Universiteit van Tilburg

Promotie juriste Mijke Houwerzijl

Europese detacheringsregels beschermen werknemer onvoldoende

Het vrij verkeer van diensten een van de pijlers van de Europese Unie is goed gewaarborgd. Maar werknemers die tijdelijk in een ander land zijn gedetacheerd om een dienstverrichting uit te voeren, ondervinden vaak onvoldoende bescherming. Zo profiteren in Nederland alleen malafide grensoverschrijdende ondernemers van de gebrekkige handhaving van de regels door de Nederlandse overheid. Dit concludeert Mijke Houwerzijl in haar proefschrift over de Detacheringsrichtlijn.

In de Europese Unie is een debat gaande over arbeidsmigratie als middel ter vergroting van arbeidsmobiliteit. Sinds 1970 kent de EU vrij verkeer van werknemers. Slechts twee procent van de beroepsbevolking maakt daar echter gebruik van. Wel neemt sinds midden jaren tachtig de tijdelijke migratie via het vrij verkeer van diensten toe. Hierbij worden werknemers uit de ene lidstaat tijdelijk elders tewerkgesteld ter vervulling van een door hun werkgever aangenomen opdracht in een andere lidstaat. Deze grensoverschrijdende detachering vindt steeds meer plaats vanuit landen met lage lonen naar landen met hoge lonen. Op deze wijze kunnen ondernemingen uit vooral Zuidelijke en sinds kort ook uit Oost-Europese lidstaten hun lagere arbeidskosten gebruiken als concurrentievoordeel. In arbeidsintensieve sectoren met veel lager geschoold werk, zoals de bouwsector, kan dit erg lucratief zijn.
De hoge lonen lidstaten verzetten zich hier echter tegen. Zij ervaren de toestroom van goedkope arbeidskrachten als oneerlijke concurrentie, ook wel sociale dumping genoemd. Historisch hebben zij het gelijk aan hun kant. Bevordering van de arbeidsmobiliteit door directe loonconcurrentie tussen werknemers uit verschillende lidstaten was jarenlang taboe, zo blijkt uit het onderzoek van Mijke Houwerzijl naar de achtergrond, inhoud en implementatie van de Detacheringsrichtlijn. Deze zogenoemde Detacheringsrichtlijn is in 1996 aangenomen om de arbeidsrechtelijke bescherming van gedetacheerde werknemers te waarborgen zonder hiermee de bevordering van het dienstenverkeer op de interne markt te frustreren. Door het beoogde evenwicht tussen economische en sociale belangen zou juist de eerlijke concurrentie tussen buitenlandse en binnenlandse ondernemingen bevorderd worden. De Detacheringsrichtlijn verplicht de lidstaten erop toe te zien dat ook tijdelijk in hun land tewerkgestelde werknemers aanspraak kunnen maken op een basispakket aan lokale arbeidsvoorwaarden (minimumloon, arbeidstijden etc.), mits gunstiger dan de arbeidsvoorwaarden in hun gewoonlijke werkland. Sinds 2000 is de richtlijn geïmplementeerd in het nationale recht van alle lidstaten. Toch is er sindsdien geen sprake van een evenwichtige situatie. Houwerzijl constateert dat de balans te ver is doorgeslagen naar één kant, namelijk de bevordering van het vrij verkeer van diensten.

Hier is wel wat aan te doen, stelt de promovenda: de handhaving van toepasselijke arbeidsvoorwaarden- en omstandigheden kan worden verbeterd, evenals de (elektronische) informatievoorziening hierover en de (grensoverschrijdende) samenwerking tussen overheidsinstanties. In Nederland is zowel de handhaving als de informatievoorziening mager, stelt Houwerzijl vast. Juist door de informatievoorziening te verbeteren kunnen ontvangende lidstaten de markt transparanter maken voor bonafide dienstenverrichters, maar Nederland geeft aan deze transparantie bepaald geen prioriteit. Ter verbetering van de handhaving zou Nederland naar Duits voorbeeld meer gebruik kunnen maken van ketenaansprakelijkheid. Hierdoor wordt de Nederlandse opdrachtgever aansprakelijk voor het niet uitbetalen van lonen door soms moeilijk traceerbare buitenlandse werkgevers van gedetacheerde werknemers. Door de huidige combinatie van een gebrekkige informatievoorziening en een gebrekkige handhaving profiteren al met al vooral de malafide ondernemingen. Dat komt het vertrouwen van de burger in de EU niet ten goede.

Mr. Mijke Houwerzijl (Groningen, 1968) studeerde Nederlands recht aan de Universiteit van Amsterdam en werkte vervolgens enige jaren in de rechtspraktijk op het terrein van arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht. Hierna startte zij aan de Tilburgse rechtenfaculteit met haar promotieonderzoek. Op dit moment is Houwerzijl verbonden als onderzoeker aan het departement sociaal recht en sociale politiek, waar zij een aandeel levert aan het onderzoeksproject Flexicurity, naar de balans tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt in vier Europese lidstaten.

Noot voor de pers
Mijke Houwerzijl promoveert op vrijdag 28 januari 2005 om 14.15 uur (om 14.00 uur voorafgegaan door een lekenpraatje) in de aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het proefschrift De Detacheringsrichtlijn. Over de achtergrond, inhoud en implementatie van Richtlijn 96/71/EG.
Promotores zijn prof.mr. W.J.P.M. Fase en prof.mr. F.J.L. Pennings. Van het proefschrift verschijnt een handelseditie bij Kluwer in de serie Europese Monografieën, nr. 78 (ISBN 90-130-2099-2). Journalisten kunnen een exemplaar van het proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 466 2000, e-mail: persberichtuvt@uvt.nl. Mijke Houwerzijl is bereikbaar op tel. 013-466 2181 (of via secretariaat 466 8131), mailadres: m.s.houwerzijl@uvt.nl. Persberichten van de UvT staan ook op Internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/
Laatst gewijzigd: woensdag 19 januari 2005 bullet Meer zoekmogelijkheden
bullet Experts en expertise

Zie ook

Contact
E-mail: P.H.C.Siebers