Ministerie van Buitenlandse Zaken

van Van Winsen, Huizinga-Heringa en Van der Staaij over de vrijheid van godsdienstuitoefening in Belarus

Beantwoording kamervragen van Van Winsen, Huizinga-Heringa en Van der Staaij over de vrijheid van godsdienstuitoefening in Belarus

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Zuidoost- en Oost-Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum

25 januari 2005

Behandeld

Bas Wels

Kenmerk

DZO 23/05

Telefoon

0031 70 348 5136

Blad


1/3

Fax

0031 70 348 5329

Bijlage(n)


1

bas.wels@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van de ledenVan Winsen (CDA), Huizinga-Heringa (Christen Unie) en Van der Staaij (SGP) over de vrijheid van godsdienstuitoefening in Belarus.

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Winsen (CDA), Huizinga-Heringa (Christen Unie) en Van der Staaij (SGP) over de vrijheid van godsdienstuitoefening in Belarus. Deze vragen werden ingezonden op 7 januari 2005 met kenmerk 2040505960.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van Winsen (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) over de vrijheid van godsdienstuitoefening in Belarus.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat een vertegenwoordiger van een kerk in Wit-Rusland een boete heeft gekregen voor het organiseren van een "illegale kerkdienst"? )

Antwoord.
Ja.

Vraag 2
Is het u bekend, dat bij de (her)registratie van religieuze organisaties druk op personen wordt uitgeoefend om zich niet te registreren, dat religieuze organisaties de mogelijkheid onthouden wordt zich te laten (her)registeren, en dat geregistreerde activiteiten vervolgens door wet-, regelgeving en anderszins worden bemoeilijkt?

Antwoord
Ja, sinds de inwerkingtreding van de nieuwe godsdienstwet op 31 oktober 2002 ondervinden zowel geregistreerde als niet-geregistreerde religieuze organisaties problemen. Bij geregistreerde organisaties is het knelpunt veelal dat registratie beperkt is tot een in bepaalde gevallen bijzonder klein grondgebied en dat activiteiten daarbuiten niet worden toegestaan. Verscheidene religieuze organisaties hebben geen registratie verkregen.

Vraag 3
Deelt u de mening, dat door deze en andere maatregelen de vrijheid van godsdienstuitoefening sterk aan banden wordt gelegd, hoewel de Grondwet van Belarus voorziet in godsdienstvrijheid?

Antwoord
Ik ben inderdaad van mening dat de vrijheid van godsdienstsuitoefening in Belarus sterk aan banden wordt gelegd. Hiervan zijn met name groeperingen als Hare Krishna en bepaalde protestantse en orthodoxe organisaties het slachtoffer.

Vraag 4
Kunt u aangeven welke stappen ondernomen kunnen worden om de verontrusting over deze ontwikkelingen in Europees verband kenbaar te maken?

Antwoord
De slechte mensenrechtensituatie in algemene zin, waaronder de belemmeringen voor verscheidene religieuze organisaties in Belarus, heeft de intensieve aandacht van de EU. Tijdens de laatste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft de EU samen met de VS een resolutie ingediend die de slechte mensenrechtensituatie in Belarus aan de kaak stelt. Helaas werd de stemming over deze resolutie geblokkeerd door een zogenaamde `no action' motie. Desondanks zal de EU de mensenrechtensituatie in Belarus in de relevante internationale fora, zoals de VN-mensenrechtencommissie en de OVSE, actief aan de orde blijven stellen.

Nederlands Dagblad, 4 januari jl.