Raad voor Werk en Inkomen


Nieuws/Persbericht

Den Haag, 4 februari 2005

Beperkingen toelating buitenlandse arbeidskrachten voorlopig handhaven RWI: Aantal in Nederland werkzame Polen opgelopen tot wellicht 50.000

In Nederland werken meer Polen dan tot nu toe werd aangenomen. Volgens de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) ligt hun aantal over 2004 tussen de 34.000 en 53.000. Dit is al aanmerkelijk meer dan de ongeveer 25.000 tewerkstellingsvergunningen die in 2004 in totaal zijn verleend aan buitenlandse arbeidskrachten. Veel in Nederland werkzame Polen beschikken over een Duits paspoort en hebben daarom geen tewerkstellingsvergunning nodig. Poolse arbeidskrachten zijn echter niet per definitie goedkoper dan Nederlandse werknemers. De RWI komt tot deze conclusies in een onderzoeksrapport, dat vandaag aan staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is aangeboden.

Op dit moment moeten werkgevers eerst in overleg met het CWI bekijken of er Nederlandse werkzoekenden beschikbaar zijn. Pas als dat niet het geval is, kunnen werkgevers een tewerkstellingsvergunning voor buitenlandse arbeidskrachten krijgen. De RWI stelt staatssecretaris Van Hoof voor dit beleid gericht op werknemers uit de Midden- en Oost-Europese landen tot mei 2006 te handhaven. Gemeenten krijgen zo nog een jaar de gelegenheid om in het kader van de Wet Werk en Bijstand ervoor te zorgen dat een betere aansluiting tussen Nederlandse werkzoekenden en beschikbaar werk tot stand komt. De RWI gaat deze inspanningen monitoren en ontwikkelt ter ondersteuning daarvan een aantal pilots, specifiek gericht op seizoensgebonden arbeid. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met gemeenten en werkgevers. Komend najaar, wanneer de eerste resultaten hiervan bekend zijn, zal de RWI bezien of de voorgenomen verdergaande liberalisering van het verkeer van werknemers ook daadwerkelijk verantwoord is.

De RWI heeft onderzoek laten verrichten naar de eventuele kostenvoordelen van Poolse arbeidskrachten, omdat dit voor Nederlandse werkgevers een belangrijke reden is om hen in te schakelen. Daarnaast speelt voor werkgevers een grote rol dat er niet of nauwelijks voldoende geschikte en gemotiveerde Nederlandse werkzoekenden beschikbaar zijn. Bovendien gaan werkgevers ervan uit dat Poolse arbeidskrachten een hogere productiviteit hebben. Het onderzoek van de RWI heeft betrekking op drie sectoren waarin veel Polen werkzaam zijn: de land- en tuinbouwsector, de vleessector en de bouwsector.

Omdat niet alle daarvoor noodzakelijke gegevens volledig beschikbaar zijn, is het lastig om exacte cijfers te geven over het aantal Polen dat in Nederland werkzaam is. Maar volgens het onderzoek waren in 2004 in de drie onderzochte sectoren minimaal 29.000 en maximaal 39.000 Polen werkzaam. Een voorzichtige schatting voor de hele Nederlandse economie komt dan uit op minimaal 34.000 tot maximaal 53.000.

Opvallend is dat bij inzet van Poolse arbeidskrachten die in loondienst zijn van een Nederlands bedrijf of een Nederlands uitzendbureau, de loonkosten van Polen ongeveer gelijk zijn aan die van Nederlandse werknemers. Bij het inschakelen van Polen die in dienst zijn van een Poolse werkgever (bedrijf of uitzendbureau) treedt wel een aanzienlijk loonkostenvoordeel op. Het grootste voordeel is mogelijk wanneer een Nederlands bedrijf een opdracht verleent aan een Poolse zelfstandige. Afgezien van het feit dat deze zelfstandigen niet gebonden zijn aan het Nederlandse minimumloon, zijn er dan ook mogelijke voordelen in de sfeer van belasting en sociale premies.

Eind december 2004 heeft de RWI staatssecretaris Van Hoof voorstellen gedaan om tot meer inzet van Nederlandse werkzoekenden in seizoensgebonden arbeid in de land- en tuinbouw te komen. Volgens de RWI is dit mogelijk door hen via detachering bij een bedrijf in deze sector aan het werk te helpen. Werkgevers krijgen zo tegen concurrerende voorwaarden de beschikking over werknemers zonder dat het hen extra administratieve lasten oplevert.

Klik hier voor de brief aan staatssecretaris Van Hoof (PDF-bestand 88 KB)

Klik hier voor het het onderzoeksrapport `Poolshoogte. (PDF-bestand 572 KB)

De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de reĂŻntegratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.

Voor de redactie,