Politie Limburg-Zuid

Beste collega's, geachte gasten van buiten ons korps, vrienden,

2004 is opnieuw een bijzonder jaar geweest. Een bewogen jaar, zoals onze premier voor de Kerst nog uitsprak, zich niet realiserend dat op 2e Kerstdag zich een onbeschrijfelijke ramp in Azië zou voltrekken. Laten wij even stilstaan bij het enorme aantal slachtoffers dat daar is gevallen.

In dit verband kan ik hier melden, dat de korpsleiding graag gevolg heeft gegeven aan de suggestie van enkele collega's om per medewerker E 5 uit de pot voor bindingsactiviteiten te storten in het Rampenfonds. Het bedrag van E 10.000 zal zo spoedig mogelijk worden overgemaakt op giro 555.

2004 was een bijzonder jaar voor ons korps. Het aantal zware geweldsdelicten is in Zuid-Limburg op het hoge niveau gebleven, waar we een jaar geleden nog van dachten dat het een eenmalige uitschieter was. Ook op andere terreinen is de werkdruk onverminderd hoog gebleven. En dat alles terwijl we intern ook nog eens met een grootscheepse reorganisatie bezig waren!

Niettemin zijn we erin geslaagd vóór de Kerst de plaatsingen af te ronden, al kwam daar af en toe wel wat kunst-en-vliegwerk aan te pas. Daarom is een woord van dank aan allen die dat mogelijk hebben gemaakt hier wel op zijn plaats: leidinggevenden, de afdeling P&O, de afdeling Juridische Zaken, het RGO, de OR.

Terwijl wij aan het verbouwen waren ging de verkoop trouwens gewoon door. Ik zal u niet vermoeien met veel cijfers, maar wil wel het volgende zeggen. Door natuurlijk verloop is de personeelsbezetting van ons korps in het afgelopen jaar met zo'n 100 FTE's teruggegaan, naar 1800 nu. Desondanks hebben we in 2004 ongeveer dezelfde prestatie geleverd als het jaar daarvoor. En dat is een mooi resultaat. Daarmee complimenteer ik jullie van harte!

Natuurlijk trokken een paar in 't oog springende activiteiten, zoals rond de sanering van Vinkenslag, weer veel publieke aandacht. Maar de grote massa van kleinere zaken heeft eveneens veel inzet van ons allemaal gevraagd. En ook daarbij hebben we markante successen geboekt. Zo daalde het aantal auto-inbraken met 12 % en autodiefstallen zelfs ruim 15%. Woninginbraken daarentegen stegen fors in aantal en wel met 20%. In totaal laat het aantal misdrijven in de vermogenssfeer echter een duidelijke daling zien. Daar tegenover staat dat het aantal geweldsdelicten licht steeg.

Als we het geheel overzien, dan is het aantal misdrijven in onze regio vorig jaar echter met ruim 5% gedaald en het aantal aangiften met bijna 5%.

Zuid-Limburg is vorig jaar dus veiliger geworden. Of moet ik zeggen: iets minder onveilig ? Want als je de cijfers van onze regio vergelijkt met die van de andere politieregio's in ons land, dan lijkt ons plaatje sprekend op dat van de grote steden in de Randstad. En wat betreft drugsoverlast die de burgers ervaren, zijn we hier zelfs de nationale koploper en laten we ook Amsterdam en Rotterdam ver achter ons.

Voor het liberale drugsbeleid in Nederland betaalt Zuid-Limburg dan ook een héél hoge prijs. Vanuit België en grote delen van Frankrijk en Duitsland, komen handelaren en gebruikers van soft- en harddrugs, en producenten en kopers van XTC in Zuid-Limburg bij elkaar om hier hun duistere handel te drijven. De overlast manifesteert zich vooral in onze grote steden: Maastricht, Heerlen, Kerkrade en Sittard-Geleen.

In dit verband ben ik blij met het initiatief van het Veiligheidsbestuur om de problematiek regionaal aan te pakken en bij de bestrijding van de overlast en de criminaliteit gebruik te maken van de 'best-practices' in onze grote steden.

Als gevolg hiervan blijft wel een onevenredig groot deel van de inspanningen van ons korps onvermijdelijk zitten in de beheersing van de drugsgerelateerde overlast en criminaliteit. Zo kregen we het afgelopen jaar een kleine 2500 drugsdelicten voor onze kiezen.

Het absolute aantal verdachten dat we bij het Openbaar Ministerie hebben afgeleverd, bedroeg vorig jaar zo'n 9300. Een indrukwekkend cijfer. Veelal gaat het om verdachten van geweld, vermogensdelicten en drugsmisdrijven. Voor een aanzienlijk deel zijn het jeugdigen. Van alle aangehouden verdachten komt maar liefst een kwart uit het buitenland. Dat maakt het voor ons als politie nog eens extra bewerkelijk.

Terugkijkend op 2004 kunnen we dan ook zeggen, dat we politiezorg van formaat geleverd hebben. De doelstellingen uit het prestatieconvenant met het Rijk hebben we gehaald. En daar mogen we met z'n allen best trots op zijn. Míj geeft dit alles het vertrouwen dat we in het nieuwe jaar de - overigens wéér hogere - prestaties die van ons worden verlangd, eveneens zullen halen!

Genoeg nu over het verleden; we zijn aan 2005 begonnen. Als ik naar dit nieuwe jaar kijk, springen er twee thema's uit, die ik even kort aan u wil voorleggen: de prestaties die wij als Politie Limburg-Zuid moeten leveren, én (minstens zo belangrijk) het toegenomen vertrouwen van de burger dat wij daarmee zullen oogsten.

Uit de Politiemonitor Bevolking blijkt dat 3 van de 10 inwoners van Zuid-Limburg zich 'weleens' onveilig voelen. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. Ouders met jonge kinderen mijden hier - vaker dan landelijk - bepaalde plekken, omdat ze die onveilig vinden.

Ook sommige buurtproblemen zijn in onze regio, althans in de ogen van 1300 ondervraagde burgers, ernstiger dan landelijk: het gaat dan om diefstal uit of vernieling aan auto's, woninginbraken, agressief verkeersgedrag, geluidsoverlast en gevaar door verkeer. Maar ook bedreiging met geweld, drugsoverlast en overlast door jongeren, worden door de inwoners van onze regio vaker als veiligheidsprobleem ervaren dan door de gemiddelde Nederlander.

Dat alles maakt dat hier in Zuid-Limburg gemiddeld méér mensen dan landelijk slachtoffer zijn of zich slachtoffer voelen van problemen in hun directe omgeving.

Natuurlijk gaat het hierbij deels om gevoelens. Maar de objectieve cijfers liegen er ook niet om. Daarom ziet die burger het helemaal niet verkeerd. Kijken we bijvoorbeeld naar de zwaardere criminaliteit in Zuid-Limburg, dan hebben we te maken met een aanmerkelijk hogere criminaliteitsdruk dan het landelijk gemiddelde. En de laatste 2 jaar heeft het aantal gevallen van moord en doodslag hier recordhoogtes bereikt. Die cijfers laten echt geen ruimte voor twijfel.

Maar zelfs al zou het om puur gevoelens gaan die onder de bevolking van onze regio leven, dan nóg hebben wij er wél naar te handelen. Want als politie zijn we er voor diezelfde burgers. Het is onze taak en opdracht te zorgen voor een samenleving die veiliger wordt en door de burger ook als veiliger wordt ervaren.

Met de resultaten van ons werk mogen we in een aantal opzichten best tevreden zijn. Maar zijn de inwoners van Zuid-Limburg ook tevreden over ons werk? Helaas niet in alle opzichten. We scoren in hun ogen zwakker dan landelijk op onder meer bereikbaarheid en beschikbaarheid. Over het laatste contact met de politie blijkt ruim een derde van de betreffende burgers niet tevreden te zijn. Welnu, als we willen dat de inwoners van Zuid-Limburg meer vertrouwen gaan krijgen in hún politie - en dat willen we -, dan zullen we onze contacten met het publiek (en onze klantgerichtheid) duidelijk moeten verbeteren.

We zullen ánders met aangiften en meldingen moeten omgaan en onze zichtbaarheid op straat moeten vergroten. Niet omdat het in het prestatieconvenant met het Rijk als een keiharde eis geformuleerd staat, maar vooral omdat ruim de helft van de bevolking dat blijkt te willen.

Kortom, we presteren al beter, maar er zal tóch nog een schepje bovenop moeten. Prestatiedoelen zijn gedefinieerd vanuit de gedachte dat het daardoor veiliger wordt in Zuid-Limburg. Natuurlijk moeten we daarbij niet alleen denken aan aantallen processen-verbaal, staandehoudingen of verdachten die we naar het OM brengen, maar zeer beslist ook aan de 'zachtere' componenten.

Het convenant omvat namelijk niet alleen de aantallen bonnen, zoals sommigen het publiek willen doen geloven, maar in totaal 12 indicatoren. Een groot aantal daarvan gaat nou juist over zaken die de inwoners van Zuid-Limburg heel belangrijk blijken te vinden. En wij zijn er voor die mensen. Zij moeten het vertrouwen kunnen hebben dat wij effectief bezig zijn de samenleving en hun buurt veiliger en leefbaarder te maken. Zij moeten tevreden zijn over het functioneren van de politie.

Ik heb goede hoop dat het ons lukt. Hoop die ik baseer op de stijgende lijn die nu al in onze prestaties zit. En op de interne reorganisatie die uiteindelijk tot doel heeft onze slagkracht en de kwaliteit van ons optreden verder te vergroten. Deze reorganisatie ligt prima op schema. Je zou kunnen zeggen dat de ruwbouw van de nieuwe organisatie klaar is. We gaan nu aan de afwerking beginnen en iedereen die wel eens gebouwd heeft, weet dat dat minstens evenveel tijd vergt en ook minstens zo belangrijk is.

Bij de afwerking van het binnenwerk van de nieuwe organisatie zullen we veel aandacht geven aan onze mensen en onze cultuur. Daarbij gaat het om een breed spectrum van zaken, variërend van loopbaanmogelijkheden tot de relatie chef / medewerkers, en van de manier van omgaan met elkaar tot de kwaliteit van het leidinggeven en de interne communicatie. Onze mensen moeten bínnen de organisatie de ruimte en de mogelijkheden krijgen om hun rol búiten volledig te kunnen waarmaken.

Naast een beter bedrijfsproces is daarvoor ook een beter intern klimaat nodig. Daar gaan we hard aan werken. Ook gaan we de buitenwacht, vaker en beter dan in het verleden, uitleggen waar we mee bezig zijn. En ik verzeker u dat het resultaat zal zijn dat de burger uiteindelijk anders op de politie zal reageren en meer waardering voor ons werk zal hebben.

Hoge verwachtingen heb ik in dit verband ook van de wijkteams, die écht inhoud gaan geven aan het gebiedsgebonden politiewerk. De wijkteams zijn samengesteld, de chefs zijn benoemd en op 1 februari gaan wij van start. Wijkteams brengen de politie dichter bij de burger en zullen het 'kennen en gekend worden' sterk verbeteren. Het is de politie in de buurt die tijdig moet signaleren als er zich veranderingen voordoen. Het afgelopen jaar heeft eens te meer aangetoond dat in onze steeds complexer wordende samenleving tijdig signaleren van belang is om de overheid in staat te stellen op tijd passend te reageren. En op welke manier kun je het vertrouwen van de burger beter winnen, dan wanneer er snel en professioneel wordt geacteerd als daarom gevraagd wordt.

2005 is ook het jaar waar we veel werk gaan maken van de verbetering van het aangifteproces. We creëren mogelijkheden om voor bepaalde zaken telefonisch of via internet aangifte te doen. Er komen extra technische faciliteiten om de aangiftevoorziening te verbreden en de doorlooptijden te verkorten. Wie een aangifte doet, krijgt die uitgebreid schriftelijk bevestigd, met de naam erbij van een contactpersoon. Dit is één van de manieren waarop we onze klantgerichtheid zullen verbeteren.

Daarnaast vinden we de wijze van bejegening van burgers zó belangrijk dat we aan de verbetering daarvan een speciaal intern project gaan wijden.

We gaan opnieuw een heftig jaar tegemoet. De eisen die aan ons allen worden gesteld, zijn hoog. Maar ik weet dat ze wel reëel zijn en dat we het samen aankunnen. En wat ik jullie kan voorspellen is dat verbetering van onze kwaliteit en efficiency het werk en onze samenwerking er voor ons allemaal leuker op maakt.

We weten dat we het kunnen. En dat het noodzakelijk en zinvol is. Dus gaan we het doen!


---- --