Ingezonden persbericht

PERSBERICHT

Zaterdag 18 december om 16.00 uur - Dichters op de ruiten van Caesuur te Middelburg - Tsead Bruinja met 'Bang voor de bal'

vanaf het einde van deze straat

kruipt onder de stenen door

aan een zijden draadje
mijn zin om te spelen...

In het kader van 'Dichters op de ruiten van Caesuur', een jaarlijks terugkerend project in nadrukkelijke samenwerking met de dichter F. van Dixhoorn, is dit jaar de Friese dichter Tsead Bruinja te gast. Na exposities met gedichten van Tonnus Oosterhoff en Mustafa Stitou is het werk 'Bang voor de bal' van Tsead Bruinja van 18 december 2004 tot en met 10 januari 2005 te zien in Presentatieruimte Caesuur. 'Bang voor de bal' betreft een ongepubliceerd werk, dat speciaal voor Caesuur is geschreven. Het werk zoekt een verbinding met de straat en handelt over angst voor de bal, voor het spel en de dans.

Zaterdag 18 december zal deze expositie feestelijk en literair worden geopend met voordrachten van de dichters Jan Baeke, Tsead Bruinja, Erik Lindner, Thomas Möhlmann en Tjitske Mussche. Hieronder vindt u meer informatie over hen.

Locatie: Caesuur, Lange Noordstraat 67, Middelburg
Aanvang: 16.00 uur
Tel.: 0118 639 810
E-mail: caesuur@zeelandnet.nl

CAESUUR wordt ondersteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Provincie Zeeland en de Maurits van Kattendijke Stichting

----------

Thomas Möhlmann (1975) studeerde moderne Nederlandse letterkunde in Amsterdam en werkt nu als freelance tekstschrijver en dichter. Hij is redacteur van literairnederland.nl, gastredacteur van de Avonden van Perdu en redacteur van het poëzietijdschrift Awater. Zijn gedichten verschenen onder andere in Nymph, Bunker Hill, Passionate, Die Aussenseite des Elementes (tweetalig) en in de bloemlezingen Hier lonkt een spiegel en Vanuit de lucht. Momenteel is Thomas Möhlmann werkzaam bij het Nederlands Literair Productie en Vertalingenfonds, waar hij zorg draagt voor de promotie van Nederlandse poëzie in het buitenland.

Tjitske Mussche (1982) verbleef na haar middelbare schooltijd een jaar op het Finse eiland Åland, waar ze een opleiding beeldende kunst en Zweeds aan een zogeheten folkhögskola volgde. Net als Thomas Möhlmann werkte Tjitske Mussche mee aan de Avonden in Perdu te Amsterdam. Momenteel studeert ze daar Nederlands aan de UvA. Ze is regelmatig op de literaire podia van Nederland te zien, onlangs nog op het festival De Wintertuin. Eerder verschenen gedichten van haar hand in o.a. de literaire tijdschriften De Revisor, 'Parmentier en Krakatau en in de bloemlezingen Vanuit de lucht en Hier lonkt een spiegel.

Jan Baeke (1956) is dichter en vertaler. In 1997 verscheen zijn debuutbundel Nooit zonder de paarden bij Uitgeverij de Bezige Bij. Bij dezelfde uitgeverij verscheen in 2001 de bundel Zo is de zee en in 2004 Iedereen is er. Met Erik Linder stelde hij Poëzie met een angel samen, een bloemlezing met werk van zes hedendaagse Engelse dichters; uitgegeven door Uitgeverij IJzer in 1995. Voor deze bloemlezing vertaalde hij werk van Liz Lochhead en Lavinia Greenlaw. Vertalingen van gedichten van Deryn Rees-Jones werden opgenomen in de bundel In een ander licht, een bloemlezing met poëzie uit Wales, uitgegeven door Wagner & Van Santen in 2001. Jan Baeke is tevens werkzaam bij het Filmmuseum in Amsterdam.

Erik Lindner (1968) debuteerde in 1996 bij de uitgeverij van Stichting Perdu, met de dichtbundel Tramontane. Een gedicht daaruit werd uitgeroepen tot Gedicht van de week in Het Parool en in een jaar tijd was de bundel uitverkocht. Hij publiceerde in de tijdschriften Optima, Bunker Hill, Maatstaf, Yang, de Poëziekrant, Bzzletin, de Zingende Zaag, Zanzibar en met regelmaat in Raster. In Frankrijk verschenen vertalingen van zijn gedichten in Quaderno, Action Poétique en PO&SIE. In 2000 verscheen zijn tweede bundel Tong en trede bij De Bezige Bij, die in 2004 gevolgd werd door Tafel. In 2001 werd hij, op voordracht van de Jan Campertstichting, uitgezonden naar Taiwan voor het Taipei International Poetry Festival. Chinese vertalingen van zijn gedichten verschenen in het tijdschrift Unitas. In 2002 was Erik Lindner te gast op Poetry International in Rotterdam en verschenen Duitse vertalingen in het tijdschrift Manuskripte en Engelse vertalingen in Leviathan Quarterly.

Tsead Bruinja (1974) debuteerde in 2000 met de Friestalige bundel De wizers yn it read/ De wijzers in het rood (Bornmeer). De derde Friestalige bundel Gegrommel fan satyn/Gegrommel van satijn (Bornmeer) verscheen in 2003, evenals het Nederlandstalige debuut Dat het zo hoorde (Contact) dat genomineerd werd voor de Jo Peterspoëzieprijs. Eind oktober 2004 zag de tweede Nederlandstalige bundel Batterij het licht, gevolgd door de door Bruinja en Hein Jaap Hilarides samengestelde bloemlezing Droom in blauwe regenjas - Nieuwe Friese dichters (Contact i.s.m. Bornmeer).

----------