Partij van de Arbeid


Den Haag, 21 december 2004


Vragen van het lid Tjon A Ten (PvdA) aan de minister voor Ontwikkelings-samenwerking


over Disability en HIV/Aids


* Kent u het onderzoek van de Yale Universiteit en de Wereldbank Capturing hidden Voices. Global Survey on HIV/Aids and Disability. Global Survey on HIV/AIDS and Disability ?


* Deelt u de tussentijdse hoofdconclusies van het onderzoek dat mensen met een disability :
· Significant meer risico lopen om geïnfecteerd te worden met HIV; en


· Op alle risicofactoren van HIV infectie hoger scoren dan mensen die geen


disability hebben?


Zo ja, op welke wijze wilt u hieraan concreet vorm geven in uw beleid ten aanzien van


HIV/Aids, mede gelet op het feit dat 10% van de wereldbevolking een disability heeft?


3. Onderkent u de risico s dat mensen met een disability eerder slachtoffer zijn van verschillende vormen van seksueel geweld en dat vooral vrouwen met een disability hiertoe dubbel risico lopen? Zo ja, hoe denkt u hieraan concreet aandacht en vorm te geven in het door Nederland gevoerde beleid gericht op vrouwen en HIV/Aids?


4. Ziet u mogelijkheden in het huidige door Nederland gevoerde beleid ten aanzien van HIV/Aids om extra stimulerende maatregelen te nemen, zodat in de opzet van in het bijzonder gezondheidsvoorzieningen structureel rekening wordt gehouden met HIV/Aids patiënten met een disability ?


- Zo nee, waarom niet?


- Zo ja, aan welke stimulerende maatregelen denkt u concreet?


5,. Bent u bereid in door Nederland bilateraal en multilateraal gesteunde HIV/Aids programma s aandacht te vragen voor seksueel actieve mensen met een disability , zodat zij toegang krijgen tot HIV testvoorzieningen, voorbehoedsmiddelen en/of de verstrekking van Aïdsmedicijnen?


Zo ja, (a) hoe wilt u dit gaan doen, (b) op welke termijn en (c) bij welke door Nederland bilateraal gesteunde HIV/Aids programma s en bij welke multilateraal HIV/Aids programma s? Zo nee, waarom niet?


6. Vindt u dat voorlichtingscampagnes over HIV/Aids toegesneden moeten zijn op de ontvangers van de voorlichtingsboodschap?


Zo ja, vindt u dat in het geval van specifieke handicaps daarmee rekening moet worden gehouden? Zo ja, bent u bereid zich actief hiervoor in te zetten? Vindt u dat mensen met een disability hier actief bij betrokken moeten worden? Zo nee, waarom niet? Op welke wijze denkt u het een en ander in uw beleid vorm te (kunnen) geven?


7. Ziet u voor Nederland een rol weggelegd bij het bestrijden van vooroordelen over en stigmatisering van onder andere seksueel actieve mensen met een disability bij gezondheidspersoneel en mensen werkzaam in de Aids bestrijding, in het bijzonder in de landen waarmee Nederland een bilaterale ontwikkelingsrelatie onderhoudt en waar gezondheidsprogramma s een van de prioriteitsgebieden zijn? Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet?


April 2004; zie ook: http://cira.med.yale.edu/globalsurvey