uitvoering. Wij vinden ook dat dit goed lukt. Maar wij willen naast het rapport Rotter-dam zet door nog een rapport, namelijk Rotterdamse overheid vernieuwt. Rotterdam zet niet alleen door, maar vernieuwt ook.
En als je de overheid en de dienstverlening struktureel wil veranderen wat natuurlijk tijd kost raakt raakt dat ook het bestuurlijk model van deze stad en regio. Wij be-grijpen dat, ons denken staat niet stil. Uitgangspunt is het funktioneren van de over-heid en dat kan beter, dat kan anders. Vandaar deze motie.