Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/20050218-095110-A

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag


- Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag


Datum


- februari 2005

Behandeld


- Dimitri Vogelaar


Kenmerk


- DWH/ZM 018/05

Telefoon


- +31-(0)70-348 5050


Blad


- 1/6

Fax


- +31-(0)70 -348 5748


Bijlage(n)


- - dimitri.vogelaar@buzua.nl


Betreft


- Verslag werkbezoek Peru 5-7 februari 2005.

Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn recente werkbezoek aan Peru.Samenvatting Mijn bezoek aan Peru van 5 tot 7 februari was het eerste van een Nederlandse minister sinds 1987. Het doel van mijn bezoek was tweeledig: de vriendschappelijke en samenwerkingsbanden tussen Nederland en Peru ­ de ruim veertig jarige bilaterale OS-relatie tussen Peru loopt teneinde - te bevestigen en kennis te nemen van de succesvolle implementatie van het bedrijfsleveninstrumentarium.

Na de uitfasering van het bilaterale milieuprogramma per december 2005 richt Nederland zich vooral op de ondersteuning van de ontwikkeling van het Peruaanse bedrijfsleven met behulp van het bedrijfsleveninstrumentarium, het verbeteren van de toegang tot internationale markten en op een intensivering van de politieke relatie. De Peruaanse autoriteiten beseffen terdege dat ook na de beëindiging van het bilaterale milieuprogramma Nederland zeer actief blijft in Peru. Ook de Nederlandse MFO's en NGO's werken door in Peru met indrukwekkende en innovatieve programma's. Met mijn bezoek heb ik de Nederlandse betrokkenheid bij de duurzame ontwikkeling van Peru nogmaals willen onderstrepen.

Verslag
Het gaat Peru momenteel macro-economisch voor de wind met een groei van 4,5% en een bescheiden inflatie van ca. 3%. Het land kampt echter nog altijd met een grote politieke verdeeldheid en met het onvermogen om de bestuurlijke gevolgen van het geweld van de laatste decennia te overwinnen. Tijdens mijn bezoek sprak ik onder andere met de minister van Buitenlandse Zaken Rodriguez en vond er een werkoverleg plaats met Vice Minister Armando Lecaros en medewerkers. Aan deze gesprekken kan het volgende worden gereleveerd.

Na 40 jaar ontwikkelingssamenwerking, is Peru's positieve economische ontwikkeling wat Nederland betreft aanleiding voor omvorming van de OS-relatie naar economische samenwerking ­ bevordering van handel en investeringen en verbetering investeringsklimaat - en ook naar meer politieke samenwerking. Het PSOM programma in Peru is nu reeds succesvol met vijf goedgekeurde projecten, die direct 450 en indirect zo'n 1300 banen opleveren. In het kader van het PUM programma werden in 2003 in totaal 55 adviesmissies goedgekeurd. De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO is zeer actief in Peru. Door de Peruaanse autoriteiten werd toegezegd de wens van FMO om in Peru de status van Ontwikkelingsbank te krijgen in overweging te nemen. Hiermee zou de FMO in staat worden gesteld haar activiteiten in Peru verder uit te breiden. Ik onderstreepte verder het belang van samenwerking in de volgende Doha-ronde in Hong Kong, waar immers stevige vooruitgang zal moeten worden geboekt met betrekking tot landbouwsubsidies en andere handelsverstorende regelingen. Dit zal ook de Latijns Amerikaanse boeren ten goede komen. In het kader van de herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel heb ik erop gewezen dat Nederland de doelstelling die de Commissie heeft geschetst in haar eerdere mededeling om het APS eenvoudiger, transparanter en meer voorspelbaar te maken, steunt.

Zowel Minister Rodriguez als de Vice Minister Armando Lecaros prezen de Nederlandse ontwikkelingsinspanningen in de wereld en toonden begrip voor de "redimensionering" van de OS-relatie met hun land. Zij beaamden dat in economische samenwerking en politieke dialoog de toekomst van de bilaterale relatie ligt. De economische indicatoren zijn goed, aldus minister Rodriguez, ook voor de langere termijn. Van Peruaanse zijde werd eveneens de wens uitgesproken dat de komende WTO-vergadering snel en succesvol kan worden afgerond. Zo niet dan zou het internationale systeem ondermijnd kunnen worden door bilaterale akkoorden. Daarnaast hecht Peru wel aan een associatieakkoord van de Andes-landen met de EU. Met betrekking tot dit laatste punt stelde ik dat met het oog hierop in Guadelajara was afgesproken dat het economische integratieproces in de Andesregio gezamenlijk zou worden geëvalueerd. Een eerste bijeenkomst had recentelijk in Brussel plaatsgevonden. Peru en Nederland hebben, zo bleek eens te meer, een gedeelde visie op de noodzaak van versterking van het Internationaal Strafhof en het multilateralisme. Van Peruaanse zijde werd verder de wens tot het versterken van het VN-systeem opgebracht, men zou hierin graag ook met Nederland samenwerken.

In het kader van verdere samenwerking in de strijd tegen illegale drugstransporten vanuit de havens in Peru kon ik mededelen dat de Havenpolitie Rotterdam momenteel een kostenraming maakt voor een identificatie/inventarisatie missie. De Peruaanse autoriteiten zullen zo spoedig mogelijk een nader voorstel tot samenwerking presenteren.

De Peruaanse autoriteiten meldden verder dat zij ten aanzien van de opvolging van aanbevelingen van Waarheids- en Verzoeningscommissie tot de conclusie zijn gekomen dat individuele herstelbetalingen voor de slachtoffers van het geweld financieel niet haalbaar zijn. Er werd geïnformeerd naar eventuele Europese steun mbt collectieve schadevergoeding (een aantal Europese lidstaten hebben naar verluidt hetzelfde verzoek ontvangen). Ik zal dit verzoek, in samenspraak met de overige lidstaten, aan de Commissie overbrengen. Overigens zou ook de Peruaanse regering middelen vrijmaken voor collectieve compensatie in de vorm van armoedebestrijding in de meest getroffen regio's.

Vice Minister Armando Lecaros memoreerde verder aan een recent voorstel aan de leden van de Club van Parijs voor een buy back van de uitstaande bilaterale schuld. Ik heb aangegeven dat het voorstel hiertoe allereerst in de Club van Parijs zal worden besproken. Tenslotte gaf de Vice Minister aan dat de belangstelling voor het Nuffic-programma (NFP en studiebeurzen) in Peru onverminderd groot was. Onafhankelijk van het Nuffic programma is bovendien recent besloten tot Nederlandse financiering van een samenwerkingsprogramma tussen de UNALM (Landbouw universiteit te Perú) met de UNAM (Universidad Nacional Autonoma de México). Het behelst het opzetten van een hoogwaardige PhD op het gebied van duurzame ontwikkeling. Binnen dit programma - een vorm van Zuid/Zuid samenwerking - zullen tot 2009 zo'n 40 tot 50 promovendi worden opgeleid, waarvan de helft Peruanen.

Tijdens mijn bezoek heb ik verschillende 'veldbezoeken' afgelegd aan organisaties die zich met behulp van Nederlandse steun inzetten voor de duurzame ontwikkeling van Peru. Zo heb ik me tijdens mijn bezoeken aan de biologische katoen co-operatie 'Oro Blanco' en de textielfabriek 'Limatex' (twee 'schakels' in een duurzame productieketen) laten informeren over de manier waarop de Nederlandse NGO Solidaridad het programma 'Mainstreaming Fair Trade' in Peru vorm geeft. Men verwerkt organisch verbouwde katoen en deze werkplaatsen worden SA8000 gecertificeerd. Met PSOM-gelden wordt in het belangrijkste verwerkingsbedrijf in deze keten geïnvesteerd. Solidaridad geeft door middel van steun aan deze 'modelketen' op een innovatieve wijze invulling aan het thema eerlijke handel.

Het veldbezoek aan Villa El Salvador stond vooral in het teken van de activiteiten van Novib en de stedenband met de gemeente Amstelveen. In Villa EL Salvador ondersteunt NOVIB haar partner FOVIDA al sinds 1987 met een programma waarin de toegang tot basisvoorzieningen als gezondheid en voeding centraal staat. Villa EL Salvador is een van de snelst groeiende districten in het zuiden van Lima, en begon in 1971 als een 'invasie' nederzetting op een kale woestijnvlakte. Het huidige inwonersaantal bedraagt circa 350.000. De stad onderhoudt een al jaren durende stedenbandrelatie met de Nederlandse Gemeente Amstelveen, waarbij Amstelveen (met VNG) financiële en technische ondersteuning verleent voor een reinigingsproject (overslagstation voor huisvuil) en een "groenwater'-project (installatie voor zuivering van afvalwater, dat wordt gebruikt voor irrigatie van groenstroken). De NCDO steunde Villa El Salvador vorig jaar met het bouwen van muren om terrassen om verschuiving van zand te voorkomen. Ik was erg onder de indruk van de wijze waarop de bewoners de leefbaarheid in hun stad vergroten.

Aansluitend op het bezoek aan Villa EL Salvador bracht ik een bezoek aan de fototentoonstelling die is samengesteld door de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Deze tentoonstelling geeft een indringend beeld van de periode van terreur van 1980-2000. Als gevolg van terroristische activiteiten van met name "Sendero Luminoso" (Lichtend Pad) was deze periode in Peru uiterst gewelddadig. Zowel leden van SL als militairen en politie, paramilities en burgerwachten maakten zich gedurende deze 20 jaar schuldig aan ernstig geweld. Via de Strategisch Faciliteit Mensenrechten en Goed Bestuur (FSA) financiert Nederland drie kleine projecten in het kader van de opvolging van de adviezen van de waarheids- en verzoeningscommissie. Na de rondleiding wezen twee voormalige leden van deze Commissie nogmaals het belang van verzoening, waarvoor het verleden wel erkend moeten worden. Hieraan levert het werk van de Commissie een belangrijke bijdrage, zo heb ik kunnen constateren.

Tijdens mijn gesprek met de directeur van de organisatie Fondebosque, Enrique Toledo, gaf deze aan hoe zijn organisatie toezicht houdt op een systeem van houtkapconcessies teneinde de houtkap in de amazone te regulariseren en een duurzame exploitatie van het bos te bevorderen. De opbouw van deze organisatie vond plaats met Nederlandse financiering. Ik was erg onder de indruk van de inventiviteit waarmee de organisatie momenteel alternatieve financieringsmogelijkheden ontwikkelt. Inmiddels is de organisatie ook een partner geworden van andere donorlanden en instellingen, onlangs is met België een 4-jarig samenwerkingsverband aangegaan. Enrique Toledo verzekerde mij dat de Nederlandse inspanning ten behoeve van zijn organisatie een duurzaam effect zal krijgen

Het bezoek werd afgesloten met bijeenkomst met het Nederlands bedrijfsleven. Waardering bestaat voor het Programma Samenwerking Opkomende Markten en de hernieuwde aandacht voor de rol van de private sector bij duurzame armoedebestrijding. Aanwezigen waren unaniem in hun oordeel dat gebrek aan rechtszekerheid momenteel een groot obstakel voor verdere ontwikkeling van deze sector vormt.

Conclusie:
Peru is een goed voorbeeld van de transformatie van de bilaterale OS- relatie wanneer een land zich ontwikkelt van een laaginkomens- tot een middeninkomensland. De nadruk verschuift dan van traditionele OS projecten naar ondersteuning van het bedrijfsleven en de bilaterale handelsrelatie en het verbeteren van de toegang tot internationale markten. Daarmee is de afgelopen jaren een dynamische start gemaakt.

Bij de beëindiging van de bilaterale OS-relatie werd ook door de Peruaanse zijde niet lang stilgestaan. Veeleer waren de blikken naar de toekomst gericht en zijn nieuwe terreinen van samenwerking geïdentificeerd, met name economische samenwerking ­ handels- en investeringsbevordering ­ en een intensivering van politieke contacten. Ook zijn verdere stappen gezet met betrekking tot concrete samenwerking onder meer op het terrein van drugsbestrijding. Kortom, een goed bezoek op een goed moment, waarbij de veranderde relatie door beide zijden is onderkend en van een nieuwe impuls is voorzien.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven