Arbeidsmarktinstrumenten
Decentralisatie arbeidsmarktbeleid
Per 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) in werking getreden. Gemeenten hebben de
verantwoordelijkheid om cliënten in de richting van werk te geleiden. Voor wie betaald werk nog niet
haalbaar is voorziet de gemeente in een uitkering. Ten behoeve van de reïntegratie van werklozen en
niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden hebben de gemeenten een vrij besteedbaar budget waarmee
zij naar eigen keuze de beleidsinstrumenten zodanig kunnen kiezen dat deze het beste aansluiten bij de
arbeidsparticipatiebelemmerende factoren van werklozen en inactieven.
Een belangrijke reden voor de gedecentraliseerde aanpak van het arbeidsmarktbeleid is dat gemeenten
beter in staat worden geacht te bepalen welke (reïntegratie-)instrumenten nodig zijn om werklozen en
inactieven (weer) richting arbeidsmarkt te leiden. Deze aanpak maakt het mogelijk dat beleid op maat
gesneden wordt en is daardoor effectiever (en goedkoper): MAATWERK.
De ladderbenadering
Maatwerk is noodzakelijk omdat de afstand tot de arbeidsmarkt per persoon verschilt. Aan de ene kant
staan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt voor wie deelname aan het arbeidsproces op
korte termijn ver weg lijkt en aan de andere kant inactieven die (inmiddels) heel dicht bij de
arbeidsmarkt staan. Deze situatie kan worden aangeduid met het beeld van een
"arbeidsmarktkansladder". Voor de plaats die werklozen op deze ladder innemen, is hun afstand tot de
arbeidsmarkt in termen van competenties en vaardigheden, bepalend.
De afgelopen tijd zijn er van verschillende zijde voorstellen gedaan om de deelname aan het
arbeidsproces van werklozen/inactieven te bevorderen:
· Tijdens de begrotingsbehandeling 2005 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
is een door de coalitiepartijen gedaan voorstel om werken tegen 90 procent van het wettelijk
minimumloon voor bepaalde groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie mogelijk te maken
door het kabinet overgenomen. In december 2004 is de RWI per brief verzocht voor 1 april 2005
aan te geven hoe dit voorstel praktisch vorm kan worden gegeven, mede in relatie tot het
bestaande reïntegratie-instrumentarium.1 Daarnaast is door het CDA voorgesteld om jongeren tot
en met 23 jaar geen uitkering te geven zonder dat daar maatschappelijke verplichtingen tegenover
staan;
· In het kader van de gedecentraliseerde uitvoering van het arbeidsmarktbeleid worden op lokaal
niveau allerlei soorten regelingen en reïntegratietrajecten ontwikkeld, zoals diverse vormen van
work first-activiteiten, werkervaringsprojecten, leer/werk-plaatsen, jeugdontplooiingsbanen,
werken met behoud van uitkering, vrijwilligerswerk, duale trajecten, sociale activering, training en
bijscholing, persoonsgebonden loonkostensubsidies die in de tijd worden afgebouwd of waarvan
de hoogte gekoppeld is aan de arbeidsproductiviteit, bemiddeling naar werk, etc.
1 Brief aan de voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen, AAM/BR/04/87598.
1
De bestaande en mogelijk nieuw te ontwerpen (reïntegratie-)instrumenten vormen een rijk palet, dat
afhankelijk van de persoonlijke knelpunten en mogelijkheden kan worden ingezet. Analoog aan de
arbeidsmarktkansladder zou hier gesproken kunnen worden van een "reïntegratieladder". Afhankelijk
van de afstand tot de arbeidsmarkt kunnen (reïntegratie-)instrumenten daarbij trapsgewijs worden
ingezet. Daarbij past de kanttekening dat arbeidsplaatsen op basis van de Wet sociale werkvoorziening
geen onderdeel uitmaken van de reïntegratieladder. Gemeenten kunnen niet zelf bepalen welke
personen in de Wsw geplaatst worden. Dat gebeurt via onafhankelijke indicatiestelling door CWI, die
is gebaseerd op de ernst van de arbeidshandicap van betrokkene. De Wsw is dan ook geen reïntegratie-
instrument.
De arbeidsmarktkans- en reïntegratieladder staan dus niet los van elkaar: de afstand tot de
arbeidsmarkt - en daarmee dus de arbeidsproductiviteit van betrokkene - zou in beginsel bepalend
moeten zijn voor het benodigde arbeidsmarktinstrumentarium en de daarbij behorende
(reïntegratie)activiteiten.
Inhoud RWI-advies
Tijdens de behandeling van de begroting 2005 van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid heb ik aangegeven dat het belangrijk is om een totaalbeeld te krijgen van bestaande
reïntegratie-instrumenten en eventuele nieuwe mogelijkheden, vast te stellen of hierbij belemmeringen
bestaan in wet- en/of regelgeving en na te gaan wat de eventuele oplossingen en wat de best practices
zijn waarmee arbeidsmarktknelpunten kunnen worden aangepakt. Derhalve acht ik het van belang het
gehele pakket van reïntegratie-instrumenten te bezien en de "ladderbenadering" invulling te laten
geven door de RWI, zodat een samenhangend geheel van instrumenten ontstaat.
Meer concreet betekent dit dat ik de RWI uitnodig om:
- Invulling te geven aan de ladderbenadering waarbij bestaande en mogelijk nieuw te ontwikkelen
instrumenten gestructureerd bijeen worden gebracht. Uitgangspunt daarbij is dat iedereen wordt
geactiveerd en dus niet geheel inactief thuis zit met een uitkering. Bovendien moet er steeds de
inzet zijn om de competenties en vaardigheden te verbeteren en daarmee -waar dat mogelijk is-
een beweging hoger op de ladder te realiseren.
- Voorts vraag ik de RWI:
· best practices op lokaal niveau te laten zien en daartoe handreikingen te maken;
· aan te geven of er belemmeringen zijn in bestaande wet- en regelgeving en hoe die
belemmeringen zijn weg te nemen;
· na te gaan of verdergaande en nieuwe oplossingen op het terrein van reïntegratie wenselijk
zijn.
Ik verzoek u hierbij de samenhang tussen de afstand tot de arbeidsmarkt, mogelijke reïntegratie-
instrumenten en financiële vergoedingen (uitkering c.q. uitkering plus) te betrekken.
Bij de reïntegratieladder kan het stimuleren van ondernemerschap (bijvoorbeeld van
uitkeringsgerechtigden) worden betrokken. Dit biedt immers mogelijkheden om uit de
uitkeringssituatie te stromen. Voor de goede orde wijs ik erop dat binnen mijn ministerie (in overleg
met andere departementen) een project "Ondernemerschap" wordt opgezet. Onderdeel van dit project
zullen voorstellen zijn gericht op stimulering van ondernemerschap als reïntegratie-instrument.
2
Voor de markt voor persoonlijke dienstverlening geldt soortgelijk. Stimulering van deze markt biedt
baankansen aan werkzoekenden. In verband met toezeggingen aan de Kamer op dit terrein, wordt
binnen mijn ministerie gewerkt aan een systematisch overzicht van beleidsopties gericht op
versterking van deze markt.
3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid