Media deze week

Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.

Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:

mr. Pieter-Bas Beekman 070 - 426 47 73 / 06 - 52 07 70 04

mr. Frederik Kunst 070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00

De mediagevoelige zaken van deze week zijn: Raad van State

(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200308003/1
Beroepen van 21 partijen, waaronder de vereniging Burgerbelang Hoekse Aarkade, de Stichting Veenweidegebied in Nood en de colleges van burgemeester en wethouders van Waddinxveen en Graafstroom, tegen het besluit van provinciale staten van Zuid-Holland waarbij het Streekplan "Zuid-Holland Oost" is vastgesteld. Het Streekplan heeft betrekking op het grondgebied van Zuid-Holland Oost en omvat gronden behorende tot de Rijnstreek, Midden-Holland, de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Het Streekplan is een integrale herziening van het vorige streekplan. In het Streekplan zijn onder meer bebouwingscontouren, boomteeltconcentratiegebieden en twee gebieden aangegeven waarop het "multifunctionele kernbos Bentwoud" moet worden gerealiseerd.

* 200401759/1
Hoger beroep in verband met de weigering door de minister van LNV om gegevens van de Keuringsdienst van Waren openbaar te maken. Het gaat om gegevens over de periode 1995-2001 met betrekking tot registratie, controle en handhaving van alle bedrijven die betrokken zijn bij de handel in en verwerking van voedingsmiddelen en die onder toezicht van de Keuringsdienst van Waren vallen. Het verzoek om openbaarmaking is gedaan door dagblad Trouw. De rechtbank in Amsterdam heeft in januari 2004 een eerder beroep van Trouw tegen de weigering ongegrond verklaard. Trouw is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank, omdat de rechtbank heeft miskend dat de werkwijze van een inspecterende dienst als de Keuringsdienst controleerbaar moet zijn en dat voedselconsumenten toegang moeten hebben tot kwaliteits- en gezondheidsinformatie. Ook de minister is niet geheel gelukkig met de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam. De rechtbank heeft geoordeeld dat het zou gaan om documenten over een bestuurlijke aangelegenheid als bedoeld in de Wet Openbaarheid van bestuur. De minister bestrijdt dat. Daarom stellen zowel Trouw als de minister hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

* 200401808/1
Beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van VROM om een bedrijf de asbesthoudende dak- en wandbedekking van de opstallen en de met asbest verontreinigde toplaag van de bodem te laten verwijderen op een terrein in Schijf (gemeente Rucphen). De staatssecretaris heeft het bedrijf hierbij bestuursdwang aangezegd. De opstallen op het terrein zijn van een voormalige steenfabriek. De voormalige steenfabriek verkeert in een slechte staat van onderhoud. Het bedrijf heeft het terrein en de opstallen in eigendom verworven om de opstallen te slopen, het terrein te saneren en er woningen te bouwen. Het bedrijf is van mening dat de aanwezigheid van asbest en asbesthoudende materialen geen potentieel risico oplevert, zodat volgens haar geen acute saneringsmaatregelen nodig zijn. Als er al een acuut risico aanwezig zou worden geacht, is dit volgens het bedrijf het gevolg van de gedeeltelijke verwijdering door de staatssecretaris van de op het dak aanwezige asbestplaten. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat er weliswaar geen acuut gevaar voor verspreiding van asbest in de woonomgeving is, maar is er vanwege verdergaande verwering van het plaatmateriaal en de risicos verbonden aan vandalisme en brand aanleiding tot een snelle verwijdering van het asbest.


* 200402690/1
Hoger beroep in verband met de dwangsom die het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum heeft opgelegd aan de Stichting Het Begijnehof om de toegankelijkheid van de voetpaden op het Begijnehof te waarborgen. De Stichting heeft met ingang van april 2003 de toegang tot het Begijnehof voor het publiek in het toeristenseizoen dagelijks beperkt tot de ochtenduren en alleen op zondag van 7.00 tot 14.00 uur. Het Stadsdeel Amsterdam-Centrum wil een toegankelijkheid voor het publiek tussen 8.00 uur en 17.00 uur en voor de gebruikers van het Begijnehof gedurende 24 uur per dag. In de loop der tijd is het Begijnehof uitgegroeid tot een toeristische attractie in Amsterdam. De rechtbank in Amsterdam heeft het beroep van de Stichting in februari van dit jaar gegrond verklaard en dwangsom teniet gedaan, omdat de voetpaden niet zijn aan te merken als openbare wegen. Het Stadsdeel was volgens de rechtbank dan ook niet bevoegd om de Stichting de openingstijden op te leggen. Het Stadsdeel is het niet eens met deze uitspraak en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


* 200403585/1
Beroep van een inwoner van Den Hoorn tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland waarbij goedkeuring is verleend aan het uitwerkingsplan "Bestemingsplan Look-West, uitwerking tweede fase" van burgemeester en wethouders van Schipluiden. Het uitwerkingsplan voorziet in de bouw van 76 woningen aan de noord-oostzijde van het gebied "Lookwest" dat ligt ten westen van de kern Den Hoorn in de Harnaschpolder. Het beroep van de inwoner richt zich op de afstand tussen zijn woning en een van de nieuw te bouwen woningen. Hij acht deze afstand te gering en verwacht daarvan nadelige gevolgen te zullen ondervinden.