Provincie Zuid-Holland

GS: Complex Marine Vliegkamp Valkenburg geen provinciaal monument

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hebben het voorlopige standpunt ingenomen om het historisch complex Marine Vliegkamp Valkenburg in Katwijk, Valkenburg en Wassenaar geen status te geven als provinciaal monument. Ook staat het college op het voorlopige standpunt het Rijk te adviseren om het complex in het kader van de rijksmonumentenprocedure niet op de rijksmonumentenlijst te plaatsen. De Federatie voor Luchtvaartarcheologie, de Stichting Menno van Coehoorn en het Cuypers Genootschap hadden om een dergelijke status verzocht. Wel willen GS bij verdere inrichting van gebied, conform de aanduidingen in streekplan Zuid-Holland West, zoveel mogelijk cultuurhistorische waarden inpassen.

Aanleiding voor de verzoeken voor een monumentenstatus is de concrete dreiging van sloop van de legeringgebouwen aan de westzijde van de Wassenaarseweg in Katwijk. De eigenaar van de gebouwen, het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, heeft de gemeente hier om verzocht. De beide verzoeken hebben geen betrekking op het gebied van de huidige luchthaven, waar duurzame bebouwing in de toekomst juist de bijzondere aandacht van GS heeft.

Het complex Marine Vliegkamp bestaat uit de aan de westzijde en oostzijde van de Wassenaarseweg gelegen stenen kampgebouwen (legeringgebouwen, barakken en groenaanleg) in Katwijk. Verder beslaat het complex ook de relicten van de verdedigingslinie de Atlantikwall (betonbunkers muurwerk en antitankgrachten, etc.) op het grondgebied van de gemeenten Katwijk, Wassenaar en Valkenburg.

De cultuurhistorische waarden van het gehele complex zijn (nog) niet zodanig dat tot een positief advies over rijksbescherming kan worden overgegaan. Om die reden is het college ook van oordeel, dat aanwijzing tot provinciaal monument niet aan de orde kan zijn. Verder is de toekomstige ontwikkeling en inrichting van het gebied van belang. Te denken valt aan aan de voornemens rond de toekomst van het vliegveld Valkenburg en de stedelijke as Leiden-Katwijk. Over deze plannen bestaat nog geen zodanige duidelijkheid dat dit een vorm van monumentale bescherming (vanuit rijk of provincie) rechtvaardigt. GS menen dat de monumentale bescherming van het complex primair in nationaal verband moet worden afgewogen. Daarbij worden de cultuurhistorische waarden van het complex bezien in relatie tot de gehele oorlogsarchitectuur.

Het college van GS realiseert zich dat het besluit, waarbij monumentale bescherming niet aan de orde is, kan leiden tot volledige of gedeeltelijke sloop. Bij besluitvorming over de toekomstige ontwikkeling en inrichting van het gebied zal zij daarom zoveel mogelijk rekening houden met de aanwezige cultuurhistorische waarden met als doel een zo goed mogelijk inpassing van het complex.

Het voorlopige standpunt wordt nu ter behandeling voorgelegd bij de Statencommissie Samenleving. Het definitieve besluit van GS volgt na de behandeling in de commissie.

Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22