Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Van Oerle-van der Horst en Buijs (beiden CDA) over de bijdrage ten behoeve van belangenbehartiging patiënten- en cliëntenorganisaties (2040502860).

1
Is het u bekend dat de beschikbare bijdrage ten behoeve van belangenbehartiging voor Arcares vijf keer groter is dan de bijdrage aan de Landelijke Organisatie Cliëntenorganisaties; namelijk 75 versus 15 per cliënt?

1
Neen. Mij is slechts bekend dat zowel de LOC als Arcares van aangesloten intramurale instellingen c.q. hun cliëntenraden een bijdrage vragen. Deze is bij de LOC ca. 10,50 per plaats per jaar. Naar schatting ontvangt Arcares van leden voor verzorgingshuizen een bijdrage in de orde van grootte van 50 en voor verpleeghuizen in de orde van grootte van 75 per plaats per jaar. Onduidelijk is welk deel daarvan besteed wordt aan belangenbehartiging en welk deel aan ondersteunende dienstverlening aan de aangesloten organisaties. Naast deze bijdragen ontvangen beide organisaties vergoedingen voor verleende diensten en subsidies voor uitgevoerde projecten. De LOC ontvangt ook subsidie van het Fonds PGO voor de ondersteuning van cliëntenraden.

2
Is het u voorts bekend dat de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC) en de zorgaanbieders (Arcares) in overleg zijn gegaan om tot een betere verdeling te komen? Is het u tevens bekend dat dit overleg is vastgelopen, en derhalve is mislukt?

2
Neen, ons is niet bekend dat overleg is vastgelopen. Beide organisaties hebben overleg gevoerd over de financiering van cliëntenraden en niet over de financiering van de LOC en Arcares zelf.

3
Is het u bekend dat de motie Arib c.s. uit 2002, waarin een onafhankelijke financiering voor de cliëntenorganisaties wordt geëist, tot op heden niet is uitgevoerd? 1)

3
In de brieven van 1 maart en 13 augustus 2004 (TK 2003-2004, 29200 XVI, nr. 190; resp. 27807, nr. 23) heeft de minister duidelijk gemaakt dat de verantwoordelijkheid voor de financiering van cliëntenraden bij de instelling zelf ligt. Bovendien is gebleken dat de praktijk zo gevarieerd en divers is dat men onrecht zou doen aan die diversiteit wanneer men zou trachten hiervoor een uniforme regeling te maken. Een dergelijke regeling zou in strijd komen met het streven van het kabinet naar het verminderen van administratieve lasten en regels. Vervolgens zijn de betrokken veldpartijen door ons aangesproken op hun verantwoordelijkheid om in onderling overleg tot concrete oplossingen te komen. Uit overleg met deze partijen is gebleken dat deze de hoop hebben uitgesproken eind dit jaar tot overeenstemming te komen. De partijen hebben de suggestie gedaan er voor te zorgen dat het onderwerp financiering een onderwerp wordt waarover de Commissie van Vertrouwenslieden een bindende uitspraak kan doen. Wij hebben toegezegd deze suggestie over te nemen en mee te nemen bij de voorgenomen wetswijziging van de WMCZ. Op bovengenoemde wijze is dus uitvoering gegeven aan de motie Arib c.s..

4
Deelt u de mening dat een volledige erkenning van de positie van de cliëntenorganisaties staat of valt met een onafhankelijke en adequate financiering van deze organisaties?

4
Tussen de verschillende organisaties ten behoeve van cliënten bestaat een duidelijk onderscheid tussen organisaties die rechtstreeks ten behoeve van patiënten/consumenten werkzaam zijn en organisaties die indirect ten behoeve van patiënten/consumenten werkzaam zijn, zoals bijvoorbeeld de organisaties die cliëntenraden ondersteunen. Voor het uitoefenen van hun functies behoeven zij een adequate financiering. De eis van onafhankelijke financiering is daarvoor geen voorwaarde.

5
Bent u bereid tot het instellen van een beleidsregel voor het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG), waarin een hoger budget voor de cliëntenorganisatie geoormerkt wordt toegekend door toepassing van een evenwichtiger verdeelsleutel tussen Arcares en het LOC?

5
Neen. De kosten van een cliëntenraad behoort net als de kosten voor de ondernemingsraad of voor de Raad van Toezicht tot de noodzakelijke (indirecte) kosten. Bij het vaststellen van het budget van de instelling wordt daarmee rekening gehouden. In verband met het streven naar een functionele bekostiging ligt het niet op onze weg om voor afzonderlijke kostenposten beleidsregels op te stellen.

1) Kamerstuk 28 600 XVI, nr. 52


---- --