Algemene Rekenkamer

Algemene Rekenkamer

- 11 januari 2005 -

De Algemene Rekenkamer brengt vandaag de achtergrondstudie Toezicht op markten uit. Daarmee wil zij een bijdrage te leveren aan de discussie over markttoezicht.

Sinds de jaren 80 is het versterken van de markt een belangrijke prioriteit van de overheid. Om marktwerking tot stand te brengen te versterken en te bewaken heeft de overheid verschillende markttoezichthouders ingesteld. Burgers komen veel in aanraking met dit toezicht, omdat marktwerking is of wordt ingevoerd in veel sectoren van de samenleving die vitaal zijn voor het dagelijks leven. Voorbeelden zijn telecommunicatie, energie en volksgezondheid.

Nederland kent de volgende markttoezichthouders. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), is belast met het algemene mededingingstoezicht. Daarnaast zijn er markttoezichthouders die zich richten op specifieke sectoren: de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe), de Vervoerkamer, de Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit (OPTA) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Daarnaast heeft het kabinet het voornemen om een Nederlandse Zorgautoriteit op te richten.

In haar achtergrondstudie heeft de Algemene Rekenkamer een kader geformuleerd waaraan het functioneren van markttoezichthouders getoetst kan worden. Bij elk van haar uitgangspunten geeft zij een beschouwing.

Het toetsingskader gaat in op de volgende aspecten:
- De organisatorische vormgeving van het toezicht Toezicht moet een duidelijk van beleid, regelgeving, uitvoering en advies gescheiden functie zijn.
- Het toezichtbeleid
Het gaat daarbij om waar het toezicht zich op richt en hoe de middelen worden ingezet. Het verdient aanbeveling dat dit in een jaarplan wordt neergelegd.


- De daadwerkelijke uitvoering van het toezicht De drie elementen van toezicht - informatieverzameling, oordeelsvorming en interventies - moeten goed op elkaar zijn afgestemd. Van groot belang is het dat de toezichthouder over duidelijke beoordelingscriteria beschikt. Dat voorkomt dat hij willekeurig oordeelt en ongericht informatie verzamelt.


- Wat het toezicht oplevert ( met andere woorden het product van het toezicht) Het toezicht op markten moet leiden tot een goede marktwerking binnen de randvoorwaarde van andere publiek belangen, zoals leveringszekerheid bij de energievoorziening.


- De verantwoordelijkheid van de minister voor het toezicht De markttoezichthouders zijn verantwoording schuldig aan de minister, die op zijn beurt weer verantwoording moet kunnen afleggen aan de Staten-Generaal.


- De publieke verantwoording en consultatie van belanghebbenden door de toezichthouders De publieke toezichttaak moet behalve voor de minister ook transparant zijn voor andere belanghebbenden, waaronder consumenten.

In haar beschouwing bij deze aspecten signaleert de Algemene Rekenkamer een aantal spanningsvelden. Zo kan het bijvoorbeeld bij markttoezichthouders lastig zijn om toezicht en beleid goed van elkaar te scheiden. Een ander voorbeeld is de spanning die kan ontstaan tussen marktwerking en andere publieke belangen. De Algemene Rekenkamer vindt het daarom belangrijk dat de toezichthouders zich verantwoorden over de afweging van verschillende belangen. Tenslotte is het moeilijk om vast te stellen wanneer er sprake is van een goede marktwerking.