Vlaamse overheid

Op voorstel van Vlaams minister Inge VERVOTTE heeft de Vlaamse Regering haar standpunt bepaald ten aanzien van het federale wetsontwerp inzake het jeugdrecht. Het basisprincipe van dit standpunt is dat het jeugdrecht niet alleen een herstellende, pedagogische en responsabiliserende finaliteit moet hebben. Het jeugdrecht moet ook sanctionerend kunnen optreden tegen criminele jongeren. Dit standpunt van de Vlaamse Regering zal de leidraad zijn in de gesprekken met de federale overheid.

Voor de Vlaamse Regering kan de voorliggende federale wettekst nog geen eindproduct zijn. De Vlaamse Regering pleit voor een jeugdsanctierecht voor álle jongeren (wat door deze wet niet gerealiseerd wordt). Aan het wetsontwerp moeten enkele essentiële wijzigingen aangebracht worden. De Vlaamse Regering wordt in haar kritiek ten aanzien van het wetsontwerp gesteund door een recent arrest van de Raad van State.


- Vandaag hebben de Gemeenschappen alleen de bevoegdheid van uitvoering van de maatregelen inzake jeugdrecht. De Vlaamse Regering wil ook de bevoegdheid van de opgave van maatregelen terzake.
In het kader van de huidige bevoegdheidsverdeling kan de Vlaamse Regering alvast met twee maatregelen van het wetsontwerp niet akkoord gaan, met name de ouderstage en de verbindingsmagistraat. Daarenboven moet het wetsontwerp een definitieve oplossing bieden aan de problematiek die ten grondslag lag van de Grubbe te Everberg.

- De Raad van State wijst op een mogelijke schending van het evenredigheidsbeginsel door dit wetsontwerp. De federale overheid moet bij het ontwikkelen van een nieuw jeugdrecht voldoende grondig nagaan in hoeverre dit jeugdrecht voor de Gemeenschappen onevenredige consequenties meebrengt, zoals het inrichten van nieuwe voorzieningen, het aanpassen van het bestaande aanbod en het uitbreiden van personeelskaders.

- Het aantal maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit gepleegd hebben, wordt uitgebreid. De Vlaamse Regering dringt er echter op aan dat deze maatregelen niet zomaar met elkaar kunnen worden gecombineerd. Vanuit een streven naar rechtswaarborgen is het essentieel dat deze combinatie aan bepaalde voorwaarden moet onderworpen zijn.
- Het wetsontwerp geeft een ruime invulling aan het herstelrecht. Dit is echter onvoldoende om de Vlaamse praktijk van herstelgerichte afhandeling veilig te stellen. De wet moet ervoor zorgen dat deze Vlaamse praktijk in realisatie geen jaren achteruit gezet wordt.
- De voorgestelde verlenging van maatregelen tot de leeftijd van 23 jaar acht de Vlaamse Regering wenselijk, zodat de minderjarige langer en gerichter onder toezicht en begeleiding van de jeugdrechter kan blijven. Hiervoor moet een specifiek aanbod geregeld worden. De financiering hiervan is echter nog niet geregeld.
- De Vlaamse Regering kiest echter niet voor een jeugdrecht waarbij minderjarige delictplegers gestraft kunnen worden volgens het volwassen strafrecht (en wijst dus de voorgestelde versoepeling van de uithandengeving af). De Vlaamse Regering acht het noodzakelijk dat het systeem van de uithandengeving uit dit wetsontwerp wordt geschrapt en dat een specifiek jeugdsanctierecht wordt ingeschreven.

Het voorliggende wetsontwerp van minister Onkelinx heeft verregaande consequenties voor de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Regering heeft de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een mandaat gegeven om hierover overleg te plegen met haar federale collega. Indien het wetsontwerp wet wordt, vergt de uitvoering nog op vele punten overleg met de Gemeenschappen. Rekening houdende met het advies van de Raad van State en de verregaande budgettaire gevolgen van het voorontwerp voor de Vlaamse Gemeenschap, zal dit regeringsstandpunt op het overlegcomité geagendeerd worden.

persinfo : Gunter Naets, woordvoerder van minister Vervotte - tel. 02 552 64 00
e-mail: persdienst.vervotte@vlaanderen.be


---