Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
107 Vragen van de heer drs. C.J. Verhoef
(ingekomen 23 november 2004)

Azotod was een accommodatie alwaar allerlei activiteiten plaatsvonden. Een organisatie met ca. 150 vrijwilligers. Hierdoor kon deze organisatie relatief goedkoop opereren.


Eén van de activiteiten die ook rond en vanuit Azotod plaatsvond betreffen de sociaal-culturele activiteiten van de Jeu de Boules vereniging "We legge". Een vereniging van rond de 80 leden variërend in leeftijd van 17-76 jaar. Een vereniging die een stuwmeer (of broedplaats) vormt van vrijwilligers voor Azotod.


Ongeveer een half jaar geleden was er een brand in Azotod. Het uitvoeren van de activiteiten kwam hiermee tot een stilstand. De Jeu de Boules vereniging moest uitwijken naar IJsselstein.


Gelijk na de brand zijn er stappen ondernomen door de medewerkers van Azotod om de activiteiten voort te zetten. Ook is er een werkplan geschreven.

Zo was al enkele dagen na de brand Strukton bereid om een noodgebouw neer te zetten. Hier konden dan activiteiten voor de randgroepjongeren, de vrijwilligers en de Jeu de Boules vereniging uitgevoerd worden.

Nu een half jaar later ligt Azotod er nog steeds verlaten bij en laat de gemeente alle vrijwilligers, jeu de boulers en jongeren in de kou staan. Opnieuw een voorbeeld van de wijze waarop de burgers van over het Amsterdam-Rijnkanaal bestempeld worden als tweederangsburgers. Vanuit het college en de coalitie begrijpelijk, want het failliete project Stationsgebied met zijn Muziekpaleis moet gefinancierd worden.

Voor Burger en Gemeenschap is het afwijzen zijn van noodvoorzieningen onbegrijpelijk. B en G gaat er namelijk vanuit dat de gemeente haar onroerend goed op een juiste wijze verzekerd heeft waarbij allerlei risico's op een juiste wijze afgedekt zijn. Gewoonlijk wordt niet alleen de schade verzekerd, maar ook, indien nodig, de tijdelijk huisvesting. Op grond hiervan zou het treffen van een tijdelijke oplossing vrij eenvoudig zijn.

Maar in zoverre wij kunnen nagaan worden alle initiatieven van Azotod tegen- gewerkt. Er komen zelfs geen reacties vanuit de gemeente. Dit is niet de manier waar aan deze noch aan gene zijde van het kanaal met de burgers omgegaan wordt. Het geeft de indruk dat het college lak heeft aan de burgers en de organisaties die voor die burgers opkomen.

Opnieuw wordt door Utrecht laatdunkend omgegaan met de vrijwilligers. Het leger dat het cement vormt van de samenleving, dat zorgdraagt voor een gemeenschap. Door het uitblijven van voorzieningen verliezen de vrijwilligers hun geloof in de overheid en keren zich af van het vrijwilligerswerk. Hetzelfde geldt voor de Jeu de Boules vereniging die nu leden verliezen en geen nieuwe aanwas meer hebben.


Van de zijde van de gemeente zijn er richting Azotod allerlei beloftes gedaan ten aanzien van de bouwplannen van het Cultuurhuis Leidsche Rijn van de organisatie Cultuur 19. Koeien met gouden horens zijn er beloofd aan de mensen van Azotod. Azotod zou betrokken worden bij de plannenmakerij voor de nieuwe accommodatie. Inmiddels is er bijna vier jaar verknoeid met praten, terwijl de jongeren in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn geen plaats meer hebben voor hun activiteiten. Hierbij dient aangetekend te worden dat het aantal jongeren de laatste jaren aanzienlijk toegenomen is. Het college is door dit getreuzel mede veroorzaker van de overlast die er in Leidsche Rijn bestaat. Dit betekent niet dat wij de overlast veroorzaakt door de jongeren goedkeuren.

Op dit moment moeten wij constateren dat het beleid van Utrecht leidt tot de totale afbraak van het vrijwilligersleger en het ontslag van de medewerkers van Azotod. Mensen die jaren hun inzet hebben geleverd, misschien niet altijd zoals sommigen dat wensten, maar toch met in hun achterhoofd de belangen van de jongeren.

Burger en Gemeenschap vindt deze gang van zaken onacceptabel.
Gaarne ontvangen wij antwoord op de volgende vragen:
1. Vindt u het belangrijk dat vrijwilligers hun activiteiten voor de gemeenschap kunnen blijven uitvoeren?
2. Vindt u het belangrijk dat de Jeu de Boules vereniging haar sociaal-culturele en sportieve activiteiten kan blijven vervullen?
3. Vindt u het belangrijk dat jongeren en randgroepjongeren opgevangen worden?
4. Vindt u het belangrijk dat er voldoende activiteiten voor de jongeren in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn plaatsvinden?
5. Op welk termijn is er vervangende huisvesting voor de activiteiten van Azotod?
6. Op welke wijze denkt het college de vrijwilligers te behouden voor de toekomst?
7. Is de Azotod groep volwaardig gesprekspartner ten aanzien van het Cultuurhuis?
8. Zo ja, worden zij tijdig bij de plannenmakerij betrokken?
9. Zijn de gemeentelijke accommodaties naast dat zij verzekerd zijn tegen vervangingswaarde ook verzekerd voor eventueel vervangende tijdelijke accommodaties en tegen het verlies van de inzet van personeel?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 21 december 2004)

1. Ja.
2. Ja. Het betreft hier een buitenactiviteit. Deze activiteit kan, los van de brand in de accommodatie Azotod, op het voorterrein worden voortgezet.
3. Ja. Zoals de vraag is geformuleerd gaat het om opvang binnen het brede (preventief) jeugdbeleid. Voor de organisatie en de voortgang van deze welzijnsactiviteiten is de wijkwelzijnsorganisatie Stichting de Haar verantwoordelijk.
4. Ja. Om dit voldoende aanbod te realiseren subsidieert de gemeente de wijkwelzijnsorganisaties Stichting De Haar (Vleuten - de Meern) en Stichting Maatschappelijke Ontwikkeling Leidsche Rijn. Voorts is een subsidie beschikbaar voor het subsidiëren van culturele activiteiten voor jongeren in Vleuten - De Meern.
5. Het College treft voorbereidingen om op de locatie van het uitgebrande gebouw van Azotod aan de Meerndijk in De Meern een Cultuurhuis Leidsche Rijn te realiseren. De opzet van het Cultuurhuis Leidsche Rijn voorziet in het aanbod van een scala van culturele activiteiten waaronder ook een herkenbaar segment dat voorheen in het gebouw aan de Meerndijk plaatsvond. De culturele activiteiten zullen tot het moment van het ingebruiknemen van het Cultuurhuis Leidsche Rijn - voor zover dat mogelijk is - met name plaatsvinden in de Paper Dome.
6. Aan de exploitant van het Cultuurhuis Leidsche Rijn - Stichting Cultuur 19 - is gevraagd in de planontwikkeling aandacht te besteden aan de vrijwilligers die in het verleden de activiteiten in het pand aan de Meerndijk mede mogelijk hebben gemaakt. De stichting staat daar positief tegenover en ziet mogelijkheden om in de nieuwe organisatieopzet de inzet van vrijwilligers voor de gemeenschap in Vleuten - De Meern te behouden. Ook met de Stichting De Haar vindt overleg plaats over de positie van de vrijwilligers. Zodra daar meer over bekend is, zal het College u informeren.
7. Ja. De Stichting Cultuur 19 heeft over de opzet van de exploitatie van het Cultuurhuis Leidsche Rijn overleg gevoerd met de inmiddels opgerichte Stichting Azotod. In goede samenwerking zijn beide partijen tot overeenstemming gekomen en als onderdeel daarvan is één bestuurslid van de Stichting Azotod opgenomen in het bestuur van de Stichting Cultuur 19.
8. Ja, zie voorts het antwoord op vraag 7.
9. Naast een opstalverzekering is er veelal een verzekering afgesloten voor de dekking van bijzondere kosten. Bezien kan worden om eventuele kosten van tijdelijke huisvesting ten laste van deze dekking te brengen. Deze dekking is gelimiteerd en de kosten moeten uiteraard wél daadwerkelijk worden gemaakt. Over deze tijdelijke huisvesting en de daarmee samenhangende aanspraak op verzekeringspenningen vindt overleg plaats met Stichting De Haar. Het verzekeren van roerende goederen en het mogelijke verlies van de inzet van personeel is geen gemeentelijke verantwoordelijkheid. Deze laatste verantwoordelijkheid ligt bij de exploitant van het gebouw.


---- --