Gemeente Breda

'Hart voor je Buurt' krijgt meer dan één miljoen euro voor vijf jaar

Graffiti fietstunnels 2003 068.jpg

Burgemeester en wethouders hebben voor de komende vijf jaar ruim één miljoen euro bestemd voor de campagne Hart voor je Buurt. Van dit geld, dat in het kader van het Grotestedenbeleid beschikbaar is voor de campagne, wordt jaarlijks zon 200.000,- ingezet voor projecten tot 5.000,-.

Nog meer dan voorheen komt het accent in 2005 te liggen op zelfwerkzaamheid van initiatiefnemers en op de creativiteit van de projecten.

Uit de evaluatie van de campagne blijkt dat er in 2004 weer veel is bereikt met 'Hart voor je Buurt'. Tijdens drie rondes werden er maar liefst 187 subsidieverzoeken ingediend, waarvan er 93 werden gehonoreerd voor een bedrag van 260.000,-. Van die 93 verzoeken hadden er 31 betrekking op de aanschaf van speeltoestellen, waaronder tien tafeltennistafels. Omdat de dienst Stadsbeheer, die verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte, terecht eisen stelt aan de kwaliteit en veiligheid van die toestellen, vielen projecten nogal eens duurder uit dan begroot en kon vaak ook niet worden voldaan aan het criterium van zelfwerkzaamheid. Dit is, samen met het feit dat in 2004 éénderde deel van het Hart voor je Buurtbudget naar speeltoestellen ging, aanleiding voor het college om volgend jaar bij de beoordeling van de verzoeken extra kritisch te kijken naar de creativiteit van projecten en naar de mate, waarin bewoners zelf de handen uit de mouwen steken om die te realiseren.

Van de overige 62 gehonoreerde verzoeken hadden er 25 betrekking op financiële ondersteuning van bijeenkomsten voor bewoners, voor straatfeesten en andere buurtgerichte evenementen, negen op beplantingen en onderhoud van de woonomgeving en elf op veiligheidsmaatregelen, zoals het afsluiten van brandgangen, het aanbrengen van verlichting op donkere plekken en het plaatsen van hekwerken. Verder hadden er zes betrekking op verbetering van de leefomgeving, vier op de aanschaf van materialen, twee op kunstwerken, twee op bevordering van de integratie, één op activiteiten voor ouderen en twee op diverse zaken die niet onder één van de categorieën hierboven zijn onder te brengen.

Het is overigens voor het eerst sinds de campagne in 99 van start ging, dat er in 2004 vanwege het overweldigende aantal aanvragen subsidieverzoeken moesten worden doorgeschoven naar 2005 om de eenvoudige reden dat het geld op was. Van de 93 gehonoreerde verzoeken in 2004 kwamen er 31 uit het district Zuidoost, 24 uit Zuidwest, 19 uit Noordwest, 9 uit het Centrum, 8 uit Noordoost en was er één wijkoverstijgend. Dat er zo weinig verzoeken uit de districten Centrum en Noordoost kwamen, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat er in het centrum minder mensen wonen en dat de bewoners van Noordoost al de gelegenheid hebben om initiatieven tot verbetering van de wijk in te dienen via het project Samenwerken Aan Leefbaarheid. Behalve in Noordoost loopt dit project ook in de wijk Heuvel.

De criteria om voor subsidie in aanmerking te komen, zijn in 2005 hetzelfde als in de jaren daarvoor: initiatieven moeten de buurt prettiger, leefbaarder en/of veiliger maken, een gezamenlijk belang dienen, binnen korte tijd uitvoerbaar zijn en snel effect hebben. Het moet gaan om een éénmalige activiteit (dus niet jaarlijks terugkerend), die buurtbewoners zoveel mogelijk zelf realiseren. Hun betrokkenheid, inbreng en zelfwerkzaamheid moeten dus duidelijk uit de aanvraag blijken. Daarnaast verdienen projecten, die op een creatieve manier ingevuld gaan worden en die erop gericht zijn om bewoners samen te brengen, de voorkeur. Overigens horen initiatieven die het gemeentelijk beleid doorkruisen, zoals verkeersmaatregelen en ingrijpende herinrichtingen, niet bij Hart voor je Buurt thuis en worden consumpties bij straat- en buurtfeesten niet vergoed.

Subsidieaanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. Drie keer per jaar - in maart, mei en oktober - heeft toekenning van subsidies plaats, waarover het comité Hart voor je Buurt het college adviseert. In situaties waarbij vragen rijzen over projecten binnen een bepaalde wijk, buurt of dorp, consulteert het comité steeds de betreffende wijk- of dorpsraad. Want comité en college blijven de wijk- en dorpsraden als belangrijke intermediairs beschouwen. Ze hebben de nodige expertise en kennis en weten welke (bewoners)organisaties actief zijn binnen hun eigen buurt, wijk of dorp en welke groeperingen misschien wat extra stimulans of hulp kunnen gebruiken. Door middel van een nieuwsbrief worden de wijk- en dorpsraden periodiek geïnformeerd over de projecten, waarop zij uiteraard steeds kunnen reageren.

Breda, 19 januari 2005