Gemeente Doetinchem

Bestuur benoemt prioriteiten


- 19 januari 2005 -
Het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem heeft zich gebogen over hun nieuwe werkwijze. Op basis van het Koersdocument 2005-2010 zijn voor het eerste jaar zeven topprioriteiten benoemd. De voortgang ervan zal het nieuwe bestuur maandelijks onder de loep nemen.

Sociale participatie is een belangrijk item. Zo is Doetinchem proeftuin voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en biedt ook de Wet Werk en Bijstand (WWB) nieuwe kapstokken voor een sociaal actieprogramma. Dit voorjaar zullen acties, projecten en maatregelen onderling met elkaar in verband gebracht worden. Met woningcorporaties wil het nieuwe college prestatie-afspraken maken en ook met de partners in de wijkontwikkeling zullen vervolgafspraken gemaakt gaan worden.

De nieuwe structuurvisie voor het hele grondgebied zal gaan bestaan uit meerdere deelvisies. De visie op het stadscentrum staat voor de zomer als één van de eerste op het programma. Een plan aanpak voor de structuurvisie zal de komende weken afgerond worden zodat medio november 2005 een concept-structuurvisie in de gemeenteraad besproken kan worden. Voor de dorpsvisie Wehl en de plattelandsontwikkeling zullen er dit voorjaar de speerpunten vastgesteld moeten zijn.

Het college wil de discussie met de raad over de bouw van een nieuw theater in mei afronden. Tevens zal dan helder moeten zijn tot welke hoogte de gemeente Doetinchem wil investeren. Voor de praktijkschool en de brede school De Timpaan wil het nieuwe gemeentebestuur eerst de financiële situatie helder krijgen en deze in de gemeenteraad van juni bij de behandeling van de Voorjaarsnota aan de orde stellen.

Het nieuwe college van burgemeester en wethouders wil de gemeentelijke organisatie nieuwe impulsen geven. Eén van de middelen die daartoe wordt ingezet is het inloopuur op dinsdagmiddag van 16.30 tot 17.30 uur. De ingangsdatum is 1 februari 2005.
Daarnaast zijn er een reeks inloopavonden en wijk- en bedrijfsbezoeken in voorbereiding. Uiteindelijk moeten de vele gesprekken en bezoeken aan de ene kant uitmonden in een betere dienstverlening aan burgers en bedrijven en aan de andere kant tot een meer gezamenlijke aanpak van de ontwikkeling van de gehele gemeente.