Ministerie van Financiën

Persbericht

PERS-2004-189

Den Haag, 7 december 2004

Zalm tevreden over in Ecofin bereikte resultaten

Minister Gerrit Zalm van Financiën heeft aangegeven tevreden te zijn over de resultaten die hij in het halfjaar voorzitterschap heeft bereikt in de Ecofin, de vergadering van ministers van Financiën van de 25 EU-landen. Zalm vindt dat redelijke vooruitgang is geboekt op een aantal dossiers en dat veel van de vooraf gestelde doelen zijn gehaald. Dat in een periode met een (langer dan verwacht) demissionaire Europese Commissie en met een nieuw aangetreden Europees Parlement. Dat zei hij tijdens een bijeenkomst met Nederlandse journalisten in Brussel na afloop van de Ecofin op 7 december.

Nederland had zichzelf vooraf een aantal doelen gesteld. Doelstellingen waren om het onderwerp van administratieve lasten op de agenda te zetten, vooruitgang te boeken op de Financiële Perspectieven en op aantal financiële-marktenrichtlijnen. Zeer belangrijk was ook de doelstelling van bestrijding van terrorisme en terrorismefinanciering. Verder moest een aantal fiscale onderwerpen opgelost worden en moest de werkwijze van de Eurogroep verbeteren. Hoewel geen onderdeel van de doelstellingen, was ook de discussie over het Stabiliteitspact een belangrijk onderdeel van het Nederlands voorzitterschap.

Wat betreft de administratieve lasten was het doel het bereiken van draagvlak voor reductie van administratieve lasten op EU-terrein en het bereiken van een akkoord over het meten van administratieve lasten.

Op voorstel van Nederland en het Verenigd Koninkrijk ontstond het initiatief van de vier achtereenvolgende voorzitterschappen om administratieve lasten gedurende lange tijd hoog op de agenda te plaatsen. Dit commitment zorgt ervoor dat dat het langdurig op die agenda blijft. Tijdens het voorzitterschap is met een groot aantal landen intensief contact geweest over de Nederlandse ervaringen op dit gebied. Daarbij is met name de gedachte om administratieve lasten in geld te meten en aldus de bewustwording en het gevoel van urgentie van het probleem te vergroten, door veel landen opgepikt. De Europese Raad bereikte een akkoord over de noodzaak om ook in Europees verband de lasten te gaan meten en op die manier eerste stappen te zetten naar daadwerkelijke reductie. In eerste instantie wordt daarbij ingezet op de terreinen milieu, transport en statistiek. In de Concurrentiekrachttraad zijn daarnaast 15 concrete beleidsterreinen voor lastenreductie vastgesteld. Bij de Europese Commissie is de kwestie hoger op de agenda geplaatst. Zij zal begin 2005 o.a. een aantal pilots starten om een Europese meetmethode te ontwikkelen. Tijdens de Ecofin in december werd de groep van vier (Ierland, Nederland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk) uitgebreid met twee landen, namelijk Oostenrijk en Finland, zodat het inititiatief kan worden verbreed en versterkt tot in 2006.

Nederland wilde een voorzet doen voor de discussie over de Financiële Perspectieven, de Europese meerjarenbegroting 2007-2013. Traditioneel een langdurig onderhandelingsproces dat weinig transparant is wat betreft beleid en bijbehorende budgetten. Het was de moeite waard te bekijken of een meer rationeel proces mogelijk is. Dit was des te relevant aangezien een aantal landen heeft aangegeven dat men een plafond van 1% van het EU-BBP voor de uitgaven wil, terwijl de Commissie in september 1,26% voorstelde. Belangrijke vragen blijven daarbij onbeantwoord: wat willen we in de toekomst met het landbouwbeleid, zeker in relatie tot toegang voor derde-wereldlanden tot de Europese markt? waar houdt nationaal beleid op en begint Europees beleid? hoe financieren we de fondsen waarmee de 10 nieuwe lidstaten hun welvaart kunnen vergroten? enzovoort. Het leek erop dat de Commissie in september vooral nieuw beleid op oud beleid stapelde, kritiek die door veel lidstaten werd gedeeld. Nederland wilde bouwstenen voor verdere discussie leveren door voor ieder beleidsterrein/uitgavencategorie de verschillende beleidsvarianten te beschrijven en de daarbij behorende budgetten aan te geven. Landen konden dan per beleidsterrein aangeven naar welke variant hun voorkeur uitging. Dit proces is in gang gezet en de lijst met bouwstenen is afgerond zodat volgende voorzitterschappen deze, naast het voorstel van de Commissie, kunnen gebruiken om een akkoord te bereiken.

Op het terrein van terrorismebestrijding richtte de aandacht van ministers van Financiën zich vooral op de bestrijding van terrorismefinanciering. Een politiek akkoord werd bereikt over de Witwasrichtlijn waarmee de nieuwste internationale afspraken inzake bestrijding van terrorismefinanciering in EU-regelgeving wordt omgezet. Ook werd een akkoord bereikt over een maximum aan contant geld dat over de (EU-)grens mag worden vervoerd.

Op het terrein van financiële markten bereikte Nederland een politiek akkoord over nog twee richtlijnen, de 8e Vennootschapsrichtlijn (toezicht accountants) en de Kapitaalvereistenrichtlijn. Zie daarvoor de betreffende persberichten.

Ook werd een akkoord bereikt over de International Accounting Standards, zodat bedrijven weten welke internationale boekhoudregels gelden vanaf 2005. In oktober werd daarnaast het European Corporate Governance Forum ingesteld onder voorzitterschap van Frits Bolkestein. Deze 'Europese Commissie Tabaksblat' zal streven naar een verdere Europese convergentie van nationale corporate governance codes, waardoor de concurrentiekracht van Europese ondernemingen wordt versterkt. Ten slotte werd op de Informele Ecofin in Scheveningen, de kwestie van grensoverschrijdende fusies en overnames binnen Europa op de agenda geplaatst.

Op het gebied van belastingen werden verschillende resultaten bereikt. Een politiek akkoord werd bereikt over een actualisatie van de fusierichtlijn. De richtlijn lost belastingbarrieres voor internationale fusies, overnames en reorganisaties op. Bij reorganisaties of fusies worden vermogenswinsten niet daadwerkelijk gerealiseerd. De winsten kunnen niet te gelde worden gemaakt. De richtlijn die belasting van die winsten uitstelt, wordt geactualiseerd zodat het past bij nieuwe rechtsvormen zoals de Europese vennootschap en de Europese Coöperatieve Vennootschap. De actualisering is eveneens van belang voor bedrijven die hun vaste inrichting omzetten in een dochteronderneming.

Verder werd een voorstel gepresenteerd voor een "one stop shop" benadering bij BTW voor bedrijven. Een 'one stop shop' stelt bedrijven in staat om al hun BTW-verplichtingen voor de gehele Europese Unie via één portaal te voldoen.

Daarnaast werd een verordening aangenomen voor wederzijdse bijstand tussen lidstaten bij accijnskwesties. Uitwisseling van informatie helpt bij de strijd tegen fraude met alcohol-, tabak- en brandstofaccijnzen.

Ten slotte steunde de Raad de voortzetting van het werk van de EU Transfer Pricing Forum gedurende de jaren 2005 en 2006. De EU Transfer Pricing Forum is een unieke groep waar EU-ambtenaren vertegenwoordigers van het bedrijfsleven ontmoeten om kwesties inzake verrekenprijzen te bespreken.

In de Eurogroep werd, tijdens de Informele Ecofin in Scheveningen, een akkoord bereikt over een andere, meer strategische werkwijze van de Eurogroep, de vergadering van Financiën-ministers van de eurolanden. Jean-Claude Juncker, de Luxemburgse minister-president en minister van Financiën, werd gekozen tot eerste vaste Eurogroep-voorzitter voor een periode van 2 jaar vanaf 2005.

Het Stabiliteitspact was een belangrijk onderwerp, ook tijdens het Nederlands voorzitterschap. Voor het Nederlands voorzitterschap vormde het een extra uitdaging omdat Nederland er zoals bekend zelf uitgesproken opvattingen op nahoudt over het Pact. De uitspraak van het Europees Hof van juli en de voorstellen van de Commissie voor aanpassingen van het Pact, gaven het Pact een prominente plek op de Ecofin-agenda's. Een akkoord over het onderwerp werd echter niet voorzien gedurende het Nederlands voorzitterschap.

Nederland heeft gezocht naar de punten waarover een grote meerderheid van Financiën-ministers het eens is. Die punten zijn: landen moeten meer doen in goede economische tijden zodat er meer speelruimte is in slechte tijden; er moet meer nadruk komen op de lange-termijnhoudbaarheid van overheidsfinanciën (d.w.z meer aandacht voor schuld, vergrijzingskosten e.d.); de 3% voor het tekort en de 60% voor de schuld blijven als normen gehandhaafd; wijzigingen in verdragen en regels moeten zoveel mogelijk vermeden worden; bij de beoordeling of een land aan de aanbevelingen voldoet, moet onderscheid gemaakt worden tussen prognosefouten en het niet nakomen van beleidsaanbevelingen. Tijdens de november-Ecofin bleek ook dat de meeste ministers geen voorstander waren van het uitsluiten van bepaalde uitgavencategorieën bij de bepaling van de vraag of een land een excessief tekort heeft. De discussie zal worden voortgezet onder Luxemburgs voorzitterschap.