Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 9-12-2004

Uitsluiting bloeddonors

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

GMT/MT 2536124

9 december 2004

Op 16 juni jl. heb ik u een brief aan Stichting Sanquin Bloedvoorziening in afschrift gestuurd over het uitsluiten van bloeddonors die zelf een bloedtransfusie hebben ondergaan. Sanquin wilde deze maatregel invoeren naar aanleiding van een geval in het Verenigd Koninkrijk van de mogelijke overdracht van de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vCJD) via bloed. Uitsluiting van deze zogenaamde `transfusiedonors' kan de mogelijk verdere verspreiding van vCJD tegen gaan. Vanwege het feit dat de doelmatigheid van deze maatregel niet kon worden vastgesteld past het niet in mijn beleid van optimale veiligheid ten aanzien van de Nederlandse bloedvoorziening en heb ik invoering van de maatregel dit voorjaar afgekeurd. Echter, er heeft zich inmiddels in het Verenigd Koninkrijk een nieuw geval voorgedaan van overdracht van vCJD via bloed. Ook na het tweede geval is de doelmatigheid niet vast te stellen en zou daarom ook niet voor goedkeuring in aanmerking komen. Echter, het tweede geval heeft enkele kenmerken die maken dat het risico op overdracht van vCJD via bloed groter is dan na het eerste geval werd ingeschat. Het tweede geval geeft daarom aanleiding om mijn besluit van 16 juni te herzien en de maatregel om bloeddonors uit te sluiten die vanaf 1980 een bloedtransfusie hebben ondergaan, nu wel goed te keuren.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst