VNG

Wetsvoorstel ambulancezorg onverantwoord

Gezamenlijk persbericht van gemeenten, hulpdiensten en Politie.

Het Wetsvoorstel Ambulancezorg van minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is onverantwoord. Zo concludeert de landelijke Veiligheidskoepel van gemeenten en hulpdiensten vandaag in een gezamenlijke reactie op het Wetsvoorstel. De Veiligheidskoepel wordt in haar reactie gesteund door het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen van de Politie. De Veiligheidskoepel is met name zeer kritisch over de rol van het GHOR(geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen)- bestuur, de positie van meldkamer ambulancezorg en de vergunningverlening zoals die nu in het Wetsvoorstel worden voorgesteld.

De minister stelt voor schaalvergroting toe te passen op de ambulancezorg. Tevens wil hij hierbij eenduidig aansturen en gereguleerde marktwerking invoeren. Het lokaal bestuur is verantwoordelijk voor de preventie en repressie van zware ongevallen en rampen en heeft belang bij goede ambulancezorg. Door middel van het GHOR-bestuur (geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen) geven lokale overheden invulling aan deze verantwoordelijkheid. Het wetsvoorstel van minister Hoogervorst geeft gemeenten en het GHOR-bestuur onvoldoende ruimte om hier invulling aan te geven.

Het GHOR-bestuur krijgt geen instemmingsrecht bij geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen, terwijl ze wel de verantwoordelijkheid hiervoor draagt. Het GHOR-bestuur mag wel advies geven over het programma van eisen en de beoordeling van de aanbieder van de ambulancezorg, maar onduidelijk is hoe zwaar dit advies weegt. In het wetsvoorstel verdwijnt het instemmingsrecht. Hierdoor vermindert de slagkracht van de GHOR in geval van rampen en zware ongevallen. De Veiligheidskoepel pleit in haar reactie dan ook voor betere publieke borging in de wet: met een instemmingsrecht van het GHOR-bestuur in plaats van een adviesmogelijkheid.

Het wetsvoorstel stelt het GHOR-bestuur wel verantwoordelijk voor het instellen van de meldkamer, maar geeft haar geen mogelijkheden tot aansturing van het instandhouden ervan. Die instandhouding komt voor rekening van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV), een marktpartij. Het GHOR-bestuur draagt echter wel de verantwoordelijkheid voor de aansturing van de meldkamer op het moment van een ramp of een zwaar ongeval. De effectiviteit van het optreden bij rampen komt hierdoor in gevaar. Bovendien zullen lokale overheden ook op momenten buiten rampsituaties om de meldkamer willen aansturen, bijvoorbeeld bij het oefenen en ten behoeve van preventie. Hier constateert de Veiligheidskoepel een ernstige tekortkoming in het wetsvoorstel, mede onderkend door de Raad van State.

De criteria waarop de aanbieders moeten worden beoordeeld zijn in het huidige voorstel onduidelijk. Met de nieuwe wet zou het mogelijk kunnen zijn dat zich één (misschien zelfs buitenlandse) aanbieder meldt, die 24 vergunningen aanvraagt. Europese aanbesteding wordt daarmee mogelijk, en is ook niet ondenkbaar omdat is gebleken dat buitenlandse aanbieders klaar staan om het ambulancevervoer in Nederlandse regio-s over te nemen. Dit beperkt in hoge mate de lokale/regionale sturingsmogelijkheden. Bovendien zal opschaling van de ambulancezorg ertoe leiden dat het aantal vergunninghouders drastisch verminderd. De minister voorziet niet in compensatie van de huidige vergunninghouders die met het personeel en het materieel blijven zitten. De Veiligheidskoepel vindt het onacceptabel dat de diensten niet worden gecompenseerd voor de gevolgen van dit rijksbeleid op het moment dat deze wet in werking treedt.

De veiligheidskoepel pleit in haar reactie voor aanpassing van het wetsvoorstel, waarbij publieke borging en het instemmingsrecht van de GHOR gehandhaafd blijven.

De Veiligheidskoepel is een samenwerkingsverband van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Beraad van GHOR-burgemeesters, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Hulpverlening (NVBR), De Raad van Regionaal Geneeskundig Functionarissen, de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en GGD Nederland en werkt samen met het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen van de politie.