van de leden Szabo en Van Baalen over wederopbouw in Afghanistan
Beantwoording kamervragen van de leden Szabo en Van Baalen over
wederopbouw in Afghanistan
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuid-Azië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
2 maart 2005
Behandeld
Nathalie Kelderman
Kenmerk
DAO 0067/05
Telefoon
070-3484715
Blad
1/1
Fax
070-3485323
Bijlage(n)
1
nathalie.kelderman@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Szabo en Van Baalen over wederopbouw
in Afghanistan.
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Szabo
en Van Baalen over wederopbouw in Afghanistan. Deze vragen werden
ingezonden op 20 januari 2005 met kenmerk 2040506580.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Kamp, minister van
Defensie, op vragen van de leden Szabó en Van Baalen (beiden VVD) over
wederopbouw in Afghanistan.
Vraag 1
Is het u bekend dat Nederland de hulp aan Afghanistan kanaliseert via
het Afghan Reconstruction Trust Fund en het Afghan Stabilisation
Programme en dat een deel van dit laatste programma is geoormerkt voor
de provincie Baghlan, waar de Nederlandse militairen zijn
gestationeerd?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het u bekend dat een delegatie van de vaste commissie voor Defensie
op werkbezoek in Afghanistan te horen heeft gekregen dat het cruciaal
is wederopbouwgelden tijdig voor Baghlan ter beschikking te stellen
maar dat het onzeker is dat dit ook gebeurt?
Antwoord
Het is mij bekend dat een delegatie van de vaste commissie voor
Defensie in januari een werkbezoek aan Afghanistan heeft gebracht. Van
de zijde van de vaste commissie voor Defensie heeft mij geen verslag
van dit bezoek bereikt.
Vraag 3
Is het u bekend dat in het kader van de gebruikmaking van fondsen de
werkwijze nu zo is dat de gouverneur van de provincie Baghlan
voorstellen moet indienen bij het centrale gezag in Kabul om aan
wederopbouwgelden te komen die reeds voor Baghlan geoormerkt zijn?
Vraag 4
Deelt u de mening dat door deze werkwijze het mogelijk is dat
projectaanvragen van de gouverneur kunnen worden afgewezen terwijl de
provincie Baghlan wel degelijk behoefte heeft aan de ingediende
projecten?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de huidige structuur om projectvoorstellen
gefinancierd te krijgen de wederopbouw nadelig kan beïnvloeden?
Antwoord
Voor reeds op centraal niveau voor Baghlan geoormerkte
wederopbouwgelden zijn geen voorstellen nodig van de provinciale
gouverneur. Wel kan de gouverneur voorstellen indienen voor een van de
Nationale Prioriteiten Programma's van de Afghaanse overheid. De opzet
en uitvoeringsmodaliteiten van de Nationale Prioriteiten Programma's
bevorderen de zelfstandigheid van de Afghaanse regering. Voor een
duurzaam wederopbouwproces is het van belang dat zij haar eigen
ontwikkelingsprioriteiten stelt opdat duplicatie en ad-hoc
interventies worden voorkomen.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van de werkwijze van Duitsland in deze, alsmede
van het feit dat de Duitse werkwijze de burgers van Baghlan meer zicht
geeft in concrete wederopbouwactiviteiten die met Duitse
ontwikkelingsgelden worden betaald, waardoor de goodwill bij de
plaatselijke bevolking wordt vergroot?
Vraag 7
Bent u bereid om Civiel Militaire Samenwerking (Cimic)-fondsen,
specifiek benodigd voor wederopbouwactiviteiten in de provincie
Baghlan, direct via de Nederlandse ambassade in Kabul ter beschikking
te stellen?
Antwoord
Het Nederlandse Provincial Reconstruction Team (PRT) in de provincie
Baghlan heeft de beschikking over Cimic-gelden. Recentelijk heeft de
in Budel gevestigde Cimic Group North, in opdracht van het ministerie
van Defensie, een brede sectorale verkenning uitgevoerd in Baghlan.
Hierna zijn in het Interdepartementaal Overleg Cimic van Defensie en
Buitenlandse Zaken voorstellen voor additionele Cimic-activiteiten
geformuleerd. De met deze voorstellen gemoeide EUR 500.000 voor 2005
is inmiddels door mij toegekend. De additionele activiteiten zijn
ervoor bedoeld de acceptatie van het PRT door de plaatselijke
bevolking ook op de langere termijn te verzekeren. Het betreft
projecten op de gebieden van versterking van het lokale bestuur,
infrastructuur en werkgelegenheid. Daarnaast wordt overwogen om samen
met Duitsland in de vorm van technische assistentie betrokken te zijn
bij de rehabilitatie van enkele fabrieken.
Het PRT formuleert momenteel gedetailleerde projectvoorstellen. Na
goedkeuring van deze uitgewerkte projectvoorstellen door mijn
ministerie en het ministerie van Defensie, kan het PRT de Cimic-gelden
zelfstandig uitgeven. De Nederlandse ambassade is niet rechtstreeks
bij de uitvoering van Cimic-projecten betrokken. Het wijzigen van de
bestaande structuur zal de effectiviteit van Cimic-projecten niet ten
goede komen. De directe betrokkenheid van de Nederlandse ambassade te
Kabul bij het identificeren van projecten binnen de Nationale
Prioriteiten Programma's wordt wel van belang geacht en zal in 2005
worden geïntensiveerd.
Ministerie van Buitenlandse Zaken