Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen ambtsbericht Irak - December 2004

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken

Afdeling Asiel- en Migratiezaken

14 december 2004

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


1 Inleiding
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Irak beschreven, voorzover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Irak en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Iraakse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Irak (laatstelijk 3 juni 2004). Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van 3 juni tot 24 november 2004. Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse1, vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in Irak, omliggende landen, in EU-lidstaten en de VS aan dit algemeen ambtsbericht

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


2 Landeninformatie
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
De Republiek Irak heeft een oppervlakte van circa 444.000 km2. Irak telde in 1993 ongeveer 20 miljoen inwoners2. De bevolking van Irak werd in 2004 geschat op ongeveer 25,3 miljoen.3
Etnisch en linguïstisch kunnen in Irak onder meer Arabieren, Koerden4, Turkmenen, Assyriërs, Armeniërs5 en Mandeeërs6 worden onderscheiden. Schattingen van het percentage Arabieren in geheel Irak variëren van 70 tot 85 %. Schattingen over het percentage Koerden variëren van 15 tot 20 %. Irak is overwegend islamitisch, 97 % is moslim. Sjiieten vormen de grootste groep moslims (circa 62 %) in Irak. De sjiitische gemeenschap in Irak bestaat overwegend uit Arabieren. Iraakse soennieten (circa 35 %) zijn vooral Koerden (15-20 %) en Arabieren (circa 15 %).7 8 Daarnaast bestaan er verschillende religieuze minderheden, waaronder christenen9, Mandeeërs en yezidi's10. 2 Fischer Weltalmanach 1996; Harenberg Landerlexikon 1995/1996. Volgens een officiële volkstelling door de autoriteiten in Bagdad zouden er in 1997 in heel Irak 22 miljoen mensen hebben gewoond.

3 CIA World Fact Book 2004 ­ Iraq, Washington, 2004.
4 Zie voor meer informatie over Koerden, Turkmenen en Assyriërs hoofdstuk 3.
5 Het aantal Armeniërs in Irak werd in 2001 geschat op circa 20.000. De meerderheid van de Armeniërs is in Bagdad woonachtig. Eveneens zijn er kleine Armeense gemeenschappen in en nabij Mosul, Basra en Kirkuk. Zie ook algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.

6 Zie ook 3.4.8.4.

7 CIA World Fact Book 2004 ­ Iraq en www.globalsecurity.org
8 De soennitische en de sjiitische islam zijn de grootste geloofsstromingen binnen de islam. Aanhangers van de soennitische islam - soennieten - volgen de `sunna', de gedragslijn van de profeet Mohammed. Deze is schriftelijk vastgelegd in de verzameling van mondelinge overleveringen over hem (de zogenaamde `hadith'). Het overgrote merendeel van de moslims ter wereld is soennitisch. De sjiitische islam ontstond in de zevende eeuw na een geschil over de opvolging van de profeet Mohammed. Sjiieten (afkomstig van `Sji'at Ali' ofwel `Partij van Ali') zijn de mening toegedaan dat de opvolgers van Mohammed nakomelingen zijn van diens neef Ali, die getrouwd was met Mohammeds dochter Fatima. Zie ook 3.4.8.1 en 3.4.8.2.

9 Zie hoofdstuk 3.4.8.3.
10 Zie voor informatie over yezidi's algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 en algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De Republiek Irak was sinds het einde van de Golfoorlog in 1991 de facto in tweeën uiteen gevallen, waarbij Noord-Irak11 was onttrokken aan het centrale gezag in Bagdad. Noord-Irak stond sindsdien onder controle van de Koerdische partijen PUK (`Patriotic Union of Kurdistan) en KDP (`Kurdistan Democratic Party') terwijl Centraal-Irak onder het gezag van de regering onder leiding van president Saddam Hoessein in Bagdad viel. De militaire interventie van de coalitie

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

KRG-gebieden
Het Koerdisch14 geldt in de KRG-gebieden, als officiële taal.15 Het Arabisch is sinds 1991 niet of nauwelijks meer gebruikt in schriftelijke stukken van de overheid. Het Arabisch heeft onder de TAL in de KRG-gebieden dezelfde status als het Koerdisch. Het gebruik van de Arabische taal is in dit gebied het laatste decennium afgenomen. De meerderheid van de bevolking beheerst in meer of mindere mate zowel het Koerdisch als het Arabisch.16 In de KRG-gebieden worden verschillende Koerdische talen gesproken.17 Onderwijs wordt sinds 1991 gegeven in het Koerdisch, op primair, secundair en tertiair niveau. Arabisch wordt gedoceerd als vreemde taal. Het Arabisch is in de KRG-gebieden een verplichte vreemde taal op basisscholen voor leerlingen vanaf vier jaar. Op secundair niveau is Arabisch een eindexamenvak. Op tertiair niveau wordt Arabisch eveneens als verplicht vak onderwezen. In de tijdelijke grondwet is voorts opgenomen dat men het recht heeft onderwijs in de moedertaal18 te volgen. In het gebied onder de controle van de KRG/KDP kan men onderwijs ­ op primair en secundair niveau - in het Sureth19 volgen.20 Er zijn geen scholen die Sureth-talig onderwijs verschaffen in het KRG/PUK- gebied. Hier zijn zeer weinig Assyriërs woonachtig. Iraakse yezidi's, voor een groot deel woonachtig in de omgeving van Sinjar, Mosul, Sheikhan/Ain Sifni,/Ain SiRgrir ndeai(en s2( de

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

2003 met een militaire interventie beëindigd.21 Vervolgens voerden de `Coalition Provisional Authority' (CPA) en sinds juli 2003 ook de `Iraqi Governing Council' (IGC) het bestuur over Irak.22 Op 1 juni 2004 trad een nieuwe tijdelijke regering (interimregering) aan, dat sindsdien verantwoordelijk is voor het bestuur van Irak, met inbegrip van het gebied dat voorheen onder het gezag van de Koerdische partijen PUK en KDP stond. De IGC is op 1 juni jl. direct ontbonden.23 2.1.3 Staatsinrichting
De Iraakse staatsinrichting verkeert thans in een overgangsfase. Op 8 juni 2004 werd door de VN-Veiligheidsraad unaniem resolutie 1546 aanvaard. Deze resolutie legt een politiek tijdsschema vast, dat eind 2005 dient uit te monden in het aantreden van een democatisch gekozen regering. Nationaal bestuur
In de periode van 28 juni24 jl. tot eind januari 2005 wordt Irak geregeerd door een soevereine Iraakse interimregering25 onder leiding van premier Iyad Allawi, gecontroleerd en bijgestaan door een nationale interimraad. Sjeik Ghazi Al-Yawar is begin juni jl. benoemd tot president. Eind januari 2005 dienen verkiezingen plaats te vinden voor een overgangsparlement (`Transitional National Assembly' of TNA) dat verantwoordelijk is voor de samenstelling van een overgangsregering, `Transitional Government'. De TNA heeft de taak een permanente grondwet op te stellen. Het politieke proces, zoals vastgelegd in VNVR-resolutie 1546, zou moeten leiden tot nieuwe verkiezingen en een legitiem gekozen regering, uiterlijk december 2005.26

21 Zie ook: Ministerie van Buitenlandse Zaken, `Algemene beschrijving van de huidige situatie in Irak', 11 juni 2003. Zie voor een beschrijving over de situatie in Centraal-Irak en Noord- Irak voorafgaand aan de militaire interventie onder meer de algemene ambtsberichten Centraal-Irak, mei 2003, november 2002 en Noord-Irak, mei 2003 en oktober 2002. 22 De IGC wees in september 2003 een tijdelijk kabinet aan. De CPA behield het vetorecht over beslissingen van de IGC. Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, januari en juni 2004. 23 Zie verder 2.2.
24 Op 28 juni 2004 vond de machtsoverdracht plaats. De CPA is diezelfde dag ontbonden. 25 De volgende partijen hebben vertegenwoordiging in de interimregering: `Supreme Council of the Islamic Revolution in Iraq' (SCIRI), de islamitische partij `Al-Da'wa', `Iraqi National Congress' (INC), `Iraqi National Accord' (INA), `Kurdistan Democratic Party' (KDP), `Patriotic Union of Kurdistan' (PUK), `Assyrian Democratic Movement' (ADM), `Iraqi Independent Democrats' en `Iraqi Islamic Party'. Deze laatste is in november uit de interimregering getreden uit protest tegen de militaire acties in Falluja. Een aantal kabinetsleden is niet verbonden aan een politieke partij. 26 Uit het tijdspad, zoals neergelegd in VNVR-1546, volgt dat de door de TNA opgestelde grondwet dient te worden geratificeerd door middel van een nationaal referendum, dat uiterlijk 15 oktober dient plaats te hebben. Vervolgens dienen verkiezingen plaats te vinden voor een nieuwe regering (uiterlijk december 2005).
---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De TAL biedt de grondslagen voor het bestuur van Irak tijdens de interimperiode. De TAL is sinds 28 juni 2004 van kracht totdat - uiterlijk 31 december 2005 - een legitiem gekozen regering is samengesteld. Irak zal volgens de tijdelijke grondwet een federale structuur kennen, democratisch en pluralistisch van aard zijn, met een scheiding der machten. Naast de federale overheid zijn er provinciale en plaatselijke overheden.27
De bevoegdheden van de interimregering zijn vastgelegd in de TAL en nader gespecificeerd in de bijlage bij de TAL van 1 juni 2004.28 Hieruit volgt dat de interimregering zich vooral zal richten op het `verschaffen van welzijn en de veiligheid van de Iraakse bevolking, het bevorderen van de wederopbouw en economische ontwikkeling en de voorbereiding van de, uiterlijk eind januari 2005 te houden, verkiezingen'. Voorts stelt de bijlage dat `de interimregering dient na te laten besluiten te nemen die de bestemming van Irak na de interimperiode zouden kunnen wijzigen'. De interimregering kan verordeningen uitvaardigen die rechtsgeldig zijn totdat deze worden aangepast door een toekomstige permanente Iraakse regering.29 30
De nationale interimraad31 heeft de bevoegdheid om de ministerraad en de president te adviseren en toe te zien op de uitvoering van de implementatie van regelgeving. Tenslotte heeft de interimraad de bevoegdheid om het nationale budget van 2005 goed te keuren. De interimraad kan, mits binnen tien dagen en bij tweederde meerderheid, regeringsdecreten blokkeren. De Iraakse autoriteiten maken voor het nationale en regionale bestuur onder meer gebruik van (senior) consultants, waarvan sommige voorafgaand aan de machtsoverdracht ook werkzaam waren voor de CPA.
Verkiezingen
De verkiezingen voor het overgangsparlement, de TNA, dienen volgens de planning op 30 januari 2005 plaats te hebben. Voor de TNA dienen 275 leden gekozen te worden, waarvan 25 % vrouwen. Deze TNA zal een presidentiële raad kiezen bestaande uit de president en twee vice-presidenten. De presidentiële raad zal een premier benoemen en op advies van de premier een raad van ministers. 27 Zie verder hoofdstuk 3, onder meer subparagraaf 3.1.2. voor de tijdelijke grondwet. 28 Zie http://www.cpa-iraq.org/government/TAL_Annex.html 29 Annex to the law for the administration of Iraq in the transitional period. 30 Volgens sectie 2 van de bijlage bij de TAL kan de ministerraad met goedkeuring van de president "issue orders with the force of law that will remain in effect until rescinded or amended by future Iraqi governments." De interimregering kan verder beslissingen nemen inzake aanstellingen, gebruik van de Iraakse militaire eenheden en is bevoegd internationale overeenkomsten te sluiten. Daarnaast vertegenwoordigt de interimregering Irak in buitenlandse betrekkingen. Wat de procedures betreft geldt dat regelgeving door de ministerraad unaniem moeten worden aangenomen met goedkeuring van de president. 31 Deze is in augustus jl. gekozen tijdens de Nationale Conferentie. Zie verder 2.2.

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Naast de verkiezingen voor de TNA dienen tegelijkertijd verkiezingen plaats te vinden voor de regionale raden in het hele land en het Koerdische parlement in de KRG-gebieden.
De `Independent Elections Commission of Iraq' (IECI) heeft een exclusief mandaat om de verkiezingen te organiseren. De IECI is autonoom, beschikt over een eigen budget en wordt geassisteerd door de VN.32 De IECI beschikte eind september 2004 over een bestand van 13,9 miljoen kiezers verspreid over alle provincies, gebaseerd op het VN-voedseldistributriesysteem. De IECI is op 1 november 2004 begonnen met de registratie van kiezers en politieke partijen. Begin november waren er 550 registratiecentra opgezet en 6500 verkiezingsmedewerkers opgeleid.33 De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de IECI zijn voorts bezig met de organisatie van `out of country voting' in 14 landen, waaronder Nederland.34
De organisatie van de verkiezingen in Irak wordt in sterke mate gehinderd door de instabiele veiligheidssituatie.35
Ter ondersteuning van de verkiezingen zijn tijdens de verslagperiode procedures en regelgeving ontwikkeld. De definiëring en goedkeuring hiervan bleken een traag proces. De meeste van deze nieuwe regelgeving is gebaseerd op de CPA orders 92 (The Independent Electoral Commission of Iraq), 96 (Electoral Law) en 97 (Political Parties and Entities Law).
Regionaal bestuur
KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden
In de provincies onder het bestuur van de KRG/KDP en de KRG/PUK is er in de bestuursstructuur op operationeel niveau weinig veranderd sinds de val van Saddam Hoessein. De regeringen in respectievelijk Erbil (KRG/KDP) en 32 De activiteiten van de VN bestaan uit ondersteuning en inbedding van de kiesraad (vooral landelijke presentie en training van commissieleden) en de voorbereiding, organisatie en planning van de verkiezingsactiviteiten. 33 Er is een voorlopig register opgezet op basis waarvan Iraakse families formulieren zullen ontvangen waarin wordt beschreven op welke wijze zij momenteel geregistreerd staan. Iedereen die voor 31 december 1986 is geboren en die kan aantonen over de Iraakse nationaliteit te beschikken, is kiesgerechtigd. Mocht de registratie niet kloppen dan kunnen personen binnen twee weken veranderingen laten doorvoeren. De registratie van politieke entiteiten vindt tegelijkertijd met de kiezersregistratie plaats. Kandidaten moeten om hun kandidatuur dan wel partij te registreren minstens 500 handtekeningen van kiesgerechtigde personen hebben. Per individuele kandidaat is het registratietarief 2.5 miljoen dinar ($1.725) en per groep 7.5 miljoen diner ($5.170). 34 De andere landen zijn Australië, Canada, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Iran, Jordanië, Syrië, Turkije, Verenigde Staten, Verenigde Arabische Emiraten en het Verenigd Koninkrijk.
35 IRIN, 5 oktober 2004. Enkele registratiekantoren werden gesloten vanwege aanslagen (BBC News, 21 november 2004)
10

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Sulaymaniyya (KRG/PUK) functioneren net als voorafgaand aan de militaire interventie.36 De twee regeringen hebben herhaaldelijk de intentie uitgesproken de twee besturen te integreren en enkele stappen hiertoe ondernomen. Van integratie van de twee besturen is tot nu toe echter weinig sprake. De regionale verkiezingen in januari 2005 zouden de beoogde integratie van de twee regeringen moeten bevorderen.37


---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Rechterlijke macht
Door de Iraakse autoriteiten wordt gewerkt aan hervorming van de rechterlijke macht in Irak. De tijdelijke grondwet moet gedurende de interimperiode de onafhankelijke positie van de rechtsmacht garanderen.43 2.2 Politieke ontwikkelingen
De verslagperiode werd gekenschetst door ontwikkelingen voortvloeiend uit het herstel van de Iraakse soevereiniteit en het aanhoudende geweld. Op 28 juni werd, twee dagen eerder dan gepland, de soevereiniteit aan de Iraakse interimregering overgedragen.44 De CPA werd diezelfde dag opgeheven. Medio augustus had in Bagdad de Nationale Conferentie plaats, waarbij de nationale interimraad werd gekozen.45 De Nationale Conferentie was een platform voor afgevaardigden uit diverse geledingen van de Iraakse samenleving.46 De verslagperiode stond verder in het teken van voorbereidingen voor de in januari geplande verkiezingen.47 Voor zover thans bekend zullen de grootste partijen48 een gezamenlijke kieslijst vormen.49 Het functioneren van de meeste Iraakse bestuurslichamen werd nog steeds beperkt door corruptie, onervarenheid van bestuurders en onduidelijkheid over bijvoorbeeld nieuwe wetgeving en procedures.


12

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Voorts werd de verslagperiode getekend door ernstige gewelddadigheden. In augustus laaiden, in onder meer Bagdad (Sadr City) en Najaf, de gevechten weer op tussen het Mehdi-leger van de sjiitische leider Muqtada Al-Sadr51 enerzijds en de Iraakse veiligheidstroepen en militairen van de Multi National Force52 (MNF) anderzijds.53 Uiteindelijk slaagden eind augustus de Iraakse autoriteiten, met bemiddeling van de sjiitische geestelijke Al-Sistani erin, een wapenstilstand te sluiten met de militie van Al-Sadr. Desalniettemin hielden de gevechten tussen de militie en de autoriteiten, die overwegend in Sadr City plaatsvonden, aan.54 Onderhandelingen brachten een tweede staakt-het-vuren tot stand op 9 oktober. In ruil voor ontwapening55 en herstel van zeggenschap van de Iraakse politie over Sadr City werden de bombardementen op Sadr City gestaakt en een gearresteerde medewerker van Al-Sadr vrijgelaten.56 Al-Sadr kondigde tijdens de verslagperiode aan met een politieke beweging verder te willen gaan in het Iraakse politieke bestel. Naar verluidt zal Al-Sadr deelnemen aan de verkiezingen in januari 2005.57 Ook was er nog altijd sprake van hevig verzet van soennitische militanten tegen de Iraakse interimregering en aanwezigheid van militairen van de MNF in het midden van het land.58 59 In steden als Falluja, Samarra, Tell-Afar, Mosul en Ramadi hebben milities (af en aan) de feitelijke controle in handen gehad.60 Door middel 51 Zie ook het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 voor meer informatie over Al-Sadr. 52 Zie 2.3.
53 De gevechten hebben naar schatting honderden levens gekost. Zie 2.3. 54 Middle East International, 10 september 2004 55 In oktober ging, in het kader van de wapenstilstand met de militie van Al-Sadr, een ontwapeningscampagne van de interimregering van start. Men kreeg vijf dagen de tijd om zware en middelzware wapens in te leveren in ruil voor geld. Deze campagne werd enkele dagen later verlengd. (AP, 12 oktober 2004. Reuters, 10 oktober 2004; RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004; AP, 19 oktober 2004) Aangenomen werd dat deze campagne beperkt succes had. Zo luiden geruchten dat deze campagne juist handel in verouderde wapens deed ontstaan.
56 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 37, 8 oktober 2004. 57 Bij het overeenkomen van de wapenstilstand in oktober werd Al-Sadr uitgenodigd deel te nemen aan de verkiezingen op voorwaarde dat zijn militie zich ontwapende. Al-Sadr heeft begin november via een woordvoerder laten weten een nieuwe politieke organisatie te willen oprichten (`National Front for the Liberation of Iraq'), die `partijen en groeperingen gekant tegen de bezetting dient te verenigen'. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 41, 5 november 2004; Middle East International, 21 oktober 2004) 58 Zie 2.3.
59 Plaatselijk is sprake geweest van samenwerking tussen de militie van Al-Sadr en soennitische verzetsstrijders.
60 IWPR's Iraqi Crisis Report, no 83, 17 september 2004; Reuters, `Guerilla strongholds in Iraq', 23 september 2004; Die Welt, 20 september 2004; Los Angeles Times, 10 september 2004; Volkskrant, 9 september 2004; AP, `US and Iraqi security forceslaunch attacks in northern Iraq', 9 september 2004; AP,'US forces enter the northern city of Samarra', 9 september 2004; AFP, `US forces battle Iraqi rebels as hundreds of suspects seized', 5 september 2004

13

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

van besprekingen met lokale leiders, maar ook met militaire acties is getracht verzetshaarden in deze steden te beteugelen.61 Begin november begonnen Iraakse en Amerikaanse militairen een grootschalig offensief gericht op het neerslaan van verzetsstrijders in Falluja.62 Deze aanval wekte veel weerstand op onder de soennitische gemeenschap en bracht de soennitische `Iraq Islamic Party' ertoe uit protest tegen het offensief uit de interimregering te stappen.63 KRG-gebieden
De Koerdische gebieden functioneren volgens de tijdelijke grondwet in de interimperiode feitelijk autonoom.64 De KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten hanteren dezelfde scheidslijn ten opzichte van de rest van Irak als voorafgaand aan de militaire interventie. In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat na vaststelling van een permanente grondwet zal worden bepaald onder welk regionaal gezag Kirkuk zal komen. 65 66 67
Vanwege beperkte onderzoeksmogelijkheden is niet bekend of er thans in de KRG-gebieden bepaalde plaatsen of regio's buiten de controle van de Koerdische autoriteiten vallen.68
Internationaal
In de verslagperiode heeft de VN de activiteiten in Irak weer op zeer beperkte schaal uitgebreid sinds de terugtrekking van het internationale personeel in 2003.69 61 Zie 2.3. en de bijlage met incidenten. 62 Men ging ervan uit dat de terroristische leider Al-Zarqawi zich ophield in Falluja. Zie ook 2.3.
63 AP, `Sunni party withdraws from Iraq government', 9 november 2004. Uit de pers werd vervolgens vernomen dat Nasir Ayaef, lid van de Iraqi Islamic Party was gearresteerd. Volgens een medewerker van de partij zou de arrestatie te maken hebben met de kritiek van de Iraqi Islamic Party inzake de militaire operatie in Falluja (New York Times, 17 november 2004). De soennitische `Muslim Scholars Association' dreigde met het oproepen tot een boycot van de verkiezingen als Falluja zou worden aangevallen (AP, `Iraqi government declares 60-day state of emergency', 7 november 2004.) 64

14

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De Secretaris-Generaal van de VN, Kofi Annan, heeft in juli de Pakistaanse diplomaat Ashraf Jehangir Qazi tot nieuwe Speciale Vertegenwoordiger (SRSG) voor Irak benoemd. Op basis van Veiligheidsraadresolutie 1546 van 8 juni jl. speelt de VN, op verzoek van de Iraakse interimregering, een leidende rol ten aanzien van het organiseren van verkiezingen en de totstandkoming van een Iraakse grondwet.70 In augustus werd het mandaat van de `United Nations Assistance Mission for Iraq' (UNAMI), verantwoordelijk voor de invulling van deze taken, met 12 maanden verlengd.71
Tijdens de verslagperiode bracht premier Allawi een bezoek aan een aantal landen in de regio. Naast kennismaking, stond de veiligheidssituatie in Irak hoog op de agenda. In dit kader is het belang van verscherpte grenscontrole diverse keren benadrukt. Ook hebben leden van de Iraakse regering bezoeken gebracht aan de VS en Europese landen.
Tijdens de zesde bijeenkomst op 21 juli van de `Buurlandenconferentie' (Irak, Egypte, Iran, Jordanië, Koeweit, Saoedi-Arabië, Syrië en Turkije) werd door de verschillende landen wederom steun uitgesproken voor de territoriale integriteit van Irak.72 Op 22-23 november vond een internationale bijeenkomst over Irak plaats te Sharm El-Sheikh, Egypte. Hierbij werd onder meer steun uitgesproken voor het Iraakse politieke proces en het belang van regionale stabiliteit benadrukt. 2.3 Veiligheidssituatie
De verslagperiode toont een verdere verslechtering van de veiligheidssituatie ten opzichte van de vorige verslagperiode. In bepaalde gebieden, waaronder de KRG- gebieden, is het relatief rustig.
Het aantal burgerslachtoffers ten gevolge van aanslagen en militaire acties73 laat een stijging zien ten opzichte van de voorgaande verslagperiode. Ook is sprake

aanslag op het ICRC-kantoor in oktober 2003 besloot de VN het internationale personeel tijdelijk terug te trekken uit Bagdad. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004. 70 Voorts biedt de VN ondersteuning op het gebied van onder meer de ontwikkeling van civiele en sociale diensten, wederopbouw en humanitaire hulp, bevordering van de mensenrechten en versterking van de `rule of law'. 71 VNVR-resolutie 1557 (2004), 12 augustus 2004. UNAMI opereert overigens overwegend vanuit het buitenland. 72 In het bijzonder werden de inspanningen van de interimregering om haar politieke en veiligheidsverantwoordelijkheden op zich te nemen gesteund, alsmede het politieke proces. Bovendien werd het belang van de steun van de zijde van de VN en diens centrale rol in het politieke proces herhaald. 73 In een poging het verzet te beteugelen hebben de Iraakse autoriteiten samen met de MNF militaire acties uitgevoerd in verschillende steden, waaronder Bagdad (Sadr City), Falluja, Samarra en Tell-Afar. Begin november werd een grootschalig offensief op Falluja ingezet. In het verlengde hiervan kondigde premier Allawi op 7 november de noodtoestand (zie ook 3.1.2.) af voor de duur van 60 dagen, voor geheel Irak, met uitzondering van de KRG-
15

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

van een stijging van het aantal incidenten in vergelijking met de vorige verslagperiode.74 Voorts komen, in vergelijking met de vorige verslagperiode, ontvoeringen van Irakezen en buitenlanders, waarbij onder meer de terugtrekking van de MNF75 geëist werd, vaker voor.76 Het verzet lijkt beter georganiseerd dan voorheen.77
Het geweld doet zich, net als in de vorige verslagperiode, overwegend in het midden, maar ook in bepaalde delen van het noorden en zuiden van het land voor. Het geweld concentreert zich in (de omgeving van) Bagdad, Falluja, Ramadi, Samarra, Baquba, Kirkuk en Mosul. Ook in delen van het zuiden, vooral in (de omgeving van) Najaf, is af en toe sprake van een instabiele veiligheidssituatie. Er zijn echter ook gebieden, in het bijzonder de KRG-gebieden, waar het relatief rustig is en beduidend minder aanslagen voorkomen.78 Door de Iraakse autoriteiten is voorts naar voren gebracht dat in circa vijftien van de achttien provincies de situatie veilig genoeg was om verkiezingen te kunnen houden.79 De veiligheidssituatie is in de verslagperiode wederom getekend door hevige gevechten sinds augustus tussen aanhangers van Muqtada Al-Sadr enerzijds en Iraakse veiligheidstroepen en militairen van de MNF anderzijds.80 De pogingen om de militie te ontwapenen lijken enige rust tot stand te hebben gebracht.81 Sinds

gebieden. (The New York Times, 8 november 2004. AP, `Iraq government declares 60-day state of emergency', 7 november 2004.)


16

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

september is het geweld vooral gericht tegen de interimregering, de MNF en personen die verondersteld worden hieraan verbonden te zijn, in de zogenaamde soennitische driehoek82. Strijders hebben af en aan controle uitgeoefend over onder meer Falluja, Samarra, Mosul, Ramadi en delen van Bagdad. Er vinden veel aanslagen plaats gericht tegen Irakezen die zichtbaar samenwerken met de interimregering en / of de MNF. Hierbij valt onder meer te denken aan Iraakse politieke figuren, ambtenaren, personeel van het veiligheidsapparaat (vooral politie en leger), tolken of Irakezen die op andere wijze voor de interimregering, internationale organisaties en bedrijven in Irak werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken. Ook is het geweld gericht tegen buitenlanders, al dan niet (verondersteld) verbonden (te zijn) aan de interimregering en / of de MNF.83

De Iraakse veiligheidsorganisaties en de MNF bleken tijdens de verslagperiode veelal niet in staat voldoende bescherming te bieden aan burgers. 84 85 Functionarissen van de Iraakse veiligheidsorganisaties en MNF zijn zelf veelvuldig doelwit geweest van aanslagen.86 Verschillende ontwapeningscampagnes87 zijn opgezet, die echter beperkt succes hebben gehad.88 De VN heeft de veiligheidssituatie als `uiterst instabiel', `gevaarlijk' en een `vicieuze cirkel van geweld' beoordeeld en heeft verschillende keren benadrukt 82 Onder de soennitische driehoek wordt ruwweg het gebied verstaan gelegen tussen Bagdad ­ Ramadi ­ Mosul.
83 Zo was publiekelijk bekend dat CARE-directeur Margaret Hassan en de Japanse toerist Shosei Koda niet verbonden waren aan de interimregering danwel de MNF. Toch werden zij om het leven gebracht door tegenstanders van de interimregering danwel de aanwezigheid van de MNF.
84 IRIN, `Interview with UN human rights office chief', 29 september 2004. 85 Hoewel met de opbouw van veiligheidsorganisaties voortgang geboekt is, wordt ordehandhaving door deze organisaties beperkt door gebrek aan personeel en materieel. (UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004; Brian Bennet, `The world's toughest', Time Magazine, 1 maart 2004. Zaid H. Fahmi, `As corruption grows public, security is more at stake', Iraq Today, 1 maart 2004. Maher H. Abdullah, `Way of death is as deadly as ever', Iraq Today, 15 maart 2004.) Capaciteitsbeperkingen en de beperkte mate waarin het nieuwe personeel getraind is, staan afdoende beschermingsmogelijkheden in de weg. Daarnaast is het niet waarschijnlijk dat Iraakse burgers bescherming zullen zoeken bij de MNF. Aangenomen wordt dat dit geldt voor het gehele land. Voorts wordt aangenomen dat in sommige delen van Irak, bijvoorbeeld in de KRG-gebieden en het zuiden, burgers in voorkomende gevallen bescherming zullen zoeken bij Iraakse veiligheidsorganisaties. 86 Zie ook 3.4.5. Het `Brookings Institution' stelt dat tussen 1 mei 2003 en 24 september 2004 het aantal dodelijke slachtoffers onder Iraakse rekruten 721 bedroeg. Dit aantal lag volgens dezelfde bron tussen 24 september 2004 ­ 26 oktober 2004 op 779 (Brookings Institution, `Iraq Index', 1 november 2004).
87 Zie ook 2.2 voor informatie over de ontwapening van de militie van Al-Sadr. 88 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004
17

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

dat vooral Iraakse burgers het slachtoffer zijn van geweld.89 Exacte cijfers zijn niet bekend, maar schattingen lopen van enkele tienduizenden tot honderdduizend slachtoffers, met inbegrip van het militair ingrijpen van voorjaar 2003.90 Amnesty International en Human Rights Watch hebben hun zorgen geuit over het feit dat veel burgers worden getroffen door geweld.91
De verantwoordelijkheid voor het geweld wordt toegeschreven aan onder andere fundamentalistische groeperingen en voorstanders van het voormalige Iraakse bewind. Van diverse kanten is regelmatig naar voren gebracht dat ook buitenlandse strijders nauw betrokken zouden zijn bij aanslagen. Het aantal actieve verzetsstrijders is in de verslagperiode geschat op 20.000 personen.92 Naast politiek gemotiveerde aanslagen komt criminaliteit veelvuldig voor.93 De amnestie voor gedetineerde criminelen onder het bewind van Saddam Hoessein eind 2002 heeft bijgedragen aan de hoge criminaliteit.94 Aangenomen wordt dat bloed- en eerwraak95 in heel Irak voorkomt.96 Aantallen zijn niet bekend. In hoeverre het mogelijk is om bescherming te vinden tegen 89 Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004; Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 30 of resolution 1546 (2004). UNHCR Return Advisory Regarding Iraqi Asylum Seekers and Refugees, september 2004; Statement by SRSG Qazi to the Security Council, 14 september 2004; UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004; UN News Service, 14 september 2004. 90 Zie bijvoorbeeld: www.iraqbodycount.net; Report of the High Commissioner for human rights, `The present situation in Iraq', juni 2004; The Lancet, `Mortality before and after the 2003 invasion of Iraq: cluster sample survey', 29 oktober 2004; SS/2004/710, 14 september 2004. Volgens twee Amerikaanse denktanks zouden sinds het begin van het militair offensief in maart 2003 circa 11.000 burgerslachtoffers
18

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

bloed- en eerwraak bij de huidige Iraakse veiligheidsorganisaties is momenteel niet goed in te schatten. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre men zich kan onttrekken aan de dreiging van bloed- en eerwraak door zich elders in Irak te vestigen.
Veiligheidsorganisaties97
Beoogd wordt een veiligheidsapparaat op te bouwen bestaande uit vijf onderdelen: leger, politie, grensbewaking / douane, bewaking van installaties en een nationale garde (Iraqi National Guard, voorheen Iraqi Civil Defense Corps98).99 100 Tijdens de verslagperiode werd de training van personeel voor de nieuwe veiligheidsorganisaties voortgezet.101 Hierbij wordt naar een totaal aantal van 260.000 manschappen gestreefd. Ook de NAVO (Noord-Atlantische Verdrags Organisatie) draagt met de NAVO-trainingsmissie bij aan de opbouw van de Iraakse veiligheidsorganisaties.102 Voorts zijn in het zuiden de `Local Security Force' nog steeds actief als lokale wacht.103
Uit de pers werd vernomen dat het Iraakse ministerie van Defensie voormalige legerofficieren uitnodigde opnieuw toe te treden tot het Iraakse leger. Kandidaten zouden worden gescreend voordat ze eventueel worden aangenomen.104 Tijdens de verslagperiode was in de Iraakse veiligheidsorganisaties sprake van desertie, zo 97 Met CPA-verordening 2 `dissolution of entities' van 23 mei 2003 zijn alle Iraakse militaire en paramilitaire instellingen actief onder het regime van Saddam Hoessein ontbonden. Ook de 'Iraqi Military Law Nr. 13' van 1940, 'Iraqi Military Procedures Law Nr. 44' van 1941, 'Code of Legal Notification of Military Personnel Nr. 106' van 1960, 'Punishment of Military Deserters Law Nr. 28' van 1972 en 'Penal Code of the Popular Army Nr. 32' van 1984 zijn komen te vervallen. Zie voor meer informatie over het leger het algemeen ambtsbericht Irak van 3 juni 2004.
98 Net als in de ICDC nemen naar verluidt veel militieleden deel aan de ING (algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004).
99 Voor meer informatie over veiligheidsorganisaties zie het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004.
100 De ING valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Defensie. Politie en grensbewaking vallen onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. De ING kan ook worden ingezet voor de binnenlandse veiligheid. Zie ook de brief aan de Tweede Kamer van de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken, dd 15 oktober 2004, DAM-586/04. 101 AP, 22 oktober 2004; AFP, `Quelque 1000 policiers irakiens achèvent un entraînement en Jordanie', 16 september 2004; Council on Foreign Relations, `Training Iraqi forces', 7 oktober 2004; UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004 102 IRIN, `NATO agrees to expand presence', 23 september 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004.
103 Milities gelieerd aan bepaalde stammen of groeperingen worden hier eventueel voor ingezet. Vaak werken de `Local Security Forces' ook wel samen met de politie. 104 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 37, 8 oktober 2004.
19

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

werd uit de pers vernomen.105 Voorts bleken de nieuwe veiligheidsorganisaties geïnfiltreerd te zijn door Iraakse verzetsstrijders.106 Milities
Er bestaan in Irak tientallen milities al dan niet verbonden aan politieke en religieuze partijen en / of groeperingen. Voor algemene informatie over een aantal milities, min of meer actief in verschillende delen van Irak, wordt verwezen naar het algemeen ambtsbericht Irak van juni 2004.107 Voorts bleek uit de verslagperiode het volgende.
Enkele islamitische milities hebben hevig verzet geleverd tegen de Iraakse veiligheidstroepen en militairen van de MNF. Ook is een aantal van deze milities verantwoordelijk voor aanslagen, ontvoeringen en moorden. Enkele prominente milities zijn: het Mehdi-leger108 van Muqtada Al-Sadr (vooral actief in het midden, waaronder Bagdad, en zuiden van Irak), de terroristische beweging109 van Al- Zarqawi (vooral actief in Bagdad, het midden en noorden), Ansar Al-Sunna110 (vooral actief in midden en noorden), Ansar Al-Islam111 (vooral actief in het noorden).112 113
105 Zie 3.4.5.
106


20

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De Iraakse interimregering heeft met negen politieke partijen een akkoord bereikt over de opheffing van hun milities (waaronder de Koerdische peshmerga's114 en de Badr-organisatie115).116 Leden kunnen plaatsnemen in de nieuwe Iraakse veiligheidsorganisaties.117 Op welke termijn dit dient te geschieden is niet met zekerheid vast te stellen. Begin november 2004 is evenwel vernomen dat de Badr- organisatie nog steeds actief is in het zuiden en daar ook samenwerkt met de politie.
In verschillende plaatsen, in Sadr City te Bagdad, in de soennitische driehoek (bijvoorbeeld Falluja, Samarra, Ramadi), maar ook in het noorden (Mosul) hebben milities af en aan de feitelijke controle gevoerd.118 Uit een bericht in juli 2004 werd vernomen dat de militie van Al-Sadr in verschillende plaatsen (bijvoorbeeld Sadr City, Najaf, Amara) ook wel heeft samengewerkt met de Iraakse politie ten behoeve van ordehandhaving.119
De Amerikaanse militaire autoriteiten hebben in juli besloten de status van leden van de Mujahedeen Khalq Organization (MKO) die in Irak in hechtenis zijn genomen, aan te passen.120 Deze MKO-leden vallen thans onder de bescherming van de Geneefse Conventies, hetgeen hen toegang van het Internationale Rode Kruis en de VN biedt.121 Voor zover bekend hebben geen gedwongen uitzettingen van MKO-leden vanuit kamp Ashraf naar Iran plaatsgevonden. Naar verluidt houden enkele duizenden leden van PKK/KONGRAGEL zich op in de KRG-gebieden en in Iran bij de grens met Turkije. De organisatie heeft in juni jl. de wapenstilstand122, die in 1999 tussen de Turkse autoriteiten en de PKK/KONGRAGEL bereikt was, opgezegd en sindsdien in toenemende mate

113 In het noorden zijn, voor zover bekend, de groep van Al-Zarqawi, Ansar Al-Sunna en Ansar Al-Islam vooral in de omgeving van Mosul, Kirkuk en Erbil actief. 114 Zie het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 en het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002.
115 De Badr-organisatie is de gewapende tak van de `Supreme Council of the Islamic Revolution in Iraq'. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 en het algemeen ambtsbericht Centraal- Irak, november 2002.
116 Onder de TAL zijn milities, die niet onder de bevoegdheid van de tijdelijke regering vallen, verboden. Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004, Artikel 27.
117 Reuters, 9 juni 2004; Middle East International, `Iraq's new government', 11 juni 2004; AP, `Iraqi government announcse accord to dissolve nine militias', 7 juni 2004; ANP, 7 juni 2004 118 IWPR's Iraqi Crisis Report, no 83, 17 september 2004; BBC News, `Inside besieged Falluja', 18 oktober 2004
119 IWPR's Iraqi Crisis Report, no 73, 13 juli 2004 120 De leden van de MKO in Irak zijn na de val van Saddam Hoessein ontwapend door de coalitie. Sindsdien worden ze vastgehouden in kamp Ashraf, in de buurt van Bagdad. 121 BBC News, `US protects Iran rebels in Iraq', 27 juli 2004. 122 Zie algemeen ambtsbericht Turkije, november 2003.
21

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

aanslagen gepleegd op doelen in Turkije.123 De Iraakse autoriteiten stellen zich op het standpunt dat men de aanwezigheid van terroristische organisaties niet tolereert. Het is niet bekend of de Iraakse autoriteiten in de praktijk tegen de PKK/KONGRAGEL hebben opgetreden tijdens de verslagperiode.124 Multi National Force (MNF)
Premier Allawi heeft per brief aan de VN verzocht om voortzetting van de aanwezigheid van de MNF ten behoeve van de veiligheidssituatie.125 Tijdens de verslagperiode bevonden zich circa 160.000 manschappen van de MNF in Irak. Naast de VS (circa 138.000 manschappen) en het VK (circa 8.000 manschappen) maken dertig landen deel uit van de MNF. Een aantal landen heeft tijdens de verslagperiode het voornemen geuit om in de eerste helft van 2005 hun bijdrage aan de MNF te beëindigen.126
Nederlandse militaire bijdrage
Sinds 1 augustus 2003 draagt Nederland bij aan de multinationale troepenmacht (MNF) voor Irak en is het Nederlandse contingent van ongeveer 1350 militairen operationeel in de provincie Al-Muthanna in Zuid-Irak. Naast het bevorderen van de stabiliteit en veiligheid in Al-Muthanna voeren de Nederlandse militairen CIMIC-projecten127 uit, onder meer op het gebied van wederopbouw van de Iraakse politieorganisatie, training van Iraaks veiligheidspersoneel en herstel van scholen en infrastructuur. Nederland is voornemens de troepen medio maart 2005 uit Irak terug te trekken.128
2.4 Sociaal-economische situatie
Wederopbouw
De Iraakse economie verkeert na decennia van onverantwoord sociaal-economisch beleid nog steeds in gebrekkige toestand. De economische wederopbouw wordt 123 AP, 16 augustus 2004; AFP, 8 juli 2004; Guardian, `Turks attack Kurdish rebels', 1 september 2004; Reuters, Turk PM raps US inaction in Northern Iraq vs Kurd rebels', 3 september 2004
124 Zie ook het algemeen ambtsbericht Turkije, november 2003 voor meer informatie over de PKK/KONGRAGEL.
125 Annex VNVR-resolutie 1546, 8 juni 2004. 126 AP, `US-led coalition could see desertions', 4 november 2004. 127 CIMIC staat voor `Civil Military Cooperation'. 128 Zie ook de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie, DVB/CV389/04, 12 november 2004, de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, DAM/GO-586/04, 15 oktober 2004) en brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van de minister van Defensie, 19 augustus 2004.

---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

voortgezet, maar ondervindt hinder van de veiligheidssituatie.129 De werkloosheid vormde in de verslagperiode nog steeds een groot probleem. Schattingen van het werkloosheidscijfer lopen uiteen.130 Evenwel is de dinar stabiel gebleven sinds juni jl. Voorts verwacht het IMF een groei van de Iraakse economie van 33 %. Ten behoeve van de economische ontwikkeling van Irak is het `International Monetary Fund' akkoord gegaan met een lening aan Irak van ruim USD 430 miljoen.


23

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

heeft Nederland vijf miljoen euro uitgetrokken voor humanitaire hulp (te besteden via VN en NGO's). Hiervan is 4,2 miljoen besteed.
Veel NGO's hebben hun activiteiten gestaakt dan wel het internationale personeel teruggetrokken als gevolg van de toenemende onveiligheid, in het bijzonder de aanslagen op en ontvoeringen van hulpverleners.137 De VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten heeft zijn zorgen geuit over gebrekkige toegang tot Falluja voor hulporganisaties.138

137 Zie ook 2.3, 3.3.8 en 4.3.
138 UN News Service, 16 november 2004; AP, `Relief, medical supplies reach Fallujah', 22 november 2004

24

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
Onder de tijdelijke regering blijft Irak partij bij verdragen en protocollen, inclusief de mensenrechtenverdragen.
Irak is partij bij tal van internationale mensenrechtenverdragen139, waaronder:
- Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten
- Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
- Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie
- Verdrag inzake de Voorkoming en Bestraffing van Genocide
- Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen

- Verdrag inzake de Rechten van het Kind Irak is geen partij bij het Anti-Folterverdrag (CAT). Evenmin is Irak partij bij het Vluchtelingenverdrag van Genève en het bijbehorende Protocol. 3.1.2 Nationale wetgeving
De tijdelijke grondwet (Law of Administration for the State of Iraq for the Transitional Period of kortweg Transitional Adminstrative Law)140 biedt op papier een waarborg voor een aantal fundamentele vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en overtuiging. Irak kent volgens de TAL een scheiding der machten. De islam is de officiële nationale godsdienst en geldt als een bron voor de Iraakse wetgeving. Gedurende de overgangsperiode zal wetgeving, zo luidt de TAL, niet in strijd zijn met de principes van de islam, democratische grondslagen, noch met `universele beginselen van de mensenrechten'. Volgens de TAL genieten alle Irakezen gelijke rechten en is iedereen gelijk voor de wet.141 De TAL garandeert de administratieve, culturele en politieke rechten van alle burgers.142 Uit artikel 3 van de TAL volgt dat de TAL de hoogste wet is en dat alle met de TAL conflicterende wetten en regelgeving ongeldig zijn. Voorts heeft de CPA additionele bindende verordeningen uitgevaardigd. De interimregering kan verordeningen uitvaardigen die rechtsgeldig zijn totdat deze worden aangepast 139 www.unhchr.ch
140 Zie ook 2.1.3.
141 `All Iraqis are equal in their rights without regard to gender, sect, opinion, belief, nationality, religion,, or origin, and they are equal before the law (Artikel 12). 142 Artikel 53 D.

25

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

door een toekomstige permanente Iraakse regering.143 In de TAL144 en verordening 100145 van de CPA is vastgelegd dat de bestaande wetgeving en CPA-regelgeving van kracht blijft na de machtsoverdracht tenzij of totdat de interimregering deze opschort danwel wijzigingen erin aanbrengt. Indien CPA-regelgeving, stammend uit de periode voor de soevereiniteitsoverdracht, niet toereikend is, kan worden teruggegrepen op oorspronkelijke Iraakse nationale wetgeving. De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht in de KRG-gebieden opereren sinds 1991 onafhankelijk van Bagdad. Veel onderdelen van de Iraakse wetgeving zijn na 1991 in deze gebieden ongewijzigd van kracht gebleven. Slechts politiek repressieve wetgeving en op wetgeving betrekking hebbende RCC- decreten146 zijn ongeldig verklaard. In de periode 1991 ­ 2003 zijn door KRG/KDP en KRG/PUK diverse nieuwe wetten aangenomen die afwijken van wetgeving uitgevaardigd door het voormalige regime te Bagdad. Deze wetgeving is nog altijd van kracht.
Het Koerdische parlement heeft de intentie uitgesproken haar wetgeving zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de centrale wetgeving van Bagdad. Tijdens de verslagperiode is de harmonisatie voortgezet. De integratie van de verschillende wetgeving bleek echter een traag proces. Het is niet bekend op welke termijn de harmonisatie volbracht zal zijn. Wel is in de TAL vastgelegd dat de KRG haar taken zal voortzetten tijdens de overgangsperiode147, met uitzondering van de taken die onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de interimregering in Bagdad vallen.148
The Official Gazette of Iraq
Nieuwe wetgeving zal worden gepubliceerd in de staatscourant `The Official Gazette of Iraq'. Wetgeving zal in werking treden na publicatie. 143 Annex to the law for the administration of Iraq in the transitional period. 144 Artikel 26.
145 CPA/ORD/28 JUN 2004/100
146 De Revolutionaire Commandoraad (RCC) was het hoogste staatsorgaan onder het bewind van Saddam Hoessein. De wetgevende en uitvoerende macht waren destijds vrijwel volledig in handen van de RCC. Zie verder algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002. 147

26

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Nationale veiligheidswetgeving
In juli jl. heeft de interimregering noodwetgeving aangenomen ten behoeve van ordehandhaving. Volgens deze verordening kan op lokaal niveau de noodtoestand worden uitgeroepen voor een periode van maximaal zestig dagen, met mogelijkheid tot verlenging met dertig dagen. Voorts biedt deze wetgeving de mogelijkheid om tijdens de noodtoestand onder meer huiszoekingen te plegen, gewapende burgers te arresteren, beperkende maatregelen te treffen wat bewegingsvrijheid en vrijheid van vereniging en vergadering betreft en een avondklok in te stellen.149 Begin november kondigde premier Allawi de noodtoestand af in geheel Irak, met uitzondering van de KRG-gebieden, in het licht van de militaire acties in Falluja.150


27

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


- een strafbaar feit te hebben gepleegd dat erop gericht is regeringsinstellingen en ­activiteiten te destabiliseren

- een strafbaar feit te hebben gepleegd waarbij discriminatie op grond van ras, nationaliteit, etniciteit of religie een motief was
- een strafbaar feit te hebben gepleegd dat betrekking heeft op het op gewelddadige wijze afzetten van de autoriteiten of indien men ervan wordt verdacht:

- uit hoofde van een invloedrijke positie onder het voormalige regime nog steeds de rechterlijke macht of andere overheidsinstellingen te beïnvloeden
- alleen of in groepsverband betrokken te zijn bij criminele en/of terroristische activiteiten tegen de bevolking of legaal opererende strijdkrachten in Irak Zittingen van de rechtbank zijn openbaar. Tegen beslissingen van het 'investigative court' kan men in beroep gaan bij het 'trial court'. Beslissingen van het 'trial court' kunnen worden aangevochten bij het Hof van Cassatie. Verdachten hebben recht op juridische bijstand.
Wetgeving inzake alcohol
Volgens de Iraakse wet is verkoop en gebruik van alcoholische drank niet strafbaar, zo is van een vertrouwelijke bron vernomen. De verkoop is geregeld in de 'Spirituous Liquors Law' uit 1931. Hierin is geregeld waar verkoop mag plaatsvinden, welke vergunningen nodig zijn en welke regels men in acht moet nemen.
Wat betreft gebruik van alcoholhoudende drank zijn bepaalde gedragingen strafbaar, die zijn gedefinieerd in de Iraakse strafwet van 1969 (section 6 - paragraaf 386 t/m 388). Strafbaar is bijvoorbeeld degene die:
- in dronken toestand overlast bezorgt in het openbaar
- alcoholische dranken aanbiedt aan minderjarigen of minderjarigen aanzet tot gebruik van alcoholische dranken

- als eigenaar of medewerker van een horecagelegenheid een minderjarige drank aanbiedt
Het is in Irak niet gepast om in het openbaar alcoholhoudende drank te gebruiken. Dit gebeurt binnenskamers of in ieder geval zoveel mogelijk zonder dat derden er aanstoot aan kunnen nemen. Tijdens Ramadan zijn volgens Iraaks gebruik slijterijen e.d. gesloten. Toch is ook dan 'onder de toonbank' alcholische drank verkrijgbaar, vaak tegen hogere prijzen.

28

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Traditioneel zijn de meeste slijters, drankhandelaren en -producenten van christelijke huize154. Ook zijn er moslims die slijterijen beheren of anderszins drank verkopen. Bier en andere alcoholhoudende drank wordt in toenemende mate verkocht in 'neutrale' verpakking of 'via de achterdeur'. Ook wordt na zonsondergang alcohol verkocht vanuit auto's op bepaalde plaatsen in Bagdad en andere steden. De politie staat dit in een aantal gevallen oogluikend toe, meestal tegen een 'vergoeding' van de drankhandelaren.
Wetgeving inzake gokken
Volgens artikel 389 van de Iraakse strafwetgeving is gokken een strafbaar feit, zo is vernomen van een vertrouwelijke bron.155 Gokken komt in Irak op beperkte schaal voor. Aangezien dit overwegend in zeer besloten (huiselijke danwel clandestiene) kring plaatsvindt, is hierover weinig bekend. Bij de huidige onveiligheid is de aanpak van gokken geen prioriteit van de Iraakse politie. Er zijn geen gevallen bekend van personen die ten gevolge van gokken problemen van serieuze aard hebben ondervonden met justitie, politie of religieuze fanatici e.d. Speciaal Tribunaal
Met de machtsoverdracht eind juni jl. heeft ook de overdracht van de gedetineerde Saddam Hoessein aan de Iraakse autoriteiten plaatsgevonden. Begin juli verscheen Saddam Hoessein voor het speciale tribunaal, dat zich richt op de vervolging en berechting van onder meer personen die zich tijdens het vorige regime schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid, genocide en oorlogsmisdaden, gepleegd tussen 17 juli 1968 en 1 mei 2003.156 Mensenrechtenorganisaties hebben er bij de interimregering op aangedrongen hervormingen aan te brengen in het statuut van het tribunaal.157 154 Veel christelijke slijters zijn het slachtoffer geweest van geweld. Zie ook 3.4.8.3. 155 De persoon die zich hieraan schuldig maakt, riskeert een straf van maximaal één maand. Het openen van een casino of gokhuis toegankelijk voor het publiek is eveneens een strafbaar feit. Hierop staat een gevangenisstraf van maximaal één jaar. Dezelfde straf riskeert iemand die er werkt.
156 Tegen Saddam Hoessein zijn 7 aanklachten geuit: de invasie in Koeweit in 1991, het optreden tegen de Koerdische en sjiitische opstand na de Golfoorlog van 1991, de chemische aanvallen in Halabja in 1988, de Anfalcampagne in 1987 en 1988, de moord op politieke activisten, de moord op religieuze leiders in 1974, de moord op vele leden van de Barzani- clan in 1983. De Volkskrant, 2 juli 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 24, 2 juli 2004. 157 HRW, `Iraq: Fair trials at issue', 24 september 2004. Zo heeft Amnesty International naar voren gebracht dat het statuut het gebruik van marteling, dwang en dreiging niet verbiedt (Amnesty International, MDE 14/030/2004). De VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten stelde in zijn rapport dat de interimregering bij een eventuele herziening van het statuut de relevante internationale normen in acht neemt (Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004).
29

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Nationaliteitswetgeving
Uit de Iraakse Nationaliteitswet No. 43 van 1963 volgt dat de volgende personen de Iraakse nationaliteit bezitten:
`Een Irakees is een man of vrouw die in Irak is geboren uit een Iraakse vader en moeder, of uit een Iraakse vader en een buitenlandse moeder, of uit een Iraakse moeder en een vader wiens herkomst of nationaliteit onbekend is.'158 Een nieuwe Iraakse nationaliteitswet is nog in ontwikkeling. Het is nie0 -1.260elnd]TJT*0.00161Tc-0.00131 Erac10.46()-3.53olle of-84( is 10.6(lct)10.6(lr-2.4(t)7.36()-0.8(lch 10.6(l-red12.4(e)-0.3(rnn)12.5( is )10.9


30

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De nieuwe nationaliteitswet zal het naar verwachting mogelijk maken voor bepaalde groeperingen, zoals Fayli-Koerden, opnieuw te beschikken over het Iraaks staatsburgerschap.161 Palestijnen in Irak komen niet in aanmerking voor de Iraakse nationaliteit.162 Het is evenmin mogelijk voor Palestijnen een Iraaks paspoort te verkrijgen. Wel kunnen de Iraakse autoriteiten reisdocumenten afgeven om het reizen voor Palestijnen van en naar Irak te faciliteren.163 De nationaliteitsdocumenten kunnen bij terugkeer in Irak worden verkregen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Door middel van bijvoorbeeld geboortegegevens, eigendomsbewijzen, gegevens van de ouders of voormalige werkgevers is het mogelijk de Iraakse nationaliteit vast te stellen. Regelgeving maakt het mogelijk voor personen die het aan dergelijke documenten ontbreekt aan de hand van twee verklaringen van Iraakse burgers de Iraakse nationaliteit vast te stellen. Hoewel regelgeving de afgifte procedureel mogelijk maakt, bleek in de praktijk dat nationaliteitsdocumenten in de verslagperiode nog niet werden afgegeven. Het is niet bekend wanneer afgifte in de praktijk mogelijk is. Personen- en familierecht
De `Iraqi Law of Personal Status' (ILPS) no. 188 uit 1959 is nog steeds van kracht, zo is van een vertrouwelijke bron vernomen.164 Het Iraakse familie- en personenrecht is grotendeels gebaseerd op de sharia en regelt de familierechtelijke aangelegenheden van moslims.165 De ILPS is onverminderd van toepassing zolang de bepalingen niet in strijd zijn met principes als vastgelegd in de TAL. In de TAL zijn de amendementen niet expliciet buiten werking gesteld, noch zijn er in de CPA-verordeningen nadere instructies hiertoe gegeven. Artikel 3 lid A en B juncto artikel 12 van de TAL impliceren echter wel dat wet- en regelgeving in strijd met het gelijkheidsbeginsel (art. 12) "null and void" zijn. De rechter zal de bepalingen van de ILPS ook bij huwelijk en scheiding moeten toetsen aan het gelijkheidsbeginsel tussen man en vrouw.
161 Zie verder 3.4.2.
162 Om een eventuele terugkeer van Palestijnen naar hun land van herkomst niet in de weg te staan, hanteren veel Arabische landen, waaronder Irak, een beleid waarbij het Palestijnen in beginsel niet is toegestaan de nationaliteit van het gastland te verwerven. In Irak is dit vastgelegd in artikel van de `Arabs Nationality Law', no 5, 1975. Ook voor een Palestijn(se) gehuwd met een Irake(e)s(e) is het verkrijgen van de Iraakse nationaliteit uitgesloten. Kinderen geboren uit een Iraaks / Palestijns huwelijk verkrijgen wel de Iraakse nationaliteit. 163 Bij uitzondering kunnen deze ook worden afgegeven aan Palestijnen die niet woonachtig zijn in Irak. Hiervoor is de speciale toestemming van de Iraakse minister van Binnenlandse Zaken nodig.
164 Deze wet werd in 1959 aangenomen en er zijn tussen 1963 en 1999 elf amendementen aangenomen. De meeste van deze veranderingen hadden te maken met wijzigingen in procedures.
165 Voor niet-moslims is deze wet slechts van toepassing als het erfenissen betreft.
31

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De ILPS bepaalt dat geschillen betreffende huwelijk en scheiding vallen onder de jurisdictie van de 'Courts of Personal Status'. Zowel civiele rechters als raadsmannen en de zogenaamde `qadi's' (islamitische rechters) kunnen in deze rechtbanken een rol spelen. Bij een geschil tussen niet-moslims zal in eerste aanleg de civiele rechter de zaak behandelen. De ILPS is niet van toepassing voor joden en christenen.166
Huwelijk
De wettelijk vastgestelde huwbare leeftijd voor vrouwen en mannen is 18 jaar. Met toestemming van de ouders/voogd(en) kan men al vanaf 15-jarige leeftijd trouwen. Volgens de ILPS mag een huwelijk niet tot stand komen onder dwang van familie of derden. Familieleden en derden kunnen een huwelijk tussen twee meerderjarigen niet tegenhouden. Polygamie is toegestaan na rechterlijke goedkeuring en kan onder meer worden goedgekeurd als de man voldoende financiële middelen heeft om een tweede, derde of maximaal vierde vrouw te onderhouden. Goedkeuring zal volgens ILPS niet worden gegeven als de rechter vreest voor ongelijke behandeling van vrouwen. Het huwelijk wordt gelegaliseerd door de rechter via een administratieve procedure. `Huwelijk met de handschoen'
Uit de ILPS volgt dat het huwelijk per volmacht kan worden voltrokken.167 Volgens de ILPS is de volgende procedure van toepassing voor een `huwelijk met de handschoen'. De bruidegom kan via een brief of een op schrift gestelde mededeling verklaren dat hij met de bruid wil trouwen. Het huwelijk wordt geacht te zijn voltrokken als deze verklaring in het bijzijn van de bruid en twee getuigen wordt voorgelezen en de bruid mondeling het voorstel accepteert. De registratie-eisen van een 'normaal' huwelijk zijn ook van toepassing op een huwelijk met de handschoen.
Scheiding
Er zijn verschillende manieren voor de man en vrouw om van elkaar te scheiden. Talaq
`Talaq' is scheiding door een uitspraak/verklaring van de echtgenoot dat hij wil scheiden van zijn vrouw. Deze vorm van scheiding moet vastgelegd en bevestigd worden door de sharia rechtbank. `Talaq' is herroepbaar, maar na drie maal `talaq' mag de man de scheiding niet nogmaals ongedaan maken.168 Scheiding volgens de wet
166 ILPS, artikel 2.
167 ILPS, artikel 1 jo. 4.
168 ILPS, artikel 34 t/m 39.

32

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De echtgenote kan een scheiding aanvragen als de man de in het huwelijkscontract vastgelegde verplichtingen niet nakomt. Daarnaast zijn er in de wet omschreven gronden waarbij een echtgenote gerechtigd is een scheiding aan te vragen.169 Ook kan op initiatief van één der beide echtelieden een scheiding volgens de wet worden ingesteld.170
Optionele scheiding
Hierbij wordt gezamenlijk besloten tot het nietig laten verklaren van het huwelijk. Dit gebeurt in een gerechtelijke procedure.171
Wat de alimentatie betreft volgt uit een amendement uit 1983 dat de verstoten vrouw het recht heeft om minstens drie jaar zonder de ex-echtgenoot in hun huis te blijven wonen. Volgens de ILPS kan de vrouw hier alleen aanspraak op maken als ze gedurende het huwelijk niet ongehoorzaam was, niet heeft ingestemd met de scheiding of zelf geen woning bezit. De vrouw moet de man een vergoeding betalen als zij de scheiding initieert.
Iraakse en buitenlandse moslims kunnen bij het `Personal Status Court' terecht voor huwelijk en scheiding.
Huwelijks- en echtscheidingsdocumenten
Na huwelijksvoltrekking zal de rechtbank een officieel en op datum gesteld document afgeven, dat met een serienummer in de officiële databestanden van de rechtbank wordt opgenomen. De huwelijksakte is opgesteld volgens vaste opmaak en wordt afgegeven door de `Personal Status Court'. In het document staan de namen van beide partijen, de verklaring dat ze gehuwd zijn, de namen van de getuigen en de naam van de betrokken rechter. Daarnaast kunnen de specifieke condities die beide partijen aan het huwelijk verbinden, zoals bruidsschat en eventueel alimentatie, in dit document worden opgenomen. In de huwelijksakte 169 Deze gronden zijn onder andere: 1 Echtgenoot heeft een gevangenisstraf van drie jaar of meer 2 Echtgenoot heeft de vrouw meer dan twee jaar zonder wettige reden verlaten 3 Als het huwelijk niet binnen twee jaar wordt 'geconsummeerd' 4 Bij impotentie of een aandoening vang

---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

hoeft niet te worden vermeld dat het een huwelijk met de handschoen betreft. Men is verplicht om het huwelijkscontract te laten registreren bij de rechtbank. Hetzelfde geldt bij een scheiding. Ook hier zal de rechtbank een officieel document als bewijs van scheiding opmaken.
Eigendomsrechten / Iraqi Property Claims Commission Sinds augustus 2003 wordt gewerkt aan een regeling waarbij personen die hun eigendommen (waaronder roerende goederen en grond) onder dwang zijn kwijt geraakt, bijvoorbeeld onder de arabiseringspolitiek172, recht hebben op teruggave dan wel compensatie. Inmiddels is de implementatie van deze regelgeving voor de behandeling van eigendomsclaims afgerond en is de `Iraq Property Claims Commission' (IPCC) geïnstalleerd om claims en eigendomsrechten te evalueren.173
De IPCC zal zich buigen over claims die betrekking hebben op de periode 1968 tot en met de val van Saddam Hoessein in 2003. Het betreft met name de eigendomsrechten ten aanzien van onroerend goed die ontnomen zijn onder het Baathregime of die als gevolg van acties van het Baathregime verloren zijn gegaan. Compensatieclaims voor verwoeste gebouwen of huurrechten/pachtrechten op bepaalde stukken grond komen niet in aanmerking voor compensatie of teruggave. Claims kunnen worden ingediend tot juni 2005.174 Sinds de inwerkingtreding van de IPCC begin oktober jl. is in zes zaken uitspraak gedaan.
De IPCC heeft 28 regionale kantoren en circa 500 mensen in dienst. Het administratieve proces - dat onafhankelijk is van de rechtbankprocedures - betreft vooral het achterhalen van archiefstukken en eigendomsaktes waaruit kan worden 174

34

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

compensatierichtlijnen moeten nog worden vastgelegd en uitgewerkt. Ook de database is nog niet gereed.
Specifieke groepen die naar verwachting met deze regeling hun eigendom zouden kunnen terugvorderen betreffen bijvoorbeeld Koerden, Assyriërs en Turkmenen, Moeras-Arabieren, Fayli-Koerden en joden.176 De kwestie rond onteigende bezittingen draagt bij aan spanningen tussen bepaalde groeperingen (zoals Koerden, Assyriërs, Turkmenen). Deze spanningen doen zich vooral voor bij de grensstreek tussen de KRG-gebieden en de rest van Irak.177 Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat de KRG-autoriteiten de betrokkenheid van de IPCC bij de eigendomclaims hebben tegengewerkt, onder meer omdat zij deze kwesties als interne Koerdische aangelegenheid beschouwen. De KRG heeft ook wel zelfstandig land toegewezen aan Koerden zonder inachtneming van de procedures.178
3.2 Toezicht
Het Iraakse ministerie van Mensenrechten richt zich op de bescherming van de mensenrechten alsmede het onderzoeken van mensenrechtenschendingen gepleegd onder Saddam Hoessein.179 Volgens de TAL dient de interimregering een `National Commission for Human Rights' in het leven te roepen. Deze dient onder meer klachten met betrekking tot mensenrechtenschendingen te onderzoeken.180 181 Op lokaal en regionaal niveau zijn verschillende Iraakse instellingen actief op het gebied van mensenrechten en democratisering.182 De VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten publiceerde in juni jl. een rapport over de situatie in Irak.183 Ook de United Nations Assistance Mission for Iraq (UNAMI) richt zich op de verbetering van de mensenrechtensituatie.184 Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International (AI) en Human Rights Watch (HRW) zijn sinds de militaire interventie in Irak actief.185 Van beide organisaties zijn inmiddels verschillende rapporten inzake de mensenrechtensituatie verschenen. 176 Zie ook de paragrafen over specifieke groepen. Zie voor joden in Irak de voorgaande algemene ambtsberichten Irak, laatstelijk 3 juni 2004. 177 Zie ook: Human Rights Watch, `Claims in conflict. Reversing ethnic cleansing in northern Iraq', augustus 2004
178 UNHCR Return Advisory Regarding Iraqi Asylum Seekers and Refugees, september 2004 179 Report of the high commissioner for human rights, The present situation in Iraq, juni 2004 180 Artikel 50, TAL.
181 Voor zover bekend is deze nog niet tot stand gebracht. 182 Zie ook 3.3.2.
183 Report of the high commissioner for human rights, The present situation in Iraq, juni 2004 184 Sinds eind augustus jl. is een VN-mensenrechtenmedewerker actief in het team van de nieuwe SRSG Ashraf Qazi. (Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 30 of resolution 1546 (2004))
185 HRW heeft zelfs een kantoor in Irak.
35

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.3 Naleving en schendingen
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake van vrijheid van meningsuiting in geheel Irak. De VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten benadrukt echter dat restrictieve regelgeving, van kracht onder Saddam Hoessein, nog steeds van kracht is, ondanks het feit dat de TAL voorziet in de bescherming van vrijheid van meningsuiting.186 De Hoge Commissaris roept op tot spoedige hervormingen van dergelijke wetgeving. In het algemeen ambtsbericht Noord-Irak van oktober 2002 werd vermeld dat intellectuelen die een onafhankelijke positie ten opzichte van de leidende Koerdische partijen innamen en kritiek uitoefenden op de Koerdische overheid, te maken konden krijgen met vervolging.187 Sinds het militair ingrijpen is ook in de KRG-gebieden sprake van enige verbetering wat vrijheid van meningsuiting betreft.188 Er was tijdens de verslagperiode geen specifieke informatie te achterhalen over de positie van intellectuelen in de KRG-gebieden. Dit geldt eveneens voor intellectuelen elders in Irak. Persvrijheid
In Irak bestaat thans een groot aantal dag- en weekbladen alsook televisie- en radiozenders. In het land is sprake van persvrijheid voor zover niet wordt opgeroepen tot haat of geweld. CPA-verordening 14, hoofdstuk 2189 maakt het mogelijk op te treden tegen dergelijke oproepen.190 Voorts is mediawetgeving nog in ontwikkeling.191 Tijdens de verslagperiode heeft de interimregering de televisiezender Al-Jazeera een uitzendverbod opgelegd voor de duur van een maand vanwege het aanzetten tot geweld. Dit werd in september voor onbepaalde tijd verlengd, ook werd het kantoor van Al-Jazeera in Bagdad gesloten.192 Het 186 Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq, juni 2004, p. 30.
187 Zie ook het algemeen ambtsbericht Noord-Irak, mei 2003. 188 Verder in deze paragraaf wordt nader ingegaan op persvrijheid in de KRG-gebieden. 189 CPA verordening 14, hoofdstuk 2, `Prohibited Media Activity', van 10 juni 2003 190 Indien het verbod op oproepen tot geweld wordt overschreden kan zonder voorafgaande verwittiging tot sluiting van de redactie, intrekking van de licentie, inbeslagname van de goederen en zelfs arrestatie en veroordeling (maximaal 1 jaar) van de redactieleden worden overgegaan. De redactie kan, in het geval van sluiting en dergelijke, bezwaar aantekenen. 191 IRIN, `Interview with senior advisor to Ministry of Justice', 22 oktober 2004. 192 AP, `Iraqi government closes Al-Jazeera television station for a month', 7 augustus 2004. Reuters, 9 augustus 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 33, 10 september 2004. The Guardian, 6 september 2004.
36

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

verbod op het blad Al-Hawza werd tijdens de verslagperiode opgeheven.193 Er is


37

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

gearresteerd of ook ontvoerd door de Iraakse politie. In Najaf zou de politie in augustus jl. journalisten hebben opgedragen de stad te verlaten.200 Ook zou er door politiepersoneel op journalisten zijn geschoten.201 De toedracht hiervan is niet bekend.
Er bestaat in Irak geen code voor ethische journalistiek. Journalisten kunnen niet ter verantwoording geroepen worden daar waar het verstrekking van (bewust) onjuiste informatie betreft die een negatieve invloed op de stabiliteit en veiligheid kan hebben.
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting is in CPA-regelgeving gegarandeerd door uitvaardiging van besluit 19, mits aan een aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan.202 Alle bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht van 1969 die toezien op het verbod op vergadering, bijeenkomst, demonstraties en openbare meningsuiting (deel 2, hoofdstuk 2, artikelen 220 t/m 222) zijn met besluit 19 van 9 juli 2003 komen te vervallen. Ook tijdens deze verslagperiode hebben verschillende demonstraties ongehinderd plaatsgevonden.203
Er zijn uit de vorige verslagperiode geen berichten bekend die erop duiden dat aanhangers van de KDP danwel de PUK, die zich politiek zeer actief opstellen in het gebied van de andere Koerdische partij, risico liepen in de negatieve belangstelling te staan van de plaatselijke autoriteiten. Wel is bekend dat leden van beide partijen op elkaars grondgebied politieke activiteiten hebben ondernomen. Beide partijen hebben kantoren in het hele KRG-gebied. Tijdens deze verslagperiode was het niet mogelijk nader onderzoek te doen naar de positie van politieke activisten in de KRG-gebieden. Politieke partijen204
Er is nog geen wetgeving met betrekking tot de oprichting van politieke partijen. Het democratische proces bevond zich net als in de vorige verslagperiode in een 200 IWPR Iraq crisis report, no. 80, 24 augustus 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 32, 27 augustus 2004. RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 31, 20 augustus 2004. The Guardian, 26 augustus 2004.
201 Daily Telegraph, `Iraqi police fire on journalists', 16 augustus 2004. 202 Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 203 Zo waren in de KRG-gebieden in oktober in verschillende steden demonstraties gehouden waarbij opgeroepen werd tot een onafhankelijk Koerdisch gebied in Irak met Kirkuk als hoofdstad. Kurdish Media, `Kurdish referendum movement and the demands of the people ­ Part I', 5 oktober 2004. In Samarra werden in juli 2004 demonstraties gehouden als steunbetuigingen voor Saddam Hoessein (IWPR's Iraqi Crisis Report, no 72, 6 juli 2004). 204 Zie bijlage 4 in algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004 voor een beschrijving van een aantal politieke partijen.

38

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

pril stadium. Vooralsnog beschikten weinig partijen tijdens de verslagperiode over een substantieel draagvlak onder de Iraakse bevolking. In heel Irak bestaan nu vele tientallen politieke partijen. Ook in de KRG-gebieden zijn tegen de vijftig politieke partijen actief. Slechts een aantal205 van hen beschikt over wezenlijke aanhang en/of invloed, onder meer doordat zij ministers aanleveren voor de KRG/KDP- en KRG/PUK-regeringen.
Politieke bewegingen die zich bij de KRG/KDP- en KRG/PUK-autoriteiten willen laten registreren, dienen het streven naar Koerdische autonomie te onderschrijven.206 Indien men als beweging het streven naar Koerdische autonomie niet wenst te ondersteunen, kan in principe geen registratie plaatsvinden.207
Maatschappelijke organisaties
Naast politieke partijen zijn ook talloze maatschappelijke organisaties opgericht.208 Bijvoorbeeld `The Society of Iraqi political prisoners' behartigt de belangen van voormalige politieke gevangenen evenals de `Human Committee for Prisoners and Disappeared Persons', geleid door de sjiitische geestelijke Immedine Al- Awaddi.209


39

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging213 Irak kent een verscheidenheid aan religieuze gemeenschappen. Naast de overwegend islamitische bevolking (97%) zijn er minderheden als christenen, Mandeeërs, yezidi's en joden.214 De TAL garandeert vrijheid van godsdienst.215 Er hebben zich evenwel aanslagen op geestelijken, moskeeën en kerken voorgedaan in de verslagperiode. Verschillende incidenten, met als dieptepunt de aanslagen op kerken, duiden op een verslechterde situatie voor christenen.216 3.3.4 Bewegingsvrijheid
Binnenlands personenverkeer
Burgers mogen zich formeel volledig vrij bewegen binnen Irak.217 218 Er zijn veel controleposten in geheel Irak op zowel vaste als wisselende lokaties. Naast militaire checkpoints zijn er ook vele illegale controleposten bemand door (plaatselijke) milities.219 Het is niet bekend welke milities het hier betreft. Elke stad heeft diverse controleposten bij de toegangswegen. Ook op controleposten bij de grens tussen voormalig Centraal-Irak en de KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden wordt intensief gecontroleerd. Over het algemeen zijn de Iraakse Nationale Garde en lokale politiefunctionarissen belast met de controles.220 Het is door beperkte onderzoeksmogelijkheden thans niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre sprake is van volledige bewegingsvrijheid bij de grens tussen de KRG-gebieden en de rest van Irak.221 Voor zover bekend zijn er geen commerciële binnenlandse vluchten tussen de KRG-gebieden en de rest van Irak. 213 Zie voor de positie van enkele religieuze groeperingen paragraaf 3.4.8. 214
Zie voor meer informatie over religieuze groepen ook de voorgaande algemene


40 214

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

De onzekere veiligheidssituatie beperkt echter de algemene bewegingsvrijheid. Voor Iraaks personeel van veiligheidsorganisaties en militairen van de MNF waren delen van Bagdad (vooral Sadr City), Falluja, Samarra, de stad Basra en in toenemende mate Ramadi zogeheten `no go-zones' vanwege het grote risico op aanslagen. Ook `soft targets' als Iraakse en internationale medewerkers van hulporganisaties en buitenlandse bedrijven werden ten gevolge van de slechte veiligheidssituatie in grote mate beperkt in hun bewegingsvrijheid.222 Begin november werd de noodtoestand voor de duur van zestig dagen afgekondigd in geheel Irak met uitzondering van de KRG-gebieden, in verband met het militaire offensief te Falluja. Ook werd een uitgaansverbod ingesteld voor inwoners van Falluja en Ramadi en tijdelijk een avondklok voor Bagdad ingesteld. Buitenlands personenverkeer
De grenscontrole valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hoewel aan grensbewaking gewerkt werd door de Iraakse autoriteiten, bijgestaan door de MNF, bleken veel grenzen zeer poreus. In de KRG-gebieden is de grensbewaking in handen van de peshmerga's.
Het vliegverkeer van en naar Irak is tijdens de verslagperiode toegenomen. Wekelijks vonden meer dan vierhonderd vluchten op Baghdad International Airport plaats. Het betreft hier hoofdzakelijk militaire en humanitaire vluchten. Het burgerluchtverkeer is op beperkte schaal weer op gang gekomen. Voor vluchten van en naar het buitenland kunnen Iraakse burgers alleen gebruik van maken van de lijnvluchten van Iraqi Airways223 en Royal Jordanian Airways naar en vanaf Bagdad International Airport.224
Op diverse luchthavens (onder andere Erbil, Basra, Mosul, Kirkuk, Tikrit) is sprake van internationale (veelal goederen-) vluchten voor militaire en humanitaire doeleinden. Buiten de luchthaven bij Erbil vinden, voor zover bekend, in de KRG- gebieden geen internationale vluchten plaats. Voor zover bekend is er thans geen sprake van internationale vluchten vanaf luchthavens in de KRG-gebieden. Naar aanleiding van het geweld in Falluja is de internationale luchthaven te Bagdad tijdelijk gesloten geweest.225
222 Zie ook 2.3 en 3.3.8.
223 Iraqi Airways is in de verslagperiode weer begonnen met de lijnvluchten Bagdad - Amman en Bagdad ­ Damascus (AP, `Iraqi Airways resumes international flights', 18 september 2004)
224 Medewerkers van internationale organisaties en reizigers met een diplomatiek paspoort kunnen ook wel gebruik maken van andere commerciële vluchten, militaire vluchten en humanitaire transporten.
225 AP, `Iraqi officials impose curfew in Baghdad', 9 november 2004.
41

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Jordanië
De grens tussen Jordanië en Irak is voor verkeer geopend. Personenverkeer vindt plaats over land (Karameh ­ Trebeel) en via luchrkeer. Iraqi Airways en Royal Jordanian226 bieden dagelijks vluchten tussen Amman en Bagdad. Irakezen iunnen, net als in het verleden, Jordanië zonder visum vooraf inreizen. Er zijn geen formele voorwaarden voor toelating bekend. Er zijn evenmin aanwijzingen dat bepaalde groepen Irakezen de toegang wordt geweigerd. Naar aanleiding van het geweld in Falluja werd de grens met Jordanië tijdelijk gesloten.227 Syrië
Tijdens de verslagperiode was sprake van intensief personenverkeer tussen Irak en Syrië. Voor het personenveer tussen Irai en Syrië wordt gebruii gemaait van de drie officiële grensovergangen tussen Syrië en Centraal-Irak228, nameliji Tenf ­ ,l Wa10.9(laid)10.9(Tm)18.5(e estz)10.39ui ik12.37el vopde tw6.8(ll)0 vtus10.5(s -0.3(e)n D17.7(a)-0 ,agdaTK-5.71amml­ eQ5.68aj dde-0.3(m Euf7.39j)-2.9( a10.1(e)-0.3(mtvop-1.6(dde twe)11.6(dvtus197(ss


42

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Naar aanleiding van het geweld in Falluja werden de grensposten met Syrië tijdelijk gesloten.232
Turkije
Via de grensovergang bij Habur (Turkse zijde)/ Ibrahim Khalil (Iraakse zijde), bemand door de KDP, vindt personen- en goederenverkeer plaats alsmede verkeer van humanitaire konvooien en konvooien van de coalitie. De grens is 24 uur per dag open.
De controle aan Turkse zijde (Habur) is grondig. Men maakt gebruik van computers. Illegale oversteek wordt bemoeilijkt door controleposten van grensbewaking, politie, douane en inlichtingendienst. Aan KRG/KDP- zijde worden de persoonsgegevens eveneens geautomatiseerd verwerkt. De paspoorten worden daar niet gestempeld. Reizigers krijgen een formulier met daarop het nummer van het inreisvisum.
Irakezen die naar Turkije willen reizen, dienen daartoe een Turks visum aan te schaffen. Dit visum kan worden aangevraagd bij de Turkse ambassade te Bagdad. Inwoners van de KRG-gebieden kunnen een dergelijk visum ook aanvragen bij de KRG/KDP- autoriteiten of het Iraqi Turkmen Front (ITF) te Erbil. Visa worden in deze gevallen aan de grens afgegeven op basis van eerdere goedkeuring. Irakezen die reizen op een ander reisdocument dan een paspoort233 dienen voor hun inreis naar Irak vanuit Turkije toestemming te vragen bij het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Iran
Er zijn drie officiële grensovergangen234; tussen Mundhiriyya (Irak) en Khusravi (Iran), tussen Badra (Irak) en Mehran (Iran) bij de plaats Zurbatia, en tussen Basra en Khoramshar (Iran) bij de plaats Shalamsha (Iran). De Iraanse autoriteiten hebben in november jl. laten weten dat de grensovergangen tussen Iran en KRG- gebieden gesloten zijn.235 De grens bij Haj Omran is in de verslagperiode af en aan gebruikt voor gefaciliteerde terugkeer vanuit Iran.236

van studie). In gevallen van toestemming voor een jaar dient de veiligheidsdienst ook toestemming te geven.
232 AP, `Iraqi officials impose curfew in Baghdad', 9 november 2004. 233 Ongeacht of dit een Iraaks paspoort is danwel van een andere nationaliteit. 234 Deze liggen aan Iraakse zijde allen in Centraal-Irak. 235 Uit de vorige verslagperiode was bekend dat inwoners van de KRG- gebieden die gebruik wilden maken van de Iraaks-Iraanse grensovergangen in KRG/KDP- en KRG/PUK-gebieden hiervoor toestemming dienden aan te vragen bij de Iraanse inlichtingendienst. Dit was mogelijk via bemiddeling van de KDP- of PUK-veiligheidsdiensten. 236 UNHCR, Reliefweb, 17 augustus 2004; UNHCR, Reliefweb, 19 november 2004. Zie ook 4.1.
43

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Er vindt veel (illegaal) personenverkeer tussen Iran en Irak plaats. Reguliere grensovergangen worden daarbij grotendeels vermeden. Nog steeds zouden Iraanse infiltranten, vermomd als pelgrims, de grens oversteken. Irakezen die Iran willen inreizen, kunnen een visum aanvragen bij de Iraanse ambassade te Bagdad. Iraakse vluchtelingen die willen terugkeren hebben een laissez-passer van de Iraanse autoriteiten nodig. Dit wordt afgegeven door de BAFIA (Bureau of Aliens and Foreign Immigrants Affairs) te Teheran. UNHCR geeft, in het geval van vrijwillige terugkeer, een `voluntary repatration form' uit, hetgeen aangeeft dat men recht heeft op UNHCR-hulp in Irak. Saoedi-Arabië
Er is geen legaal personenverkeer mogelijk tussen Saoedi-Arabië en Irak daar de grens bij Arar gesloten is. De grens is wel tijdelijk open geweest voor pelgrims op reis naar Mekka en Medina. Het nieuwe Iraakse paspoort (S-serie) wordt door de Saoedische autoriteiten erkend. Oude paspoortenseries zonder aantekening van de interimregering worden niet erkend.
Koeweit
Er vindt op zeer beperkte schaal personenverkeer plaats tussen Koeweit en Irak bij Safwan, de enige grensovergang. De in- en uitreismogelijkheden voor Irakezen zijn zeer beperkt. Er kan alleen naar Koeweit worden gereisd op uitnodiging, bijvoorbeeld voor handelsdoeleinden of familiebezoek. Men acht het uitgesloten dat Irakezen met louter een reisdocument via deze grens naar Koeweit kunnen reizen.
Documenten237
Paspoorten238
Thans zijn er vier typen Iraakse nationale paspoorten in gebruik, de series H, M, N en sinds 1 juli 2004 de S-serie. De paspoorten van de series H, M en N blijven geldig tot de datum van verstrijking. Nadien kunnen deze niet worden verlengd.239 De nieuwe S-serie is geldig voor de duur van een jaar en kan niet worden verlengd. Medio 2005 zal een nieuw paspoort in gebruik genomen worden met een geldigheidsduur van acht jaar.
Men dient bij de aanvraag van een paspoort de volgende documenten overleggen: nationaliteitskaart, identiteitsbewijs, voedselrantsoenkaart, bewijs van woonplaats 237 Zie ook bijlage 5.
238 De CPA heeft de regelgeving inzake reisdocumenten aangepast met het uitvaardigen van verordening 16 van 27 juni 2003 inzake `temporary control of Iraqi borders, ports and airports'. Zie ook het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. 239 Veel paspoorten uit de M- en N-serie zijn tot 1 juli 2004 verlengd met twee (indien het paspoort was verlopen) danwel vier (indien het nog geldig was) jaar. De H-serie zijn geldig voor acht jaar en zijn afgegeven tussen medio 2002 en 9 april 2003. Deze series zullen dus nog enige jaren in omloop zijn.

---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

en enkele kleurenpasfoto's. Uit de pers werd vernomen dat dit paspoort circa 100 USD zou kosten.240
Tijdelijk reisformulier
Sinds oktober 2003 werden tijdelijke CPA-reisformulieren241 afgegeven waarmee Irakezen kunnen uitreizen. Dit reisdocument blijft geldig tot de datum van verstrijking van elk afzonderlijk document. Dit document kan niet worden verlengd en wordt sinds de machtsoverdracht op 28 juni jl. ook niet meer afgegeven.
Illegale en valse documenten
Gebleken is dat alle Iraakse documenten op eenvoudige wijze illegaal verkrijgbaar zijn. Het betreft hier na 9 april 2003 uit Iraakse overheidsinstellingen gestolen, authentieke documenten, die aan alle vormvereisten, met uitzondering van de wijze van afgifte, voldoen. Handelaren zijn veelal ook in het bezit van de officiële stempels en zegels. Verder komt het voor dat door corruptie binnen Iraakse overheidsinstellingen documenten onrechtmatig afgegeven worden. Meer informatie is thans, als gevolg van beperkte onderzoeksmogelijkheden, niet beschikbaar.
Afgifte


45

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.3.5 Rechtsgang
De Iraakse wetgeving blijft van kracht zolang deze niet strijdig is met de bepalingen in de TAL.243 Het Iraakse rechtssysteem is gebaseerd op het Franse model (`code napoléon') in combinatie met islamitische regels, zoals vastgelegd in de sharia, zo werd van een vertrouwelijke bron vernomen. In algemene zin kunnen drie rechtsgangen onderscheiden worden:
- civielrechtelijke procedures244

- strafrechtelijke procedures245

- familierechtelijke aangelegenheden246 In deze drie rechtsgangen zijn er drie niveaus, eerste aanleg, hoger beroep en ten slotte cassatie bij de Hoge Raad.
Sinds begin oktober 2003 is de `Iraqi Council of Judges' wederom werkzaam, nadat Saddam Hoessein deze raad had ontbonden in 1979.247 De raad opereert onafhankelijk van het ministerie van Justitie en dient toezicht te houden op de onafhankelijkheid, kwaliteit en integriteit van het gerechtelijke apparaat.248 Voorts is de raad verantwoordelijk voor de benoeming van rechters en openbare aanklagers. De raad staat onder leiding van de voorzitter van de Hoge Raad en bestaat uit acht personen. Tegen beslissingen van de raad staat bezwaar open. De uitspraak op bezwaar is echter onherroepelijk en bindend. 243 Het Iraakse rechtssysteem wordt bepaald door de Law of Judicial Organization (No 160, 1979) en Law of Public Prosecution (No 159, 1979). Zie ook 3.1.2. 244 Civiele rechtbanken behandelen in eerste aanleg zaken voor civielrechtelijke procedures met betrekking tot commerciële en civielrechtelijke geschillen en familiezaken die een niet- islamitisch persoon betreffen. 245 Zie ook 3.1.2.
246 Deze zaken worden behandeld door de `Court for Personal Status'. Religieuze raadsmannen, civiele rechters en zogenaamde `qadi's' (islamitische rechters) kunnen in deze rechtbank een rol spelen. Zie ook 3.1.2. 247 RFE/RL Iraq Report, `Council of judges reestablished', vol. 6, no. 42, 9 oktober 2003. 248 De taken van de Council of Judges zijn: "To provide administrative oversight of all the judges and all public prosecutors, excluding, however, the members of the Supreme Court. To investigate allegations of professional misconduct and incompetence involving members of the judiciary or public prosecutors, and, when appropriate, to take appropriate disciplinary
46

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Tijdens de verslagperiode is verder gewerkt aan de hervorming van de rechterlijke macht. De effectiviteit van de rechterlijke macht is aan beperkingen onderhevig geweest, als gevolg van capaciteitsproblemen en de algehele instabiele situatie in Irak. 249 Het rechtssysteem heeft, net als andere instellingen in de nog prille Iraakse staatsinrichting, te kampen met corruptie250 en gebrekkige transparantie, hetgeen de effectiviteit ernstig belemmert.251 De rechterlijke macht is veelal niet in staat zaken binnen de gestelde termijn af te handelen. Ook verloopt de samenwerking tussen de rechterlijke macht, politie en het gevangeniswezen niet optimaal. Volgens het Iraakse ministerie van Justitie waren in Irak in de verslagperiode 130 van de 132 rechtbanken weer operationeel. Er is echter bij veel rechtbanken sprake van onderbezetting.
AI heeft zich in verschillende rapporten kritisch uitgelaten over het feit dat veel verdachten tijdens de verslagperiode geen toegang hadden tot een advocaat.252 Onofficiële rechtbanken
Er is wederom bericht over religieuze rechtbanken in het zuiden van de militie van Muqtada Al-Sadr.253 Hier zou ook worden gemarteld.254 Volgens UNHCR hebben veel mensen hun toevlucht gezocht in traditionele, tribale rechtssystemen. Dit zou mede te maken hebben met een beperkt vertrouwen in de Iraakse rechtsorde.255 Rechters
De `Judicial Review Committee' doet onderzoek naar de achtergrond van rechters, hun mogelijke betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen ten tijde van het 249 Het Iraakse rechtssysteem kampt ook met een grote werkachterstand, toegenomen criminaliteit en kennisachterstand. Gebleken is dat de kennis van veel Iraakse juristen beperkt is door het isolement van de Iraakse rechtspraak en advocatuur van internationale ontwikkelingen.
250 Reeds voor de machtsoverdracht eind juni 2004 is een anticorruptiecommissie ingesteld, de `Commission on Public Integrity'. Deze onderzoekt klachten over corruptie en machtsmisbruik en kan geconstateerde schendingen doorgeven aan de bevoegde rechterlijke macht. Ook is de commissie bezig een telefonisch corruptiemeldpunt op te zetten. Voorts
47

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

voormalige regime. Alle 860 rechters die momenteel werkzaam zijn in de rechterlijke macht zouden door deze commissie zijn onderzocht.256 Sinds de val van Saddam Hoessein wordt in Irak ook gewerkt met rechters die werkzaam waren onder het bewind van Saddam Hoessein, aangezien het opleiden van nieuwe rechters teveel tijd in beslag neemt. Op basis van onderzoek naar het arbeidsverleden van de rechters wordt bepaald of een benoeming van de rechter in kwestie wenselijk is.257 Voorts werd door de Iraakse autoriteiten, met hulp van het VK, gewerkt aan de training van Iraakse rechters, advocaten en openbare aanklagers die zich bezighouden met wetgeving inzake mensenrechten.258 Ook tijdens deze verslagperiode waren rechters doelwit van aanslagen.259 3.3.6 Arrestaties en detenties
Ook in deze verslagperiode hebben de Iraakse autoriteiten en de MNF arrestaties gepleegd onder vermeende verzetstrijders en criminelen.260 De Amerikaanse militairen hielden ook na de machtsoverdracht enkele duizenden Iraakse gevangenen in hechtenis zonder dat een aanklacht tegen ze was ingediend.261 Een deel (circa 1400) van de gedetineerden is aan de Iraakse autoriteiten overgedragen.262
Amnesty International heeft diverse keren zeer kritisch en bezorgd, gerapporteerd over de manier waarop gevangenen in Irak behandeld worden.9(ni99(ng)1Zn(te.8((e)0o)1n0rg)12.8n)1Zno


48

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

bronnen, waaronder de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en Amnesty International, melden dat gedetineerden gebrekkige toegang hebben tot familieleden en / of advocaten.265 Ook hebben organisaties zich met zorgen geuit over het feit dat gevangenen voor onbepaalde tijd en zonder aanklacht worden vastgehouden.266 Gebleken is dat in veel gevallen de zogeheten 24-uursregeling267 niet in acht wordt genomen en dat de arrestant onrechtmatig wordt vastgehouden. In het kader van onderzoek naar de eerder gepleegde mishandelingen in de Abu Gharibgevangenis268 kwam aan het licht dat de Amerikaanse autoriteiten hier bijna honderd gevangenen verborgen hadden gehouden voor ICRC.269 Uit onderzoek, uitgevoerd door het `Judicial Reconstruction and Assessment Team', is gebleken dat veel politiecellen niet aan internationaal geaccepteerde standaarden voldeden. Uit de pers werd vernomen dat enkele verbeteringen zijn waargenomen wat detentie-omstandigheden betreft sinds in de vorige verslagperiode aan het licht kwam dat Amerikaanse militairen zich schuldig hadden gemaakt aan mishandeling van gedetineerden.270 Voorts houdt het ministerie van Mensenrechten sinds deze verslagperiode ook kantoor in de Abu Gharibgevangenis ten behoeve van toezicht op de bescherming van de

maart 2004. Amnesty International, `Incommunicado detention / fear of torture', MDE/14/004/2004, 4 maart 2004. 264 De mensenrechtenorganisatie had zich in juli 2003 reeds kritisch uitgelaten over de omstandigheden in detentiecentra onder het gezag van de CPA. (Amnesty International, `Iraq. Memorandum on concerns relating to law and order', juli 2003, p. 11-13.) 265 Report of the high commissioner for human rights, The present situation of human rights in Iraq, juni 2004. Amnesty International, MDE 14/030/2004, June 2004. UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004 ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004. AP, 23 maart 2004. Iraq Today, 1 maart 2004. IRIN, `Families of detainees want greater access', 3 november 2003. 266 UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004; Amnesty International, AI Index MDE 14/030/2004, June 2004. Xinhua, `About 6.000 prisoners held in two Iraqi jails without trial', 6 oktober 2004. 267 Zie verder in deze paragraaf onder `Procedures'. 268 Zie algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. 269 Reuters, `US hid dozens of Iraqi prisoners', 9 september 2004. Human Rights Watch, `US investigate `ghost detainees', 10 september 2004. 270 Zo is er een commissie aangesteld die zich buigt over wie vrijgelaten dient te worden (IRIN, `Detainee board approves prisoner release', 30 september 2004. IRIN, `Prison tour highlights some positive changes', 20 juli 2004. IRIN, `New prison in Basra eases overcrowding', 7 juli 2004; IRIN, `Human rights officials visit security detainees', 19 juli 2004.) Diverse rapporten en berichten in de media deden mishandelingen van Iraakse gevangenen door Amerikaanse militairen in de Abu Gharibgevangenis aan het licht komen. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004.

49

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

mensenrechten.271 Ook heeft de International Committee of the Red Cross (ICRC) deze gevangenis bezocht tijdens de verslagperiode.272 Enkele duizenden gedetineerden zouden in het kader van de machtsoverdracht zijn vrijgelaten.273 De Iraakse interimregering voerde voorts in augustus jl. een amnestiewet in voor daders van `kleine criminaliteit' (wapenbezit, verbergen van terroristen, achterhouden van informatie over aanslagen).274 Personen die zich schuldig gemaakt hadden aan moord kwamen niet in aanmerking voor de amnestie.
Procedures275
Het Wetboek van Strafvordering van 1971 geldt als het enige wetboek inzake procesrecht en biedt rechtswaarborgen.276 Zo is er de 24-uursregeling277 en mogen verdachten 72 uur na arrestatie een advocaat raadplegen of juridische bijstand inschakelen. Verder is vastgelegd dat verdachten recht hebben op bezoek van vertegenwoordigers van het `International Committee of the Red Cross' (ICRC). De periode die verdachten in voorarrest doorbrengen, zal worden afgetrokken van de eventuele gevangenisstraf. Voorts is hoofdstuk 4 van de Vierde Conventie van Genève van toepassing inzake detentie-omstandigheden. 3.3.7 Mishandeling en foltering
Tijdens de verslagperiode was op grote schaal sprake van ernstige gewelddadigheden. Militairen van de MNF, Iraakse veiligheidsorganisaties (zoals de politie), `non-state actors' als milities en andere vergelijkbare organisaties en groeperingen als ook gewapende individuen hebben geweldplegingen begaan, waarbij ook mishandelingen zijn gepleegd.278 271 Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004. IRIN, `Human rights officials visit security detainees', 19 juli 2004. 272 Reuters, 9 juni 2004.
273 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004. IRIN, `Detainee board approves prisoner release', 30 september 2004; IRIN, `Prison tour highlights some positive changes', 20 juli 2004. ANP, `Honderden Irakezen vrijgelaten', 6 juni 2004. 274 Daders kregen dertig dagen de tijd om zich aan te geven en onder de amnestie vrijuit te gaan. (AP, `Iraqi government passes amnesty for those convicted of minor crimes', 7 augustus 2004. BBC News, `Iraqi amnesty targets insurgents', 7 augustus 2004. ANP, 8 augustus 2004)
275 CPA Memorandum 3. `Criminal procedures', 18 juni 2003. 276 Repressieve bepalingen uit dit wetboek, toegevoegd na 1971, zijn komen te vervallen. 277 Deze regeling schrijft voor dat arrestanten binnen 24 uur voor een onderzoeksrechter moeten worden gebracht. De onderzoeksrechter wijst dan de verdachte op zijn rechten. Op basis van een eerste feitenanalyse bepaalt de onderzoeksrechter vervolgens of de verdachte wordt vrijgelaten, of er borg wordt gesteld, of dat de verdachte in voorarrest blijft. 278 Uit de pers werd het volgende vernomen. Tijdens de verslagperiode hebben Iraakse politiefunctionarissen zich schuldig gemaakt aan mishandeling van gevangenen (Volkskrant, `Iraaks martelen dilemma voor VS', 10 augustus 2004; The Guardian, `US military police
50

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.3.8 Verdwijningen
Ontvoeringen kwamen tijdens de verslagperiode veelvuldig voor. Het betrof zowel ontvoeringen in ruil voor losgeld door criminelen en / of bendes als politiek gemotiveerde ontvoeringen.279 Zowel Irakezen als buitenlanders zijn het slachtoffer geweest van ontvoeringen.280 Soft targets als burgers, waaronder kinderen, en werknemers in dienst van hulporganisaties of buitenlandse bedrijven werden ontvoerd.281 Ook waren Iraakse militairen geregeld het slachtoffer van ontvoeringen. In de meeste gevallen zijn zij om het leven gebracht.282 Met de gijzelingen beoogden de daders veelal terugtrekking van de MNF of buitenlandse organisaties en werknemers te bespoedigen. In een aantal gevallen zijn gegijzelden naderhand vrijgelaten. Van een aantal gegijzelden is bekend dat zij om het leven zijn gebracht.283 Van enkele ontvoeringen is door islamitische groeperingen, zoals de `Tawhid wal Jihad', thans bekend als `Tanzeem Qaedat Al-Jihad Fee Bilad Al- Rafidain' van Abu Mussab Al-Zarqawi284, de Martelaren Brigade en de Brigades van de Goddelijke Woede, de verantwoordelijkheid opgeëist.285 3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden
Ten gevolge van aanslagen, vuurgevechten en ongeregeldheden is een groot aantal doden gevallen, zowel onder Irakezen als buitenlanders. Hierbij zijn veel burgerslachtoffers gevallen.286 Voorts waren militairen, politiepersoneel,

raid Iraqi detention centre to stop abuse of prisoners', 30 juni 2004.). Er zijn ook weer berichten verschenen over mishandeling van Iraakse gevangenen door MNF-militairen (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 34, 16 september 2004; BBC News, `Danish agent faces torture claim', 2 augustus 2004.AP, `Danish officer accused of mistreating Iraqi prisoners', 4 augustus 2004). Milities hebben zich eveneens schuldig gemaakt aan mishandeling, ook wel met dodelijke gevolgen. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 31, 20 augustus 2004) 279 Het Parool, 20 september 2004. Amnesty International, AI Index MDE 14/030/2004, June 2004
280 Begin november bedroeg het aantal ontvoerde buitenlanders in Irak ruim 160. Het aantal ontvoerde Irakezen is een veelvoud van dit aantal. (AP, `More than 150 foreign hostages taken in Iraq', 25 oktober 2004) 281

51

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

academici287, politieke figuren, overheidsfunctionarissen en diplomaten het doelwit van moordaanslagen.288 Iraakse en buitenlandse werknemers die verondersteld werden samen te werken met de Iraakse interimregering / MNF of werkzaam te zijn voor buitenlandse bedrijven en internationale organisaties liepen eveneens groot risico. Vaak vielen bij arrestaties dodelijke slachtoffers, zowel onder arrestanten, veiligheidspersoneel als omstanders.289 Enkele MNF-militairen zijn aangeklaagd wegens moord op Iraakse burgers.290 In november bracht een tv- rapportage aan het licht dat een Amerikaanse militair een gewonde, voor het oog ongewapende, Iraakse strijder dood schoot. De Amerikaanse autoriteiten gaven aan een onderzoek in te stellen naar het incident. Mensenrechtenorganisaties hebben zich bezorgd uitgelaten over dit voorval en wezen op mogelijke schending van het oorlogsrecht.291

aanleiding van berichten die erop duidden dat tientallen burgerslachtoffers waren gevallen ten gevolge van gevechten tussen militairen en opstandelingen heeft Amnesty International verzocht om nader onderzoek (Amnesty International, MDE 14/047/2004, 17 september 2004).
287


52

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Schattingen van het aantal dodelijke slachtoffers onder Iraakse militairen lopen tot in de duizenden.292 Voorts wordt het aantal dodelijke slachtoffers onder Amerikaanse militairen geschat op circa 1200 sinds 1 mei 2003.293 3.3.10 Doodstraf
Op 8 augustus jl. hebben de Iraakse autoriteiten per direct de doodstraf ingevoerd, naar eigen zeggen ten behoeve van de stabiliteit van het land.294 De doodstraf zou gelden voor een dertigtal misdrijven. De doodstraf kan onder meer worden uitgevaardigd in geval van moord, ontvoering, gewapend verzet tegen de strijdkrachten en drugshandel ten behoeve van de financiering van terroristische activiteiten.295 Amnesty International maakte 9 november bekend dat tien personen ter dood veroordeeld zouden zijn. De identiteit noch de aanklacht waren bekend.296 Het is niet bekend of de wet ook terugwerkende kracht heeft. Ten uitvoerlegging van de doodstraf kan pas na bekrachtiging van het vonnis door de presidentiële raad en de premier.
Uit de verslagperiode is geen nieuwe informatie bekend ten aanzien van de doodstraf in de KRG-gebieden.297
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Koerden
Formeel is de positie van Koerden in Irak verbeterd sinds de val van Saddam Hoessein. Koerden nemen sindsdien deel aan het nationale en regionale politieke proces.298 In de tijdelijke grondwet299 is het Koerdisch naast het Arabisch opgenomen als officiële taal. De veiligheidssituatie was in de KRG-gebieden relatief rustig in vergelijking met de rest van het land. Er hebben zich in Irak evenwel gewelddadigheden jegens Koerden voorgedaan. Zo zijn drie Koerden in 292 Uit de pers werd medio november dit aantal geschat tussen de ruim 4800 ­ 6300 doden (Reuters, `Table of military deaths in Iraq', 16 november 2004) 293 Brookings Institute, Iraq Index, 15 november 2004 294 De doodstraf was onder de CPA opgeschort. Zie verder algemeen ambtsbericht Irak, juni 2004.
295 Reuters, `Iraq reimposes death penalty', 8 augustus 2004. IRIN, `AI criticises reinstatement of death penalty', 12 augustus 2004. 296 AI Index, MDE 14/055/2004, 9 november 2004 297 De KRG-autoriteiten stelden in een eerdere verslagperiode na aanvaarding van een nieuwe grondwet te zullen bezien of de doodstraf zal worden afgeschaft. Van de zijde van de KRG-
53

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

september jl. onthoofd door de extremistische islamitische militie Ansar Al-Sunna vanwege samenwerking van de Koerdische partijen met de VS.300 Uit de pers werd vernomen dat Koerden in de buurt van Mosul het slachtoffer waren van geweld.301 De precieze toedracht is niet bekend.
De terugkeer van Koerden die ten gevolge van de arabiseringspolitiek verdreven waren, vormt nog altijd een bron van spanning in het noorden van het land.302 Tijdens de verslagperiode is het evenwel, voor zover bekend, niet tot grootschalige gewelddadigheden gekomen.
3.4.2 Fayli-Koerden en Irakezen van Iraanse afkomst303 De nieuwe concept-nationaliteitswet304 bevat voorwaarden om de nationaliteitsrechten van Fayli-Koerden te laten herleven. Ook is in de TAL een aantal aspecten van deze conceptversie opgenomen. De concept-nationaliteitswet is nog niet in werking getreden. Het is in de praktijk voor Fayli-Koerden nog niet mogelijk om het Iraaks staatsburgerschap terug te krijgen. Evenmin was het voor Fayli-Koerden in de praktijk mogelijk om de onder Saddam Hoessein geconfisceerde eigendommen terug te krijgen via de IPCC.305 Teneinde aanspraak te maken op eigendommen dient men Iraakse identiteitsdocumenten te overleggen. Dergelijke documenten zijn Fayli-Koerden veelal ontnomen onder het regime van Saddam Hoessein.
De RCC-decreten (onder meer decreet 666 van 1980), die de ontneming van het Iraakse staatsburgerschap betroffen, zijn komen te vervallen.306 Er is uit de verslagperiode geen informatie bekend over terugkeer van Fayli-Koerden naar Irak.
300 Reformatorisch Dagblad, 21 september 2004; Sofia Morning News, 2 oktober 2004. Reuters, `Iraq group shows beheading of three Kurds', 19 se 4yi21 be19r dr c19n,2(l)7in19 se 4yi21 ber r19 rr
54

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.4.3 Moeras-Arabieren
De VN maakte bekend in het najaar van 2004 een project te willen starten ten behoeve van het herstel van de moerasgebieden in het zuiden van Irak.307 Onder de binnenlands ontheemden in Irak bevinden zich onder meer Moeras-Arabieren die onder Saddam Hoessein uit hun oorspronkelijke woongebieden waren verdreven.308 Uit vorige verslagperiodes is bekend dat terugkeer naar de moerasgebieden heeft plaatsgevonden.
3.4.4 Turkmenen
Iraakse Turkmenen kunnen in geheel Irak hun politieke stem laten horen.309 De Turkmeense gemeenschap in Irak is verdeeld. Er zijn tenminste vijf Turkmeense politieke organisaties bekend, met het Iraqi Turkmen Front (ITF) als grootste partij.
In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat Irakezen het recht hebben op overheidsscholen onderwijs te volgen in hun moedertaal. Er zijn verschillende Turkmeense scholen in de KRG-gebieden. Ook zou er een Turkmeense school zijn opgericht in Kirkuk.
Voor zover bekend uit mediaberichten is tijdens de verslagperiode op beperkte schaal sprake geweest van spanningen tussen Turkmenen en Koerden. Hierbij kwam het soms tot geweld.310 Dergelijke spanningen vloeiden vaak voort uit de terugkeer van personen die onder de arabiseringspolitiek van Saddam Hoessein waren verdreven en onvrede onder Turkmenen over mogelijke `koerdisering' van Kirkuk.311 Uit vertrouwelijke bron en de pers is vernomen dat veel Koerden naar Kirkuk zijn getrokken om de demografische verhoudingen in de stad te beïnvloeden.312
307 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no. 28, 30 juli 2004. IRIN, `Multi million dollar programme for marshes in the south', 29 juli 2004. Zie voor meer over Moeras-Arabieren onder andere de algemene ambtsberichten Irak van juni 2004 en januari 2004. 308 Zie ook 4.2.
309 De Turkmeense gemeenschap heeft vertegenwoordiging in de interimregering en interimraad. In provincie- en districtsraden van Nineveh en Kirkuk nemen Turkmenen zitting. In Tell- Afar, Altun Kopri en Tuz Khormatu zetelen Turkmeense burgemeesters. Voorts zijn in Turkmeense kring diverse nieuwe organisaties en mediakanalen opgericht. 310 IWPR's Iraqi Crisis Report, `Tempers flare between Kurds and Turkmen', no 79, 16 augustus 2004; The Tharwa Project, `Arabs threaten Turkmen', september 2004, www.tharwaproject.com)
311 Zie ook 3.1.2. over de Iraqi Property Claims Commission. 312 Reuters, `Ethnic tensions simmer in northern Iraq oil city', 28 september 2004. IRIN, `Focus on displacement in Kirkuk', 23 september 2004.
---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.4.5 Dienstplichtigen / militairen
Tijdens de verslagperiode zijn rekruten en militairen van het nieuwe Iraakse leger alsook Iraakse politiefunctionarissen met grote regelmaat het slachtoffer geworden van aanslagen en ontvoeringen. Uit verschillende berichtgeving blijkt dat aanslagen op militairen in de loop der tijd steeds beter georganiseerd zijn en dat zeer waarschijnlijk sprake is van infiltratie door plegers van aanslagen.313 Militante islamitische groeperingen hebben de verantwoordelijkheid voor verschillende moorden en aanslagen op Iraakse militairen opgeëist.314 Voorts werd uit de pers vernomen dat in het nieuwe Iraakse leger sprake is geweest van desertie.315
Dienstplicht
De dienstplicht is door de CPA afgeschaft. Indiensttreding is vrijwillig. Thans is in Irak sprake van een beroepsleger. De minimum leeftijd voor toetreding is 18 jaar. Er zijn tijdens de verslagperiode geen voornemens geuit tot invoering van de dienstplicht. Men mag na toetreding niet politiek actief zijn en men dient zich te onthouden van politieke uitlatingen. In vrijwel alle Iraakse steden zijn rekruteringsbureau's waar men zich kan melden voor opname in het nieuwe Iraakse leger.
3.4.6 Vrouwen
Sinds de val van Saddam Hoessein is gewerkt aan de verbetering van de positie van vrouwen wat regelgeving betreft. Volgens de TAL zijn alle Irakezen gelijk voor de wet ongeacht hun geslacht. De tijdelijke grondwet schrijft voor dat 25 % van het totale aantal zetels in de Nationale Conferentie van augustus jl. en het toekomstig parlement ingenomen dient te worden door vrouwen. Deze regel is niet van toepassing op de verkiezingen voor het Koerdische parlement noch voor de provincieraden. Voorts zijn er diverse vrouwenorganisaties opgericht en worden 313 Een grootschalige aanslag vond plaats op 23 oktober, toen 49 Iraakse soldaten op verlof in een hinderlaag liepen en werden doodgeschoten. De daders zouden gekleed zijn in politie- uniformen en beschikken over interne informatie. (Edward Wong, `Ambush kills 50 Iraqi soldiers execution style', The New York Times, 25 oktober 2004) 314 ANP, 19 september 2004. Edward Wong, `Ambush kills 50 Iraqi soldiers execution style', The New York Times, 25 oktober 2004. AP, `Militant group claims to have killed 11 Iraqi National Guards', 28 oktober 2004. 315 Dit bleek het geval toen het Iraakse leger trachtte het sjiitisch verzet te beteugelen in augustus jl. (Reformatorisch Dagblad, 17 augustus 2004.) Ook tijdens de gewelddadigheden tussen verzetsstrijders en het leger in september jl. in Tell-Afar zouden circa 150 Iraakse militairen zijn overgelopen. (NRC Handelsblad, `Ontvoeringsindustrie in Irak bloeit', 21 september 2004)

56

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

vele initiatieven genomen ten behoeve van een betere positie van vrouwen in Irak.316
Vrouwen nemen deel aan het arbeidsproces. Het aandeel van vrouwen in het arbeidsproces wordt, zo is uit vertrouwelijke bron vernomen, geschat op circa 20%.317 Vrouwen zouden vooral werkzaam zijn in het onderwijs en de gezondheidszorg.318 Er is sprake van ondervertegenwoordiging van vrouwen in het politieke bestel op nationaal niveau.319 Op lokaal en regionaal niveau hebben meer vrouwen zitting in de raden.320 Strenge leefregels, danwel conservatieve normen en waarden hebben de deelname van vrouwen aan politieke activiteiten mede beïnvloed.321 Ook is vernomen dat religieuze leiders en groeperingen protesten en 316 Zoals `The Independent Women Organisation', `Women Association under the Constitutional Monarchy', `Democratic Iraqi Women Society' en `Kurdistan Women Federation'. Inmiddels zouden reeds enkele honderden vrouwenorganisaties in Irak bestaan. In het midden en zuiden van Irak zouden vrouwen in mindere mate georganiseerd zijn vergeleken met elders. Voorts zijn in verschillende steden `women centres' opgericht waar cursussen (in leesvaardigheid, gezondheid, voedingsleer, computercursussen etc.) worden gegeven en informatiebijeenkomsten worden gehouden (IRIN, `Funding delays opening of women's library in north', 29 juli 2004; Bureau of International Information Programs, `Iraqi groups build democrcay at grassroots level', 20 januari 2004. IRIN, `Widows start new enterprise', 31 maart 2004. IRIN, `NGO works to boost women's literacy in north', 8 maart 2004.)
317 In een rapport van de International Crisis Group wordt geschat dat 20-25 % van de beroepsbevolking uit vrouwen bestond. (ICG Middle East Report no 30, 2 september 2004). Schattingen uit de vorige verslagperiode lagen tussen de 16 en 19 %. (Bureau of International Information Programs, `Iraqi women raise their political voics, says minister Berwari', 11 maart 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.) 318 Minister van Vrouwenzaken Nisrin Berwari stelde in de vorige verslagperiode dat meer dan 60 % van de tandartsen, farmaceuten en onderwijzers, meer dan 30 % van de artsen, universitair docenten en technische docenten bestaat uit vrouwen. Bij de overheid zou meer dan 30 % van de directeursfuncties vervuld zijn door vrouwen. (Bureau of International Information Programs, `Iraqi women raise their political voics, says minister Berwari', 11 maart 2004.)
319 Vrouwen bekleden thans 6 van de 33 ministersposten, de president en 2 vice-presidenten zijn mannen (zie bijlage 2). Naar verluidt zijn er in ieder geval 7 vrouwelijke staatssecretarissen (`deputy ministers'). Binnen de ministeries varieert het aantal vrouwen op hoge posities sterk. In de interimraad zetelen 25 vrouwen, op een totaal van 100 zetels. Elders in het Midden- Oosten en ten tijde van Saddam Hoessein ligt het aandeel vrouwen in het parlement lager. Critici beweren wel dat het merendeel van de vrouwelijke raadsleden slechts een symbolische functie vervult.
320 In de stadsraad van Bagdad zijn 6 leden van de 36 vrouw (The Guardian, `Doubts hold back rising star of Iraqi politics', 10 februari 2004. Bureau of International Information Programs, 27 februari 2004.
321 In de praktijk is gebleken dat vrouwen die zitting hebben in raden niet altijd volledige bewegingsvrijheid genieten. Het is voorgekomen dat een verkozen vrouw alleen vergezeld van haar echtgenoot andere mannelijke gesprekspartners mocht spreken. Vanwege beperkingen aan onderzoeksmogelijkheden is thans niet meer bekend.
57

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

bedreigingen geuit hebben tegen vrouwen vanwege de deelname van vrouwen aan het politieke en maatschappelijke proces.322 Recentelijk is de kandidatuur van een vrouwelijke rechter in Najaf teruggetrokken onder meer ten gevolge van grote bezwaren van islamitische zijde. Toegang tot de arbeidsmarkt wordt voorts belemmerd door de onzekere veiligheidssituatie en de hieraan gerelateerde beperkte bewegingsvrijheid voor vrouwen.
Het is momenteel niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre de situatie voor vrouwen in het dagelijks leven veranderd is sinds de val van Saddam Hoessein. Conservatieve normen en waarden zijn in bepaalde gebieden, waaronder het door sjiieten gedomineerde zuiden, van grotere invloed dan voorheen. Vanuit islamitische kring werd gepleit voor strengere kledingvoorschriften voor vrouwen en een scheiding der seksen in openbare ruimtes.323 Uit veiligheidsoverwegingen en om intimidatie en commentaar te vermijden dragen steeds meer vrouwen een hoofddoek in het openbaar. Berichten uit het zuiden, Bagdad en Mosul duiden op toenemende druk op vrouwen om gesluierd te gaan. In het straatbeeld van in elk geval Bagdad is evenwel nog steeds sprake van ongesluierde vrouwen. Geweld
Ook in deze verslagperiode maakten diverse berichten in de pers melding van (huiselijk) geweld jegens vrouwen.324 De gebrekkige veiligheidssituatie voor vrouwen hangt nauw samen met de algehele verslechterde veiligheidssituatie en gebrekkige ordehandhaving. Voor vrouwen wordt het steeds moeilijker zonder begeleiding van een mannelijk familielid te reizen, gezien het gevaar van geweld en ontvoering.325 Ook zijn vrouwenactivisten bedreigd vanwege hun inspanningen voor vrouwenrechten.326 Hoewel zoals eerder genoemd ontwikkelingen in regelgeving plaatsvinden, maakt Iraakse strafwetgeving het echter nog steeds mogelijk voor daders van verkrachting, seksueel geweld of aanranding strafvermindering te krijgen indien hij met het slachtoffer trouwt.327 322 Amnesty International, MDE/14/030/2004, juni 2004; Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004. 323 Vivienne Walk, `Marked women', Time Magazine, 26 juli 2004; Sabrina Tavernise, `Shielding women from a renewal of domestic violence', The New York Times, 14 oktober 2004. Houzan Mahmoud, `The killing of women by islamic groups in Iraq continues unabated', 15 oktober 2004 (www.equalityiniraq.com); IRIN, `Interview with Amnesty International Head', 19 juni 2003. Zie ook subparagraaf 3.4.8.1. `Sjiieten'. 324 Amnesty International, Amnesty International, MDE/14/030/2004, juni 2004; Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004; Sabrina Tavernise, `Shielding women from a renewal of domestic violence', The New York Times, 14 oktober 2004. IRIN, `Human rights festival in north draws hundreds', 12 oktober 2004. 325 Begin november werd in de pers gemeld dat de voorzitster van de `Kurdistan Women's Union' was ontvoerd te Mosul. (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 41, 5 november 2004) 326 IRIN, `Activists push for women's rights in Iraq', 9 november 2004 327 Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004.
58

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Er zijn verschillende berichten die erop duiden dat moorden vanwege eerwraak in verschillende delen van Irak voorkomen. Er zou sinds de val van Saddam Hoessein sprake zijn van een toename in het aantal moorden vanwege eerwraak.328 In de KRG-gebieden hebben de autoriteiten in 2002 wetgeving inzake moorden vanwege eerwraak aangepast. De KRG/PUK heeft een wetsaanpassing gemaakt volgens welke daders van eerwraak niet langer immuun zijn. In het gebied onder de KRG/KDP is in 2002 een wijziging op de wet aangenomen houdende dat eerwraak in dat gebied niet is toegestaan.329 Het is niet bekend of elders in Irak maatregelen zijn genomen tegen eerwraak. Evenmin is bekend of in Irak buiten de KRG-gebieden wetgeving inzake eerwraak, van kracht onder Saddam Hoessein, nog geldig is. Volgens deze wetgeving werden mannen die zich schuldig hadden gemaakt aan moorden vanwege eerwraak niet strafrechtelijk vervolgd. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre vrouwen zich aan de dreiging van eerwraak kunnen onttrekken door zich elders in Irak te vestigen. Noch is bekend in hoeverre de huidige veiligheidsorganisaties in Irak bescherming kunnen bieden aan vrouwen die blootstaan aan (seksueel) geweld door derden of eerwraak. Uit de pers werd vernomen dat er in Bagdad en Kirkuk een opvangtehuis bestaat voor vrouwen die het slachtoffer zijn van (huiselijk) geweld in Irak.330 Voorts is bekend dat in Dohuk, Erbil en Sulaymaniyya op kleine schaal opvang bestaat voor vrouwen die zich willen onttrekken aan geweld.331 De maximum gevangenisstraf voor verkrachting en / of seksueel geweld wordt gesteld op levenslang. De maximum straf voor aanranding wordt gesteld op vijftien jaar detentie.
3.4.7 Leden van de voormalige Baathpartij
De-Baathisering
CPA-administrateur Paul Bremer voerde bij zijn aantreden in Irak een nationaal beleid van de-Baathisering in.332 Functionarissen die behoorden tot de hoogste vier rangen van de voormalige Baathpartij 333 werden van hun functie ontheven. Het 328 Joint British Danish fact finding mission to Baghdad and Amman on conditions in Iraq, 1-8 september 2004; Vivienne Walk, `Marked women', Time Magazine, 26 juli 2004; Times of India, `Honour killings haunt Iraqi women', 19 juli 2004. Volkskrant, 20 juli 2004; UNHCR, Country of origin information, augustus 2004; Amnesty International, MDE/14/030/2004, juni 2004.
329 Zie verder algemeen ambtsbericht Noord-Irak, oktober 2002. 330 Sabrina Tavernise, `Shielding women from a renewal of domestic violence', The New York Times, 14 oktober 2004.
331 Joint British Danish fact finding mission to Baghdad and Amman on conditions in Iraq, 1-8 september 2004; IRIN, `Shelter in north helps vulnerable women', 3 juni 2004. 332 Order 1. De-Baathification of Iraqi society, 15 mei 2003. Zie verder subparagraaf 3.4.8. 333 Hiermee doelde de CPA op de rangen van divisielid, sectielid, afdelingslid en landelijk lid. Zie ook: actualisering algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, 28 februari 2003.
59

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

was hen niet toegestaan weer een overheidsfunctie334 te bekleden. Voorts dienden ze een veiligheidsonderzoek te ondergaan. Alle personen die functies bekleedden in de bovenste lagen van de overheid (met inbegrip van ziekenhuizen, scholen en universiteiten) dienden te worden ondervraagd naar hun partijverleden. Indien men in dergelijke functies Baathlid was geweest, diende ontslag te volgen.335 Onder de CPA werden alle militaire en civiele rangen, verleend onder het regime van Saddam Hoessein, ingetrokken. Echter, in de praktijk bleken familiebanden, tribale netwerken en vergelijkbare contacten soms belangrijker dan aanbevelingen van de de-Baathiseringsinstanties336. Na verloop van tijd is het de- Baathiseringsbeleid niet altijd meer zo strikt toegepast. Tijdens de verslagperiode werd aangekondigd dat het beleid van de-Baathisering op onderdelen verder teruggedraaid zou worden.337 Het zou leden van de voormalige Baathpartij, die niet beschuldigd worden van misdrijven, alsnog worden toegestaan een overheidsfunctie te bekleden. Volgens berichten in de pers zou premier Allawi getracht hebben de `Debaathification Commission' te ontmantelen.338 Leden van de opgeheven partij zouden inmiddels een uitgebreid netwerk hebben opgebouwd en veel strategische functies bekleden binnen de overheid.
Uit berichten in de pers werd voorts vernomen dat de Baathpartij zich opnieuw zou hebben verenigd onder een nieuwe naam (`Al-Islah', `de hervorming').339 334 In de tijdelijke grondwet is opgenomen dat personen die tot de vier hoogste rangen van de voormalige Baathpartij hebben behoord, niet verkozen kunnen worden voor het toekomstige parlement.
335 In aanvullende verordeningen was vastgesteld dat deze personen niet in aanmerking kwamen voor pensioen of andere betalingen van de overheid. Hierbij gold dat degene die tijdens het Baathbewind de militaire rang van kolonel of hoger (of equivalenten daarvan) vervulde, tenminste beschouwd werd als divisielid. Betrokkenen dienden in beginsel uit overheidsdienst te worden ontslagen. Het was mogelijk om bij de CPA hiertegen bezwaar te maken.
336 De uitvoering van de-Baathisering is onder meer in handen van de `Supreme Commission for De-Baathification', de `Higher National Debaathification Commission' (op het gebied van onderwijs) en de `Judicial Review Committee' (op het gebied van de rechtspraak). Gebleken is dat in een aantal gevallen de invloed van de `Supreme Commission for De-Baathification' beperkt was. Zie ook het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. 337 In april 2004 zijn enkele hoge militairen, verbonden aan het voormalige Iraakse leger, opnieuw opgenomen in het huidige leger. In april kondigde ambassadeur Bremer aan dat leden van de voormalige Baathpartij die sinds de invoering van de de-Baathisering werkloos waren geraakt, toch weer in aanmerking konden komen voor een baan bij de overheid of het leger (Jordan Times, 5 mei 2004. BBC News, 23 april 2004; IWPR's Iraqi Crisis Report, no 65, 2 juni 2004).
338 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004; New York Times, 13 oktober 2004. 339 Hanna Allam, `Saddam's Baath Party is back in business', Knight Ridder Newspapers, 7 september 2004; RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 39, 22 oktober 2004; New York Times, 13
60

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Ook, zo werd uit de media vernomen, zouden leden van de voormalige Iraakse inlichtingendienst (`Al-Mukhabarat')340 opnieuw hun functies binnen het nieuwe Iraakse veiligheidsapparaat mogen bekleden, indien zij zich niet schuldig gemaakt hebben misdrijven.341 Wegens onderzoeksbeperkingen kan deze informatie niet bevestigd worden.
Leden van de voormalige Baathpartij
De positie van leden van de voormalige Baathpartij danwel van functionarissen verbonden aan het regime van Saddam Hoessein is niet in algemene zin vast te stellen. Een aantal leden zou betrokken zijn bij het plegen van moordaanslagen. In eerdere ambtsberichten werd bericht dat wraakmoorden zijn gepleegd op leden van de voormalige Baathpartij.342 343 Het is niet bekend of tijdens deze verslagperiode dergelijke wraakmoorden hebben plaatsgevonden. In veel gevallen van geweld tegen leden van de voormalige Baathpartij kan niet worden bevestigd dat er een direct verband bestaat met hun partijverleden noch dat sprake is van een structurele ontwikkeling van geweld louter vanwege betrokkenheid bij de Baathpartij. Behalve wraakmotieven kunnen namelijk ook a-politieke, criminele motieven een rol spelen bij bijvoorbeeld ontvoeringen en geweld. Aangenomen wordt dat leden van de voormalige Baathpartij naar verhouding minder risico lopen gewelddadig bejegend te worden dan personen die verondersteld worden samen te werken met de interimregering of de MNF.

oktober 2004. De partij zou, volgens berichten in 2003, zich eerder hebben georganiseerd onder de naam `Hizb Al-Awda', `Partij van de Terugkeer'. 340 Zie voor meer informatie het deelambtsbericht Iraakse inlichtingen- en veiligheidsdiensten / artikel 1F gerelateerde aspecten, december 2003. 341 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 28, 30 juli 2004. 342

61

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

3.4.8 Religieuze groepen
3.4.8.1 Sjiieten
Iraakse sjiieten vormen geenszins een homogene gemeenschap en zijn politiek en religieus verdeeld.344 Enkele invloedrijke sjiitische actoren zijn groot-ayatollah Al- Sistani, de beweging van Muqtada Al-Sadr en partijen als SCIRI en Al-Da'wa.345 Sinds de val van Saddam Hoessein is de positie van sjiieten sterk verbeterd. Veel sjiitische geestelijken zijn uit het buitenland teruggekeerd naar Irak. Met het wegvallen van het regime van Saddam Hoessein is de onderdrukking van het sjiitische leiderschap beëindigd.346 Sjiieten zijn voorts ruim vertegenwoordigd in het kabinet.347 Er hebben zich evenwel tijdens de verslagperiode incidenten voorgedaan waarbij verschillende personen verbonden aan SCIRI vermoord zijn.348 Ook zijn twee sjiitische geestelijken gedood bij verschillende incidenten begin september jl. in Latifiyah.349 350 3.4.8.2 Soennieten
De soennitische gemeenschap in Irak is, net als de sjiitische, heterogeen. Zo is er sprake van etnische verschillen onder soennieten, zoals het onderscheid tussen soennitische Arabieren en Koerden. Soennitische Arabieren hangen verschillende politieke stromingen aan.351 Verder bestaan er verscheidene religieuze stromingen van het liberale soefisme en hanafisme tot het radicale salafisme en wahabisme. Soennitische Arabieren hebben zitting in de interimregering en de besturen op regionaal niveau. In de vorige verslagperiode streefden de coalitie-autoriteiten ernaar soennieten te betrekken bij het politieke proces.352 344 De diversiteit onder sjiieten uit zich in de verschillende religieuze scholen, stamlijnen, etnische achtergronden, politieke voorkeuren en sociale strata. Zie voor een algemene beschrijving van sjiieten in Irak ook de voorgaande algemene ambtsberichten Centraal-Irak. In 2003 zijn sjiitische geestelijken omgekomen ten gevolge van aanslagen. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 5 januari 2004 345 Zie voor meer informatie algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. Zie voor meer informatie bijvoorbeeld ICG, `Iraq: Can local governance save central government?', 27 oktober 2004. 346 Zie algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002. 347 Zo nemen SCIRI en Al-Dawa deel aan de interimregering. 348 Reformatorisch Dagblad, `Alarm na moord op moslimgeleerden Irak', 21 september 2004. AFP, 20 september 2004. AP, `Gunmen kill senior official of Iraq's largest Shiite party', 7 juni 2004.
349 IWPR's Iraqi crisis report, `Death stalks the way to Latifiya', 17 september 2004. 350 Voorts is een vredesmars in Kufa van de sjiitische geestelijke Al-Sistani verstoord door aanslagen. (BBC News, `Attack on Iraq mosque kills 25', 26 augustus 2004; RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 32, 27 augustus 2004.) 351 Bijvoorbeeld internationaal islamitisch (Moslimbroeders / `Muslim Brotherhood'), nationalistisch, seculier, communistisch of monarchistisch. 352 Men vreesde dat soennieten zich uitgesloten zouden voelen van de politieke wederopbouw. Ook hoopte men zo geweld vanuit de soennitische gemeenschap te doen verminderen.
62

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Sinds de val van Saddam Hoessein waren soennitische Arabieren in beperkte mate georganiseerd in politieke partijen of groeperingen zoals Ahl Al-Sunnah wa Al- Jammah, Hay'at Al-Ulama Al-Muslimin (`Muslim Scholar's Association'), Moslimbroeders en organisaties rond seculiere Arabische soennieten.353 De politieke rol van deze soennitische organisaties lijkt nog beperkt. De soennitische gemeenschap is hierdoor mogelijk ondervertegenwoordigd bij de geplande verkiezingen. Ook de instabiele veiligheidssituatie in het overwegend soennitische midden van Irak staat evenredige deelname van soennieten aan de verkiezingen in de weg.354
Tijdens de verslagperiode zijn enkele soennitische geestelijken het doelwit geweest van moordaanslagen. In november kwamen twee soennitische geestelijken om ten gevolge van aanslagen in Baquba en Mosul.355 De achterliggende redenen voor deze moordaanslagen kunnen niet met zekerheid worden vastgesteld. In oktober werd een soennitische geestelijke vermoord in Mosul. Twee soennitische geestelijken waren in september in Bagdad om het leven gebracht. De motieven van deze moorden zijn niet bekend.356 3.4.8.3 Christenen
Het aantal christenen in Irak wordt geschat op circa 3 % van de bevolking (700.000 - 800.000 personen). De situatie voor christenen in Irak is wat wetgeving betreft verbeterd. Sinds de val van Saddam Hoessein kunnen christelijke partijen357 deelnemen aan het politieke proces in heel Irak.358 Ook is het onder de TAL voor Assyrische christenen mogelijk onderwijs te volgen in de eigen taal 353 Zie voor de beschrijving van deze organisaties het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. 354 Oxford Analytica, `Power-sharing blocs prepare for elections', 5 november 2004. De soennitische partij `Iraqi Islamic Party' trok uit protest tegen de aanvallen op Falluja in november haar minister terug uit het kabinet. Zie ook 2.2. 355 AP, `Second sunni cleric gunned down in Iraq', 23 november 2004 356 Middle East Online, `Two senior Sunni clerics assasinated in Baghdad', 20 september 2004 (www..middle-east-online.com); IslamOnline.net, `Third Sunni scholar survives assassination bid', 21 september 2004. ANP, `Twee leden van comité van moslimgeleerden vermoord', 20 september 2004. Reformatorisch Dagblad, `Alarm na moord op moslimgeleerden Irak', 21 september 2004.
357 Enkele zijn `Assyrian Democratic Movement', `Beit Nahreen', `Assyrian Patriotic Movement' en `Khaldean Democratic Movement'. Zie algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004.
358 In de interimregering hebben christenen vertegenwoordiging, bijvoorbeeld door het `Assyrian Democratic Movement'. Zo hebben vier Assyrische christenen momenteel zitting in de raad van Mosul. Ook de loco-burgemeester is van Assyrisch christelijke komaf. Vier christenen namen deel aan de Nationale Conferentie in augustus jl. Er zouden inmiddels tenminste negen christelijke politieke bewegingen actief zijn in Irak. In KRG-gebied was de christelijke partij ADM reeds actief voorafgaand aan het militair ingrijpen in 2003. Zie ook de algemene ambtsberichten Irak, 3 juni 2004, 5 januari 2004, Noord-Irak, oktober 2002.
63

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

(Sureth), hetgeen onder Saddam Hoessein niet was toegestaan.359 Verschillende incidenten, met als dieptepunt de aanslagen in augustus jl., duiden echter op een verslechterde situatie voor christenen in de praktijk.360 In augustus jl. was de christelijke gemeenschap in Irak voor het eerst het doelwit van een grootschalige, gerichte aanslag. Bij vijf bomaanslagen op kerken in Bagdad en Mosul kwam toen een tiental mensen om het leven.361 In oktober werden opnieuw bomaanslagen gepleegd op zes kerken in Bagdad. Hierbij vielen geen doden, wel gewonden.362 Begin november ontploften opnieuw enkele bommen bij twee kerken in Bagdad, met zes doden als gevolg.363 De verantwoordelijkheid van dergelijke aanslagen wordt wel toegeschreven aan extremistische islamitische organisaties.364 Ook zouden achter aanslagen als deze `buitenstaanders' schuilen die verdeeldheid tussen religieuze groeperingen willen zaaien.365
Islamisering
In verschillende delen van Irak is sprake geweest van spanningen tussen christenen en moslims ten gevolge van toenemende islamisering.366 Veel slijters, veelal christenen, hebben onder druk van islamitische zijde hun zaken gesloten.367 Bekend is dat christelijke drankverkopers herhaaldelijk gewelddadig, met soms dodelijke gevolgen, bejegend zijn.368 Ook is vernomen dat sommige christelijke 359 Thans is een vakgroep Aramese talen (waartoe het Sureth behoort) geopend op de Letterenfaculteit aan de Universiteit van Bagdad. Zie ook 2.1.1. 360 Ook UNHCR spreekt van een verslechterde situatie voor christenen sinds de val van het voormalige regime (UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004). 361 Algemeen Dagblad, `Christenen zijn nu ook doelwit in Irak', 2 augustus 2004; IRIN, 6 augustus 2004;
362 Nederlands Dagblad, `Kerken Bagdad opnieuw doelwit', 17 oktober 2004. 363 AP, `Militants attack Iraq churches', 8 november 2004. 364 Middle East International, 6 augustus 2004. Al-Jazeera.net, `Iraqi muslims, christians stress unity', 2 augustus 2004.
365 AP, 16 oktober 2004. Zo werd ook vermoed dat de aanslagen in Kerbala en Bagdad in maart 2004 het werk waren van buitenstaanders. Zie ook algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004.
64

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

vrouwen zich gedwongen voelen gesluierd over straat te gaan.369 Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat Assyrische studenten aan de universiteit van Mosul te kampen hebben gehad met intimidatie en bedreigingen. Aan vrouwelijke studenten zouden voorafgaand aan de Ramadan dreigbrieven zijn verstuurd waarin gedreigd werd met repercussies indien zij geen hoofddoek zouden dragen. Voorts zouden vooral op het platteland woonachtige Assyrische studenten last hebben van bedreigingen in openbare gelegenheden en het openbaar vervoer. Uit de pers zijn vergelijkbare berichten, over bedreigingen jegens christenen van islamitische zijde te Mosul, vernomen.370
Uit betrouwbare bron en de pers is vernomen dat christenen mede uit angst voor islamitisch extremisme vanuit het zuiden naar Bagdad371 en het noorden van Irak zijn getrokken.372 De vermeende betere sociaal-economische positie van christenen heeft ertoe geleid dat christenen vaak het slachtoffer zijn geweest van ontvoeringen om losgeld. Religieuze motieven zouden hierbij geen rol spelen.373 Aangenomen wordt dat dit in het hele land geldt. Echter, in de KRG-gebieden was de situatie voor christenen tijdens en voorafgaand aan de verslagperiode stabieler.374
3.4.8.4 Mandeeërs375
De positie van Mandeeërs is in het zuiden van Irak sinds de val van het regime van Saddam Hoessein verslechterd. Er zou sprake zijn van toenemende discriminatie (ontslag uit overheidsdienst, verwijdering van scholen, beschadigen van Mandeese heiligdommen, dwang voor meisjes en vrouwen om zich te sluieren, gedwongen besnijdenis van pasgeboren jongens, gedwongen bekering). Ook zijn Mandeeërs slachtoffer geworden van ontvoeringen en geweldsmisdrijven.376 Aangenomen wordt dat ontvoeringen, geweldsmisdrijven en andere vormen van intimidatie niet zozeer om etnische of religieuze redenen plaatsvinden; vanwege hun doorgaans vermogende sociaal-economische positie zijn Mandeeërs een aantrekkelijke doelwit voor ontvoeringen en het eisen van losgeld. Diverse Mandeeërs zijn reeds

2004. Christian Science Monitor, Iraq's christians consider fleeing as attacks on them rise', 13 juli 2004.
369 The Economist, `Iraq's christians. Less safe than before?', 7 augustus 2004. 370 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 41, 5 november 2004 371 Voor christenen in Bagdad geldt, net als voor andere personen in Bagdad, dat er sprake is van een algemene instabiele veiligheidssituatie. 372 Reformatorisch Dagblad, `Steeds meer christenen vluchten uit Irak', 18 oktober 2004. AP, 16 oktober 2004.
373 Christian Science Monitor, Iraq's christians consider fleeing as attacks on them rise', 13 juli 2004; Reformatorisch Dagblad, 15 september 2004; Nederlands Dagblad, `Kerken Bagdad opnieuw doelwit', 17 oktober 2004; Trouw, 5 augustus 2004. 374 Nederlands Dagblad, `Irakese kerken alleen nog overdag bijeenkomsten', 16 mei 2003. 375 Zie voor algemene informatie over Mandeeërs het algemeen ambtsbericht Irak, 3 juni 2004. 376 IWPR Iraqi Crisis Report, no 45, 22 januari 2004.
65

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

vanuit het zuiden naar Bagdad ­ waar ruim de helft van de Mandeese gemeenschap woonachtig is ­ verhuisd.
3.4.9 Homoseksuelen


---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

4 Migratie
4.1 Migratiestromen en ­motieven
Uit verschillende berichten is vernomen dat vele christenen Irak zouden hebben verlaten onder meer naar aanleiding van de aanslagen in augustus op een aantal kerken. De schattingen lopen tot in de tienduizenden.378 Een deel zou kort daarop vanuit buurlanden zijn teruggekeerd, omdat men geen visa voor doorreis naar westerse landen kon krijgen.379
In algemene zin geldt dat zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft plaatsgevonden. Deze terugkeer vindt met name plaats vanuit Iran, Syrië en Saoedi-Arabië. UNHCR schat dat sinds de val van Saddam Hoessein tot april 2004 tussen de 80.000 en 120.000 Irakezen zijn teruggekeerd vanuit buurlanden en landen in de regio.380 De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft de terugkeer voor Irakezen, waaronder ex-asielzoekers, vanuit verschillende landen (Nederland, Duitsland, VK, Denemarken, Noorwegen, Libanon, Pakistan) gefaciliteerd. De animo voor gefaciliteerde terugkeer vanuit Nederland via Jordanië bleek in 2004 (152 per november 2004) te zijn gestegen ten opzichte van 2003381 (82).
De Iraakse autoriteiten, bij monde van minister van Ontheemden en Migratie Pascale Isho, alsmede UNHCR keren zich tegen terugkeer vanwege onder meer de 378 Zie ook 3.4.8. De Iraakse minister van Ontheemden en Migratie, Pascale Isho, heeft in de pers gesteld dat 40.000 christenen het land zouden hebben verlaten na de aanslagen in augustus jl. (AFP, `Reverend Wissam Jamil on a mission to evangelise Iraq', 30 augustus 2004; Assist News Service `40-thousand christians flee Iraq', 17 augustus 2004; Trouw, `Duizenden christenen weg uit Irak', 9 augustus 2004; Reformatorisch Dagblad, `Steeds meer christenen vluchten uit Irak', 18 oktober 2004. Trouw, 22 september 2004; Christian Science Monitor, '13 juli 2004; Houston Chronicle, `Widely threatened, christians flee Iraq', 7 augustus 2004; Leeuwarder Courant, `Christenen in Irak vertrekken massaal', 16 augustus 2004; UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004) Voor de volledigheid dient hier dat het ministerie in het Arabisch luidt: `Wizara al-Muhadjarien wal-Muhadjirien', ofwel `ministerie van gedwongen emigranten en vrijwillige emigranten'. In Engelstalige publicaties wordt gesproken van `Ministry of Displacement and Migration'. 379 Trouw, 22 september 2004.
380 Het merendeel zou spontane, zelfstandige terugkeer betreffen (Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004.) In november 2004 waren ruim 18.000 Irakezen met tussenkomst van UNHCR teruggekeerd naar Irak vanuit buurlanden (RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 23, 25 juni 2004; UNHCR, `Iraqi Kurds return through newly-opened border crossing', 23 juni 2004, UNHCR, Reliefweb, 19 november 2004)
381 Dit terugkeerprogramma liep vanaf juni 2003.
67

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

veiligheidssituatie, gebrekkige levensomstandigheden en beperkte absorptiecapaciteit.382
Hoewel UNHCR de omstandigheden met betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor terugkeer, meent de organisatie, mede


68

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Turkije
Tussen januari en september 2004 waren er 3795 gevallen van gedwongen uitzetting van illegale Irakezen door de Turkse autoriteiten. Er heeft nagenoeg geen vrijwillige of gedwongen terugkeer van afgewezen asielzoekers plaatsgevonden vanuit Turkije. UNHCR heeft in enkele gevallen van vrijwillige terugkeer hulp geboden. In Turkije bevinden zich geen vluchtelingenkampen voor Irakezen. UNHCR heeft tussen januari en oktober 2004 in Turkije 247 nieuwe zaken van Iraakse asielzoekers (750 personen) geregistreerd. Jordanië
IOM heeft een terugkeerprogramma naar Irak via Jordanië voor Iraakse ex- asielzoekers in onder meer westerse landen. De vrijwillige terugkeer via Jordanië is toegenomen. Tussen juni en november 2004 heeft IOM de terugkeer van circa 110 Irakezen vanuit Nederland via Jordanië begeleid. In november was dit programma tijdelijk stopgezet in verband met de onzekere veiligheidssituatie in Falluja. Terugkeer uit Jordanië vindt sporadisch plaats. De meeste Irakezen die zich in Jordanië bij UNHCR melden lijken voornemens te zijn op termijn te willen terugkeren naar Irak. Het aantal Irakezen dat zich bij UNHCR heeft gemeld is in 2004 stabiel gebleven. De Jordaanse autoriteiten voeren geen actief verwijderingsbeleid ten aanzien van Irakezen. Een uitzondering hierop vormen criminele illegalen of Irakezen die beschouwd worden als gevaar voor de staatsveiligheid.
Iran
Vanuit Iran vindt nog altijd zelfstandige, spontane terugkeer plaats. Sinds de val van Saddam Hoessein zijn tienduizenden384 Irakezen, op een totaal van circa 200.000 Irakezen in Iran, teruggekeerd. Van deze terugkeerders zijn 6.000 - 9.000 Irakezen teruggekeerd met hulp van UNHCR.385 Tijdens de verslagperiode was af en aan sprake van gefaciliteerde terugkeer van Koerdische Irakezen vanuit Iran naar KRG-gebied via Haj Omran.386

69

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

veiligheidssituatie in Irak. 388 Er is geen sprake van gedwongen terugkeer vanuit Iran.
Saoedi-Arabië
Er verblijven thans nog ca. 440 Iraakse asielzoekers in Rafha vluchtelingenkamp, nabij de grens met Irak. Van de oorspronkelijke vluchtelingenpopulatie van circa 5.200 is het overgrote deel inmiddels met behulp van de Saoedische autoriteiten gerepatrieerd naar Irak. Repatriëring geschiedt op vrijwillige basis. De animo onder de resterende bewoners in het kamp om terug te keren lijkt te zijn afgenomen ten gevolge van de instabiele veiligheidssituatie. Libië
Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat geen gedwongen terugkeer plaatsvindt vanuit Libië naar Irak. Het aantal Irakezen in Libië bedraagt naar schatting enkele duizenden. Veel van deze Irakezen beschikken over een verblijfsvergunning voor Libië.
4.2 Binnenlands ontheemden
Er kunnen ruwweg drie categorieën binnenlands ontheemden worden onderscheiden.389 De eerste categorie omvat voornamelijk Moeras-Arabieren, die in de negentiger jaren door het voormalige regime uit hun oorspronkelijk woongebied in het zuiden van Irak zijn verdreven, en de Arabieren en Koerden die in het kader van het arabiseringprogramma390 hun woongebieden moesten verlaten. Deze categorie is in augustus 2004 door internationale organisaties op één miljoen personen ingeschat. De groep bevindt zich overwegend in het zuiden van Irak (Basra, Maysan en Dhi'Qar) en in de KRG-gebieden. De tweede categorie bestaat voornamelijk uit Arabieren afkomstig uit het midden van Irak (met name Diyala en Salah Al-Din). Zij waren eerder in het kader van het arabiseringprogramma gedwongen zich elders te vestigen en worden nu gedwongen deze gebieden weer te verlaten. Hun aantal is in augustus jl. geschat op ongeveer 227.000.
Een derde categorie binnenlands ontheemden bestaat uit families die tijdelijk oplaaiend geweld ontvluchten zoals in Falluja, Kerbala, Tell-Afar, Kufa en 388 IRIN, `UNHCR resumes repatriation from Iran', 17 september 2004; UN High Commissioner for Refugees, Reliefweb, 17 augustus 2004; IRIN, `Iraqi refugees use new border crossing', 6 augustus 2004; UNHCR, `'Iraq: security / housing concerns force suspension of convoys for returnees from Iran', 17 augustus 2004. 389 Zie voor meer informatie over binnenlands ontheemden ook: UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004; Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq', juni 2004 390 Zie bijvoorbeeld algemeen ambtsbericht Centraal-Irak, november 2002.
70

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Samarra. Deze mensen keren over het algemeen zodra de situatie het toelaat weer terug.391
Na de val van Saddam Hoessein is het voorgekomen dat teruggekeerde Koerden hun oorspronkelijke woningen hebben teruggeëist van Arabische bewoners.392 De KRG heeft Koerden gestimuleerd terug te keren naar de omgeving van Kirkuk met het oog op het vergroten van de Koerdische politieke rol in het gebied. Mede ten gevolge hiervan is in Kirkuk sprake van een gespannen sfeer.393 Uit vertrouwelijke bron is vernomen dat ook tijdens de verslagperiode in toenemende mate Koerden, en in mindere mate Turkmenen, uit het noorden terugkeren naar Kirkuk en het noorden van Diyala, plekken die ze in het kader van de arabiseringspolitiek hebben moeten verlaten.
4.3 Activiteiten van internationale organisaties De internationale staf van de VN was tijdens de verslagperiode weer aanwezig in Irak met enkele tientallen medewerkers. Hun werkzaamheden zijn overwegend gericht op de in januari geplande verkiezingen.394 Ook is er nog steeds lokaal personeel van de VN in Irak werkzaam.
In het licht van de instabiele veiligheidssituatie en de ontvoeringen van Iraakse en internationale hulpverleners, hebben veel hulporganisaties echter hun activiteiten gestaakt, waaronder recentelijk CARE, World Vision en Artsen zonder Grenzen.395 Veel organisaties hadden reeds eerder hun internationale medewerkers (tijdelijk) teruggetrokken in verband met de voortdurende gewelddadigheden en de recente gijzelingen.396 Enkele organisaties, buiten de VN, hebben op zeer beperkte schaal nog internationaal personeel in Irak.397 Indien mogelijk zijn lopende projecten van VN-organisaties en internationale NGO's ook voortgezet met behulp 391 New York Times, 19 oktober 2004; IRIN, 5 oktober 2004; IRIN, `Residents return to Tell- Afar', 28 september 2004; IRIN, `Fighting in northern city displaces thousands', 14 september 2004; IRIN, `Sadr city and other areas returning to normality following fighting', 2 september 2004; IRIN, `Clean up process starts in Najaf following fighting', 31 augustus 2004; IRIN, `Those who fled Najaf, Kufa want to go home', 23 augustus 2004; Washington Post, 14 augustus 2004; IRIN, 20 augustus 2004. 392 Zie ook HRW, `Claims in conflict: Reversing ethnic cleansing in Northern Iraq', augustus 2004.
393 Zie ook 3.1.2. voor de `Iraqi Property Claims Commission'. 394 Zie ook 2.1.3 en 2.2
395 BBC news, `Major aid organization quits Iraq', 19 november 2004; Persbericht Artsen
71

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


72

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Belgie
Van mei tot en met oktober 2004 ontving België 196 aanvragen van personen afkomstig uit Irak. Gedurende deze maanden was sprake van een stijging van het aantal verzoeken (18 aanvragen in mei, 49 aanvragen in september, 30 aanvragen in oktober). Asielaanvragen uit Irak worden in behandeling genomen. De behandeling beperkt zich vooral tot het nagaan van de nationaliteit van de aanvrager. Men hanteert geen specifiek beleid voor Iraakse asielverzoeken. België verleent geen vormen van subsidiaire bescherming. De Belgische autoriteiten achten de veiligheidssituatie niet veilig voor terugkeer.


73

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Samenvatting
De Iraakse staatsinrichting verkeert in een overgangsfase. VNVR-resolutie 1546 legt een politiek tijdsschema vast dat eind 2005 dient uit te monden in het aantreden van een democratisch gekozen regering. In de periode van 28 juni jl. tot eind januari 2005 wordt Irak geregeerd door een soevereine Iraakse interimregering onder leiding van premier Iyad Allawi, gecontroleerd en bijgestaan door een nationale interimraad. De verslagperiode werd gekenschetst door ontwikkelingen voortvloeiend uit het herstel van de Iraakse soevereiniteit en het aanhoudende geweld.
De verslagperiode toont een verdere verslechtering van de veiligheidssituatie ten opzichte van de vorige verslagperiode, vooral wat het aantal slachtoffers en incidenten betreft. In bepaalde gebieden, waaronder de KRG-gebieden, is het relatief rustig. Het aantal burgerslachtoffers ten gevolge van aanslagen en militaire acties laat een stijging zien ten opzichte van de voorgaande verslagperiode. Ook is sprake van een stijging van het aantal incidenten in vergelijking met de vorige verslagperiode. Voorts komen, in vergelijking met de vorige verslagperiode, ontvoeringen van Irakezen en buitenlanders, waarbij onder meer de terugtrekking van de MNF geëist werd, vaker voor. Het verzet lijkt beter georganiseerd dan voorheen.
Het geweld doet zich, net als in de vorige verslagperiode, overwegend in het midden, maar ook in bepaalde delen van het noorden en zuiden van het land voor. Het geweld concentreert zich in (de omgeving van) Bagdad, Falluja, Ramadi, Samarra, Baquba, Kirkuk en Mosul. Ook in delen van het zuiden, vooral in (de omgeving van) Najaf, is af en toe sprake van een instabiele veiligheidssituatie. Er zijn echter ook gebieden, in het bijzonder de KRG-gebieden, waar het relatief rustig is en beduidend minder aanslagen voorkomen. Door de Iraakse autoriteiten is voorts naar voren gebracht dat in circa vijftien van de achttien provincies de situatie veilig genoeg is om verkiezingen te kunnen houden. Er vinden veel aanslagen plaats gericht tegen Irakezen die zichtbaar samenwerken met de interimregering en / of de MNF. Hierbij valt onder meer te denken aan Iraakse politieke figuren, ambtenaren, personeel van het veiligheidsapparaat (vooral politie en leger), tolken of Irakezen die op andere wijze voor de interimregering, internationale organisaties en bedrijven in Irak werken alsook Iraakse journalisten en personen die voor hen werken. Ook is het geweld gericht tegen buitenlanders al dan niet (verondersteld) verbonden (te zijn) aan de interimregering en / of de MNF.
De internationale staf van de VN is sinds deze verslagperiode weer aanwezig in Irak met enkele tientallen medewerkers. Hun werkzaamheden zijn overwegend gericht op de in januari geplande verkiezingen. Veel NGO's hebben hun activiteiten gestaakt dan wel het internationale personeel teruggetrokken als
74

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

gevolg van de toenemende onveiligheid, in het bijzonder de aanslagen op en ontvoeringen van hulpverleners.
De tijdelijke grondwet (Law of Administration for the State of Iraq for the Transitional Period of kortweg Transitional Adminstrative Law), van kracht tijdens de interimperiode, biedt een waarborg voor een aantal fundamentele vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en overtuiging. Het Wetboek van Strafrecht van 1969 en het Wetboek van Strafvordering van 1971 gelden thans als de enige wetboeken die met betrekking tot het straf- en procesrecht in Irak geldig zijn. Deze wetboeken zullen waar nodig worden aangepast volgens internationale regelgeving. Sinds de val van Saddam Hoessein is voor het eerst sinds ruim dertig jaar sprake van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid en men is vrij te demonstreren. Vrijheid van vergadering, bijeenkomst, demonstratie en openbare meningsuiting is gegarandeerd mits aan een aantal administratieve en logistieke voorwaarden is voldaan. De TAL garandeert vrijheid van godsdienst. Er hebben zich evenwel aanslagen op geestelijken, moskeeën en kerken voorgedaan in de verslagperiode. Verschillende incidenten, met als dieptepunt de aanslagen in augustus jl., duiden op een verslechterde situatie voor christenen. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre de situatie voor vrouwen veranderd is sinds de val van Saddam Hoessein. Conservatieve normen en waarden zijn in bepaalde gebieden, waaronder het door sjiieten gedomineerde zuiden, van grotere invloed dan voorheen. Op 8 augustus jl. hebben de Iraakse autoriteiten per direct de doodstraf ingevoerd.
In algemene zin geldt dat zelfstandige, vrijwillige terugkeer naar Irak heeft plaatsgevonden. De Iraakse autoriteiten alsmede UNHCR keren zich tegen terugkeer vanwege onder meer de veiligheidssituatie, gebrekkige levensomstandigheden en beperkte absorptiecapaciteit. Hoewel UNHCR de omstandigheden met betrekking tot veiligheid, onderdak en infrastructuur in Irak niet geschikt acht voor terugkeer, meent de organisatie, mede met het oog op het recht op terugkeer, dat het beter is in deze te faciliteren dan vluchtelingen alleen terug te laten gaan. UNHCR heeft daarom ook in deze verslagperiode de vrijwillige terugkeer van Irakezen vanuit buurlanden gefaciliteerd. In Europa worden Iraakse asielaanvragen over het algemeen in behandeling genomen. Er was sprake van vrijwillige terugkeer, gefaciliteerd door IOM, vanuit een aantal Europese landen. Gedwongen terugkeer heeft tot op heden niet plaatsgevonden.
75

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


Bijlage 1. Koerden / Talen
Door Koerden worden onder meer de volgende vier talen gesproken: Gorani, Zaza, Kurmanji en Luri.
Gorani en Zaza


76

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


Bijlage 2. Samenstelling kabinet
De samenstelling van de Iraakse interimregering luidde november 2004 als volgt: Ghazi Al-Yawar President Ibrahim Jaafari Vice-President Rowsch Shaways Vice-President Iyad Allawi Premier Barham Saleh Vice-premier voor Nationale Veiligheid Thamir Ghadbhan Minister van Olie Hazem Shalan Al-Khuzaai Minister van Defensie Hoshyar Al-Zebari Minister van Buitenlandse Zaken Faleh Hassan Al-Naqib Minister van Binnenlandse Zaken Malik Dohan Al-Hassan Minister van Justitie Bakhtiar Amin Minister van Mensenrechten Ayham Al-Samaraie Minister van Electriciteit Adil Abdel-Mahdi Minister van Financiën Alaa Alwan Minister van Gezondheidszorg


---

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


Bijlage 3. Landkaart


78

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


Bijlage 4. Incidenten
Tijdens de verslagperiode was sprake van een verdere verslechtering van de veiligheidssituatie ten opzichte van de vorige verslagperiode. Zowel het aantal burgerslachtoffers als het aantal incidenten bleken te zijn gestegen ten opzichte van de voorgaande verslagperiode. In het hele land kwamen incidenten voor. Ook in de KRG-gebieden deden zich incidenten voor, hoewel op kleinere schaal dan elders. Voorts kwamen ontvoeringen op grotere schaal voor. Het verzet leek beter georganiseerd dan voorheen. In aanvulling op paragraaf 2.3. volgt hieronder een overzicht van een aantal ernstige incidenten uit de verslagperiode. Dit overzicht is niet uitputtend.
Volgens het Iraakse ministerie van Gezondheidszorg werden bijna vierhonderd Irakezen gedood in juni bij aanslagen, militaire acties en gewapende gevechten.400 Op 12 juni vielen ten gevolge van een autobom in Bagdad twaalf doden.401 Medio juni kostte een zelfmoordaanslag in Bagdad vijfendertig mensen het leven.402 Bij gevechten tussen militairen en verzetsstrijders op 24 juni in Ramadi, Falluja en Baquba vielen ruim dertig dodelijke slachtoffers.403 Bij een serie autobomaanslagen in Mosul op 24 juni vonden meer dan zestig mensen de dood.404 Een autobom bij Hilla op 26 juni eiste drieëntwintig doden.405 Op 28 juli vielen in Baquba vijftig tot zestig doden bij een aanslag op een politiebureau.406 In augustus laaiden de gevechten tussen aanhangers van Muqtada Al-Sadr en de Iraakse autoriteiten in Bagdad (Sadr City), Najaf, Kufa, Basra, Nassiriyya, en enkele andere steden in het zuiden weer op.407 Schattingen over het aantal doden lopen tot ruim in de vijfhonderd.408 Voorts deed zich op 1 augustus jl. een serie bomaanslagen op kerken voor in Bagdad en Mosul, die een tiental levens eiste.409 400 AFP, 8 juli 2004.
401 ANP, 13 juni 2004.
402 AFP, 17 juni 2004.
403 AP, 24 juni 2004. BBC News, `Multiple attacks kill 100 in Iraq', 24 juni 2004. 404 AP, 24 juni 2004.
405 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 24, 2 juli 2004. 406 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 28, 30 juli 2004. 407 In de vorige verslagperiode zijn eveneens hevige gevechten uitgebroken tussen de militie van Al-Sadr en de veiligheidstroepen. Begin juni was een staakt-het-vuren bereikt, dat begin augustus echter weer werd beëindigd (BBC News, `US forces pound Najaf militants', 11 augustus 2004
408 AFP, `US bombing of Kut kills 75, as Iraq toll hits 165 dead in 24 hrs', 12 augustus 2004; Reuters, 6 augustus 2004; BBC News, `Fresh fighting in Iraq holy city', 6 augustus 2004; AP, `US military says 360 insurgents killed in Najaf clashes', 9 augustus 2004; IRIN, 8 september 2004.
409 Zie verder 3.3.3 en 3.4.8.3.

79

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

In de maand september waren, zo werd uit de media vernomen, circa 2300 aanslagen gepleegd tegen burgers en militairen in Irak. Er waren gemiddeld 79 aanslagen per dag gepleegd in deze maand. De aanslagen kwamen overwegend in het midden van het land voor.410 Begin september vielen tientallen doden in Tell- Afar ten gevolge van militaire acties.411 Op 7 september zouden circa honderd mensen zijn omgekomen ten gevolge van Amerikaanse militaire acties in Falluja.412 Op 16 september vielen er wederom tientallen doden in Falluja ten gevolge van Amerikaanse bombardementen.413 Een aanslag op een politiebureau op 14 september te Bagdad eiste 47 doden.414 Op 18 september kwamen in Kirkuk 23 mensen om door een autobom. Bij militaire acties van Amerikaanse militairen kwamen in Falluja op 25 september 23 personen, waaronder naar verluidt veel burgers, om het leven.415 Drie autobommen kostten eind september circa veertig mensen het leven in Bagdad.416
Op 1 oktober kwamen 34 kinderen om het leven als gevolg van twee autobommen in Bagdad.417 Ook vielen bij een offensief op 1 oktober van Iraakse en Amerikaanse militairen tientallen tot mogelijk meer dan honderd doden.418 Op 4 oktober kwamen circa twintig mensen om het leven bij bomaanslagen in Bagdad.419 Er vielen tien doden bij een dubbele bomaanslag in Bagdad bij het ministerie van Olie op 10 oktober.420 Aan het begin van de Ramadan (medio oktober) was er volgens een medewerker van het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken sprake van een toename in het aantal aanslagen.421 Een grootschalige aanslag vond plaats op 23 oktober, toen 49 Iraakse soldaten op verlof in een hinderlaag liepen en werden doodgeschoten.422 Begin november vonden in Samarra, Baquba en Ramadi moordaanslagen plaats op politiepersoneel, waarbij vele tientallen dodelijke slachtoffers vielen.423 Amerikaanse militairen lieten in de pers weten dat bij de militaire acties te Falluja 410 International Herald Tribune/New York Times, 30 september 2004 411 ANP, 9 september 2004.
412 ANP, `Amerikanen doden honderd rebellen in Falluja', 8 september 2004. 413 ANP, `Amerikanen doden tientallen opstandelingen', 17 september 2004. 414 RFE/RL Iraq Report, vol 7, no 34, 16 september 2004. 415 ANP, `Artsen Falluja klagen over burgerslachtoffers', 26 september 2004. 416 ANP, 30 september 2004.
417 Trouw, 1 oktober 2004.
418 BBC News, 1 oktober 2004.
419 BBC News, 4 oktober 2004.
420 BBC News, 10 oktober 2004.
421 International Herald Tribune, 26 oktober 2004 422 Zie ook 3.4.5.
423 BBCNews, `Militants massacre 21 Iraqi police', 7 november 2004; Reuters, `Four car bombs, attacks kill 37 in Iraq's Samarra', 6 november 2004; Reuters, `Rebels kill 45 in attacks in Iraq's Baquba', 9 november 2004.

80

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

in november jl. meer dan duizend verzetsstrijders zouden zijn gedood.424 Het aantal burgerslachtoffers was niet bekend. Amnesty International schatte het aantal burgerslachtoffers op tientallen doden.425 Medio november kwamen twintig verzetsstrijders om ten gevolge van bombardementen van Amerikaanse militairen in Baquba.426

424 Aantallen van 1200 tot 1600 werden genoemd. AP, 12 november 2004 425 ` Volkskrant, 16 november 2004
426 BBC News, `US warplanes target Iraqi rebels', 15 november 2004
81

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004


Bijlage 5. Documenten
In aanvulling op de informatie in paragraaf 3.3.4. volgt hieronder informatie over enkele documenten.
Nationaliteitsbewijs
Het Iraakse nationaliteitsbewijs (`shihada al-jinsiyya al-'iraqiyya', verkort: `al- jinsiyya') wordt doorgaans aangevraagd op ongeveer 14- tot 18-jarige leeftijd. Hiervoor zijn de nationaliteitsbewijzen en identiteitskaarten van de ouders nodig, de voedselrantsoenkaart en het bewijs van woonplaats. Daarnaast moeten enkele pasfoto's worden overgelegd en een klein bedrag. Afgifte in Irak vindt plaats bij het `Bureau of Nationality and Civil Affairs'.
Identiteitskaart
Voor de Iraakse identiteitskaart ('bitaqa al-shachsiyya' of 'huwwiyya al-ahwal al- madaniyya')427 moeten de volgende documenten worden overgelegd: geboortebewijs ('shahada wilada'), identiteitskaarten van de ouders, voedselrantsoenkaart en bewijs van woonplaats. Soms moeten ook de nationaliteitsbewijzen van de ouders worden getoond. Afgifte in Irak vindt plaats bij het `Bureau of Nationality and Civil Affairs'. Bewijs van woonplaats
Deze 'residential card' heet in het Arabisch 'bitaqa al-sakan', soms ook wel 'bitaqa al-ma'lumat' genoemd naar het kantoor dat de kaarten uitgeeft: 'maktab ma'lumat' . Dit staat voor informatiebureau of -kantoor, dat naar verluidt vaak in of nabij een politiebureau is gevestigd. De kaart heeft net als de voedselrantsoenkaart betrekking op een huishouden en staat meestal op naam van het gezinshoofd, in Irak meestal de man/(groot)vader. Voor afgifte moeten de identiteitsbewijzen van alle gezinsleden worden overgelegd, alsmede de voedselrantsoenkaart en enkele pasfoto's.
Voedsel(rantsoen)kaart
Voor de 'bitaqa tamwin' (ook wel 'tamwiniyya' of 'al-bitaqa al-ghida'iyya' genoemd) dient men te overleggen: identiteitskaarten van alle gezinsleden en het bewijs van woonplaats. Het voedselrantsoenkantoor ('maktab tamwin') geeft de voedselrantsoenkaart per huishouden af. Het kantoor valt onder het ministerie van Handel.
427 De laatste twee woorden staan voor 'burgerlijke status'.
82

20032004.


83

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Council on Foreign Relations
CPA regelgeving, verordeningen, memoranda:
http://www.cpa-iraq.org/regulations/index.html#Orders Daily Telegraph
Danish Immigration Service & United Kingdom Home Office , `Joint British-Danish fact finding mission to Damascus, Amman and Geneva on conditions in Iraq', augustus 2003 Danish Immigration Service & United Kingdom Home Office, Joint British Danish fact finding mission to Baghdad and Amman on conditions in Iraq, 1-8 september 2004 The Economist
Fischer Weltalmanach, 1996
Gereformeerd Dagblad
The Guardian
Harenberg Länderlexikon, 1995/1996
Houston Chronicle
Human Rights Watch, `Iraq: Avoid harm to civilians', 16 april 2004. Human Rights Watch, `Insurgents must stop targeting civilians', 6 augustus 2004. Human Rights Watch, `Claims in conflict. Reversing ethnic cleansing in Northern Iraq', augustus 2004, vol 16, no 4 (E)
HRW, `Iraq: Fair trials at issue', 24 september 2004 ICG, `Reconstructing Iraq', Middle East Report, no 30, 2 september 2004 ICG, `Iraq: Can local governance save central government?', Middle East Report no. 33, 27 oktober 2004.
IDP Global Database (www.idpproject.org)
IGC (www.igc-private.ch)

84

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

International Federation of Journalists
International Herald Tribune
Iraq Press Online
Iraq Today
ICRC, `Report of the International Committee of the Red Cross (ICRC) on the treatment by the coalition forces of prisoners of war and other protected persons by the Geneva conventions in Iraq during arrest, internment and interrogation', februari 2004 IRIN Iraq
Islam Online
IWPR Iraq Crisis Report
Jordan Times
Knight Ridder Newspapers
Kurdistan Nuwe
The Lancet, Lancet, `Mortality before and after the 2003 invasion of Iraq: cluster sample survey', 29 oktober 2004
Law of administration for the state of Iraq for the transitional period, 8 maart 2004 Mena
Leeuwarder Courant
Los Angeles Times
Middle East Intelligence Bulletin
Middle East International
Middle East Online
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM/GO-133/04, 5 maart 2004

85

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Ministerie van Buitenlandse Zaken, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM/GO-208/04, april 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Defensie, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM-586/04, 15 oktober 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Defensie, brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DVB/CV389/04, 12 november 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken en Ministerie van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, DAM/GO- 586/04, 15 oktober 2004
Ministerie van Defensie, Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, 19 augustus 2004 Nederlands Dagblad
Newsweek
The New York Review
The New York Times
NRC Handelsblad
One World
Oxford Analytica
Het Parool
Reformatorisch Dagblad
Reliefweb
Reporters without borders
RFE/RL Iraq Report
Sofia Morning News
De Telegraaf

86

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

Time Magazine
Times of India, `Honour killings haunt Iraqi women', 19 juli 2004 Trouw
United Kingdom Home Office, Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin', juni 2003
United Kingdom Home Office Country Information and Policy Unit, Asylum and Appeals Policy Directorate, `Iraq Bulletin' 8/2003, 15 december 2003. UN Assistance Mission in Iraq, `Iraq Situation Report, week in review, 4 ­ 17 oktober 2004
UN News Service
United Nations, Report of the High Commissioner for human rights, The present situation in Iraq, juni 2004
UNHCR Briefing Notes: `UNHCR requests extension of moratorium on forcible return', 4 juli 2003
UNHCR News Stories, `Iraq still volatile, so Iraqis abroad need continued protection, says UNHCR', 14 november 2003
UNHCR Briefing Notes, `Iraqi asylum seekers: UNHCR urges continued temporary protection until further notice', 14 november 2003. UNHCR, `Update to the international protection response to asylum-seekers from Iraq, 1 maart 2004
UNHCR, Country of origin information Iraq, augustus 2004 UNHCR Return advisory regarding Iraqi asylum seekers and refugees, september 2004. United Nations, Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 30 of resolution 1546 (2004).
United Nations Security Council, `Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 24 of Security Council resolution 1483' (2003)
United Nations Security Council, S-2004/140, 23 februari 2004.
87

Algemeen ambtsbericht Irak december 2004

United Nations Security Council, Resolution 1557 (2004), 12 augustus 2004 United Nations, Report of the Secretary-General pursuant to paragraph 30 of resolution 1546 (2004), SS/2004/710, 14 september 2004
Statement by SRSG Qazi to the Security Council, 14 september 2004 United States Bureau of International Information Programs De Volkskrant
Washington Post
Die Welt
White House Report, `Bush discusses progress on Iraqi police force with Kerik', 3 oktober 2003
Persbureaus: AFP, ANP, AP, Reuters, Xinhua


---


---- --