VVD



21 jan 2005 - Paul de Krom: 'VVD voorstander van splitsing gasnetten'

,,Mijn fractie steunt de afsplitsing van het eigendom van de gasnetten in een aparte organisatie (GTS) met de Staat als aandeelhouder. Dit komt ten goede komen aan non-discriminatoire toegang, transparantie, tarifering en controle. Maar de VVD wil de mogelijkheid om op termijn privaat kapitaal toe te laten in de netten uitdrukkelijk openhouden.'' Dit stelde VVD-Tweede-Kamerlid Paul de Krom bij het debat over de Gasmarkt dat op 20 januari werd gehouden. Hieronder treft u de spreektekst van De Krom.

We lopen op termijn met ons energiebeleid - als we niets doen - keihard tegen de lamp. De vraag naar energie is in 2030 60% hoger dan nu, zonder dat duidelijk is hoe we dat met z'n allen gaan oplossen. 2030 lijkt ver weg maar is het niet. De ontwikkeling van technieken die grootschalig commercieel kunnen worden toegepast of substantieel de vraag naar fossiele brandstoffen verminderen kost veel tijd. De Nederlandse energievoorziening is bovendien voor het allergrootste deel zeer eenzijdig afhankelijk van gas. Veel meer dan de landen om ons heen. De Nederlandse gasproductie is al over haar top heen. Zonder diversificatie van brandstoffen of beteugeling van de vraag stijgt de import van gas fors en daarmee ook onze politieke en strategische afhankelijkheid van landen als Rusland, Iran en Algerije. Dit geldt niet alleen voor Nederland, maar ook voor Europa. Voor de voorzieningszekerheid worden we dus steeds afhankelijker van het buitenland. Ik zie niet graag dat we bij meneer Poetin en de Iraanse Ayatollah's op de knieën moeten om ons alsjeblieft gas te leveren. De Europese Commissie, de International Energy Agency en de OESO hebben al duidelijk waarschuwingen afgegeven dat het de verkeerde kant uitgaat. Ik mis steeds meer een visie en een strategie hoe we dit gaan voorkomen. Hoe gaat de Minister onze afhankelijkheid van olie, kolen en gas op de meest kosteneffectieve wijze verminderen? Want dat is steeds de kernvraag, of het nu over energiebeleid of klimaatbeleid gaat. Ik heb in het overleg dat ik met de Minister had over de Energieraad hierover ook al gesproken. Ik daag de Minister uit hier een samenhangende lange termijn visie voor te ontwikkelen, want die ontbreekt en dat doet zich steeds meer gevoelen.

Dan naar het Gasgebouw. Gisteren is een rapport van de Algemene Energieraad gepubliceerd dat vanuit dezelfde achtergrond naar de ontwikkelingen in de gasmarkt kijkt. Hoe we met onze gasvoorraad en onze importen omgaan is juist voor Nederland met zijn grote afhankelijkheid van gas enorm belangrijk. De Raad concludeert dat het kleine-veldenbeleid moet worden voortgezet en alleen maar werkt in samenhang met het Groningen-gasbeleid. De levensduur van het Groninger veld moet zo lang mogelijk zijn. Ik ben het met beide uitgangspunten eens. Ik ben het ook eens met de Raad dat door de verdere internationalisering en liberalisering van de markt voorzieningszekerheid steeds meer een zaak wordt van internationaal - Europees - beleid. Maar even terzijde: het is wel nodig om hier een scherpe lijn in het zand te trekken: Brussel mag nooit de zeggenschap krijgen over hoe wij ons gas gebruiken of inzetten. Daarvoor is het belang voor Nederland te groot. Handen af van ons gas dus.

Ten tweede constateert de Raad dat de gasmarkt fundamenteel verschilt van de rest van de energiemarkt, omdat

a) het een internationale verkopersmarkt is waar niet de aanbieders maar de inkopers met elkaar concurreren

b) de wereldwijde aanbieders voornamelijk overheidsgedomineerd zijn en die invloed zullen omzetten in politieke macht. Niet voor niets is president Poetin bezig zijn greep op de Russische energiemarkt te verstevigen. Energie is niet alleen een economische maar ook een politieke machtsfactor van betekenis. Onderhandelen met staatsbedrijven met die landen vereist dus ook politieke afstemming

c) zowel inkoop als verkoop van gas van groot strategisch belang is dat het vennootschappelijk belang van private ondernemingen kan overstijgen.

Om deze redenen stelt de Raad de verdere splitsing en de terugtrekking van de Staat uit de handelspoot van Gasunie (Trading and Supply) ter discussie. Deze internationale markt- en geopolitieke argumenten, en het publieke belang van een lange levensduur van 'Groningen', moeten worden afgewogen tegen de vraag of die belangen even effectief kunnen worden behartigd zonder aandeelhouderschap van de Staat (in EBN). En verliest de Staat niet veel expertise en know-how als we er niet meer in zitten?

Tegenover de door de Raad genoemde argumenten staat dat eigendom op zichzelf niet noodzakelijk hoeft te zijn om het publieke belang te borgen. Maar dan moet je wel voldoende regel- en toezichtinstrumenten ter beschikking hebben. Bovendien is het in principe niet wenselijk dat de Staat deelneemt in commercieel risicovolle activiteiten zoals die door Trading and Supply worden ontplooid. En het advies van de Raad is ook strijdig met het streven te komen naar meer concurrentie op de Nederlandse markt. Want welk model we ook kiezen, dat doel mogen we niet loslaten. Een knelpunt dat wordt genoemd is dat investering in gasopslag door andere partijen wordt ontmoedigd door teveel regels. Wat gaat de minister daaraan doen?

Wat is de eerste reactie van de minister ten aanzien van dit dilemma? Ik voel zelf nog steeds het meest voor het model dat de Staat zich uit de handelspoot terugtrekt, maar vind wel dat de argumenten die de Raad aanvoert serieus genoeg zijn om hier nog eens goed naar te kijken. Als de Staat zich terugtrekt, hoe ziet het governance model er dan uit? Hoe gaan we ervoor zorgen dat commerciële korte termijn belangen en het strategisch beleid ten aanzien van het Groningen veld elkaar niet bijten? En hoe stemmen we internationale politiek en energiepolitiek op elkaar af? Het lijkt mij ook goed om inzicht te krijgen hoe andere landen dit doen. Daar kunnen we ongetwijfeld weer van leren.

Ik heb dan ook behoefte aan een uitgebreide reactie van het Kabinet op het rapport van de Raad - met name op dit punt - voordat we met de verdere ontmanteling van het Gasgebouw verdergaan. Kan de minister dat toezeggen? Kan hij alternatieven die hij overweegt uiteenzetten met voor- en nadelen, zodat de Kamer een beargumenteerde keuze kan maken? De Raad stelt dat het ontwikkelen van alternatieven niet nodig is, maar daar ben ik het niet mee eens. Een handelspoot zonder Staat ligt voor mij nog wel degelijk op tafel. MKB bijvoorbeeld oppert om het belang van de Staat aan andere partijen te verkopen waardoor de concurrentie toeneemt.

Mijn fractie steunt de afsplitsing van het eigendom van de gasnetten in een aparte organisatie (GTS) met de Staat als 100% aandeelhouder. Dit komt ten goede komen aan non-discriminatoire toegang, transparantie, tarifering en controle. Maar ik vind het niet acceptabel dat de Kamer nergens informatie krijgt over hoe de Staat met de marktpartijen tot die 2,78 mld. is gekomen. Hoe weet ik als volksvertegenwoordiger dat het Kabinet niet teveel heeft betaald? Ik zou mij kunnen voorstellen dat vanuit concurrentie overwegingen, met name door de marktpartijen, bezwaren zijn om het onderhandelingsresultaat tot in detail aan de openbaarheid prijs te geven. Is dit het geval? Hoe stelt de minister zich voor om de Kamer dan toch nader te informeren? De minister schrijft verder dat de herstructurering van de transporttaken geen nadelig effect heeft op de uitvoering van publieke taken van GTS zoals die voor het kleine veldenbeleid en voor de taken in het kader van het besluit leveringszekerheid. Kan hij dit toelichten?

Mijn fractie wenst overigens de mogelijkheid om op termijn privaat kapitaal toe te laten in de netten uitdrukkelijk open te houden. Het is goed dat het Kabinet dezelfde lijn kiest, zo lees ik in de brief van de minister.

Tenslotte: de minister heeft toegezegd deze maand een aanwijzing te geven voor een gasbeurs. Hoe staat het hiermee?