Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Ministerie van Buitenlandse Zaken

Directie Westelijk Halfrond

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 11 januari 2005

Behandeld


- J.J. Groenemeijer


Kenmerk


- MC/JG-500/04

Telefoon


- 070-3485250


Blad


- 1/5

Fax


- 070-3485472


Bijlage(n)


- 1


- jj.groenemeijer@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vande ledenFerrier, Brinkel, Dittrich en Koenders over de beleidslijn van de viering van nationale feestdagen op Europese ambassades in Cuba


-

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden- Ferrier, Brinkel, Dittrich en Koendersover - de beleidslijn van de viering van nationale feestdagen op Europese ambassades in Cuba. Deze vragen werden ingezonden op - 17 december 2004met kenmerk - 2040505210.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Ferrier en Brinkel (CDA), Dittrich (D66) en Koenders (PvdA) over de beleidslijn van de viering van nationale feestdagen op Europese ambassades in Cuba.

Vraag 1

Hebt u kennis genomen van het bericht dat door ambtenaren in Brussel een nieuwe beleidslijn zou zijn uitgezet om geen dissidenten meer uit te nodigen bij de viering van nationale feestdagen op Europese ambassades in Cuba? 1)

Antwoord

Ja. Het gaat om een gemeenschappelijk advies van de ambtelijke werkgroep Latijns-Amerika (COLAT), dat eind januari op ministerieel niveau in de RAZEB wordt besproken.

Vraag 2

Kunt u de inhoud van dit bericht bevestigen?

Antwoord

Ten dele. De berichtgeving in Trouw is niet geheel juist. Voor de nationale feestdag van Spanje op 14 oktober 2004 zijn dissidenten uitgenodigd. Wel heeft de Spaanse ambassadeur bij die gelegenheid de effectiviteit van het bestaande beleid van de EU, inclusief het uitnodigen van dissidenten op nationale feestdagen, in twijfel getrokken en zijn voorkeur uitgesproken voor ander beleid.

Vraag 3

Hoe staat de Nederlandse regering tegenover deze beleidslijn en hoe verhoudt deze beleidslijn zich naar uw oordeel tot de motie Brinkel/Van der Laan die bij de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken door de Kamer is aangenomen? 2)

Antwoord

De onder 1 genoemde werkgroep adviseert unaniem om, via een pakket van maatregelen, de vreedzame politieke oppositie in Cuba in versterkte mate te ondersteunen en de druk op de Cubaanse overheid inzake de mensenrechten en de gevangen dissidenten op te voeren.

De voorstellen houden in het intensiveren van de contacten van de EU-ambassades in Havanna met de dissidenten en het maatschappelijk middenveld, inclusief hun deelname aan culturele activiteiten. Verder wordt geadviseerd een dialoog op hoog niveau te voeren met de Cubaanse autoriteiten ('high level visits'). In deze politieke ontmoetingen zullen de mensenrechtensituatie en de positie van de dissidenten stelselmatig aan de orde worden gesteld en zal worden aangedrongen op vrijlating van alle politieke gevangenen. Ook bieden deze 'high level visits' de gelegenheid voor ontmoetingen met dissidenten. Een voorwaarde voor het heropenen van deze dialoog is overigens dat de Cubaanse regering de diplomatieke kanalen daartoe heropent. Voorts is als onderdeel van het pakket van maatregelen, en om de gemeenschappelijke beleidslijn jegens Cuba te behouden, unaniem besloten de RAZEB te adviseren om de viering van nationale feestdagen te beperken tot het diplomatieke corps en de eigen nationale gemeenschap. Over voortzetting of wijziging van de voorgestelde beleidslijn zal uiterlijk eind juni 2005 worden besloten op basis van een evaluatie.

In relatie tot de motie Brinkel/Van der Laan (TK 29800V nr. 29) kan worden geconstateerd dat van een versoepeling van het EU-beleid geen sprake is. De voorgestelde maatregelen impliceren dat de EU de druk op Cuba om de gevangen dissidenten vrij te laten zal vergroten en zal trachten de mensenrechtensituatie te verbeteren.

Overigens heeft het bovenstaande advies van de Latijns-Amerika werkgroep (COLAT) er toe geleid dat Cuba deze week heeft aangekondigd in Havanna de relatie met acht ambassades uit EU-lidstaten te zullen herstellen. Het gaat onder meer om Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Van andere lidstaten, waaronder Nederland, Polen, Tsjechië en Slowakije, zouden de ambassades in Havanna vooralsnog 'bevroren' blijven, naar verluidt vanwege hun relatief harde lijn tegenover de regering Castro inzake de vrijlating van gevangen dissidenten. Wanneer de regering Castro de relaties met de ambassades van laatstgenoemde groep EU-lidstaten zal herstellen, is op dit moment onduidelijk. Gezien de unanimiteit van de Europese Unie op dit dossier hebben inmiddels meerdere lidstaten bij de Cubanen de noodzaak benadrukt van een herstel van de relaties met alle EU-ambassades in Havanna.

Vraag 4

Hoe verhoudt deze beleidslijn zich tot de op 16 november 2004 door de EU-vertegenwoordigers overeengekomen inzet de mogelijkheden te onderzoeken de contacten met dissidenten en maatschappelijke organisaties effectiever te maken? 3)

Antwoord

De in Brussel overeengekomen beleidslijn streeft naar effectievere contacten met dissidenten en het maatschappelijk middenveld alsmede een dialoog met de Cubaanse overheid.

Vraag 5

Wat is de inzet van de Nederlandse regering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU tijdens het overleg over dit voorstel in januari 2005?

Antwoord

De Nederlandse regering zal het hierboven geschetste beleid ondersteunen. Met het oog op de situatie van de mensenrechten in het land is Nederland geen voorstander van een soepeler beleid jegens Cuba. Tevens zal Nederland blijven aandringen op unanimiteit van standpunten vanwege de grotere druk die daarvan uitgaat.

Vraag 6

In hoeverre zal een dergelijke wijziging in de opstelling van Europese regeringen invloed hebben op de situatie van dissidenten die nu nog vastzitten én op de mensenrechtensituatie in Cuba in het algemeen?

Antwoord

De EU tracht, via ondersteuning van de geweldloze politieke oppositie en versterking van het maatschappelijk middenveld, bij te dragen aan een

Cubaanse samenleving zonder politieke gevangenen, waar de mensenrechten worden gerespecteerd. De geslotenheid van het huidige regime maakt het echter moeilijk op de mensenrechtensituatie in Cuba direct invloed uit te oefenen.

Vraag 7

Op welke manier zal de EU proberen de Cubaanse regering ertoe te bewegen de dissidenten die gevangen zitten, zo snel mogelijk vrij te laten?

Antwoord

De EU zal alle geëigende mogelijkheden en kanalen benutten om bij de Cubaanse regering aan te dringen op vrijlating van alle politieke gevangenen.


1)Trouw, 15 december jl.


2) Kamerstuk 29 800 V, nr. 29


3) 'Diplomats asked to revise ties with Cuban opposition', euobserver.com d.d. 17 November jl.

===