Wijziging in ambulancestandplaatsen
5-1-2005
In Amsterdam, Amstelveen en de Haarlemmermeer wijzigen de
ambulancestandplaatsen. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben
dit op 16 december 2004 definitief besloten.
De ambulancestandplaats Aalsmeer blijft de komende jaren behouden en
er moeten nieuwe standplaatsen komen in Amsterdam-West, Bovenkerk en
Hoofddorp. De wijzigingen staan beschreven in de nota
"Ambulancestandplaatsen in de deelregios Amsterdam en Amstelland en de
Meerlanden". Tegelijkertijd is de looptijd van het huidige
spreidingsplan voor standplaatsen voor heel Noord-Holland met 2 jaar
verlengd tot 1 januari 2007.
Aan de wijzigingen in standplaatsen is langdurig overleg voorafgegaan
met gemeenten, de beide ambulancediensten in de regio, de meldkamer
ambulancezorg en zorgverzekeraars. Er is ook afgestemd met de plannen
die in Zuid-Holland leven, zoals de vestiging van een standplaats in
of nabij Lisse. De afgelopen maand konden betrokkenen commentaar geven
op de plannen van de provincie. Uit de reacties bleek, dat vrijwel
alle betrokkenen de plannen steunen. Op grond daarvan hebben
Gedeputeerde Staten definitief tot wijziging besloten.
In Amsterdam blijven de huidige standplaatsen aan de Karperweg,
Valckenierstraat en Meibergdreef bestaan. De uitvoering van het
huidige plan om deze standplaatsen beter over de stad te spreiden
levert te veel problemen op. Om het westelijke deel van de gemeente
Amsterdam en het noordelijke deel van de gemeente Haarlemmermeer goed
te kunnen bereiken is een extra standplaats nodig aan of in de
omgeving van het Jan van Schaffelaarplantsoen.
De standplaats aan de Adrianahoeve in Hoofddorp verhuist naar het
bedrijventerrein De President aan de zuidoostelijke kant van
Hoofddorp. De standplaats aan de Fokkerlaan in Amstelveen wordt
verplaatst naar Bovenkerk. De standplaats Aalsmeer blijft vanwege de
grote verkeersdrukte open tot aan de voltooiing van de verlegde N201,
maar het aantal uren waarop de standplaats bezet is, kan afnemen nadat
de nieuwe standplaatsen in Bovenkerk en bij Hoofddorp in gebruik zijn
genomen.
De provincie vraagt aan VZA Ambulancedienst Amsterdam b.v. om in het
aangewezen gebied naar geschikte en beschikbare terreinen of
onderkomens te zoeken voor de vestiging van de nieuwe standplaatsen,
zodat verbetering ook daadwerkelijk op korte termijn optreedt.
Het plan waarin de standplaatsen worden aangewezen en dat officieel
spreidingsplan ambulancezorg wordt genoemd, blijft voor het overige
deel van de provincie ongewijzigd. Gedeputeerde Staten hebben
besloten, dat er na de wijzigingen in Amsterdam en in Amstelland en de
Meerlanden geen aanleiding is om het spreidingsplan in zijn geheel te
herzien. Zij hebben de looptijd ervan verlengd tot 1 januari 2007.
Wanneer er in een bepaalde regio een aanleiding ontstaat om de ligging
van de standplaatsen te wijzigen, dan kunnen Gedeputeerde Staten in de
komende 2 jaar tot een beperkte wijziging van het spreidingsplan
besluiten.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer L.
Christensen door een e-mail te sturen aan
ChristensenL@noord-holland.nl of via telefoonnummer (023) 514 34 67.
Iedere belanghebbende die het niet eens is met het besluit van
Gedeputeerde Staten kan daar tot en met 25 februari 2005 schriftelijk
bezwaar tegen aantekenen. Het bezwaarschrift dient gestuurd te worden
aan:
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie,
Postbus 123,
2000 MD Haarlem.
Provincie Noord-Holland