Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
17 december 2004

PROGRAMMA ANDERE OVERHEID GOED OP KOERS

Het Programma Andere Overheid ligt goed op koers. Er is beweging bij het realiseren van de elektronische overheid, de vermindering van administratieve lasten, de takenanalyses bij de ministeries en het verminderen van de lasten tussen overheden. Dit blijkt uit de voortgangsrapportage Andere Overheid waarmee de ministerraad op voorstel van minister De Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. De voortgangsrapportage Programma Andere Overheid wordt op korte termijn naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het actieprogramma is gericht op een betere dienstverlening aan burgers en bedrijven, minder bureaucratie, minder regelzucht en een efficiëntere organisatie zodat de overheid als geheel effectief kan optreden. Het uiteindelijke doel is te komen tot een krachtige overheid, die de samenleving centraal stelt en wendbaar en tijdig inspeelt op de maatschappelijke veranderingen, ruimte geeft en tevens snel, slim en slagvaardig opereert.

Veel ministeries hebben hun eigen wet- en regelgeving in het kader van de deregulering tegen het licht gehouden. Deze operatie heeft geleid tot een aantal doorbraken zoals de realisatie van één vergunning voor de bouw van woningen of bedrijfsruimten. Verder is afgesproken dat de administratieve lasten voor burgers in 2007 met een kwart zijn verminderd. Op korte termijn kunnen op dit terrein de eerste concrete reductievoorstellen worden verwacht. Deze zullen vooral zijn gericht op de meer kwetsbare groepen die veel in contact staan met de overheid, zoals chronisch zieken, gehandicapten en uitkerings- gerechtigden. Ook de administratieve lasten tussen overheden en `hun' instellingen zullen onder de loep worden genomen.

De uitkomsten van de huidige takenanalyses bij de ministeries zullen komend voorjaar leiden tot besluitvorming. Deze zullen mede bepalend zijn voor de toekomstige werkwijze van het Rijk. Een en ander kan bijvoorbeeld leiden tot het beëindigen van beleidsonderdelen, andere sturingsmechanismen, andere ordening van verantwoordelijkheden van ministers, en van onderdelen van de ambtelijke organisatie. De uitkomsten van de takenanalyse zullen daarnaast ook richting geven aan de voorstellen die in de loop van 2005/2006 worden gedaan voor een herontwerp van de rijksdienst.

In het voorjaar van 2005 worden eveneens besluiten genomen om te komen tot een meer geïntegreerde samenwerking op het terrein van de bedrijfsvoering bij het Rijk. Veel meer dan voorheen zullen de dertien ministeries hun huishouding van personeel, informatie, automatisering, communicatie, financiën en huisvesting niet meer eigenstandig binnen hun eigen ministerie, maar rijksbreed, interdepartementaal benaderen. Het shared service centrum voor de personeels- en salarisadministratie P-direct dat per
1 januari 2006 operationeel zal zijn, is daarvan het eerste voorbeeld. Maar ook bij de inkoop en aanbesteding worden al flinke vorderingen geboekt om te komen tot meer eenheid, bundeling en synergie. Zo zal in 2008 circa 150 miljoen euro op de inkoop zijn gerealiseerd.

RVD, 17.12.2004