Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij het congres The Power of Inland Navigation

Dames en heren,

Het is mij een genoegen u te mogen verwelkomen op dit internationale congres over `The Power of Inland Navigation'. Wij hebben bewust voor die naam gekozen omdat we ervan overtuigd zijn dat de binnenvaart een krachtige vervoerswijze is, waarvan het potentieel nog lang niet benut is.

Zoals u weet, is Nederland dit half jaar voorzitter van de Europese Unie. Ons land geeft tijdens dit voorzitterschap onder andere prioriteit aan de binnenvaart. Die verdient namelijk een prominentere plaats in het goederenvervoersysteem, en om die reden ook in de politiek en in de hoofden van vervoerders en verladers. Waarom? Omdat de binnenvaart een grote bijdrage kan leveren aan een verantwoorde verwerking van de groei van goederenstromen binnen Europa.

Het aandeel van de binnenvaart in het goederenvervoer in de Europese Unie is erg bescheiden. De Europese vaarwegen hebben nog een aanzienlijke reservecapaciteit. Ze kunnen veel meer vervoer aan en kunnen efficiënter worden benut. Ik weet dat weinig landen een zo uitgebreid vaarwegennet hebben als Nederland, maar ook in andere Europese landen, ook die dit voorjaar zijn toegetreden, zijn nog volop kansen en mogelijkheden voor een belangrijkere rol van de binnenvaart in het logistieke systeem. Ik zal u zeggen waarom ik denk dat dat nodig is en waarom het mogelijk is.

Allereerst is de binnenvaart efficiënt, betrouwbaar en relatief goedkoop. Neem alleen al de omvang van de schepen en de bijbehorende schaalvoordelen. Een middelgroot containerschip van 110 meter heeft een laadvermogen van 200 containers van twintig foot, de zogeheten Twenty feet Egquivalent Unit, TEU. De grootste containerschepen hebben zelfs een laadvermogen van 470 TEU en vervoeren daarmee in één keer evenveel als 235 grote vrachtwagens of 5 flinke containertreinen. Bovendien is de binnenvaart betrouwbaar, omdat ze vrijwel geen last heeft van opstoppingen en files. De binnenvaart is misschien wel wat trager dan het wegvervoer, maar is wel beter te plannen. Een binnenvaartschip komt dus vaker just-in-time op zijn bestemming aan.

Ten tweede is de binnenvaart zeer veilig, zeker in vergelijking met het wegtransport. In Nederland vallen in de binnenvaart jaarlijks 2 doden en ongeveer 20 gewonden. Relateert u die aantallen aan het aandeel van zo'n 40% die de binnenvaart in het Nederlandse vervoer heeft, dan beseft u hoe indrukwekkend veilig deze vervoerswijze is.

Ten derde is de binnenvaart milieuvriendelijk. Uit een onderzoek van de Europese Commissie naar de kosten als gevolg van ongelukken, luchtvervuiling, klimaatverandering, lawaaioverlast en verkeersopstoppingen, blijkt dat het wegvervoer verantwoordelijk is voor 91,5% van die kosten. Het luchtvervoer neemt 6% voor zijn rekening, het spoor 2% en de binnenvaart slechts een half procent. Een mooie score, maar het kan en moet nog beter, en daarover zal het hier de komende twee dagen onder andere gaan.

De binnenvaart biedt dus alleen maar voordelen, zou je zeggen. Maar om daar in Europa van te kunnen profiteren, moeten we ervoor zorgen dat de binnenvaart zijn potentieel kan waarmaken. Daar zullen we nog wel heel wat voor moeten doen.

Zo moeten we het Europese vaarwegennet beter beheren en onderhouden. Doen we dat niet, dan komt de betrouwbaarheid van de binnenvaart in het geding. Dan ontstaan namelijk problemen met de diepgang, waardoor schepen minder lading kunnen vervoeren en sluizen en bruggen gestremd raken. Industriële en economisch belangrijke gebieden kunnen daardoor onbereikbaar worden. We moeten dus voor meer aandacht en geld voor het onderhoud van de vaarwegen zorgen.

Daarnaast moeten we het Europese vaarwegennetwerk verbeteren en uitbreiden. Om die reden maak ik mij, samen met mijn Franse en mijn Belgische collega, sterk voor de spoedige uitvoering van het Seine-Nord-project. Is dat project voltooid, dan beschikken we over een prima verbinding tussen het Rijn-Schelde- en het Seine-bekken.

Er zijn nog meer Europese vaarwegverbindingen die wat mij betreft verbeterd worden, zoals de Donau-corridor. Naar mijn mening hoeven die verbeteringen overigens niet ten koste gaan van het milieu en het waterbeheer. Die weging van belangen is een ander thema waarover u hier morgen uitgebreid kunt discussiëren.

Wat we verder nog moeten doen, is de efficiëntie en de veiligheid van de binnenvaart verbeteren. De zogeheten River Information Services, kortweg RIS, leveren daaraan een grote bijdrage. Ze bieden zowel schippers, vervoerders, verladers als overheden voordelen. Een van mijn belangrijkste agendapunten tijdens het Nederlandse voorzitterschap is daarom de vaststelling van de kaderrichtlijn River Information Services. Ik ben blij dat de Transportraad op 7 oktober jongstleden met de voorstellen voor de kaderrichtlijn heeft ingestemd. Dat is een al een flink stap vooruit. Ook RIS zal vandaag aan de orde komen, naast andere vormen van informatie- en communicatietechnologie.

Hopelijk kunnen we tijdens het Nederlandse voorzitterschap ook nog een belangrijke stap vooruit zetten in de harmonisatie van de technische richtlijnen voor de binnenvaart, die van groot belang zijn voor de veiligheid.
Tot slot. Kijk ik naar de verbeterpunten die ik u zojuist heb genoemd, dan maak ik me zorgen over de manier waarop de internationale wet- en regelgeving momenteel tot stand komt. Niet alleen de Europese Commissie heeft het voor het zeggen. De Centrale Rijnvaartcommissie maakt regelgeving voor het stroomgebied van de Rijn, en als het aan de Donaucommissie ligt, doet die in de toekomst hetzelfde voor de Donau. Ik heb daarom samen met vertegenwoordigers van Frankrijk, Duitsland, België en Zwitserland het initiatief genomen tot een advies over de mogelijke internationale institutionele kaders voor de binnenvaart in pan-Europees verband. Dat advies is opgesteld door een onafhankelijke groep, onder leiding van de heer Jan Terlouw, met vertegenwoordigers uit diverse landen en van verschillende organisaties. Ik hoop dat het bijdraagt aan een oplossing die voor alle partijen bevredigend is als het gaat om de verdeling van de verantwoordelijkheden op het gebied van wet- en regelgeving voor de binnenvaart. Verder hoop ik dat het advies ook leidt tot minder wet- en regelgeving, want wat mij betreft zijn er op dit moment wel erg veel wetten en regels. Van mij mag het wel wat minder, zodat de administratieve lasten van schippers en overheden wordt beperkt.
Dames en heren,

De sterke groei van het vervoer van containers met de binnenvaart in de afgelopen 10 jaar laat zien dat de binnenvaart zichzelf voortdurend vernieuwt en nieuwe markten weet aan te boren. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de sector dat zal blijven doen. Vanmiddag, tijdens het werkbezoek aan Rotterdam, kunt u met eigen ogen zien hoe innovatief de sector is. Morgen staat trouwens ook logistieke innovatie op het programma.

Aan de sector ligt het dus niet, maar die kan het niet alleen. Willen we de binnenvaart een prominentere plaats in het Europese goederenvervoer geven, dan is er meer nodig dan onze inspanningen hier vandaag en morgen. Dan zullen we actief moeten blijven en er met z'n allen voor moeten zorgen dat de overheden en de markt meer gaan samenwerken.
Ik roep de markt op om politici, europarlementariërs en verladers steeds opnieuw te laten zien over hoeveel power de binnenvaart beschikt. En ik roep de overheden op de binnenvaart de plaats te geven die deze sector in het nationale én het Europese verkeers- en vervoersbeleid verdient. Om die oproep kracht bij te zetten, zal ik aan het einde van dit congres conclusies formuleren die ik de Europese Commissie en het Europees Parlement zal aanbieden, zodat zij ze kunnen gebruiken als leidraad bij hun beslissingen.
Ik wens u een aangenaam en nuttig congres en ik wil graag alle panelleden en sprekers bij voorbaat danken voor hun medewerking en inbreng. Dat geldt in het bijzonder voor de dagvoorzitters en de heer Nagel.
Dank u wel.