Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 25 februari 2005
door mr. A. Herstel, voorzitter, mr. drs. M.M.P.M. Kreyns, mw. E.H.C. Salomons en mw. drs. B.L.W. Tillema, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.

M. Schoenmaker / W. Koevoet en het Haarlems Dagblad Uitspraak: deels gegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel Gemeente meet met twee maten - Vragen over schutting van oud-wethouder, waarvan de intro luidt: Oud-wethouder M. Schoenmaker (VVD) en de koper van zijn huis in de Hoofddorpse Piratenwijk hebben een voorkeursbehandeling genoten van de gemeente. Zij mogen de schutting op het stuk tuin dat ze in bruikleen hebben gekregen van de gemeente laten staan. Andere Haarlemmermeerders moeten hun getimmerten verwijderen.
De intro bevat een aantal beschuldigingen, geuit door een gemeenteraadslid, die als vaststaande feiten worden gepresenteerd. Zoals verweerders hebben erkend, is dat ten onrechte gebeurd. Verweerders hebben op dit punt grenzen overschreden. Verder overweegt de Raad dat de beschuldigingen niet aan het adres van klager waren gericht, maar aan het college van Burgemeester en Wethouders. Het was derhalve niet vereist klager om commentaar te vragen. Overigens heeft klager in een eerder artikel ruimschoots de gelegenheid gehad te reageren op de beschuldigingen van het raadslid. Er is dan ook geen grond voor de conclusie dat verweerders journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld door geen wederhoor bij klager toe te passen. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond. Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
- Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/9.

R.F.J. Jeekel, h.o.d.n. Autorijschool R. Jeekel / De Dordtenaar Uitspraak: onthouding oordeel c.q. ongegrond
Op de voorpagina van de Stad & Streek-bijlage is het artikel Geldklopperij in de wereld van rijscholen - Instructeurs laken rommelende collegas verschenen, dat is vervolgd onder de kop Branche is zo lek als een mandje. Bij het vervolgartikel zijn in een kader vijftien autorijscholen genoemd, waaronder die van klager, onder de kop Welke rijscholen uit de regio presteerden de afgelopen kwartalen het slechtst? De slagingspercentages op een rij:. In het bericht is vermeld dat de gegevens afkomstig zijn van www.rijschoolgegevens.nl. Verder is onder de kop Hoe lichten rijscholen in de regio toekomstige klanten voor? De Dordtenaar nam de proef op de som. onder meer een reactie van de echtgenote van klager opgenomen. De kop Welke rijscholen uit de regio presteerden de afgelopen kwartalen het slechtst? De slagingspercentages op een rij: is niet helemaal gelukkig gekozen, aldus de Raad. De combinatie van het vervolgartikel en de publicatie van de slagingspercentages is echter niet onaanvaardbaar. Uit het registreren en publiceren van deze gegevens door het CBR leidt de Raad af dat die gegevens in zekere mate van belang zijn voor de beoordeling van de kwaliteit van autorijscholen, en daarmee voor de consument relevant bij de keuze voor een rijschool.
Verder overweegt de Raad dat een journalist degene over wie hij publiceert met open vizier tegemoet behoort te treden, dat wil zeggen zijn hoedanigheid aan hem bekend te maken. Slechts indien sprake is van zeer bijzondere omstandigheden kan rechtvaardiging bestaan voor het niet naleven van deze regel. (vgl. RvdJ 2004/37 en 2002/34) Verweerder heeft met de publicatie beoogd zijn lezers te informeren omtrent misstanden in de branche van autorijscholen, die onder meer erin zouden zijn gelegen dat sommige rijscholen via de telefoon andere slagingspercentages opgeven aan potentiële klanten dan de officiële cijfers van het CBR. De Raad acht het aannemelijk dat verweerder zonder toepassing van de gevolgde werkwijze niet aan het licht had kunnen brengen of bedoelde misstanden al dan niet bestaan. Bovendien heeft verweerder de benaderde rijscholen vóór publicatie met hun uitspraken geconfronteerd, de handelwijze toegelicht en gelegenheid geboden een reactie te geven.
De Raad overweegt voorts dat klager vooraf om een reactie is gevraagd. Die werd door zijn echtgenote gegeven en is in de publicatie opgenomen. Dat verweerder heeft geweigerd een ingezonden brief van een branchegenote van klager te plaatsen, betekent niet dat ten aanzien van klager geen wederhoor is toegepast. Overigens onthoudt de Raad zich van een oordeel over de weergave van de reactie van klagers echtgenote. De lezingen van partijen ter zake staan lijnrecht tegenover elkaar, terwijl geen materiaal voorhanden is op grond waarvan de Raad kan vaststellen welke lezing de juiste is. Ten slotte overweegt de Raad dat klager zijn naam heeft verbonden aan zijn rijschool. Gelet op de aard en inhoud van het artikel is de vermelding van de naam van klagers rijschool relevant en functioneel, en niet ontoelaatbaar.
De Raad komt de slotsom dat geen grenzen zijn overschreden en overweegt ten overvloede het te betreuren dat verweerder niet ter zitting is verschenen.
Trefwoorden:

- Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, verzwijgen eigen identiteit

- Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
- Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
- Rectificatie/weerwoord: weerwoord

- Aard van de publicatie: interview
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/10.

X / Brabants Dagblad
Uitspraak: gegrond
In drie artikelen is aandacht besteed aan de vondst van twee hennepplantages na een brand in een fotozaak. In de berichtgeving is vermeld dat klager eigenaar is van de fotozaak en dat hij volgens een politiewoordvoerder één hennepplantage zelf beheerde en de andere verhuurde. In twee artikelen is de naam van klager vermeld. Volgens het vaste oordeel van de Raad is ten aanzien van het vermelden van persoonlijke gegevens van verdachten en veroordeelden terughoudendheid in de berichtgeving geboden. Een journalist dient in beginsel te voorkomen dat een verdachte of veroordeelde kan worden geïdentificeerd. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van deze regel worden afgeweken. De bedoeling is dat het belang van betrokkene bij de bescherming van zijn privacy steeds wordt afgewogen tegen het mogelijk belang dat met bekendmaking is gediend en dat het privacybelang slechts voor dat belang wijkt, indien daar zwaarwichtige redenen voor bestaan (vgl. RvdJ 2004/69 en 2004/57). Verweerder heeft erkend dat klagers naam in de twee artikelen niet vermeld had mogen worden. De Raad deelt dit standpunt en is van oordeel dat verweerder met die publicaties grenzen heeft overschreden. Trefwoorden:

- Privacy: verdachten/veroordeelden
Publicatie op www.rvdj.nl onder nr. 2005/11.

---