'Progressieve belasting clubs brengt spanning terug in voetbalcompetitie'
De voetbalcompetitie is evenwichtiger te maken door rijke clubs
zwaarder te belasten dan armere clubs. Door zo'n progressieve
belasting in te voeren, wordt met name het verschijnsel tegengegaan
dat rijkere clubs zich steeds meer ster-aankopen kunnen permitteren en
dus de competitie dicteren zodat de spanning minder wordt. Een
belastingmaatregel werkt beter dan het terugsluizen van inkomsten van
rijkere naar armere clubs, stellen de economen dr. Tsjalle van der
Burg van de Universiteit Twente en prof. Aloys Prinz van de
Westfälische Wilhelms-Universität Münster. Hun analyse staat deze week
in de Scottish Journal of Political Economy.
Dat marktfactoren de spanning in de competitie aantasten is niet
nieuw, aldus de economen: het wordt al langer als ongewenst gezien dat
de competitiestand teveel wordt bepaald door de mate waarin clubs geld
hebben voor spelersaankopen. Tegelijk constateren zij dat de bestaande
manieren om tot meer evenwicht te komen, tekortschieten. Een
progressieve belasting op de inkomsten van een club, eventueel ook op
de spelerssalarissen, zal het evenwicht meer terugbrengen, verwachten
zij. Opmerkelijke aanbeveling daarbij is dat zij vinden dat de
vrijkomende gelden níet teruggesluisd moeten worden naar de armere
clubs: dit zou onbedoelde mechanismen in de hand werken. Het geld
hoeft niet per definitie naar de overheid, stellen de onderzoekers
ook; de clubs kunnen er bijvoorbeeld ook sociale projecten mee in het
leven roepen. In landen als Engeland krijgen voetbalclubs een steeds
nadrukkelijker sociale functie.
Salary caps
Bij een andere methode, het zogeheten revenue-sharing, gebeurt dit
terugsluizen wèl: daar wordt een deel van de inkomsten over de clubs
verdeeld. In de VS werkt dit systeem niet goed, onder meer omdat een
armere club er uiteindelijk financieel belang bij heeft dat een rijke
club dure spelers kan aankopen en zo hoge inkomsten verkrijgt: het
eigenlijke probleem blijft daarmee in stand. In het Europese voetbal,
met nationale en Europese competities naast elkaar, kan
revenue-sharing de spanning in sommige competities zelfs doen àfnemen.
Ook manieren om het totaalbedrag aan salarissen dat een club mag
uitkeren, te binden aan een plafond (salary caps), zijn al
uitgeprobeerd, met name in de VS. Ook dit is echter lastig in te
voeren in Europa. Bovendien is in de VS gebleken dat clubs toch wegen
vinden om onder de eisen vandaan te komen.
De progressieve belasting die de onderzoekers voorstaan, heeft ook
lagere spelerssalarissen tot gevolg. Dat maakt wel afspraken op
Europees niveau nodig; zou een land de belasting als enige invoeren,
dan zou het als `voetbalnatie' minder aantrekkelijk kunnen worden en
gaan spelers vertrekken.
Door de lagere spelerssalarissen hoeft de belasting - mits tijdig
aangekondigd - bij geen enkele club tot financiële problemen te
leiden. Een meerderheid van de Europese clubs zou daarmee vóór zo'n
belasting moeten zijn, denken de onderzoekers: immers veel meer clubs
zullen in staat zijn hun spelerspotentieel te versterken. De besteding
van vrijkomende middelen voor sociale projecten, bijvoorbeeld tegen
discriminatie, is een extra argument om de politiek te overtuigen.
Noot voor de pers
Het artikel `Progressive Taxation as a means for improving competitive
balance' van dr. Tsjalle van der Burg en prof.dr. Aloys Prinz staat in
het februarinummer van Scottish Journal of Political Economy.
De volledige tekst is digitaal op te vragen bij Wiebe van der Veen, UT
Bureau Communicatie, tel (053) 4894244, email
w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 03-03-2005 © Universiteit Twente Printversie
(opent in een nieuw venster)
Universiteit Twente